Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
|---|---|---|---|---|
| Stimuleringsfonds voor de journalistiek | Staatscourant 2022, 17433 | ander besluit van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
|---|---|---|---|---|
| Stimuleringsfonds voor de journalistiek | Staatscourant 2022, 17433 | ander besluit van algemene strekking |
Het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek,
Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Gelet op artikel 8.3 en 8.15a van de Mediawet 2008; besluit:
Besluit:
In deze regeling wordt verstaan onder:
kritisch en diepgravend journalistiek onderzoek:
1. dat wordt uitgevoerd op basis van een onafhankelijk geformuleerde onderzoeksvraag (waarmee vooral bedoeld wordt dat de opzet is om langs journalistieke weg iets te onderzoeken, anders dan aan te tonen) en met toepassing van specifiek onderzoeksjournalistieke methoden;
2. dat beoogt feiten en verbanden bloot te leggen die apart of in hun samenhang nog niet zichtbaar waren; en
3. waarbij een zeker algemeen maatschappelijk belang in het geding is.
een organisatie met als hoofdactiviteit het bedrijven van journalistiek, te weten het bijeenbrengen, verzenden, verspreiden en becommentariëren van nieuws en inlichtingen en het beschrijven van gebeurtenissen.
het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek als bedoeld in artikel 8.2 van de Mediawet 2008.
activiteiten ter uitvoering van een voorbereidend onderzoek naar een specifiek thema met als doel de haalbaarheid van een onderzoeksjournalistiek onderzoek te bepalen aan de hand van:
– de nieuwswaarde;
– een inventarisatie van bronnen;
– de te gebruiken methodiek;
– de teamsamenstelling;
– een inschatting van de benodigde tijd en middelen; en
– een taakverdeling en planning.
activiteiten ter uitvoering van een onderzoeksjournalistiek onderzoek resulterende in een productie waarin de resultaten van het onderzoek worden gepresenteerd. Deze productie kan voor alle soorten platformen dienen, bijvoorbeeld print, online, televisie, radio, documentairefilm, podcast of cross-mediaal;
de aanvrager van een subsidie alsmede de andere partners in een samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 2.1.
Het Stimuleringsfonds kan subsidie verstrekken voor de in artikel 1.3 genoemde activiteiten die worden uitgevoerd als onderdeel van projecten die bestaan uit het vormen van samenwerkingsverbanden tussen journalisten van verschillende journalistieke organisaties die op basis van een door de aanvrager te bepalen thema een gezamenlijk onderzoeksjournalistiek onderzoek doen. De subsidie strekt er toe journalistieke samenwerking te bevorderen met als doel het structureel verbeteren van de infrastructuur van onderzoeksjournalistiek in Nederland. Onderzoeksjournalistiek onderzoek dient als middel om samenwerking te bewerkstelligen en is geen doel op zich. Het Stimuleringsfonds beoordeelt aanvragen niet op het specifieke onderwerp en kijkt naar de kwaliteit van de samenwerking en de plannen die onder deze samenwerking liggen.
1. Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor vooronderzoek of uitvoering van een onderzoeksjournalistiek onderzoek.
2. Een subsidie voor vooronderzoek wordt verstrekt voor een periode van maximaal 3 maanden. Deze periode gaat in op het moment dat het besluit tot subsidieverlening aan de aanvrager bekend is gemaakt.
3. Een subsidie voor uitvoering wordt verstrekt voor een periode van maximaal 9 maanden. Deze periode gaat in op het moment dat het besluit tot subsidieverlening aan de aanvrager bekend is gemaakt.
1. Voor subsidieverstrekking op grond van deze Regeling is er voor de periode 27 juni 2022 – 26 maart 2023 275.000 euro beschikbaar.
2. Het Stimuleringsfonds kan het subsidieplafond verhogen op basis van de kwantiteit en/of kwaliteit van de ontvangen subsidieaanvragen. Een besluit tot het vaststellen of verhogen van een subsidieplafond wordt bekendgemaakt door middel van publicatie in de Staatscourant.
3. Bij overschrijding van het subsidieplafond kan het Stimuleringsfonds een subsidie weigeren voor zover door de verstrekking van de subsidie het subsidieplafond zou worden overschreden.
1. Voor subsidie komen uitsluitend de in het vierde lid genoemde kosten in aanmerking die in rechtstreeks verband staan tot de subsidiabele activiteiten en waarvan in redelijkheid mag worden aangenomen dat deze noodzakelijk zijn om de activiteiten te kunnen uitvoeren.
2. Kosten zijn uitsluitend subsidiabel indien deze na subsidieverlening door de subsidieontvanger zijn gemaakt en betaald.
3. Niet subsidiabel zijn kosten die reeds uit anderen hoofde zijn of worden gefinancierd.
4. Op grond van deze regeling kan uitsluitend subsidie worden verstrekt voor de volgende kosten, inclusief btw:
a) Gewerkte uren van de betrokken teamleden van het samenwerkingsverband voor de onderstaande werkzaamheden:
i) het verrichten van activiteiten ten behoeve van een vooronderzoek of van de uitvoering van onderzoeksjournalistiek onderzoek;
ii) projectcoördinatie en -administratie van de samenwerking; en
iii) reflectie op de samenwerking.
b) Onderzoeks- en productiekosten (bijv. kosten in verband met een WOO-verzoek, juridisch advies, kadasterkosten, reiskosten en aanschaf of abonnementskosten van software). Hardware zoals computers, microfoons en camera’s komen niet voor subsidie in aanmerking.
5. Voor kosten als bedoeld in het vierde lid, onder a, bedraagt de subsidie 36 euro per uur.
6. Verschuldigde btw komt uitsluitend voor subsidie in aanmerking ingeval de aanvrager de btw niet kan verrekenen met de door hem af te dragen omzetbelasting.
7. De subsidiabele kosten worden door de aanvrager berekend volgens door het Stimuleringsfonds vastgestelde instructies.
1. Subsidie kan uitsluitend worden aangevraagd namens:
a) een samenwerkingsverband van in Nederland gevestigde rechtspersonen die staan ingeschreven bij de Kamer van Koophandel;
b) een samenwerkingsverband van natuurlijke personen met een eenmanszaak die staan ingeschreven bij de Kamer van Koophandel;
c) een samenwerkingsverband van in Nederland gevestigde rechtspersonen en natuurlijke personen met een eenmanszaak die staan ingeschreven bij de Kamer van Koophandel.
2. Het samenwerkingsverband wijst één aanvrager aan. De aanvrager is verantwoordelijk voor het uitvoeren van de subsidiabele activiteiten en voor het naleven van de aan de subsidie verbonden verplichtingen.
3. Aanvragers mogen meer dan één aanvraag indienen tijdens de aanvraagtermijn. Samenwerkingspartners mogen bij meerdere aanvragen betrokken zijn.
1. Er kan een subsidieaanvraag ingediend worden voor óf een vooronderzoek óf uitvoering van onderzoeksjournalistiek onderzoek voor eenzelfde thema.
2. Nadat een vooronderzoek is afgerond, kan een aanvraag ingediend worden voor de uitvoering van het onderzoeksjournalistiek onderzoek.
3. Een aanvraag wordt uitsluitend ingediend door middel van het invullen en ondertekenen van een door het Stimuleringsfonds vastgesteld aanvraagformulier op de website van het Stimuleringsfonds, volgens de daarbij vermelde instructies, en omvat in ieder geval:
a) een nauwkeurige beschrijving van de aard en de omvang van de voorgenomen activiteiten;
b) een beschrijving van de meerwaarde van de samenwerking voor alle partijen van het samenwerkingsverband en hun ambities.
c) KvK-nummers van de deelnemers van het samenwerkingsverband;
d) CV’s van teamleden;
e) bij een aanvraag voor uitvoering: een plan van aanpak, de samenwerkingsovereenkomst en een toezegging tot publiceren van de onderzoeksresultaten door een of meerdere journalistieke media of platforms;
f) een begroting.
4. De begroting wordt ingediend conform de modelbegroting zoals die is vastgesteld door het Stimuleringsfonds.
5. Een aanvraag wordt alleen in behandeling genomen als deze volledig is. Het Stimuleringsfonds beoordeelt binnen een week na indiening van de aanvraag de volledigheid daarvan.
1. Een aanvraag voor vooronderzoek kan worden ingediend van 29 juni 2022 tot en met 17 mei 2023, 23:59 uur.
2. Een aanvraag voor uitvoering kan worden ingediend van 29 juni 2022 tot en met 17 mei 2023, 23:59 uur.
Er kan, gedurende de perioden, bedoeld in artikel 2.3, doorlopend aangevraagd worden. Per tijdvak van een maand beoordeelt het Stimuleringsfonds aanvragen en verleent subsidie op basis van een rangschikking van de aanvragen
1. Aanvragen worden door het Stimuleringsfonds beoordeeld aan de hand van de volgende drempelcriteria:
a) de activiteiten betreffen onderzoeksjournalistiek;
b) het samenwerkingsverband bestaat uit een team van journalisten van ten minste twee verschillende Nederlandse journalistieke organisaties of freelancers die inhoudelijk meewerken aan het vooronderzoek of de uitvoering.
2. Als een aanvraag niet aan de drempelcriteria voldoet, wijst het Stimuleringsfonds de aanvraag af.
1. Een aanvraag tot subsidieverlening voor een vooronderzoek wordt beoordeeld aan de hand van de volgende inhoudelijke criteria:
a) samenstelling van het team;
b) urgentie van de samenwerking;
c) meerwaarde van de samenwerking; en
d) impact op de onderzoeksjournalistieke infrastructuur.
2. Een aanvraag tot subsidieverlening voor de uitvoering wordt beoordeeld aan de hand van de volgende inhoudelijke criteria:
a) samenstelling van het team;
b) kwaliteit van de projectcoördinatie;
c) kwaliteit van het plan van aanpak; en
d) impact op onderzoeksjournalistieke infrastructuur.
1. Aanvragen die voldoen aan de drempelcriteria worden voorgelegd aan een onafhankelijke adviescommissie.
2. De adviescommissie hanteert het Reglement Adviescommissies Stimuleringsfonds voor de Journalistiek. Hierbij geldt de versie zoals gepubliceerd op de website van het Stimuleringsfonds op het moment van indienen: www.svdj.nl/adviseurs.
3. De adviescommissie beoordeelt de aanvragen aan de hand van de inhoudelijke criteria van artikel 3.3.
1. Het voor subsidie beschikbare bedrag wordt verdeeld op basis van een rangschikking van de aanvragen. Bij iedere maandelijkse beoordeling van de ingediende aanvragen wordt een afzonderlijke rangschikking gemaakt.
2. Bij beoordeling op de inhoudelijke criteria wordt het oordeel door de adviescommissie vertaald in een waardering per criterium. Hierbij wordt gewerkt met een systeem waarin deze waardering wordt omgezet in een cijfer. Zowel de waardering als het cijfer staan op zichzelf; aanvragen worden niet direct met elkaar vergeleken.
3. De leden van de adviescommissie komen voor iedere aanvraag per criterium tot een gemotiveerde gezamenlijke score volgens een vijfpuntenschaal: 1. onvoldoende 2. matig 3. voldoende 4. goed 5. zeer goed.
4. De scores per criterium worden bij elkaar opgeteld en vormen zo de totaalscore van de aanvraag. De rangschikking wordt bepaald door het totaal aantal punten dat wordt behaald.
5. Niet voor rangschikking in aanmerking komen aanvragen die na de beoordeling minder dan 12 punten hebben gehaald. Die aanvragen zullen worden afgewezen.
6. Indien het totaalbedrag van de in aanmerking komende aanvragen het subsidieplafond overschrijdt, wordt het budget als volgt verdeeld:
a) de aanvraag die de meeste punten scoort volgens de rangschikking als genoemd in het eerste lid, wordt als eerste gehonoreerd;
b) telkens wordt de daarop volgende aanvraag die de meeste punten scoort, als eerste gehonoreerd;
c) indien meerdere aanvragen dezelfde score hebben gehaald en honorering van deze aanvragen tot overschrijding van het subsidieplafond zou leiden, dan worden deze gelijk geëindigde aanvragen als volgt gerangschikt:
i. Op basis van de toegekende score op het criterium ‘impact op onderzoeksjournalistieke infrastructuur’;
ii. De alsdan gelijk beoordeelde aanvragen op basis van de toegekende score, voor vooronderzoek op het criterium ‘urgentie van de samenwerking’; voor uitvoering op het criterium ‘kwaliteit van het plan van aanpak’.
Het Stimuleringsfonds beslist binnen uiterlijk 8 weken na ontvangst op de aanvraag.
1. Het maximaal te verstrekken subsidiebedrag is 50.000 euro.
2. Het maximaal te verstrekken subsidiebedrag geldt voor het vooronderzoek en de uitvoering samen. Indien voor beide subsidies een aanvraag ingediend wordt, dan kan de subsidie niet hoger zijn dan 50.000 euro in totaal.
3. Het maximaal te verstrekken subsidiebedrag geldt ook als er alleen voor vooronderzoek of alleen voor uitvoering een aanvraag wordt ingediend.
1. Bij subsidieverlening voor het vooronderzoek wordt het verleende subsidiebedrag bij wijze van voorschot direct na de subsidieverlening in één termijn betaald.
2. Bij een subsidieverlening voor de uitvoering wordt het verleende subsidiebedrag in twee termijnen betaald, waarbij:
a) in de eerste termijn 75% van het verleende subsidiebedrag bij wijze van voorschot direct na de subsidieverlening wordt betaald;
b) in de tweede termijn het restant na vaststelling van de subsidie wordt betaald.
3. Betalingen vinden plaats aan de aanvrager.
1. De subsidieontvanger is verplicht de activiteiten uit te voeren overeenkomstig de omschrijving van de activiteiten die in de beschikking tot subsidieverlening is gegeven.
2. De subsidieontvanger werkt mee aan door of namens het Stimuleringsfonds ingestelde onderzoeken, bijeenkomsten en overlegrondes die erop gericht zijn het Stimuleringsfonds inlichtingen te verschaffen over de voortgang en staat van projecten alsmede ten behoeve van de ontwikkeling van het door of namens het Stimuleringsfonds te voeren beleid.
3. De subsidieontvanger doet zo spoedig mogelijk schriftelijk mededeling aan het Stimuleringsfonds van omstandigheden die van belang kunnen zijn voor een beslissing tot wijziging, intrekking of vaststelling van de subsidie, waaronder ingrijpende wijzigingen in de opzet, uitvoering en deelnemers van een project. Daarbij worden de relevante stukken overlegd.
4. De subsidieontvanger werkt mee aan overleg over en presentatie en publicatie van (tussentijdse) resultaten van de uitvoering van de gesubsidieerde activiteiten, met als doel projecten onder de aandacht te brengen en kennis te delen met andere partijen uit de sector.
5. De subsidieontvanger vermeldt in zijn bekendmakingen en publicaties rondom een gesubsidieerd project het Stimuleringsfonds als subsidieverstrekker.
De subsidieontvanger verklaart zich bereid om op door het Stimuleringsfonds aangewezen data doelen, lessen en resultaten van de samenwerking te overleggen en samen met het Stimuleringsfonds de samenwerking te evalueren. Deze evaluaties zullen schriftelijk en mogelijk via evaluatiegesprekken plaatsvinden.
1. Een aanvraag tot subsidievaststelling voor vooronderzoek moet worden ingediend uiterlijk een week na afloop van de periode, bedoeld in artikel 1.3, tweede lid.
2. Een aanvraag tot subsidievaststelling voor de uitvoering moet worden ingediend uiterlijk 2 maanden na afloop van de periode, bedoeld in artikel 1.3, derde lid.
3. Een aanvraag tot subsidievaststelling gaat vergezeld van een activiteitenverslag en een financieel verslag, bedoeld in artikel 5.2.
4. Een aanvraag voor subsidieverlening voor de uitvoering van een onderzoeksjournalistiek onderzoek die volgt op een subsidieverlening voor vooronderzoek, kan alleen ingediend worden, indien de aanvrager reeds een verzoek tot subsidievaststelling van het vooronderzoek heeft ingediend.
1. Het activiteitenverslag voor de aanvraag tot vaststelling van de subsidie voor de uitvoering van een vooronderzoek bevat een overzicht van de verrichtte activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt en van de daarmee bereikte resultaten, in het bijzonder:
a) een reflectie op de samenwerking en de opgedane lessen die het samenwerkingsverband in het vooronderzoek heeft opgedaan.
b) een toelichting waar de gerealiseerde uren aan besteed zijn.
c) inzicht in het vervolg op het vooronderzoek.
2. Het activiteitenverslag voor de aanvraag tot vaststelling van de subsidie voor de uitvoering bevat een overzicht van de verrichtte activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt en van de daarmee bereikte resultaten, in het bijzonder:
a) een reflectie op de samenwerking en de opgedane lessen die het samenwerkingsverband in de uitvoering heeft opgedaan.
b) een toelichting waar de gerealiseerde uren aan besteed zijn.
c) de resultaten van de uitvoering, waaronder de eind-/deel-)productie(s).
3. Het activiteitenverslag en het financieel verslag worden opgesteld volgens een door het Stimuleringsfonds vast te stellen format.
4. Het financieel verslag bevat een Excel-overzicht van de gerealiseerde uren en kosten ten opzichte van de begrote uren en kosten in de subsidieaanvraag.
5. Het Stimuleringsfonds kan nadere verplichtingen opleggen in verband met de inrichting van het financieel verslag.
1. Zolang de subsidie niet is vastgesteld kan het Stimuleringsfonds de subsidieverlening intrekken of ten nadele van de subsidieontvanger wijzigen, als:
a) de activiteiten waarvoor subsidie is verleend niet of niet geheel hebben plaatsgevonden of zullen plaatsvinden;
b) de subsidieontvanger niet heeft voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen;
c) de subsidieontvanger onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beschikking op de aanvraag tot subsidieverlening zou hebben geleid;
d) de subsidieverlening anderszins onjuist was en de subsidieontvanger dit wist of behoorde te weten.
2. De intrekking of wijziging werkt terug tot en met het tijdstip waarop de subsidie is verleend, tenzij het Stimuleringsfonds bij de intrekking of wijziging anders bepaalt.
3. Het Stimuleringsfonds kan de subsidievaststelling intrekken of ten nadele van de subsidieontvanger wijzigen:
a) op grond van feiten of omstandigheden waarvan het Stimuleringsfonds bij de subsidievaststelling redelijkerwijs niet op de hoogte kon zijn en op grond waarvan de subsidie lager dan overeenkomstig de subsidieverlening zou zijn vastgesteld;
b) als de subsidievaststelling onjuist was en de subsidieontvanger dit wist of behoorde te weten, of
c) als de subsidieontvanger na de subsidievaststelling niet heeft voldaan aan verplichtingen die aan de subsidie zijn verbonden.
4. De intrekking of wijziging werkt terug tot en met het tijdstip waarop de subsidie is vastgesteld, tenzij het Stimuleringsfonds bij de intrekking of wijziging anders bepaalt.
Subsidie wordt verleend onder voorbehoud van verstrekking van de bijbehorende middelen door de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
1. Deze regeling treedt in werking op 1 juni 2022.
2. Als de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 1 juni 2022, treedt deze regeling in afwijking van het eerste lid in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt zij terug tot en met 1 juni 2022.
3. Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2024. In afwijking van de eerste volzin blijft deze regeling zoals hij luidde op de dag voorafgaand aan de datum met ingang waarvan deze regeling vervalt, van toepassing op de afwikkeling van op grond van deze regeling ingediende aanvragen en verleende subsidies.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De voorzitter van het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek, F. van Exter
Sinds 2018 ontvangt het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek als onderdeel van een vijfjarige pilot, jaarlijks 2,9 miljoen euro om de infrastructuur op het gebied van onderzoeksjournalistiek structureel te versterken. Daarmee wil het Stimuleringsfonds een bijdrage leveren aan de oprichting, uitbreiding en professionalisering van onderzoeksredacties in Nederland en een aanjagende functie vervullen in de samenwerking tussen mediaorganisaties op dit vlak. Voor een belangrijk deel ligt de focus hierbinnen op regionale en lokale initiatieven en ontwikkeling.
Op grond van voortdurende monitoring en een intern onderzoek naar de effecten van de subsidie de eerste drie jaren, zullen de laatste twee jaar van de pilot (periode 2022–2023) hetzelfde doel kennen, maar met een iets andere invulling. In plaats van één generieke subsidie, verdelen we de gelden over twee regelingen, waarvan één regeling opgesplitst is in drie verschillende sporen en de andere regeling zich richt op samenwerking aan de hand van thema’s.
De regeling Thematische samenwerking Onderzoeksjournalistiek richt zich op samenwerking, waarbij journalistieke organisaties een samenwerking met andere media onderzoeken aan de hand van een specifiek thema.
De onderhavige regeling staat daarmee open voor journalisten en organisaties die willen samenwerken op een specifiek thema en op deze manier een bijdrage willen leveren aan de infrastructuur van het veld. Voorwaarde is dat zij zich bogen op journalistieke waarden als betrouwbaarheid, onafhankelijkheid en evenwichtigheid.
De beschikbare subsidiegelden zijn bestemd voor de bevordering van onderzoeksjournalistiek. Het is nodig dat op zijn minst duiding wordt gegeven aan wat onder onderzoeksjournalistiek verstaan moet worden om besluiten te kunnen nemen over welke projecten al dan niet voor een bijdrage in aanmerking komen. Er bestaan uiteenlopende definities voor het begrip onderzoeksjournalistiek, zowel in de wetenschap als in de journalistieke praktijk. Onafhankelijk, onderzoekend, kritisch en diepgravend zijn terugkerende termen daarbij. In de vijf pilotjaren van deze regeling hanteert het Stimuleringsfonds een brede definitie, om op die manier een diversiteit aan aanvragen te faciliteren. Maar dat betekent niet dat alle journalistiek zonder meer onder deze term valt. De in artikel 1.1, onder a, gebruikte definitie is ontleend aan de definitie van Henri Beunders (onderzoek DSP-groep).
Het uitgangspunt van deze regeling is het stimuleren van journalistieke samenwerkingen en dus niet het maken van een productie. Het middel om dit te bereiken is een gezamenlijk journalistiek onderzoek naar een specifiek thema.
Alle aanvragen beoordelen we aan de hand van inhoudelijke criteria op het gebied van samenwerking. We beoordelen niet op basis van de inhoud van het onderzoek maar op de meerwaarde die de samenwerking biedt voor het journalistieke veld in het algemeen en voor de betrokken organisaties in het bijzonder.
Het doel van de regeling is dat we de infrastructuur van onderzoeksjournalistiek in Nederland structureel verbeteren. We willen stimuleren dat er van onderaf, op het niveau van journalisten, samengewerkt wordt. Dit om te bewerkstelligen dat er een fijnmazig netwerk ontstaat van onderzoeksjournalisten, die elkaar weten te vinden en dat daardoor door heel Nederland mensen er vanuit kunnen gaan in hun regio de macht, in de breedste zin van het woord, gecontroleerd wordt.
De regeling is bedoeld voor het bevorderen en vernieuwen van onderzoeksjournalistiek en dient geen middel voor aanvragers te zijn om de kosten van bestaande activiteiten die al tot de standaard bedrijfsvoering horen te dekken met subsidie.
Het Stimuleringsfonds wil het werken met interdisciplinaire teams bevorderen, dus ook niet puur onderzoeksjournalistieke rollen mogen opgevoerd worden. Enkele voorbeelden hiervan zijn: een vormgever die gedurende het onderzoek meewerkt aan hoe de informatie en eventuele data uiteindelijk het best te presenteren zijn voor een brede doelgroep, een developer die bouwt aan een systeem om bepaalde data te kunnen verwerken, een community-manager om crowdsourcing te faciliteren etc. Er moet wel toegelicht worden waarom deze rollen opgevoerd worden.
Er kunnen zowel uren opgevoerd worden voor freelancers als voor arbeidskrachten in (vast) dienstverband.
Het Stimuleringsfonds wil samenwerking faciliteren en bevorderen dat er lessen worden opgedaan in het succesvol samenwerken met andere journalistieke organisaties. Door tijd vrij te maken voor reflectie op de samenwerking gedurende de projectperiode kunnen betrokken partijen sneller leren en opgedane lessen direct toepassen op het project.
De aanvrager is verantwoordelijk voor een passende beloning. Bij de bepaling van een passende beloning dient de aanvrager de richtlijnen van de Fair Practice Code voor de culturele en creatieve industrie te volgen. Deze richtlijnen zijn te raadplegen op https://fairpracticecode.nl/nl.
Subsidie wordt aangevraagd door één penvoerder, die namens alle betrokken samenwerkingspartners spreekt en de administratie en het contact met het Stimuleringsfonds voert en de andere deelnemers aan het samenwerkingsverband op de hoogte stelt van correspondentie met het Stimuleringsfonds. De penvoerder kan zowel een organisatie met rechtspersoonlijkheid als een natuurlijke persoon met een eenmanszaak met inschrijving bij de Kamer van Koophandel zijn.
Subsidieontvangers van de tijdelijke Subsidieregeling Onderzoeksjournalistiek 2021-2023 mogen binnen deze regeling, als onderdeel van een samenwerkingsverband, ook een aanvraag indienen.
Er hoeft niet altijd eerst een aanvraag voor subsidieverlening voor vooronderzoek ingediend te worden. Er kan ook alleen een aanvraag voor subsidieverlening voor de uitvoering ingediend worden.
Een aanvraag voor de uitvoering van het onderzoeksjournalistiek onderzoek kan aansluitend na het vooronderzoek ingediend worden of op een later moment.
Het is bij een samenwerkingsverband van belang dat duidelijk is wat de afspraken zijn tussen de samenwerkende partners. Dit wordt vastgelegd in een samenwerkingsovereenkomst. Er is geen template voor samenwerkingsovereenkomst, de overeenkomst is vormvrij.
Uit de samenwerkingsovereenkomst moet blijken:
a) wie de partners zijn en wie contactpersonen bij partners zijn;
b) wie de penvoerder is;
c) afspraken over de onderlinge verdeling van de werkzaamheden en financiële middelen;
d) afspraken over de wijze waarop de besluitvorming plaatsvindt;
e) afspraken over de wijze waarop de kosten en risico’s worden gedeeld;
f) afspraken over de wijze waarop de naleving van de aan de subsidie verbonden verplichtingen is geborgd (ook na uitvoering van het project).
De samenwerkingsovereenkomst moet door alle partners zijn ondertekend.
Andere soorten organisaties (universiteiten, onderzoeksinstanties, sociale organisaties, bibliotheken, kenniscentra etc.) mogen ook betrokken worden, maar er moeten altijd minstens twee Nederlandse journalistieke organisaties bij betrokken zijn.
Artikel 3.3, eerste en tweede lid, regelen de inhoudelijke criteria op basis waarvan subsidieaanvragen voor respectievelijk het vooronderzoek en de uitvoering worden beoordeeld.
Om vast te stellen welke aanvragen het beste passen bij deze regeling, worden aanvragen die voldoen aan de drempelcriteria getoetst aan de volgende inhoudelijke criteria:
Vooronderzoek:
a) Samenstelling van het team: het team van het samenwerkingsverband bestaat uit leden met diverse competenties en heeft ervaring met onderzoeksjournalistiek passend bij de complexiteit van het op te pakken thema.
b) Urgentie van de samenwerking: de aanvragende organisaties kunnen laten zien dat om dit onderzoek te kunnen uitvoeren het een vereiste is dat de betrokken organisaties samenwerken; zonder de samenwerking zou het onderzoek niet kunnen plaatsvinden.
c) Meerwaarde van de samenwerking: de samenwerking is voor elk van de samenwerkingspartners van toegevoegde waarde.
d) Impact op de onderzoeksjournalistieke infrastructuur: de samenwerking overstijgt de geografische grenzen van journalistieke organisaties (landelijk, regionaal, lokaal) en/of heeft een hoge mate van originaliteit. Onder originaliteit wordt bijvoorbeeld verstaan: het aangaan van nieuwe samenwerkingen tussen partijen die eerder niet of minder voor de hand lagen, het verkennen van nieuwe onderzoeksmethoden en vormen van samenwerking.
Uitvoering:
a) Samenstelling van het team: het team van het samenwerkingsverband bestaat uit leden met diverse competenties en heeft ervaring met onderzoeksjournalistiek passend bij de complexiteit van het op te pakken thema.
b) Kwaliteit van de projectcoördinatie: een van de leden van het samenwerkingsverband fungeert als coördinator van het project, er zijn duidelijke afspraken gemaakt over de inrichting en taakverdeling binnen de samenwerking en de wijze van samenwerken is vastgelegd.
c) Kwaliteit van het plan van aanpak: het plan van aanpak beschrijft nauwkeurig de haalbaarheid van de uitvoering van het onderzoek waarbij gereflecteerd wordt op in elk geval de nieuwswaarde van het onderwerp en invalshoek, inventarisatie van bronnen, onderzoeksmethodiek en planning. We beoordelen bij dit criterium op de haalbaarheid van de uitvoering van het onderzoek, niet op de inhoud van het onderwerp.
d) Impact op de onderzoeksjournalistieke infrastructuur: de samenwerking overstijgt de geografische en culturele grenzen van journalistieke organisaties (landelijk, regionaal, lokaal) of heeft een hoge mate van originaliteit. Onder originaliteit wordt bijvoorbeeld verstaan: het aangaan van nieuwe samenwerkingen tussen partijen die eerder niet of minder voor de hand lagen, het verkennen van nieuwe onderzoeksmethodes en vorm van samenwerking.
Onder regionaal en lokaal zoals benoemd onder criterium d) verstaan wij een niet landelijk aaneengesloten geografisch gebied met een taalkundige, culturele, demografische of institutionele samenhang.
Binnen de regelingen op het gebied van onderzoeksjournalistiek is het streven bepaald om 75% van de beschikbare subsidiegelden ten goede te laten komen aan regionale en lokale onderzoeksjournalistiek. Binnen deze regeling richt het inhoudelijke criterium ‘Impact op het onderzoeksjournalistieke veld’ zich op de mate waarin lokale en regionale partijen betrokken worden bij de samenwerking.
Vaak wordt de regio gezien als het deel van Nederland dat buiten de Randstad of buiten de grote steden ligt. Het Stimuleringsfonds hanteert een definitie die uitgaat van een niet-landelijk aaneengesloten geografisch gebied met een bepaalde taalkundige, culturele, demografische of institutionele samenhang. Regionaal en lokaal gerichte onderzoeksjournalistiek bedient het publiek binnen zo’n eenheid. Dat neemt niet weg dat de impact van journalistiek onderzoek uiteindelijk landelijk kan zijn.
Een planning met data waarop de beoordelingscommissie bijeenkomt wordt gepubliceerd op www.svdj.nl.
De leden van de adviescommissie komen voor iedere aanvraag per criterium tot een gemotiveerde gezamenlijke score volgens een vijfpuntenschaal. Dat betekent dat voor ieder van de vier criteria een score van 1 t/m 5 gescoord kan worden, waarbij de volgende indeling geldt: 1. onvoldoende 2. matig 3. voldoende 4. goed 5. zeer goed. Heeft de aanvrager bijvoorbeeld een team samengesteld met veel ervaring in onderzoeksjournalistiek en met veel diverse, elkaar aanvullende competenties, dan scoort die aanvrager op het criterium ‘samenstelling team’ 5 punten.
Het Stimuleringsfonds is zich bewust van de grillige aard die onderzoek kan hebben. Indien gedurende de projectperiode blijkt dat het onderzoek vertraging gaat oplopen, dient de aanvrager een schriftelijk verzoek tot een projectwijziging in, waarin toegelicht wordt wat de oorzaak van de vertraging is en met hoeveel maanden het project verlengd dient te worden. Indien het Stimuleringsfonds akkoord gaat met de projectverlenging wordt dit schriftelijk aan de aanvrager bevestigd.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2022-17433.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.