Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
|---|---|---|---|---|
| Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit | Staatscourant 2022, 17202 | ander besluit van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
|---|---|---|---|---|
| Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit | Staatscourant 2022, 17202 | ander besluit van algemene strekking |
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
Gelet op artikel 6 van het Besluit plantgezondheid;
Besluit:
In bijlage 2 behorende bij de Regeling plantgezondheid worden de kaarten van bufferzones 5, 7 respectievelijk 10 vervangen door de bijlagen 1, 2 respectievelijk 3 bij deze regeling.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
's-Gravenhage, 24 juni 2022
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, H. Staghouwer
De onderhavige regeling wijzigt de Regeling Plantgezondheid.
De reden voor deze wijziging is het aanpassen van de begrenzingen van verschillende bufferzones voor bacterievuur. De kaarten met de gewijzigde begrenzingen zijn als bijlagen bij deze regeling gevoegd.
De bacterie Erwinia amylovora (Burr.) Winsl. et al., is een gereguleerd niet-quarantaineorganisme (RNQP). Dit organisme veroorzaakt de plantenziekte bacterievuur. Deze ziekte vormt een bedreiging voor de bedrijfsmatige teelt van bepaalde fruitsoorten als appel en peer en van voor bacterievuur gevoelige waardplanten, waaronder boomkwekerijgewassen. Maar ook voor planten in het openbaar en particulier groen, zoals de meidoorn en de mispel. Gevoelige planten bestemd voor opplant moeten voldoen aan de voorwaarden gesteld in Bijlage V, deel C, bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 van de Commissie van 28 november 2019 tot vaststelling van eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van Verordening (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, wat betreft beschermende maatregelen tegen plaagorganismen bij planten, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 690/2008 van de Commissie en tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2018/2019 van de Commissie (PbEU 2019, L 319) (hierna: uitvoeringsverordening 2019/2072).
Bacterievuur komt in de Europese Unie (EU), en ook in Nederland, voor. In verschillende landen in de Unie zijn beschermde gebieden (protected zones) aangewezen die vrij zijn van bacterievuur (Bijlage III, uitvoeringsverordening 2019/2072). Waardplanten van bacterievuur, zoals vermeld in Bijlage X, punt 9, van uitvoeringsverordening 2019/2072, kunnen alleen onder voorwaarden in deze beschermde gebieden worden binnengebracht. Waardplanten die zijn geteeld op een perceel binnen een bufferzone voldoen aan deze voorwaarden en mogen daarom worden voorzien van een plantenpaspoort voor verkeer naar en binnen beschermde gebieden voor bacterievuur (Plant Passport-PZ Erwinia amylovora). De aangewezen bufferzones zijn op de kaarten in bijlage 2 van de Regeling plantgezondheid aangegeven.
De soorten Crataegus calycina, Crataegus laevigata en Crataegus monogyna met uitzondering van de daartoe behorende cultivars (hierna meidoorn) zijn voor bacterievuur gevoelige waardplanten, maar hebben in Nederland ook een ecologische en landschappelijke functie in het buitengebied. In gebieden binnen een bufferzone waar de meidoorn een landschappelijk bepalende rol speelt, is daarom voor de niet-bedrijfsmatige teelt een uitzondering gemaakt op het verbod om planten van de meidoorn op te planten, te bewaren en te vervoeren. Deze gebieden binnen de bufferzones zijn ook op de kaarten in bijlage 2 van de Regeling plantgezondheid aangegeven.
De aanwijzing van bufferzones en de daarin opgenomen uitzonderingsgebieden komt tot stand in afstemming tussen de verschillende belanghebbende partijen. Dit heeft geleid tot de volgende wijzigingen.
Op verzoek van particulieren eigenaren is de grens bij Wageningen aan de oostkant aangepast. De grens loopt nu over de Diedenweg, Oude Diedenweg en Diedenweg in noordelijke richting.
Op verzoek van de boomkwekerij is nabij Hazeldonk de grens aangepast. Waar rijksweg A16 de Nederlandse grens passeert volgt de bufferzone de landsgrens tot de gemeentegrens tussen Breda en Alphen-Chaam, de gemeentegrens naar de Rijsbergsebaan en Nieuw Ginnekensebaan naar de rijksweg A16.
Op verzoek van terreinbeheerders is het landgoed Geijsteren opnieuw aangewezen als gebied waarin de meidoorn een landschappelijke rol speelt. Het aangewezen gebied sluit aan bij het bestaande aangewezen gebied en volgt bij Wanssum de Geijsterseweg in westelijke richting bij de rotonde de Boomkensweg (N270) in westelijke richting de Venrayseweg, tegenover Ericaweg de perceelsgrens in noordwestelijke richting, Lange Ven in westelijke richting, na 800 meter het naamloze zandpad in zuidwestelijke richting, na 260 meter in noordwestelijke richting de Stompgraaf, de Oostrumseweg die later overgaat in Geysterseweg in zuidwestelijke richting, na 650 meter de perceelslgrens voorbij huisnummer 26 in zuidelijke richting tot aan de Spralandweg, de Spralandweg in zuidwestelijke richting tot aan de brug over de Oostrumsche beek, de Oostrumsche beek in zuidwestelijke richting voor 360 meter, in noordwestelijke richting voor de bebouwing door tot aan de Oostrumse beek, de Oostrumse beek in westelijke richting tot de Van Broekhuizenstraat, de Van Broekhuizerstraat in noordelijke richting, de Spralandweg in westelijke richting, de Geysterseweg voor 35 meter in noordelijke richting, in westelijke richting voor de bosschage door, de bosschage in noordelijke richting voor 130 meter, in westelijke richting naar de Zuiderbergweg, de Zuiderbergweg in noordelijke richting voor 170 meter, in westelijke richting over het zandpad tot net voor de bossen, in noordelijke richting de perceelsgrens, na 145 meter in westelijke richting voor de bosschage en om de bosschage in noordelijke richting, aan het einde van de bosschage in oostelijke richting, aan het einde van de bosschage in één lijn naar het zandpad door de Boshuizermaas, het zandpad voor 940 meter, over het zandpad in noordwestelijke richting om na 1.600 meter bij het bestaande aangewezen gebied weer aan te sluiten.
De in artikel I opgenomen aanpassingen van de bufferzones bacterievuur betreffen vooral het verleggen van de grenzen om nieuwe percelen geschikt te maken voor de teelt van waardplanten voor bepaalde bestemmingen en gedeelten van de zone die niet meer voor boomkwekerij worden gebruikt erbuiten te plaatsen. Daarbij blijft het aantal bedrijven en het totale oppervlakte van de gebieden waarop de verplichtingen aangaande de bestrijding van bacterievuur van toepassing zijn (vrijwel) gelijk.
Als gevolg van de verplichtingen aangaande de bestrijding van bacterievuur ontstaan regeldrukeffecten voor telers in bufferzones. Dit betreft voor nieuwe deelnemende bedrijven extra kosten voor de autorisatie van het bedrijf en de keuringen op de percelen door de keuringsdienst Naktuinbouw. Zij controleren de boomkwekerijproducten op de aanwezigheid van bacterievuur op en buiten het perceel. Naar verwachting blijft het aantal deelnemende bedrijven (vrijwel) gelijk.
Daarnaast vinden jaarlijks ook in de omgeving van de bedrijfspercelen binnen de bufferzone inspecties op de aanwezigheid van bacterievuur plaats. De kosten voor deze inspecties worden gedragen door het collectief van boomkwekers in het gebied. De in deze wijziging opgenomen aanpassingen van de bufferzones leiden naar verwachting niet tot extra inspectie-uren per bedrijf.
Aangezien de verplichtingen voor bedrijven niet veranderd zijn en naar verwachting het aantal bedrijven en het totale oppervlakte van de gebieden (vrijwel) gelijk blijven kan geconcludeerd worden dat er dus geen sprake is van een toename van de regeldruk.
Een soortgelijke wijziging van de bufferzones in het kader van de bestrijding van bacterievuur is in 2019 voor advies over de regeldruk van deze wijziging voorgelegd aan het Adviescollege Toetsing Regeldruk (ATR). ATR gaf toen aan de analyse te delen dat die wijziging geen omvangrijke gevolgen had voor de regeldruk. Om die reden heeft ATR toen geen formeel advies uitgebracht over de regelingswijziging.
Recent is met ATR afgesproken dat onder bepaalde voorwaarden ministeriële regelingen niet meer hoeven te worden voorgelegd aan de adviescommissie van de ATR. Geconcludeerd is dat deze wijziging van de Regeling plantgezondheid aan die voorwaarden voldoet en derhalve niet voor advies aan de ATR hoefde te worden voorgelegd
De regeling treedt in werking per 1 juli 2022. Deze regeling is na 1 mei 2022 in de Staatscourant gepubliceerd. Van het kabinetsbeleid inzake vaste verandermomenten (Kamerstukken II 2009/10, 29 515, nr. 309) is dus afgeweken. Vanwege het feit dat de sector over de voorgenomen wijzigingen is geconsulteerd en het belang dat de wijziging tijdig kan plaatsvinden, wordt afgeweken van de minimale publicatietermijn van twee maanden.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, H. Staghouwer
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2022-17202.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.