Besluit van de inspecteur-generaal van de Inspectie Justitie en Veiligheid van het Ministerie van Justitie van 7 juli 2022, houdende verlening van ondermandaat en het doorgeven van volmacht en machtiging aan onder de inspecteur-generaal ressorterende functionarissen (Mandaatbesluit Inspectie JenV Ministerie van Justitie en Veiligheid 2022)

De inspecteur-generaal van de Inspectie Justitie en Veiligheid van het Ministerie van Justitie en Veiligheid,

Gelet op artikel 1 van het Mandaatbesluit hoofden clusters Ministerie van Justitie en Veiligheid, artikel 3 van de Regeling financieel beheer van het Rijk en artikel 6 van het Besluit aanwijzing toezichthouders naleving Wet experiment gesloten coffeeshopketen en het verlenen van mandaat en machtiging voor de uitvoering en handhaving van die wet;

Besluit:

Artikel 1

  • 1. Van het ingevolge artikel 1 van het Mandaatbesluit hoofden clusters Ministerie van Justitie en Veiligheid aan de inspecteur-generaal van de Inspectie Justitie en Veiligheid verleende ondermandaat en van het ingevolge artikel 6 van het Besluit aanwijzing toezichthouders naleving Wet experiment gesloten coffeeshopketen en het verlenen van mandaat en machtiging voor de uitvoering en handhaving van die wet aan de inspecteur-generaal van de Inspectie Justitie en Veiligheid verleende mandaat wordt ten aanzien van de aangelegenheden die hun dienstonderdeel betreffen ondermandaat verleend aan:

    • a. Hoofdinspecteur Rechtsbescherming en Executie;

    • b. Hoofdinspecteur Politie en Crisisbeheersing;

    • c. Hoofdinspecteur Migratie, Cyber en Security;

    • d. Directeur Strategie, Kwaliteit en Bedrijfsvoering.

  • 2. Van het ingevolge artikel 1 van het Mandaatbesluit hoofden clusters Ministerie van Justitie en Veiligheid aan de inspecteur-generaal van de Inspectie Justitie en Veiligheid verleende ondermandaat wordt ten aanzien van de aangelegenheden bedoeld in artikel 5, tweede lid, onderdeel a, van het Organisatiebesluit Ministerie van Justitie en Veiligheid, ondermandaat verleend aan de directeur Wetgeving en Juridische Zaken.

Artikel 2

De bevoegdheid tot het nemen van personele beslissingen wordt belegd bij de functionarissen, genoemd in kolom 1 van bijlage 1 bij dit besluit, voor zover het betreft de uitoefening van de bevoegdheden, vermeld in kolom 2 van die bijlage.

Artikel 3

Als bevoegd om te beschikken over bedragen voor het aangaan van verplichtingen en voor het verrichten van uitgaven, worden aangewezen de functionarissen, genoemd in kolom 1 van bijlage 2 bij deze regeling voor zover het betreft de bedragen, genoemd in kolom 2 van die bijlage.

Artikel 4

Aan de inspecteur-generaal blijft voorbehouden:

  • a. de bevoegdheid om beslissingen te nemen inzake aanstelling, bevordering en ontslag alsmede treffen van disciplinaire maatregelen jegens functionarissen op managementfuncties van schaal 14 en hoger;

  • b. de bevoegdheid tot inhuur van interim-management, organisatie- en formatieadvies, communicatieadvies en beleidsadvies.

Artikel 5

De in artikel 1, eerste lid, genoemde functionarissen wordt toegestaan elkaar volledig te vervangen. Zij treden daarbij in elkaars bevoegdheden.

Artikel 6

Het Mandaatbesluit Inspectie JenV Ministerie van Justitie en Veiligheid 2019 wordt ingetrokken.

Artikel 7

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 8

Dit besluit wordt aangehaald als: Mandaatbesluit Inspectie JenV Ministerie van Justitie en Veiligheid 2022.

Dit besluit zal met de bijlagen en de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 7 juli 2022

De inspecteur-generaal van de Inspectie Justitie en Veiligheid van het Ministerie van Justitie en Veiligheid, H.C.D. Korvinus

BIJLAGE 1. BEHOREND BIJ ARTIKEL 2 VAN DE MANDAATBESLUIT INSPECTIE JENV MINISTERIE VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID 2022

De functionarissen bij wie in kolom 2 de letter A is geplaatst, zijn, onverminderd artikel 4 van dit besluit bevoegd alle personele beslissingen te nemen die voorvloeien uit het Burgerlijk Wetboek en de CAO Rijk.

De functionarissen bij wie in kolom 2 de letter B is geplaatst zijn, onverminderd artikel 4 van dit besluit bevoegd alle personele beslissingen te nemen die voortvloeien uit het Burgerlijk Wetboek en de CAO Rijk, met uitzondering van de bevoegdheden tot aanstelling (paragraaf 2.1 en 2.2 van de CAO Rijk), bevorderen naar een hogere salarisschaal), het opleggen van disciplinaire straffen als bedoeld in hoofdstuk 15 van de CAO Rijk en ontslag (paragraaf 2.2 van de CAO Rijk), alsmede het nemen van besluiten over de toekenning van een persoonsgebonden dienstauto.

   

kolom 1

hoofd van dienst

kolom 2

1

inspecteur-generaal

A

1.0

plaatsvervangend inspecteur-generaal

A

1.1

 

hoofdinspecteurs

B

1.2

 

directeur Strategie, Kwaliteit en Bedrijfsvoering

B

1.3

manager cluster Kennis en Kwaliteit

B

1.4

manager cluster Bedrijfsvoering

B

BIJLAGE 2. BEHOREND BIJ ARTIKEL 2 VAN DE MANDAATBESLUIT INSPECTIE JENV MINISTERIE VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID 2022

De functionarissen genoemd in kolom 1 zijn bevoegd in overeenstemming met artikel 3 van de Regeling financieel beheer van het Rijk tot het aangaan van verplichtingen en het doen van uitgaven.

Indien in kolom 2 een bedrag is opgenomen betreft dit het maximumbedrag waarvoor de functionarissen telkens een verplichting of uitgave mag doen.

Indien in kolom 2 geen bedrag is opgenomen, geldt geen maximumbedrag.

   

kolom 1

aangewezen ambtenaren

kolom 2

1

inspecteur-generaal

1.0

plaatsvervangend inspecteur-generaal

1.1

Hoofdinspecteurs

1.2

directeur Strategie, Kwaliteit en Bedrijfsvoering

 

TOELICHTING

Met dit besluit wordt het ondermandaatbesluit van de Inspectie JenV uitgebreid met het oog op haar nieuwe handhavingstaak in het kader van het Experiment Gesloten Coffeeshopketen. Aan de inspecteur-Generaal van de Inspectie JenV is in artikel 6 van het Besluit aanwijzing toezichthouders naleving Wet experiment gesloten coffeeshopketen en het verlenen van mandaat en machtiging voor de uitvoering en handhaving van die wet, mandaat verleend om namens de Ministers van Medische Zorg en van Justitie en Veiligheid een last onder bestuursdwang als bedoeld in artikel 9 van de Wet EGC, en een bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 9a van de Wet op te leggen. Gelet op artikel 5:32, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht omvat dit eveneens de bevoegdheid een last onder dwangsom op te leggen. De bevoegdheid om dergelijke handhavingsbesluiten te nemen wordt ondergemandateerd aan de Hoofdinspecteur bij wie de aangelegenheden omtrent het EGC zijn belegd. Gelet op artikel 5 kunnen de Hoofdinspecteuren en de Directeur Strategie, Bedrijfsvoering en Kwaliteit elkaar echter volledig vervangen en treden zij daarbij in elkaars bevoegdheden.

Daarnaast wordt de ondermandaatregeling Inspectie JenV in overeenstemming gebracht met de normalisering van de rechtspositie van ambtenaren.

Naar boven