Regeling van de Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen van 7 juli 2022, 2022-0000107346, houdende de vaststelling van een subsidieplafond tot eind 2022 voor de experimentele subsidie generieke werkgeversvoorzieningen

De Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen,

Gelet op artikel 5, vierde lid, van het Besluit experimentele subsidie generieke werkgeversvoorzieningen;

Besluit:

Artikel 1

Voor subsidies op grond van het Besluit experimentele subsidie generieke werkgeversvoorzieningen is vanaf 1 juli 2022 € 0,– beschikbaar.

Artikel 2

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, en werkt terug tot en met 1 juli 2022.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 7 juli 2022

De Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen, C.J. Schouten

TOELICHTING

Met het Besluit experimentele subsidie generieke werkgeversvoorzieningen (hierna: het besluit) heeft de regering de mogelijkheden voor ondersteuning van werkgevers tijdelijk verruimd. Het doel is te onderzoeken of er meer generieke vormen van voorzieningen mogelijk zijn, die bijdragen aan de realisatie van een meer inclusieve werkplek. De doelstelling van het kabinet met de generieke werkgeversvoorziening is onderzoek te doen naar een subsidie waarin niet de uitkeringsgrond of type voorziening, maar de beperking en hiervoor noodzakelijke aanpassing van de werkplek en het werkproces, voorop komen te staan.

Het besluit geeft de wettelijke basis voor financiering en uitvoering voor de looptijd van het experiment. Er zijn middelen gereserveerd op de begroting van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid voor subsidieverlening tijdens de looptijd van het experiment in 2021 en 2022. Het besluit regelt welke middelen daarvoor beschikbaar zijn van 1 juli 2021 tot en met 31 december 2021 en van 1 januari tot en met 30 juni 2022. In het besluit is daarnaast voorzien in een delegatiebepaling, die bepaalt dat de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een tijdvak, subsidie(deel)plafond en maximumbedrag per subsidie vaststelt voor perioden na 30 juni 2022. Met deze regeling geeft de Minister invulling aan die bevoegdheid.

Deze regeling voorziet in het op nihil stellen van het subsidieplafond vanaf 1 juli 2022. Hiermee wordt afgezien van de mogelijkheid om op grond van het nog van kracht zijnde besluit subsidies te verstrekken na 1 juli 2022. Ook in de periode vanaf 1 januari 2023 kan er dus geen subsidie meer worden verstrekt.

Na een jaar ervaring met het experimenteerbesluit, is gebleken dat de belangstelling bij werkgevers voor het aanvragen van een subsidie beperkt is, en dat de uitvoering van het experiment in de praktijk dusdanig complex is dat UWV concludeert dat de regeling onuitvoerbaar is. Dit komt doordat het niet concreet in beeld zijn van een werknemer met een structurele functionele beperking de beoordeling door de arbeidsdeskundige of iets een passende voorziening is (wel haast) onmogelijk maakt. Daarnaast is UWV niet geëquipeerd om technische innovaties van de werkgever goed te kunnen beoordelen. Ook het extern inhuren van dergelijke expertise is complex en tijdrovend. Tenslotte is een afwegingskader nodig om te kunnen bepalen of een werkgever wel of geen recht heeft op de subsidie. Dit afwegingskader heeft o.a. betrekking op de uit te voeren bedrijfseconomische toets. UWV heeft een extern expertise bureau gevraagd om een afwegingskader op te stellen. Dit bureau heeft aangegeven dat de regelgeving te complex is om tot een afwegingskader te komen.

De Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen, C.J. Schouten

Naar boven