Besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 12 juli 2022, nummer 3989846, tot het instellen van een besluitmoratorium en een vertrekmoratorium voor dienstplichtige vreemdelingen in de leeftijd van 18 tot 27 jaar uit Rusland, die vrezen hun militaire dienst te moeten vervullen of die reeds invulling gaven aan de dienstplicht en dit niet langer willen doen

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid;

Gelet op artikel 43, eerste lid, en artikel 45, vierde lid, van de Vreemdelingenwet 2000;

  • Overwegende dat naar verwachting voor een korte periode onzekerheid zal bestaan over de situatie ten aanzien van dienstplichtige vreemdelingen in de leeftijd van 18 tot 27 jaar uit Rusland, die vrezen hun militaire dienst te moeten vervullen of die reeds invulling gaven aan de dienstplicht en dit niet langer willen doen, en op grond daarvan redelijkerwijs niet kan worden beslist of de aanvraag, zoals bedoeld in artikel 28 van de Vreemdelingenwet 2000, op een van de gronden genoemd in artikel 29 van de Vreemdelingenwet 2000 kan worden ingewilligd;

  • Dat als gevolg hiervan een besluitmoratorium wordt ingesteld met ingang van de dag van inwerkingtreding van onderhavig besluit en voor de duur van zes maanden, voor asielaanvragen van dienstplichtige vreemdelingen in de leeftijd van 18 tot 27 jaar uit Rusland, die vrezen hun militaire dienst te moeten vervullen of die reeds invulling gaven aan de dienstplicht en dit niet langer willen doen;

  • Dat in deze situatie voor dienstplichtige vreemdelingen in de leeftijd van 18 tot 27 jaar uit Rusland, die vrezen hun militaire dienst te moeten vervullen of die reeds invulling gaven aan de dienstplicht en dit niet langer willen doen, tevens een vertrekmoratorium wordt ingesteld, eveneens voor de duur van zes maanden.

Besluit:

Artikel 1

Het besluitmoratorium alsmede het vertrekmoratorium worden ingesteld met ingang van de dag van inwerkingtreding van onderhavig besluit en voor de duur van zes maanden.

Artikel 2

De beslistermijn, bedoeld in artikel 42 van de Vreemdelingenwet 2000, wordt op grond van artikel 43, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, verlengd met een jaar tot ten hoogste eenentwintig maanden voor dienstplichtige vreemdelingen in de leeftijd van 18 tot 27 jaar uit Rusland, die vrezen hun militaire dienst te moeten vervullen of die reeds invulling gaven aan de dienstplicht en dit niet langer willen doen, die een aanvraag indienen of hebben ingediend tot verlenen van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd asiel zoals bedoeld in artikel 28 van de Vreemdelingenwet.

Artikel 3

De verstrekkingen voorzien bij of krachtens de Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers of een ander wettelijk voorschrift dat soortgelijke verstrekkingen regelt, worden voor deze vreemdelingen voor de duur van het vertrekmoratorium niet beëindigd of worden opnieuw verleend voor de duur van het vertrekmoratorium op grond van artikel 45, vierde lid, van de Vreemdelingenwet 2000 en artikel 3, derde lid, aanhef en onder i, van de Regeling verstrekkingen asielzoekers en andere categorieën vreemdelingen 2005.

Artikel 4

Artikel 2 en 3 van dit besluit zijn niet van toepassing indien artikel 1F van het VN-vluchtelingenverdrag van toepassing is, of indien artikel 30, eerste lid, artikel 30a, eerste lid, onder a, b, c of e of artikel 30c van de Vreemdelingenwet 2000 van toepassing zijn, of indien de aanvraag op grond van artikel 30b, eerste lid, onder j van de Vreemdelingenwet 2000 kan worden afgewezen.

Artikel 5

Dit besluit treedt in werking een dag na publicatie in de Staatscourant en werkt terug tot en met 29 juni 2022, de datum dat de Tweede Kamer per brief is geïnformeerd.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, E. van der Burg

Naar boven