Besluit van de Minister van Buitenlandse Zaken van 22 juni 2022, nr. MinBuza-2022.505486 tot intrekking van het besluit van 7 december 2016 nr. Minbuza-2016.846058, tot aanwijzing van mevrouw Xaviera Rose-Clair Swagemakers als persoon op wie de Sanctieregeling terrorisme 2007-II van toepassing is

De Minister van Buitenlandse Zaken, handelende in overeenstemming met de Minister van Veiligheid en Justitie en de Minister van Financiën; Gelet op artikel 2, eerste lid, van de Sanctieregeling terrorisme 2007-II;

Besluit:

Het besluit van 7 december 2016, nr. MinBuza-2016.846058, tot aanwijzing van mevrouw Xaviera Rose-Clair Swagemakers, geboren op 24 november 1993 te Apeldoorn, als persoon op wie de Sanctieregeling terrorisme 2007-II van toepassing is, wordt ingetrokken.

Het onderhavige besluit steunt op de volgende overweging. Een persoon kan op grond van artikel 2, eerste lid, van de Sanctieregeling terrorisme 2007-II worden aangewezen als persoon op wie die regeling van toepassing is als er voldoende gronden bestaan om aan te nemen dat betrokkene gerekend kan worden tot de kring van personen en organisaties, bedoeld in Resolutie 1373 van de Veiligheidsraad van 28 september. Niet gebleken is dat de hiervoor bedoelde gronden tot aanwijzing zich nog steeds voordoen ten aanzien van betrokkene. Uit dien hoofde kan het besluit van 7 december 20161 worden ingetrokken.

Het voorgaande betekent dat betrokkene weer over haar tegoeden mag beschikken en dat het niet meer verboden is om aan haar financiële middelen ter beschikking te stellen of ten behoeve van haar financiële diensten te verrichten.

De Minister van Buitenlandse Zaken, Voor deze, Het hoofd van de afdeling Terrorismebestrijding en Nationale Veiligheid van de Directie Veiligheidsbeleid, H.J. Mijnarends

Tegen dit besluit kan binnen zes weken na verzending schriftelijk bezwaar worden aangetekend bij de Minister van Buitenlandse Zaken, Postbus 20061, 2500 EB Den Haag. Het bezwaarschrift moet op grond van artikel 6:5 van de Algemene wet bestuursrecht zijn ondertekend en tenminste bevatten: naam en adres van de indiener, de dagtekening, de omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht en de gronden waarop het bezwaarschrift berust. Zo mogelijk dient een kopie van het bestreden besluit te worden toegevoegd.


X Noot
1

Zie Besluit van de Minister van Buitenlandse Zaken in overeenstemming met de Minister van Veiligheid en Justitie en de Minister van Financiën van 11 november 2016, nr. MinBuZa-2016.752938.

Naar boven