Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 1 juli 2022, nr. 2022-0000344707, tot wijziging van het Legesbesluit akten burgerlijke stand in verband met de jaarlijkse aanpassing van de bedragen aan de consumentenprijsindex voor het jaar 2023

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op artikel 1, tweede lid, van het Legesbesluit akten burgerlijke stand;

Besluit:

ARTIKEL I

Artikel 1, eerste lid, van het Legesbesluit akten burgerlijke stand wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a wordt ‘€ 14,30’ vervangen door ‘€ 15,70’.

2. In onderdeel b wordt ‘€ 25,10’ vervangen door ‘€ 27,50’.

3. In onderdeel c wordt ‘€ 14,30’ vervangen door ‘€ 15,70’ en wordt ‘€ 19,30’ vervangen door ‘€ 21,20’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2023.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, H.G.J. Bruins Slot

TOELICHTING

1. Algemeen

De bedragen, genoemd in het Legesbesluit akten burgerlijke stand (hierna: Legesbesluit), worden bij ministeriële regeling gewijzigd per 1 januari van elk jaar als de consumentenprijsindex, geldend voor de maand april van het voorafgaande jaar, daartoe aanleiding geeft. De bedragen worden naar boven afgerond op 10 eurocent en vóór 1 september van het voorafgaande jaar bekend gemaakt.1 Met deze regeling zijn de tarieven per 1 januari 2023 vastgesteld. Overeenkomstig artikel 1, tweede lid, van het Legesbesluit zijn de tarieven vóór 1 september 2022 bekendgemaakt.

2. Indexering

Consumentenprijsindex

De consumentenprijsindex conform de definitie daarvan in artikel 1, derde lid, van het Legesbesluit is:

Basis: 2015

(= 100)

Index april 2021:

109,36

Index april 2022:

119,811

X Noot
1

Zie Centraal Bureau voor de Statistiek, consumentenprijzen; prijsindex 2015=100 <https://www.cbs.nl/nl-nl/cijfers/detail/83131NED>.

Tarief in artikel 1, eerste lid, onderdeel a, van het Legesbesluit

Het tarief voor de akten, uittreksels en attestaties de vita als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder a, b, d en e, van de Wet rechten burgerlijke stand, is opgenomen in artikel 1, eerste lid, onder a, van het Legesbesluit.

In 2022 was dat tarief € 14,30. Gelet op de consumentenprijsindex is het tarief voor 2023 vastgesteld op € 15,70. Berekening: (119,81: 109,36) x € 14,30 = € 15,70 (naar boven afgerond op 10 eurocent).

Tarief in artikel 1, eerste lid, onderdeel b, van het Legesbesluit

Het tarief voor de verklaringen van huwelijksbevoegdheid als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder c, van de Wet rechten burgerlijke stand, is opgenomen in artikel 1, eerste lid, onder b, van het Legesbesluit.

In 2022 was dat tarief € 25,10. Gelet op de consumentenprijsindex is het tarief voor 2023 vastgesteld op € 27,50. Berekening: (119,81: 109,36) x € 25,10 = € 27,50 (naar boven afgerond op 10 eurocent).

Tarieven in artikel 1, eerste lid, onderdeel c, van het Legesbesluit

Voor meertalige modelformulieren als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder f, van de Wet rechten burgerlijke stand gelden twee tarieven. Die tarieven zijn opgenomen in artikel 1, eerste lid, onder c, van het Legesbesluit.

Het eerste tarief in onderdeel c betreft de meertalige modelformulieren voor de akten, uittreksels en attestaties de vita als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder a, b, d, en e, van de Wet rechten burgerlijke stand. In 2022 was dat tarief € 14,30. Gelet op de consumentenprijsindex is dat tarief voor 2023 vastgesteld op € 15,70. Berekening: (119,81: 109,36) x € 14,30 = € 15,70 (naar boven afgerond op 10 eurocent).

Het tweede tarief in onderdeel c betreft de meertalige modelformulieren voor de verklaringen van huwelijksbevoegdheid als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder c, van de Wet rechten burgerlijke stand. In 2022 was dat tarief € 19,30. Gelet op de consumentenprijsindex is dat tarief voor 2023 vastgesteld op € 21,20. Berekening: (119,81: 109,36) x € 19,30 = € 21,20 (naar boven afgerond op 10 eurocent).

3. Regeldruk

Deze regeling heeft geen administratieve lasten tot gevolg.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, H.G.J. Bruins Slot


X Noot
1

Artikel 1, tweede lid, van het Legesbesluit akten burgerlijke stand.

Naar boven