Besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 24 juni 2022, nr. 4080939, houdende een incidentele bijdrage voor veiligheidsregio’s in verband met de bekostiging van acute opvang aan ontheemden uit Oekraïne vanwege de oorlogssituatie in Oekraïne (Bekostigingsbesluit eerste opvang ontheemden Oekraïne door veiligheidsregio’s)

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

Gelet op artikel 8.3 van het Besluit veiligheidsregio’s;

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. staatssecretaris:

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid;

b. ontheemden:

personen op wie het Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/382 van de Raad van 4 maart 2022 tot vaststelling van het bestaan van een massale toestroom van ontheemden uit Oekraïne in de zin van artikel 5 van Richtlijn 2001/55/EG, en tot invoering van tijdelijke bescherming naar aanleiding daarvan (PbEU 2022, L 71) van toepassing is, ingevolge artikel 2 van dat besluit;

c. eerste opvang:

een voorziening waar ontheemden zich melden om van daaruit te worden geplaatst in een gemeentelijke opvangvoorziening als bedoeld in artikel 1, onder b, van de Regeling opvang ontheemden Oekraïne;

d. crisisbeheersing:

het geheel van maatregelen en voorzieningen, met inbegrip van de voorbereiding daarop, dat het bestuur van een veiligheidsregio of een gemeente treft in het kader van de eerste opvang;

e. veiligheidsregio:

een openbaar lichaam als bedoeld in artikel 9 van de Wet veiligheidsregio’s;

f. geneeskundige hulpverleningsorganisatie in de regio:

de geneeskundige hulpverleningsorganisatie in de regio als bedoeld in artikel 32 van de Wet veiligheidsregio’s;

g. gemeentelijke gezondheidsdienst:

de gemeentelijke gezondheidsdienst als bedoeld in artikel 14, tweede lid, van de Wet publieke gezondheid.

Artikel 2. Verstrekking van een incidentele bijdrage

  • 1. De staatssecretaris verstrekt aan een veiligheidsregio een incidentele bijdrage ter bekostiging van de werkelijk gemaakte kosten, bedoeld in artikel 5.

  • 2. De incidentele bijdrage wordt verstrekt voor de periode van 1 maart 2022 tot en met 31 december 2022.

  • 3. De incidentele bijdrage wordt op aanvraag verstrekt.

Artikel 3. Voorwaarden aanvraag

  • 1. De in artikel 2 genoemde aanvraag bevat een raming van de totale kosten voor de periode waarop de aanvraag betrekking heeft.

  • 2. De raming wordt uitgesplitst naar kostencategorieën, waaronder in elk geval de kosten van regie, coördinatie van de spreiding van ontheemden, communicatie, zorgkosten en materiële uitgaven.

  • 3. De aanvraag moet uiterlijk 31 augustus 2022 zijn ingediend.

Artikel 4. Verlening en bevoorschotting

  • 1. De staatssecretaris besluit over de aanvraag binnen dertien weken na ontvangst ervan.

  • 2. De staatssecretaris verstrekt aan de veiligheidsregio een voorschot van 100% van de door de veiligheidsregio geraamde kosten en stelt dit bedrag zo spoedig mogelijk na toekenning van de aanvraag betaalbaar.

  • 3. Indien het voorschot de werkelijke kosten niet dekt, zal het restantbedrag betaalbaar worden gesteld na overlegging van een accountantsverklaring.

Artikel 5. Voor vergoeding in aanmerking komende kosten

  • 1. De incidentele bijdrage wordt alleen verstrekt ter bekostiging van de in de periode van 1 maart 2022 tot en met 31 december 2022 gemaakte kosten, inclusief btw, door:

    • a. een veiligheidsregio en een gemeente ten behoeve van de crisisbeheersing, voor zover deze niet op een andere wijze voor vergoeding in aanmerking komen;

    • b. een gemeentelijke gezondheidsdienst en een geneeskundige hulpverleningsorganisatie ten behoeve van zorg aan ontheemden in de eerste opvang en opvang, voor zover deze niet op een andere wijze voor vergoeding in aanmerking komen.

  • 2. Een gemeente declareert de kosten, bedoeld in het eerste lid, onder a, bij de veiligheidsregio, die deze kosten vervolgens opvoert in de aanvraag.

  • 3. Een gemeentelijke gezondheidsdienst en de geneeskundige hulpverleningsorganisatie declareren de kosten, bedoeld in het eerste lid, onder b, bij de veiligheidsregio, die deze kosten vervolgens opvoert in de aanvraag.

  • 4. Er wordt geen incidentele bijlage verstrekt voor:

    • a. kosten voor activiteiten waarvan redelijkerwijs kan worden aangenomen dat deze geen bijdrage leveren aan de crisisbeheersing of zorg aan ontheemden in de eerste opvang of opvang;

    • b. kosten van jeugdgezondheidszorg;

    • c. kosten van activiteiten waarvoor op grond van de Wet op de omzetbelasting 1968 recht op aftrek van omzetbelasting bestaat, dan wel recht bestaat op compensatie op grond van de Wet op het btw-compensatiefonds.

Artikel 6. Verantwoording

  • 1. De veiligheidsregio legt uiterlijk 15 juli 2023 verantwoording af over de besteding van de incidentele bijdrage. Op de verantwoording aan de staatssecretaris zijn de artikelen 17a en 17b van de Financiële-verhoudingswet van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat voor de ministeriële regeling, bedoeld in artikel 17a, derde lid, van die wet wordt gelezen de voorschriften, bedoeld in het tweede tot en met vijfde lid.

  • 2. De verantwoording wordt opgenomen in een bijlage bij de jaarrekening van de veiligheidsregio.

  • 3. De controle van de accountant vindt plaats met de materialiteit die geldt voor de controle van de jaarrekening; voor de meerkosten zijn geen aanvullende eisen voor getrouwheid en rechtmatigheid.

  • 4. Een gemeente declareert de kosten, bedoeld in artikel 5, eerste lid, onder a, bij de veiligheidsregio, die deze kosten verantwoordt.

  • 5. Een gemeentelijke gezondheidsdienst en de geneeskundige hulpverleningsorganisatie declareren de kosten, bedoeld in artikel 5, eerste lid, onder b, bij de veiligheidsregio, die deze kosten verantwoordt.

Artikel 7. Procedure tot vaststelling van de incidentele bijdrage

  • 1. De staatssecretaris stelt uiterlijk op 31 december 2023 de verlening van de incidentele bijdrage vast.

  • 2. De staatssecretaris kan de incidentele bijdrage lager vaststellen:

    • a. voor zover er geen (volledige) of onjuiste verantwoordingsinformatie is verstrekt;

    • b. indien de verantwoordingsinformatie na 15 juli 2023 is ontvangen;

    • c. voor zover de incidentele bijdrage niet rechtmatig is besteed;

    • d. voor zover de rechtmatigheid van de besteding volgens de controlerende accountant onzeker is.

  • 3. Indien de verantwoordingsinformatie te laat, niet of niet volledig wordt verstrekt, stelt de staatssecretaris de incidentele bijdrage op een lager bedrag vast als volledige terugvordering tot een onbillijkheid van overwegende aard zou leiden.

  • 4. De incidentele bijdrage wordt overeenkomstig de vaststelling betaald gesteld, onder verrekening van het voorschot.

Artikel 8. Terugvordering

  • 1. De incidentele bijdrage wordt teruggevorderd voor het deel dat blijkens de verantwoordingsinformatie niet is uitgegeven.

  • 2. De incidentele bijdrage kan worden teruggevorderd voor het deel dat blijkens de verantwoordingsinformatie niet rechtmatig is uitgegeven.

  • 3. Onverschuldigd betaalde bedragen en voorschotten kunnen worden teruggevorderd, voor zover na de dag waarop de beschikking waarbij de incidentele bijdrage wordt vastgesteld is bekendgemaakt, nog geen vijf jaren zijn verstreken.

Artikel 9. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 maart 2022.

Artikel 10. Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Bekostigingsbesluit eerste opvang ontheemden Oekraïne door veiligheidsregio’s.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 24 juni 2022

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, E. van der Burg

Overeenkomstig de Algemene wet bestuursrecht kan tegen deze beschikking schriftelijk bezwaar worden gemaakt door degene wiens belang rechtstreeks bij deze beschikking betrokken is. Daartoe moet binnen zes weken na de dag van verzending van deze beschikking een bezwaarschrift worden ingediend bij de Minister van Justitie en Veiligheid. Het bezwaarschrift dient te worden ondertekend en ten minste te bevatten de naam en adres van de indiener, de dagtekening, een omschrijving van deze beschikking alsmede de reden(en) waarom de beschikking niet juist wordt gevonden. Verzocht wordt bij het bezwaarschrift een kopie van deze beschikking en eventueel andere op de zaak betrekking hebbende stukken te voegen. Het bezwaar schort de werking van deze beschikking niet op.

TOELICHTING

Algemeen

Aanleiding

Op 24 februari 2022 is door het oorlogsgeweld in Oekraïne een grote stroom van ontheemden ontstaan. Vanwege de mogelijke komst van vele ontheemden uit Oekraïne naar Nederland, is de noodzaak ontstaan om op korte termijn voldoende opvangplekken te creëren. De toestroom van ontheemden uit Oekraïne is dermate hoog dat Nederland niet in staat is om binnen de bestaande structuren opvang te bieden.

Om die reden heeft het kabinet in het Veiligheidsberaad van 7 maart 2022 de opdracht gegeven aan de voorzitters van de veiligheidsregio’s om samen met gemeenten opvanglocaties te realiseren en te exploiteren voor 50.000 opvangplekken. Recent is dit aantal verhoogd tot 75.000 uiterlijk 23 juni1.

In de brief aan de Tweede Kamer van 8 maart 20222 heeft het kabinet toegezegd dat de kosten die worden gemaakt vanwege de realisatie en exploitatie van deze opvang van rijkswege worden vergoed.

Dit besluit van de Staatsecretaris van Justitie en Veiligheid is de uitwerking van deze toezegging. Het voorziet in de vergoeding van de kosten die worden gemaakt door de veiligheidsregio’s, gemeenten en de GGD-en/GHOR en die zien op de coördinerende werkzaamheden en de eerste opvang in hun regio.

Het besluit treedt in werking na de datum van uitgifte van de Staatcourant waarin zij wordt geplaatst, en werkt van 1 maart 2022 tot en met 31 december 2022.

Samenhang met overige regelingen

Het besluit ziet op een vergoeding in de kosten van de coördinatie en eerste acute opvang van ontheemden uit de Oekraïne, voor zover deze kosten niet op een andere wijze voor vergoeding in aanmerking komen. De kostenvergoeding krachtens dit besluit betreft een incidentele aanvullende bijdrage, welke in samenhang met de volgende regelingen ter zake van kostenvergoeding moet worden beschouwd.

  • (a) De regeling van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid die voorziet in de specifieke uitkering voor de tijdelijke en duurzame opvang die door gemeenten wordt verzorgd ten behoeve van het realiseren en exploiteren van de opvang en verstrekkingen aan ontheemden uit Oekraïne in de Gemeentelijke Opvang Oekraïne (GOO) en de Particuliere Opvang Oekraïne (POO) (Bekostigingsregeling opvang ontheemden Oekraïne).

  • (b) De regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport die voorziet op de uitvoering van de jeugdgezondheidszorg door GGD-en en andere organisaties.

  • (c) De kosten van de GGD en GHOR met betrekking tot reguliere asielzoekers worden vergoed door het COA. Het huidige tijdelijke Besluit voorziet hierin voor de ontheemden vanuit Oekraïne, doch slechts voor zover deze taken niet in aanmerking komen voor een vergoeding op grond van de Wet publieke gezondheid of een andere regeling op basis waarvan de organisatie haar taken uitvoert.

  • (d) De kosten voor medische zorg welke wordt verleend door zorgverleners aan ontheemden uit Oekraïne die wordt vergoed vanuit de Subsidieregeling medische noodzakelijke zorg voor onverzekerden.

Doel en inhoud van het besluit

Het besluit voorziet in een incidentele bijdrage aan veiligheidsregio’s voor de daadwerkelijk gemaakte kosten (meerkosten) die aanvullend worden gemaakt ten behoeve van de coördinatie en eerste opvang van ontheemden uit Oekraïne voor de periode vanaf 1 maart 2022 tot en met 31 december 2022.

De volgende in die periode gemaakte kosten komen voor vergoeding in aanmerking:

  • (a) De kosten die veiligheidsregio’s maken voor de coördinatie en de eerste opvang van ontheemden uit Oekraïne.

  • (b) De kosten die binnen een regio waarbinnen een veiligheidsregio haar taken uitvoert, door gemeenten worden gemaakt, voor zover deze in plaats van of in aanvulling op, de veiligheidsregio belast zijn met de coördinatie en de eerste opvang van ontheemden uit Oekraïne.

  • (c) De kosten die binnen een veiligheidsregio door GGD en GHOR worden gemaakt, voor de uitvoerende taken die betrekking hebben op de opvang van ontheemden uit Oekraïne en voor zover deze taken niet in aanmerking komen voor een vergoeding op grond van de Wet publieke gezondheid of een andere regeling op basis waarvan de organisatie haar taken uitvoert.

De onder b en c bedoelde kosten worden via de desbetreffende veiligheidsregio gedeclareerd.

Bijdrage in de aanvullende kosten

De bijdrage beperkt zich tot een kostenvergoeding voor de werkelijk gemaakte additionele kosten (meerkosten) die direct of indirect aan activiteiten ten behoeve van de coördinatie en opvang ten behoeve van ontheemden worden gemaakt en die niet op een andere wijze voor een vergoeding in aanmerking komen. Dit betekent het volgende.

  • Reeds in de begroting van 2022 begrote kosten en uitgaven van genoemde partijen komen niet voor vergoeding in aanmerking.

  • Kosten voor de uitvoering van reguliere taken door partijen zijn uitgesloten van vergoeding, tenzij aantoonbaar sprake is van meerwerk. Onder meerwerk wordt in dit verband ook verstaan de extra kosten die worden gemaakt voor de inhuur van derden ter vervanging van eigen medewerkers indien de eigen medewerkers worden ingezet voor de coördinatie en de eerste opvang van ontheemden uit Oekraïne (vervangingskosten).

  • Kosten die worden vergoed onder de in paragraaf 1.2 genoemde regelingen komen eveneens niet voor vergoeding in aanmerking. Hiermee wordt overlap van regelingen voorkomen.

Categorieën van kosten die voor vergoeding in aanmerking komen.

De volgende categorieën van kosten zijn in beeld. De opsomming is niet limitatief.

  • Regierol: additionele kosten voor extra personele capaciteit ten behoeve van beleid, bevolkingszorg, GHOR/GGD-en, communicatie en bedrijfsvoering, enzovoort.

  • Coördinatie van opvang en spreiding: extra personele capaciteit voor het zoeken naar locaties, bemensing van een 24/7 callcenter, uitvoering (medische) intake, tolken, vervoer, logistiek, tijdelijke opvang (hub), enzovoort.

  • Communicatie: personele capaciteit voor informatieverstrekking aan bestuurders/gemeenten, inwoners en ontheemden en dergelijke.

  • Zorg: capaciteit voor organiseren van gezondheidszorg en medische/psychosociale hulp na intake, organiseren meldpunt infectieziekten, vaccineren, coronabestrijding, medische intake en eerstehulpverlening, afstemming met zorgverleners (huisartsen, andere zorgpartijen e.d.), inspecties technische hygiënische zorg, enzovoort.

  • Materiële kosten gemaakt voor coördinatie en eerste opvang.

Model van vergoedingensystematiek

Er is gekozen voor het model van een uniforme, eenvoudige vergoedingensystematiek op basis van een besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid ter zake. Deze keuze is gemaakt op basis van volgende overwegingen.

  • Eenduidigheid van grondslag; het besluit van de Staatsecretaris van Justitie en Veiligheid vindt zijn juridische grondslag in het vigerende artikel 8.3 van het Besluit Veiligheidsregio’s. Een besluit door de Staatsecretaris van Justitie en Veiligheid in deze vergroot de beleidsmatige en bestuurlijke samenhang in de problematiek van ontheemden alsmede de samenhang met de bekostiging voor gemeenten. De vormgeving door middel van een besluit voor alle regio’s versterkt voorts de eenduidigheid in de rechtskracht en de rechtsgevolgen voor de aanvragende veiligheidsregio’s.

  • Toekenning voor de gehele regio en periode; Het besluit ziet op de toekenning van een incidentele bijdrage aan een veiligheidsregio voor de regio als geheel, en voor de gehele periode van 1 maart 2022 tot en met 31 december 2022. Uit een oogpunt van eenvoud wordt niet gewerkt met meerdere aanvragers, meerdere periodes en/of verlengingen daarin.

  • De veiligheidsregio als loket; de veiligheidsregio’s worden gevraagd om namens de gemeenten, GGD-en en/of GHOR in hun veiligheidsregio en voor alle door deze gemaakte kosten, de gehele bijdrage voor hun regio aan te vragen. Dit is geschied uit volgende overwegingen. De aanvraag is ter zake ten principale gekoppeld aan de huidige coördinerende rol van de veiligheidsregio’s bij de eerste opvang. Een aanvraag namens de gehele regio biedt voorts ruimte aan mogelijk decentrale verschillen in de regionale uitvoering bij opvang van ontheemden uit de Oekraïne. De aanvraag door de veiligheidsregio voorkomt voor de meeste regio’s onnodige administratieve lasten voor de betrokken partijen hetgeen bij afzonderlijke aanvragen het geval zou zijn. Eén soort aanvraag vanuit alle regio’s via de veiligheidsregio vergroot tot slot de uniformiteit en eenduidigheid van de aanvraag (één loket) en de verwachte snelheid van toekenning. Om laatstgenoemde reden wordt dus ook in de situatie dat de gemeente(n) feitelijk de coördinatie en eerste opvang verzorgen geregeld om de aanvraag voor de incidentele bijdrage te laten verlopen via de veiligheidsregio. Deze aanvraagsystematiek geldt ook voor GGD-en en de GHOR.

  • Vergoeding daadwerkelijke integrale kosten; het besluit vergoedt de kosten die daadwerkelijk worden gemaakt inclusief btw. Deze worden met terugwerkende kracht en integraal vergoed vanaf 1 maart tot en met 31 december 2022. Toekenning geschiedt op basis van één aanvraag op basis van één raming voor deze gehele periode: dit vergroot de eenvoud en voorkomt allerlei complexe doorrekeningen. Aansluiting van dit besluit met de periode vanaf het feitelijk ontstaan van de problematiek van eerste opvang (1 maart 2022) tot en met het einde boekjaar 2022 vergemakkelijkt tevens de eenduidigheid en eenvoud in boekhoudkundige zin (geen gebroken boekjaren e.d.).

Consultatie

Het concept van dit besluit en toelichting is ter consultatie voorgelegd aan resp. de Ministeries van Financiën, BZK en JenV, de VNG, de werkgroep Veiligheidsregio’s en GGD-en, de NBA en de ADR. Naar aanleiding hiervan is het besluit op de volgende plaatsen gewijzigd.

  • Het meerwerk is nader geëxpliciteerd. De kostenvergoeding is ook van toepassing op inhuur van derden ter vervanging van eigen personeel indien dit eigen personeel voor coördinatie en eerste opvang wordt ingezet (vervangingskosten).

  • Voor de eenvoud en helderheid wat betreft de aanvraag en de verantwoording wordt een ‘Verantwoordingsinstructie meerkosten opvang Oekraïners Veiligheidsregio’ tot stand gebracht.

  • De omvang van de bevoorschotting conform artikel 4 is gesteld op 100%.

  • De wijze van verantwoording conform artikel 6 sluit aan bij de systematiek die tussen het Ministerie van VWS en de veiligheidsregio’s is ontwikkeld voor meerwerk in het kader van de COVID-problematiek. De Verantwoordingsinstructie bevat dan de nadere uitwerking. De verantwoording door de veiligheidsregio betreft een bijlage bij de jaarrekening.

Detailopmerkingen zijn voor het overige verwerkt in de tekst van het besluit, de toelichting en de bijlage.

Aanvraag, voorlopige toekenning en bevoorschotting

De aanvraag voor de incidentele bijdrage moet door de veiligheidsregio’s uiterlijk op 31 augustus 2022 worden ingediend.

De aanvraag wordt ingediend conform de format aanvraag meerkosten zoals vastgelegd in bovengenoemde Verantwoordingsinstructie. De aanvraag berust op een raming van de totale kosten voor de gehele periode 1 maart tot en met 31 december 2022 dan wel, indien deze kosten niet voor deze gehele termijn wordt gemaakt, een raming voor de termijnen binnen deze periode waarop de aanvraag van de regio betrekking heeft. De raming wordt uitgesplitst in enkele hoofdcategorieën van kosten, te weten de kosten van regie, coördinatie van de spreiding van ontheemden, communicatie, zorgkosten en materiële uitgaven (artikel 3, tweede lid). Voor zover in een aanvraag kosten van een gemeente, GGD en/of GHOR worden gedeclareerd, dienen de kosten uitgesplitst te worden per partij.

De Staatsecretaris van Justitie en Veiligheid besluit over de aanvraag en raming binnen dertien weken na ontvangst van de aanvraag.

De Staatsecretaris van Justitie en Veiligheid verstrekt een voorschot van 100% van de door de regio geraamde kosten en stelt dit bedrag zo spoedig mogelijk na toekenning van de aanvraag betaalbaar.

Verantwoording, vaststelling en verrekening

Elke veiligheidsregio legt uiterlijk 15 juli 2023 verantwoording af over de daadwerkelijke gemaakte kosten aan de Staatsecretaris van Justitie en Veiligheid.

Verantwoording vindt plaats via een bijlage bij de jaarrekening op basis van de Verantwoordingsinstructie. De instructie bevat het normenkader voor de verantwoording als ook de controle aspecten voor de accountant. De instructie is ook van toepassing voor verantwoording van de kosten die de coördinerende gemeenten en de GGD/GHOR hebben gemaakt en door de veiligheidsregio’s in de aanvraag voor vergoeding zijn opgevoerd.

Het onderhavige besluit strekt uitsluitend tot vergoeding van de werkelijke gemaakte kosten en kan niet leiden tot een (positief of negatief) resultaat van een veiligheidsregio. Toepassing van dit besluit is derhalve budgetneutraal voor de exploitatie van een veiligheidsregio.

De Staatsecretaris van Justitie en Veiligheid stelt uiterlijk op 31 december 2023 de definitieve verlening van de incidentele bijdrage vast. De Staatsecretaris kan de verlening lager vaststellen in de gevallen genoemd onder artikel 7, tweede en derde lid, van het besluit. Indien de definitief vastgestelde bijdrage hoger wordt dan oorspronkelijk geraamd vindt in 2023 nabetaling plaats.

Terugvordering vindt krachtens artikel 8 van dit besluit in ieder geval plaats voor het deel van de incidentele bijdrage dat blijkens de verantwoordingsinformatie niet is uitgegeven; voor het deel dat niet rechtmatig is uitgegeven kan terugvordering plaatsvinden.

Artikelsgewijs

Artikel 2 en 3

De artikelen 2 en 3 regelen de voorwaarden voor de verstrekking van de incidentele bijdrage aan de veiligheidsregio’s. De hoogte van de incidentele bijdrage is overeenkomstig de daadwerkelijke gemaakte kosten, bedoeld in artikel 5, eerste lid, voor de periode van 1 maart 2022 tot en met 31 december 2022.

De incidentele bijdrage wordt verstrekt op aanvraag van het bestuur van de veiligheidsregio’s. De aanvraag voor de incidentele bijdrage van de besturen van de veiligheidsregio’s moet uiterlijk 31 augustus 2022 worden ingediend, waarbij gebruik kan worden gemaakt van het format dat door het Ministerie van Justitie en Veiligheid beschikbaar wordt gesteld.

De aanvraag is gebaseerd op een raming van de daadwerkelijke kosten van de verschillende betrokken partijen en ten minste uitgesplitst naar de genoemde deelnemende partijen binnen de regio en de in artikel 3, tweede lid, genoemde kostencategorieën.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid kan in individuele gevallen bij de veiligheidsregio nadere informatie opvragen omtrent de genoemde partijen, de onderbouwing en de berekeningswijze(n) van de verschillende kosten.

Artikel 4

Artikel 4 regelt de besluitvorming en bevoorschotting op de aanvraag. Besluitvorming geschiedt binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag. Indien de initiële aanvraag onvoldoende of onvolledig is om voor toekenning in aanmerking te komen, wordt de aanvragende veiligheidsregio in staat gesteld de geconstateerde omissies te repareren. De termijn van 13 weken begint dan te lopen vanaf datum van ontvangst van de herstelde/definitieve aanvraag. Gelet op de maximale beslistermijn wordt het toegekende bedrag derhalve nog zeker in 2022 betaalbaar gesteld.

Bevoorschotting betreft 100% van de geraamde kosten. Dit bedrag wordt zo spoedig mogelijk na de toekenning van de aanvraag betaalbaar gesteld. Indien het voorschot de werkelijke kosten niet dekt zal het restantbedrag betaalbaar worden gesteld na overlegging van een accountantsverklaring ter zake. Indien de werkelijke kosten uiteindelijk lager blijken dan het verstrekte voorschot zal het restantbedrag worden teruggevorderd (zie artikel 8, eerste lid).

Artikel 5

Artikel 5, eerste en vierde lid, regelt de kosten van partijen die voor vergoeding in aanmerking komen. Het tweede en derde lid van dit artikel regelt tevens de declaratie van gemeenten, GGD en GHOR bij de veiligheidsregio ten behoeve van de aanvraag voor een incidentele bijdrage door de veiligheidsregio namens de gehele regio.

Artikel 6

Artikel 6 regelt de verantwoording door de veiligheidsregio aan de staatsecretaris. Verantwoording vindt plaats op basis van de Verantwoordingsinstructie. De Verantwoordingsinstructie bevat de aanwijzingen voor het format van de verantwoording, het normenkader en de controle aspecten door de accountant.

De veiligheidsregio legt uiterlijk 15 juli 2023 verantwoording af over de besteding van de incidentele bijdrage.

Artikel 7

Artikel 7 regelt de procedure van vaststelling door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Vaststelling geschiedt uiterlijk op 31 december 2023.

De Staatssecretaris kan de incidentele bijdrage lager vaststellen indien de verstrekte verantwoordingsformatie niet of niet volledig is verstrekt, indien de verstrekte informatie onjuist is, of indien de verantwoordingsinformatie niet tijdig (uiterlijk 15 juli 2023) wordt aangeleverd. Lagere vaststelling kan ook plaatsvinden bij onrechtmatigheid van bestedingen of in geval van bestedingen waarvan volgens de controlerende accountant de rechtmatigheid onzeker is.

Artikel 8

Artikel 8 regelt de procedure van terugvordering.

Artikel 9

Artikel 9 regelt de inwerkingtreding van dit besluit.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, E. van der Burg


X Noot
1

Kamerstukken II 2021/2022, 36 045, 2886

X Noot
2

Kamerstukken II 2021/2022, 19 637, 2829

Naar boven