Nadere regels inzake de PEPP toezicht rapportage, De Autoriteit Financiële Markten

Gelet op artikel 40, lid 2, onder a, van Verordening (EU) 2019/12381 (de PEPP-verordening), besluit:

Inleidende bepalingen:

  • a) Deze nadere regels worden uitgebracht om te verzekeren dat de aard, de reikwijdte en het model van de informatie die de PEPP-aanbieders met van tevoren bepaalde tussenpozen en in van tevoren bepaalde gevallen moeten verstrekken aan de AFM op gemeenschappelijke, uniforme en consistente wijze worden toegepast op de PEPP-toezichtrapportage. Deze nadere regels zijn gebaseerd op de richtsnoeren inzake de PEPP-toezichtrapportage zoals door EIOPA op 31 maart 2021 vastgesteld (EIOPA-21/260) (de richtsnoeren).

  • b) Deze nadere regels zijn gericht tot financiële instellingen die PEPP-aanbieders zijn in overeenstemming met artikel 2, lid 15, van de PEPP-verordening1.

  • c) Begrippen die niet zijn gedefinieerd in deze nadere regels, hebben de betekenis die daaraan wordt toegekend in de richtsnoeren. In deze nadere regels wordt verwezen naar de “PEPP toezichtrapportage”, welke is gedefinieerd als het periodieke en ad hoc beschrijvende verslag waarmee PEPP-aanbieders verslag kunnen uitbrengen over de ontwikkeling van de PEPP-activiteiten en door middel waarvan kan worden toegezien op de doeltreffendheid van risicolimiteringstechnieken en de voortdurende naleving van de PEPP verordening.

Nadere regels

1. De frequentie van de periodieke toezichtrapportage

  • 1.1. PEPP-aanbieders verstrekken de kwantitatieve toezichtrapportage2 over de PEPP-activiteiten jaarlijks aan de AFM onder verwijzing naar de afsluiting van het boekjaar van de PEPP-aanbieder.

  • 1.2. PEPP-aanbieders verstrekken aan de AFM de PEPP toezichtrapportage3 ten minste elke drie jaar na de registratie van het PEPP en als er aanzienlijke wijzigingen in de PEPP-activiteiten of in het PEPP zelf zijn, met dien verstande dat de eerste PEPP toezichtrapportage wordt verstrekt bij de afsluiting van het boekjaar waarin het PEPP is geregistreerd.

  • 1.3. De AFM kan bepalen dat de periodieke toezichtrapportage met een hogere frequentie dan als vastgesteld in paragraaf 1.2 aan haar wordt verstrekt. Indien de gerapporteerde informatie aanzienlijk wijzigt nadat deze door de PEPP-aanbieder aan de AFM is verstrekt, dient de gewijzigde informatie onverwijld opnieuw aan de AFM te worden verstrekt.

2. Rapportagetermijnen

  • 2.1. PEPP-aanbieders verstrekken de jaarlijkse kwantitatieve informatie aan de AFM volgens de sectorale voorschriften voor jaarlijkse verslaglegging van de individuele PEPP-aanbieder, en uiterlijk 16 weken na de afsluiting van hun boekjaar.

  • 2.2. PEPP-aanbieders verstrekken de PEPP-toezichtrapportage uiterlijk 18 weken na de afsluiting van hun boekjaar aan de AFM.

3. Inhoud van de PEPP-toezichtrapportage

3.1. De volgende punten komen aan de aan de orde in de PEPP-toezichtrapportage:

  • (a) relevante aspecten met betrekking tot de PEPP-activiteiten;

  • (b) de gehanteerde beleggingsstrategie en het resultaat ervan;

  • (c) de risicobeheersystemen en de doeltreffendheid van de risicolimiteringstechnieken voor het PEPP;

  • (d) de relevante gevolgen van het pakket aan prudentiële regels van de PEPP aanbieder.

4. PEPP-toezichtrapportage: de PEPP-activiteiten

  • 4.1. De PEPP-aanbieder beschrijft in de PEPP toezichtrapportage de aard van zijn PEPP-activiteiten, zijn beleggingsopties en de externe omgeving, alsook de eventuele belangrijke zakelijke of externe gebeurtenissen die in de referentieperiode hebben plaatsgevonden en algemene informatie over het PEPP, waaronder:

    • (a) het PEPP-registratienummer;

    • (b) de naam en het adres van de externe accountants van de PEPP-aanbieder;

    • (c) een beschrijving van de beleggingsoptie van het PEPP en van de garanties, met inbegrip van een beschrijving van de prijsstelling van de garanties, die de aanbieder schrijft en de landen waarin hij deze optie schrijft, waarin specifiek de aandacht wordt gevestigd op eventuele wijzigingen tijdens de referentieperiode;

    • (d) een beschrijving van de doelmarkt en een beschrijving van de huidige PEPP-spaarders.

      Die beschrijving moet ten minste de leeftijdsopbouw van de doelgroep PEPP-spaarders omvatten en informatie over hoe de beoordeling van de financiële situatie, de financiële kennis en het vermogen om verliezen te dragen van de PEPP-spaarders worden overwogen met het oog op het beleggingsprofiel;

    • (e) eventuele belangrijke zakelijke of externe gebeurtenissen die in de referentieperiode hebben plaatsgevonden, indien hierover niet elders specifieker verslag is uitgebracht, die aanzienlijke gevolgen hebben voor de doelstellingen van de PEPP-spaarders, voor de PEPP-aanbieder of voor zijn PEPP bedrijfsmodellen en PEPP-strategie;

    • (f) de belangrijkste tendensen en factoren die gedurende de referentieperiode positief of negatief hebben bijgedragen aan de het PEPP;

    • (g) een beschrijving van de distributiekanalen die worden gebruikt om het PEPP te verkopen en de controlemiddelen om de adequate distributie te waarborgen;

    • (h) een beschrijving van de bestaande overstapprocedures voor PEPP activiteiten die gedurende de rapportageperiode zijn ingevoerd;

    • (i) een uitvoerige beschrijving van de klachten die zijn ontvangen, met inbegrip van: de uitkomst van de klachten, de gemiddelde looptijd van de overeenkomsten waarover klachten zijn ontvangen, waar de klachten betrekking op hebben en de relevante maatregelen die de aanbieder heeft getroffen om de specifieke klachten af te handelen en bredere maatregelen die zijn getroffen voorkwesties aangaande het ontwerp en de distributie van het PEPP.

  • 4.2. De PEPP-aanbieder zet de beheersstructuur van de PEPP-activiteiten uiteen, in ieder geval met inbegrip van:

    • (a) de bestaande administratieve en boekhoudkundige procedures die de PEPP-aanbieder in staat stellen om tijdig verslagen in te dienen die een getrouw beeld geven van de beleggingen en passiva van het PEPP en die aan alle geldende boekhoudkundige normen voldoen;

    • (b) informatie over de belangrijkste taken van de eventuele compliance functie die is ingevoerd voor de PEPP-activiteiten;

    • (c) informatie over de bestaande systemen en controlemiddelen om te waarborgen dat het beleid inzake toezicht op producten en governance wordt nageleefd;

    • (d) indien van toepassing een beschrijving van hoe de belangrijkste taken van de actuariële functie worden ingevoerd voor de PEPP-activiteiten;

    • (e) een uitvoerige verklaring van de partnerschappen en overeenkomsten met externe partijen voor het PEPP en over de werking van deze overeenkomsten of partnerschappen, hun voorwaarden en het resultaat ervan voor de desbetreffende PEPP-overeenkomsten.

5. PEPP-toezichtrapportage: beleggingsstrategie en resultaat

  • 5.1. De PEPP-aanbieder verstrekt een beschrijving van de gehanteerde beleggingsstrategie voor elke beleggingsoptie van het PEPP. Deze beschrijving omvat ten minste:

    • (a) een beschrijving van de bestaande systemen om de naleving van artikel 41 van de PEPP-verordening te waarborgen;

    • (b) een identificatie van de risicofactoren en bronnen van rendement van de beleggingsstrategie;

    • (c) een beschrijving van hoe in de beleggingsstrategie rekening wordt gehouden met de belangen van de PEPP-spaarders, met inachtneming van hun specifieke profiel en ecologische, sociale en governance factoren;

    • (d) een beschrijving van de bestaande systemen voor het monitoren van de PEPP-beleggingsstrategie en het beleid om de strategie indien nodig te wijzigen;

    • (e) indien van toepassing een beschrijving van het liquiditeitsbeheerplan en de maatregelen die de PEPP-aanbieder kan treffen wanneer dergelijke gebeurtenissen zich voordoen.

  • 5.2. De PEPP-aanbieder zet gedetailleerde informatie uiteen over de financiële prestaties van beleggingen voor het PEPP, met inbegrip van:

    • (a) de analyse van de algehele prestatie van de PEPP-gerelateerde beleggingen door het bestuurlijk of leidinggevend orgaan;

    • (b) informatie over winsten of verliezen uit PEPP-beleggingen en indien van toepassing onderdelen van dergelijke inkomsten uit passende subgroepen van de beleggingscategorieën;

    • (c) de invloed van afgeleide instrumenten op de beleggingsprestatie van het PEPP;

    • (d) informatie over de kosten van de PEPP-belegging die gedurende de referentieperiode zijn gemaakt in vergelijking met eerdere jaren en redenen voor materiële veranderingen.

6. PEPP-toezichtrapportage: risicobeheer en risicolimiteringstechnieken

  • 6.1. De PEPP-aanbieder zet de soorten risico’s uiteen waaraan de PEPP-spaarders blootgesteld zijn of kunnen zijn, evenals het risicobeheersysteem met betrekking tot het aanbieden van het PEPP, met inbegrip van de risicostrategie en de bestaande schriftelijke beleidsmaatregelen om de naleving van de strategie te waarborgen.

  • 6.2. De PEPP-aanbieder verstrekt een beschrijving van de wijze waarop het risicobeheersysteem voortdurend de risico’s waaraan de PEPP-spaarders blootgesteld zijn of kunnen zijn, en de wisselwerking hiertussen, kan identificeren, meten, monitoren, beheren en melden. De informatie die vereist is, omvat:

    • (a) het risicobeheerkader dat is ingevoerd voor de PEPP-activiteiten, gebaseerd op schriftelijke beleidsmaatregelen over hoe risico’s moeten worden aangepakt met inachtneming van de aard, omvang en complexiteit van het aangeboden PEPP;

    • (b) de bestaande systemen om de naleving van de vereisten van de PEPP verordening te waarborgen;

    • (c) de reikwijdte en de aard van risicobeheersystemen, gebaseerd op schriftelijke beleidsmaatregelen over hoe risico’s moeten worden beheerd, met inbegrip van een beschrijving van beheerinstrumenten die worden gebruikt om de risico’s in verband met het aanbieden van het 6 PEPP te identificeren, meten, monitoren, beheren en melden, waarbij de wijzen worden weergegeven waarop de PEPP-aanbieder het beheer van in elk geval de financiële en liquiditeitsrisico’s, marktrisico’s, kredietrisico’s, reputatierisico’s en de ecologische, sociale en governance risico’s aanpakt;

    • (d) de doeltreffendheid van de bestaande systemen voor risicobeheer en interne controle met inachtneming van de aan het PEPP gerelateerde risico’s die zij moeten beheersen;

    • (e) een uitvoerige beoordeling van de reikwijdte, frequentie en voorschriften van de beheersinformatie die met betrekking tot het PEPP aan het bestuurlijk of leidinggevend orgaan wordt verschaft;

    • (f) details van hoe de PEPP-aanbieder de risico’s die voortkomen uit derivatenposities monitort.

  • 6.3. De PEPP-aanbieder verstrekt informatie over de gehanteerde risicolimiteringstechnieken, en in ieder geval:

    • (a) details van toewijzingsmechanismen, benaderingen, methodieken voor en de daadwerkelijke prestaties van de risicolimiteringstechnieken die zijn gebruikt voor de PEPP-beleggingsopties;

    • (b) processen voor het monitoren van de aanhoudende doeltreffendheid van deze risicolimiteringspraktijken.

7. PEPP-toezichtrapportage: aspecten in verband met het pakket aan prudentiële regels van de PEPP-aanbieder

  • 7.1. De PEPP-aanbieder verstrekt de volgende informatie aan de AFM:

    • (a) indien van toepassing, de informatie over de voor solvabiliteitsdoeleinden gehanteerde waarderingsgrondslagen;

    • (b) indien van toepassing, informatie over de kapitaalstructuur van de PEPP aanbieder, de kapitaalratio’s en de mate van het hefboomeffect.

8. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking de dag na publicatie in de Staatscourant.

9. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als Nadere regeling inzake de PEPP-toezichtrapportage.

Deze regeling zal in de Staatscourant worden geplaatst.

Namens de Autoriteit Financiële Markten L. van de Geest, Voorzitter

J. Heuvelman, bestuurder

TOELICHTING

Deze nadere regels vormen uitwerking van de Eiopa richtsnoeren inzake de PEPP toezichtrapportage, EIOPA-21/260 van 31 maart 2021, gepubliceerd op 4 juni 2021 (de Eiopa richtsnoeren).

Deze nadere regels en de Eiopa richtsnoeren vormen een aanvulling op de uitvoeringsverordening (EU) 2021/897 van de Commissie van 4 maart 2021 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen voor de toepassing van Verordening (EU) 2019/1238 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het format van de toezichtrapportage aan de bevoegde autoriteiten en de samenwerking en informatie-uitwisseling tussen bevoegde autoriteiten onderling en met de Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen, welke uitvoeringsverordening is geconsulteerd op 20 februari 2020. Deze nadere regels worden omwille van voorgaande consultatie niet opnieuw afzonderlijk publiekelijk geconsulteerd.

Waar in deze richtsnoeren de AFM de ontvanger is van toezichtrapportages en data en deze relevant zijn voor de toezichtuitvoering van De Nederlandsche Bank N.V. (DNB) op basis van de wet, zal de AFM ervoor zorgen dat deze rapportages aan DNB worden doorgeleid.


X Noot
1

Verordening (EU) 2019/1238 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 inzake een pan-Europees persoonlijk pensioenproduct (PEPP) (PB L 198 van 25.7.2019, blz. 1).

X Noot
2

De rapportage als bedoeld in artikel 1 juncto 3 van verordening (EU) 2021/897.

X Noot
3

De rapportage als bedoeld in overweging (c) van deze Nadere Regels, ter nadere uitvoering van artikel 40, lid 2, onder a, van verordening (EU) 2019/1238 en verordening (EU) 2021/896.

Naar boven