Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 7 juli 2022 kenmerk 3394401-1030371-GMT, houdende wijziging van de Subsidieregeling donatie in ziekenhuizen in verband met het voor 2023 actualiseren van de subsidiebedragen en ophogen van het maximale bedrag voor het trainen van professionals

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 3 van de Kaderwet VWS-Subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Subsidieregeling donatie in ziekenhuizen wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

In het onderdeel ‘minister’ wordt ‘Minister voor Medische Zorg’ vervangen door ‘Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport’.

B

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In onderdeel a wordt ‘€ 104.678’ vervangen door ‘€ 109.304’;

b. In onderdeel b wordt ‘€ 70.257’ vervangen door ‘€ 73.363’;

c. In onderdeel c wordt ‘€ 233.115’ vervangen door ‘€ 243.419’;

d. In onderdeel d wordt ‘€ 233.115’ vervangen door ‘€ 243.419’;

e. In onderdeel e wordt ‘€ 132.613’ vervangen door ‘€ 138.474’.

2. In het derde lid wordt ‘en 2022’ vervangen door ‘, 2022 en 2023’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt ten aanzien van artikel I, onderdeel B, onder 1, terug tot en met 1 januari 2022.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.J. Kuipers

TOELICHTING

Algemeen

De Subsidieregeling donatie in ziekenhuizen (hierna: de Subsidieregeling) heeft tot doel de structurele borging van de bekostiging van medisch professionals die betrokken zijn bij de organisatie van donatiezorg, en daarmee de borging van goede beschikbaarheid en kwaliteit van donatiezorg in Nederlandse ziekenhuizen. De onderhavige regeling strekt tot wijziging van de Subsidieregeling, in die zin dat de maximale subsidiebedragen in artikel 5, eerste lid, onder a tot en met e, voor 2022 en 2023 worden geactualiseerd en het maximale bedrag voor het trainen van professionals in kernziekenhuizen (als bedoeld in artikel 5, eerste lid, onder f) ook in 2023 op verzoek van de subsidieontvanger kan worden verhoogd. De onderdelen g en h worden niet verhoogd omdat er geen signalen zijn dat de standaard bedragen voor materiële kosten ontoereikend zijn.

Daarnaast wordt van de gelegenheid gebruik gemaakt om de definitiebepaling van de minister te actualiseren. Deze wijzigingen worden hieronder toegelicht.

Artikelsgewijs

ARTIKEL I

Onderdeel A

De begripsbepaling van minister is aangepast, aangezien sinds het aantreden van het huidige kabinet, de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport verantwoordelijk is voor de Subsidieregeling.

Onderdeel B

Ten eerste zijn de maximum subsidiebedragen in artikel 5, eerste lid, onder a tot en met e, geactualiseerd in verband met de jaarlijkse ontwikkeling van de arbeidskosten. De indexering van de personele kosten gebeurt op basis van een percentage dat de overheid vaststelt: de Overheidsbijdrage in de Arbeidskostenontwikkeling (OVA). De subsidiebedragen zijn geactualiseerd met het OVA-percentage van 2022. De nieuwe subsidiebedragen gelden voor de aanvragen voor 2023. Daarnaast worden de verleningen voor 2022 ambtshalve herzien met dit percentage. In 2023 zullen de subsidiebedragen worden opgehoogd met het OVA-percentage van 2023.

Daarnaast is in artikel 5, derde lid, het jaartal 2023 toegevoegd. Op grond van artikel 5, eerste lid, onder f, van de Subsidieregeling kan een bedrag van maximaal € 3.100 per kernziekenhuis worden verstrekt voor het trainen van professionals. Dit maximale bedrag volstond niet voor 2021 en 2022 en daarom is bij een vorige wijzigingsregeling een nieuw derde lid toegevoegd. Daarmee was het in 2021 en 2022 mogelijk om op aanvraag het maximale bedrag voor trainingen te verhogen met € 10.000 per kernziekenhuis. Dit geldt nu ook voor 2023.

Dat het maximale bedrag niet volstaat heeft de volgende redenen.

Vóór inwerkingtreding van de gewijzigde Donorwet, op 1 juli 2020, namen professionals alleen deel aan een training indien zij nieuw waren of om hun kennis op peil te houden. Met de gewijzigde Donorwet is het wenselijk dat alle professionals die te maken hebben met donatie, een training volgen. Deze professionals moeten namelijk het initiële deel van het donatiegesprek kunnen voeren conform het gestelde in de Donorwet en de Kwaliteitsstandaard Donatie.

Voorts is van belang dat de trainingen in 2020 en 2021 door de uitbraak van COVID-19 niet hebben kunnen plaatsvinden. De prioriteit van de kernziekenhuizen lag in de afgelopen jaren bij het verlenen van zorg aan COVID-19 patiënten, waardoor professionals geen tijd hebben gehad om de trainingen te volgen. De kernziekenhuizen willen de trainingen in 2022 en 2023 alsnog laten plaatsvinden.

Dit onderdeel is derhalve gewijzigd, zodat het ook in 2023 mogelijk is om op aanvraag het maximale bedrag voor trainingen te verhogen met € 10.000 per kernziekenhuis. Tijdens een uitvraag bij de ziekenhuizen is gebleken dat ze met dit bedrag de extra trainingen kunnen organiseren. Een kernziekenhuis dat tevens een universitair medisch centrum is, kan namens andere kernziekenhuizen subsidie aanvragen. In dat geval kan het universitair medisch centrum maximaal € 10.000 extra per kernziekenhuis aanvragen.

ARTIKEL II

De onderhavige regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Daarmee wordt afgeweken van aanwijzing 4.17 van de Aanwijzingen voor de regelgeving. Spoedige inwerkingtreding is van belang, omdat de verleningen voor 2022 ambtshalve moeten worden herzien met de geactualiseerde subsidiebedragen. Dit heeft louter begunstigende werking. De regeling werkt ten aanzien van onderdeel B, onder 1, terug tot en met 1 januari 2022, omdat een subsidie op grond van de subsidieregeling per boekjaar wordt verleend. Voor onderdeel A en onderdeel B, onder 2, is terugwerkende kracht niet noodzakelijk.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.J. Kuipers