Bestuursovereenkomst waterveiligheid en ruimte in Limburg

PARTIJEN,

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, dhr. M.G.J. Harbers, handelend in zijn hoedanigheid als bestuursorgaan en als rechtsgeldige vertegenwoordiger van de Staat der Nederlanden, gezeteld te ’s-Gravenhage,

verder te noemen: “Rijk“,

De Provincie Limburg, namens deze, gedeputeerde mw. C.W.J.M. Roefs, handelend als rechtsgeldige vertegenwoordiger van de provincie Limburg, die handelt ter uitvoering van het besluit van gedeputeerde staten van Limburg van 12 juli 2022, verder te noemen: “de Provincie”,

Het Dagelijks Bestuur van Waterschap Limburg, handelend als bestuursorgaan, en het waterschap Limburg als zodanig, beide rechtsgeldig vertegenwoordigd door lid van het dagelijks bestuur mw. J.S.E. Van Wersch, verder te noemen:

“het Waterschap”,

CONSTATEREN ALS VOLGT,

  • Extreme hoeveelheden neerslag leidden in juli 2021 tot overstromingen en grote wateroverlast in Limburg, Duitsland, België en Luxemburg. Hierdoor ontstond een watercrisis van ongekende omvang.

  • De gebeurtenissen zijn zeer ingrijpend geweest voor de betrokkenen in Limburg en zowel de materiële als emotionele schade is groot.

  • Limburg is meteorologisch, geomorfologisch en geografisch buitengewoon kwetsbaar bij zware neerslag, door de snelle afvoer van hemelwater vanuit de Duitse Eifel en de Belgische Ardennen, de geconcentreerde afvoer in de dalen (flash-floods) en het vaker voorkomen van intensieve buien.

  • De aanpak van de uit de watercrisis voortvloeiende opgave kan alleen slagen wanneer partijen in de regio en het rijk de handen in elkaar slaan en tot een gezamenlijk meerjarig programma komen.

NEMEN ALS VOLGT IN OVERWEGING,

  • Het klimaatsignaal ’21 van het KNMI geeft aan dat extreme neerslag in de toekomst extremer wordt en vaker zal optreden in heel Nederland.

  • Het is cruciaal om in Nederland beter voorbereid te zijn op gebeurtenissen van deze omvang, zodat we overlast kunnen beperken, schade kunnen verminderen en ontwrichting kunnen voorkomen.

  • Naar aanleiding van de watercrisis in 2021 hebben Limburgse overheden gezamenlijk de Propositie Water ‘Naar een robuust watersysteem in Limburg’ op 2 november 2021 aangeboden aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat. Daar wordt geconstateerd dat hier, mede vanwege het veiligheidsaspect, een verantwoordelijkheid ligt voor alle overheden.

  • In het Coalitieakkoord ‘Omzien naar elkaar’ is voor waterveiligheid en daarmee samenhangende klimaatadaptatie incidenteel een envelop van € 300 mln voor maatregelen in de beekdalen van zijrivieren van de Maas gereserveerd.

  • In het Coalitieakkoord wordt verder ook aangegeven dat er in het Deltafonds extra wordt geïnvesteerd om achterstanden in beheer, onderhoud en renovatie van infrastructuur weg te werken en de uitvoering van het Nationale Deltaprogramma te versnellen.

KOMEN ALS VOLGT OVEREEN:

  • Partijen geven met deze overeenkomst invulling aan:

  • Het borgen van een gezamenlijke structurele aanpak van de realisatie van een robuust watersysteem in Limburg, vanuit de eigen rol en verantwoordelijkheden van de partijen.

  • Het gebruiken van de ervaringen in Limburg voor de aanpak van wateroverlast en waterveiligheid in andere delen van Nederland.

  • Regio en Rijk willen gezamenlijk, vanuit de eigen rol en verantwoordelijkheden de beekdalen en het Maassysteem weerbaarder maken tegen extreme omstandigheden zodat schade en ontwrichting door overstroming van het hoofdwatersysteem en regionale watersysteem wordt verminderd en/of voorkomen.

  • De urgentie van de problematiek is duidelijk en maatregelen moeten integraal en in goede samenspraak met de omgeving (bewoners, bedrijven, maatschappelijke organisaties) en overheden tot stand komen.

  • De ambitie is dat de inwoners beter zijn voorbereid en beschermd door korte termijn maatregelen en een lange termijn aanpak binnen de 3 inhoudelijke pijlers (1) fysieke robuustheid watersysteem, (2) ruimtelijke ordening en (3) klimaatbewustzijn/zelfredzaamheid.

  • Verkenning, planvorming en uitvoering van grotere maatregelen vragen een meerjarige, programmatische aanpak van naar verwachting 10 tot 15 jaar.

  • De aanpak van de wateroverlast en waterveiligheid wordt vanuit een integrale benadering gecombineerd met andere (klimaat-)opgaven in het fysieke domein (zoals droogte, KRW, natuur en landschap, stikstof, transitie landbouw).

  • De aanpak van wateroverlast en waterveiligheid door extreme neerslag wordt door de regio verankerd in de ruimtelijke ordening om op de lange termijn een toekomstbestendige inrichting van de beekdalen te garanderen.

  • De uitkomsten van de Beleidstafel wateroverlast en hoogwater worden betrokken bij het bepalen in welke maatregelen kan en moet worden geïnvesteerd om de beekdalen beter te beschermen tegen extreme neerslag en de gevolgen daarvan.

  • De door het Rijk gereserveerde € 300 mln inclusief BTW voor maatregelen in de beekdalen van zijrivieren van de Maas komt voor het overgrote deel in Limburg terecht. Daar waar een maatregel in de beekdalen ten goede komt aan het Maassysteem in Limburg, kan ook een project buiten de Limburgse provinciegrens aan de orde zijn.

  • Waterschap en provincie reserveren, in samenwerking met de gemeenten, gezamenlijk € 300 mln inclusief BTW voor het aanpakken van de wateroverlast- en waterveiligheidsopgave in de beekdalen/regionaal watersysteem.

  • Partijen dragen bij aan het aanpakken van de waterveiligheidsopgave in de Maas. Hiervoor gelden de landelijk spelregels in relatie tot HWBP, MIRT en IRM. Tegelijkertijd vraagt de samenhang tussen hoofdwatersysteem en regionaal systeem nadere verdieping. Een concrete opgave op dit punt zal afhankelijk zijn van nader onderzoek.

  • Voor Maastricht/Zuidelijk Maasdal, Venlo/Vierwaarden wordt in de projecten gewerkt aan het binnen een jaar na het ondertekenen van de Bestuursovereenkomst nemen van het startbesluit voor de MIRT-verkenningen.

  • Voor Roermond is het streven om binnen een jaar na het ondertekenen van de Bestuursovereenkomst een MIRT onderzoek te starten naar de waterveiligheidsopgave, in samenhang met IRM.

  • Regio en Rijk stellen verkenningen en uitvoeringsplannen op voor maatregelen in de beekdalen. Daarbij wordt onderscheid gemaakt in: (1) een verkenning en/of uitvoeringsplan voor maatregelen die in de periode tot en met 2025 gerealiseerd kunnen worden en (2) een verkenning en/of uitvoeringsplan voor grotere maatregelen of projecten die over een periode van 10 tot 15 jaar uitgevoerd worden.

  • Partijen zorgen gezamenlijk ervoor dat uiterlijk op 31 december 2022 een concrete set aan eerste tranche maatregelen is uitgewerkt voor de periode tot en met 2025.

  • Indien duidelijkheid is over de eerste tranche maatregelen tot en met 2025 dan worden concrete afspraken gemaakt over de financiering door partijen als bijdrage aan de realisatie van de maatregelen.

  • Afspraken over de tweede tranche maatregelen, maatregelen die een uitvoeringstermijn van 10-15 jaar hebben, worden op een later moment gemaakt.

  • Partijen maken uiterlijk 31 december 2022 afspraken over de wijze waarop de gezamenlijkheid in opdrachtgeverschap, sturing en informatievoorziening wordt ingevuld, op basis van de eigen rol en verantwoordelijkheid van partijen.

EN KOMEN VERDER NOG ALS VOLGT OVEREEN:

  • De in het kader van deze Bestuursovereenkomst door partijen te verlenen publiekrechtelijke medewerking laat de publiekrechtelijke positie en bevoegdheden van partijen onverlet.

  • Partijen zijn zich ervan bewust dat gedurende de looptijd van het programma Waterveiligheid en Ruimte Limburg omstandigheden en/of prioriteiten kunnen wijzigen voor de aanpak van de opgaven in Limburg. Jaarlijks wordt gezamenlijk door de partijen bezien of er wijziging van de verdeling van de gezamenlijke indicatieve inzet wenselijk is en zij leggen eventuele nadere afspraken hierover vast.

  • Over geschillen tussen partijen verband houdend met deze overeenkomst wordt gezamenlijk overleg gevoerd met als doel te trachten tot een vergelijk te komen. Deze bestuursovereenkomst is niet in rechte afdwingbaar.

  • Partijen treden binnen vier weken na een verzoek daartoe van een van de partijen met elkaar in overleg indien zich onvoorziene omstandigheden voordoen, welke van dien aard zijn dat naar de maatstaven van redelijkheid en billijkheid ongewijzigde instandhouding van deze Bestuursovereenkomst niet mag worden verwacht.

  • Elke partij kan de andere partijen schriftelijk verzoeken de Bestuursovereenkomst te wijzigen. De wijziging behoeft de schriftelijke instemming van alle partijen. De wijziging en de verklaringen tot instemming worden in afschrift als bijlage aan de Bestuursovereenkomst gehecht.

  • Beëindiging van de Bestuursovereenkomst kan plaatsvinden door opzegging of ontbinding. Wanneer een partij de Bestuursovereenkomst opzegt, blijft de overeenkomst voor de overige partijen in stand voor zover de inhoud en de strekking ervan zich daartegen niet verzetten.

  • Elke partij kan de Bestuursovereenkomst met inachtneming van een opzegtermijn van 6 maanden (tussentijds) opzeggen, indien een zodanige verandering van omstandigheden is opgetreden dat ongewijzigde instandhouding van deze Bestuursovereenkomst redelijkheids- en billijkheidshalve op korte termijn niet kan worden verlangd.

  • Indien een van de partijen ten gevolge van overmacht haar verplichtingen op grond van deze Bestuursovereenkomst niet kan nakomen, heeft de andere partij het recht deze overeenkomst door middel van een aangetekend schrijven met onmiddellijke ingang buiten rechte geheel of gedeeltelijk te ontbinden.

  • Deze Bestuursovereenkomst treedt in werking op de dag volgend op die waarop deze door partijen is ondertekend, mits de eventueel benodigde goedkeuring van deze overeenkomst door bevoegde gezagen de Bestuursovereenkomst in stand houdt. Indien dat niet het geval is, wordt de Bestuursovereenkomst geacht niet in werking te zijn getreden.

  • Binnen 10 werkdagen na ondertekening van deze Bestuursovereenkomst wordt de overeenkomst gepubliceerd in de Staatscourant. Eventuele wijzigingen worden eveneens in de Staatscourant gepubliceerd.

  • Deze overeenkomst eindigt op het moment dat naar oordeel van Partijen, de verplichtingen voorvloeiende uit deze Bestuursovereenkomst zijn gerealiseerd.

  • Op deze overeenkomst is het Nederlands recht van toepassing.

Aldus overeengekomen en in drievoud ondertekend:

Het Rijk, namens deze, M.G.J. Harbers

Valkenburg aan de Geul, 14 juli 2022

Provincie Limburg, namens deze, C.W.J.M. Roefs

Valkenburg aan de Geul, 14 juli 2022

Waterschap Limburg, namens deze, J.S.E. Van Wersch

Valkenburg aan de Geul, 14 juli 2022

Naar boven