Regeling van de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs van 21 juni 2022, nr. VO/33080163, tot wijziging van de Regeling bekostiging vo-scholen en samenwerkingsverbanden vo, de Regeling overgangsbekostiging vereenvoudiging bekostiging vo en de Regeling aanvullende bekostiging vo-scholen in uitzonderlijke omstandigheden in verband met het vaststellen van de bedragen voor de kalenderjaren 2022 en 2023

De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs,

Gelet op de artikelen 5.6, tweede en vierde lid, 5.9, eerste lid, 5.13, achtste lid, en 12.47, vijfde lid, van de Wet voortgezet onderwijs 2020, artikel 2.2.3, derde lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs, en artikel 2.2.2, derde lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs BES;

Besluit:

ARTIKEL I. WIJZIGING REGELING BEKOSTIGING VO-SCHOLEN EN SAMENWERKINGSVERBANDEN VO

De Regeling bekostiging vo-scholen en samenwerkingsverbanden vo wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 wordt ‘deze paragraaf’ vervangen door ‘deze regeling’.

B

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef van het eerste lid wordt na ‘artikel 5.4, eerste lid,’ ingevoegd ‘onderdeel a,‘ en wordt ‘per 1 januari 2022’ vervangen door ‘voor het kalenderjaar 2022’.

2. In het eerste lid, onderdeel a, wordt ‘€ 227.160,97’ vervangen door ‘€ 234.952,53’.

3. In het eerste lid, onderdeel b, wordt ‘€ 113.580,48’ vervangen door ‘€ 117.476,26’.

4. In de aanhef van het tweede lid wordt ‘per 1 januari 2022’ vervangen door ‘voor het kalenderjaar 2022’.

5. In het tweede lid, onderdeel a, wordt ‘€ 7.766,86’ vervangen door ‘€ 8.033,26’.

6. In het tweede lid, onderdeel b, wordt ‘€ 9.137,49’ vervangen door ‘€ 9.450,90’.

C

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

1. in het eerste lid wordt ‘per 1 januari 2022’ vervangen door ‘voor het kalenderjaar 2022’, wordt ‘€ 4.814,87’ vervangen door ‘€ 4.988,21’ en wordt ‘€ 190,40’ vervangen door ‘€ 199,41’.

2. In het tweede lid wordt ‘per 1 januari 2022’ vervangen door ‘voor het kalenderjaar 2022’, wordt ‘€ 90,15’ vervangen door ‘€ 93,40’ en wordt ‘€ 15,21’ vervangen door ‘€ 15,93’.

D

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel a wordt ‘€ 227.160,97’ vervangen door ‘€ 234.633,43’.

2. In het eerste lid, onderdeel b wordt ‘€ 113.580,48’ vervangen door ‘€ 117.316,71’.

3. In het tweede lid, onderdeel a, wordt ‘€ 7.766,86’ vervangen door ‘€ 8.022,35’.

4. In het tweede lid, onderdeel b, wordt ‘€ 9.137,49’ vervangen door ‘€ 9.438,07’.

E

Artikel 5 komt te luiden:

Artikel 5. Aanvullende bekostiging lwoo en pro en regionale ondersteuning kalenderjaar 2023

  • 1. De aanvullende bekostiging voor lwoo en pro, bedoeld in artikel 5.5, eerste en tweede lid, wordt per 1 januari 2023 vastgesteld op € 4.988,21 per leerling voor personeelskosten en € 199,41 per leerling voor exploitatiekosten.

  • 2. De aanvullende bekostiging voor lwoo en pro, bedoeld in artikel 5.13, eerste, derde en vierde lid, van de wet, alsmede het op de bekostiging van het samenwerkingsverband in mindering te brengen bedrag, bedoeld in artikel 5.13, zesde en zevende lid, van de wet, wordt per 1 januari 2023 vastgesteld op € 5.187,62 per leerling.

  • 3. De aanvullende bekostiging voor regionale ondersteuning, bedoeld in artikel 5.13, eerste en vijfde lid, van de wet, wordt per 1 januari 2023 vastgesteld op € 109,33 per leerling.

F

Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste tot en met zesde lid wordt telkens in de aanhef ‘per 1 januari 2022’ vervangen door ‘voor het kalenderjaar 2022’.

2. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

a. in onderdeel a wordt ‘USD 214.958,65’ vervangen door ‘USD 222.331,68’;

b. in onderdeel b wordt ‘USD 429.917,30’ vervangen door ‘USD 444.663,35’;

c. in onderdeel c, wordt ‘USD 644.875,95’ vervangen door ‘USD 666.995,03’.

3. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:

a. in onderdeel a, wordt ‘USD 7.312’ vervangen door ‘USD 7.562,80’;

b. in onderdeel b, wordt ‘USD 8.602,57’ vervangen door ‘USD 8.897,64’;

c. in onderdeel b, onder 2°, wordt ‘inartikel’ vervangen door ‘in artikel’.

4. Het derde lid wordt als volgt gewijzigd:

a. in onderdeel a, wordt ‘USD 8.602,57’ vervangen door ‘USD 8.897,64’;

b. in onderdeel b, wordt ‘USD 5.161,54’ vervangen door ‘USD 5.338,58’.

5. Het zesde lid wordt als volgt gewijzigd:

a. in de aanhef wordt ‘artikel 9.25, tweede lid, onderdeel d, van het Uitvoeringsbesluit WVO 2020’ vervangen door ‘artikel 9.25, tweede lid, onderdeel e, van het Uitvoeringsbesluit WVO 2020’;

b. in onderdeel b, wordt ‘USD 158.497,46’ vervangen door ‘USD 163.933,88’;

c. in onderdeel c, wordt ‘USD 369.827,40’ vervangen door ‘USD 382.512,38’;

d. in onderdeel d, wordt ‘USD 581.157,35’ vervangen door ‘USD 601.090,89’;

e. in onderdeel e, wordt ‘USD 792.487,29’ vervangen door ‘USD 819.669,40’;

f. in onderdeel f, wordt ‘USD 1.003.817,24’ vervangen door ‘USD 1.038.247,91’.

G

Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

a. in onderdeel a wordt ‘USD 214.958,65’ vervangen door ‘USD 222.029,71’;

b. in onderdeel b wordt ‘USD 429.917,30’ vervangen door ‘USD 444.059,43’;

c. in onderdeel c, wordt ‘USD 644.875,95’ vervangen door ‘USD 666.089,14’.

2. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:

a. in onderdeel a, wordt ‘USD 7.312’ vervangen door ‘USD 7.552,53’;

b. in onderdeel b, wordt ‘USD 8.602,57’ vervangen door ‘USD 8.885,55’.

3. Het derde lid wordt als volgt gewijzigd:

a. in onderdeel a, wordt ‘USD 8.602,57’ vervangen door ‘USD 8.885,55’;

b. in onderdeel b, wordt ‘USD 5.161,54’ vervangen door ‘USD 5.331,33’.

4. In het vierde lid wordt ‘artikel 9, eerste lid, onderdeel c, en tweede lid, onderdeel c, van het Bekostigingsbesluit WVO BES’ vervangen door ‘artikel 9.25, eerste lid, onderdeel c, en tweede lid, onderdeel c, van het Uitvoeringsbesluit WVO 2020’.

5. In het vijfde lid wordt ‘artikel 9, tweede lid, onderdeel d, van het Bekostigingsbesluit WVO BES’ vervangen door ‘artikel 9.25, tweede lid, onderdeel d, van het Uitvoeringsbesluit WVO 2020’.

6. Het zesde lid wordt als volgt gewijzigd:

a. in de aanhef wordt ‘artikel 9, tweede lid, onderdeel e, van het Bekostigingsbesluit WVO BES’ vervangen door ‘artikel 9.25, tweede lid, onderdeel e, van het Uitvoeringsbesluit WVO 2020’;

b. in onderdeel b, wordt ‘USD 158.497,46’ vervangen door ‘USD 163.711,23’;

c. in onderdeel c, wordt ‘USD 369.827,40’ vervangen door ‘USD 381.992,87’;

d. in onderdeel d, wordt ‘USD 581.157,35’ vervangen door ‘USD 600.274,52’;

e. in onderdeel e, wordt ‘USD 792.487,29’ vervangen door ‘USD 818.556,16’;

f. in onderdeel f, wordt ‘USD 1.003.817,24’ vervangen door ‘USD 1.036.837,81’.

H

Artikel 11a komt te luiden:

Artikel 11a. Omhangbepaling

Deze regeling is gebaseerd op de artikelen 5.6, tweede en vierde lid, en 5.13, achtste lid, van de wet, artikel 2.2.2, derde lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs BES en de artikelen 6.11, derde lid, 9.25, eerste lid, onderdeel c, en tweede lid, onderdelen c, d en e, en 9.35, tweede lid, van het Uitvoeringsbesluit WVO 2020.

ARTIKEL II. WIJZIGING REGELING OVERGANGSBEKOSTIGING VEREENVOUDIGING BEKOSTIGING VO

De Regeling overgangsbekostiging vereenvoudiging bekostiging vo wordt als volgt gewijzigd.

A

In artikel 1 wordt ‘Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media’ vervangen door ‘Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs’.

B

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

a. in onderdeel a wordt ‘€ 98.874,13’ vervangen door ‘€ 102.122,14’;

b. in onderdeel b wordt ‘€ 118.007,07’ vervangen door ‘€ 121.883,59’;

c. in onderdeel c wordt ‘€ 116.747,45’ vervangen door ‘€ 120.582,59’;

d. in onderdeel d wordt ‘€ 113.404,47’ vervangen door ‘€ 117.129,80’.

2. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:

a. in onderdeel a wordt ‘€ 91.733,07’ vervangen door ‘€ 94.746,49’;

b. in onderdeel b wordt ‘€ 104.037,77’ vervangen door ‘€ 107.455,40’;

c. in onderdeel c wordt ‘€ 98.955,15’ vervangen door ‘€ 102.205,82’;

d. in onderdeel d wordt ‘€ 94.173,90’ vervangen door ‘€ 97.267,51’.

3. In het derde lid wordt ‘€ 54.525,99’ vervangen door ‘€ 56.317,16’.

C

In artikel 3 wordt ‘€ 20.012,11’ vervangen door ‘€ 20.862,62’.

D

In artikel 4 wordt ‘€ 18.269,48’ vervangen door ‘€ 19.045,93’.

E

In artikel 5 komt tabel 1 te luiden:

Tabel 1. Bedragen voor de bekostiging van de exploitatiekosten per leerling van de desbetreffende schoolsoort, leerjaren en profielen in euro’s

Groep

Schoolsoort

Leerjaren en profiel

I

II

III

I+II+III

1

vwo, havo, mavo of vbo

1 en 2

220,34

166,53

498,28

885,15

2

vwo, havo of mavo1

3 t/m 6

182,11

134,63

415,71

732,45

3

mavo/vbo:

gemengde leerweg

3 en 4 van: Experiment doorlopende leerlijnen en de profielen Bouwen, wonen en interieur, Produceren, installeren en energie, Mobiliteit en transport, Economie en ondernemen, Horeca, bakkerij en recreatie, Zorg en welzijn, Dienstverlening en producten

227,49

166,53

701,92

1.095,94

4

vbo1

3 en 4 van: Experiment doorlopende leerlijnen en het profiel Groen

189,26

166,53

957,02

1.312,81

5

vbo1

3 en 4 van: Experiment doorlopende leerlijnen en

profielen Bouwen, wonen en interieur, Produceren, installeren en energie, Mobiliteit en transport, Economie en ondernemen, Horeca, bakkerij en recreatie, Zorg en welzijn, Dienstverlening en producten

327,29

309,16

1.404,70

2.041,15

6

vbo1

3 en 4 van de profielen Media, vormgeving en ict en Maritiem en techniek

268,95

351,69

2.093,48

2.714,12

7

praktijkonderwijs

alle inschrijvingsjaren

243,69

166,53

942,63

1.352,85

X Noot
1

De theoretische leerweg valt onder de schoolsoort mavo; de beroepsgerichte leerwegen vallen onder de schoolsoort vbo.

F

In artikel 6 komt Tabel 2 te luiden:

Tabel 2. Bekostigingsbedragen vbo-groen scholen in euro’s

Schoolsoort

Leerjaren en profiel

I

II

III

I+II+III

Vbo

alle leerjaren van het profiel Groen, en de leerjaren 3, 4, 5 en 6 van:

Experiment doorlopende leerlijnen

189,26

134,63

651,63

975,52

G

In artikel 7 wordt ‘€ 326,06’ vervangen door ‘€ 339,92’.

H

In artikel 8a, onderdeel c, wordt ‘€ 18.269,48’ vervangen door ‘€ 19.045,93’.

ARTIKEL III. WIJZIGING REGELING AANVULLENDE BEKOSTIGING VO-SCHOLEN IN UITZONDERLIJKE OMSTANDIGHEDEN

De Regeling aanvullende bekostiging vo-scholen in uitzonderlijke omstandigheden wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Na de begripsbepaling van het begrip bevoegd gezag een begripsbepaling ingevoegd, luidende:

cursus Europees Baccalaureaat:

het onderwijs dat wordt gegeven tijdens de secundaire cyclus van het curriculum van de Europese school in Den Haag.

2. In de begripsbepaling van het begrip ‘Minister’ wordt ‘Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media’ vervangen door ‘Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs’.

B

In artikel 3a, eerste en vierde tot en met zevende lid wordt telkens ‘Minister’ vervangen door ‘Minister’.

C

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:

a. in onderdeel a wordt ‘€ 2.307.656,87’ gewijzigd in ‘€ 2.383.567,24’;

b. in onderdeel b wordt ‘€ 1.484,08’ gewijzigd in ‘€ 1.532,90’;

c. in onderdeel c wordt ‘€ 2.090.453,03’ gewijzigd in ‘€ 2.159.218,48’.

2. Onder vernummering van het derde lid tot vierde lid, wordt na het tweede lid een lid ingevoegd, luidende:

  • 3. De aanvullende bekostiging bestaat in 2023 uit:

    • a. een bedrag per school ter hoogte van € 2.383.567,24 voor de kosten van het gebruik van opleidingsschepen, simulatoren en gespecialiseerde praktijklokalen;

    • b. een bedrag per leerling ter hoogte van € 1.532,90 voor de kosten van het gebruik van opleidingsschepen, simulatoren en gespecialiseerde praktijklokalen; en

    • c. een bedrag per school ter hoogte van € 2.159.218,48 voor de kosten van de maritieme leeromgeving.

3. Het vierde lid (nieuw) komt te luiden:

  • 4. De aanvullende bekostiging, bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, en derde lid, onderdeel b, wordt berekend op basis van het aantal leerlingen dat op de teldatum staat ingeschreven op het vbo-profiel maritiem en techniek.

D

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het opschrift wordt toegevoegd ‘en Europees Baccalaureaat’.

2. In het eerste lid wordt na ‘een cursus internationaal georiënteerd voortgezet onderwijs’ ingevoegd ‘of een cursus Europees Baccalaureaat’.

3. In het tweede lid wordt ‘€ 1.096,20’ vervangen door ‘€ 1.132,26’ en wordt na ‘een cursus internationaal georiënteerd voortgezet onderwijs’ ingevoegd ‘of een cursus Europees Baccalaureaat’.

4. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. De hoogte van de aanvullende bekostiging in 2023 wordt vastgesteld op € 1.132,26 per bekostigde leerling die op de teldatum is toegelaten tot een cursus internationaal georiënteerd voortgezet onderwijs of een cursus Europees Baccalaureaat.

E

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt ‘€ 310,63’ vervangen door ‘€ 320,85’.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. De hoogte van de aanvullende bekostiging in 2023 wordt vastgesteld op € 320,85 per leerling die op de teldatum staat ingeschreven in het derde of vierde leerjaar van de gemengde leerweg.

F

Artikel 8a komt te luiden:

Artikel 8a. Omhangbepaling

Deze regeling is gebaseerd op artikel 5.9, eerste lid, van de wet, artikel 2.2.3, derde lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs en artikel 6.1, vierde lid, van het Uitvoeringsbesluit WVO 2020.

ARTIKEL IV

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 augustus 2022.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs, A.D. Wiersma

TOELICHTING

Deze regeling bevat een wijziging van de Regeling bekostiging vo-scholen en samenwerkingsverbanden vo, de Regeling overgangsbekostiging vereenvoudiging bekostiging vo en de Regeling aanvullende bekostiging vo-scholen in uitzonderlijke omstandigheden.

Met deze wijzigingsregeling worden de bekostigingsbedragen geactualiseerd voor het kalenderjaar 2022 en 2023. Deze actualisatie vindt plaats op grond van de kabinetsbijdrage voor loon- en prijsontwikkeling in 2022.

Regeling bekostiging vo-scholen en samenwerkingsverbanden vo

In deze wijzigingsregeling is rekening gehouden met de wijzigingen die de Aanpassingsregeling WVO 2020 in samenhang met de Regeling van de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs van 15 maart 2022, nr. PO/FenV/31937769, houdende de verlenging van de termijn voor de leerlingentelling en aanpassing en intrekking van verschillende regelingen in verband met de vereenvoudiging bekostiging primair onderwijs (Wijzigingsregeling in verband met de vereenvoudiging bekostiging po) (Stcrt. 2022, 8090) eveneens met ingang van 1 augustus 2022 aan heeft gebracht in de Regeling bekostiging vo-scholen en samenwerkingsverbanden vo.

De Regeling bekostiging vo-scholen en samenwerkingsverbanden vo bepaalt de hoogte van de basisbekostiging van de scholen in het voortgezet onderwijs. De bedragen voor de kalenderjaren 2022 en 2023 in de Regeling bekostiging vo-scholen en samenwerkingsverbanden worden verhoogd met 3,29% op basis van de kabinetsbijdrage voor de loon- en prijsontwikkeling in 2022. Daarnaast wordt er éénmalig 0,16% incidentele loonontwikkeling voor 2021 in de tarieven van 2022 verwerkt.

Artikel 5 wordt gewijzigd omdat voor het lwoo/pro-bedrag naar samenwerkingsverbanden, het in mindering te brengen bedrag en het bedrag voor regionale ondersteuning in de wet sprake is van één totaalbedrag per leerling. Het onderscheid tussen personeel en materieel verdwijnt. Voor het lwoo/pro-bedrag voor scholen wordt in de wet op 1-8-2022 nog onderscheid gemaakt in een bedrag voor personeel en een bedrag voor exploitatie, dit wordt hersteld in volgende Verzamelwet. De bedragen voor personeel en exploitatie in dit eerste lid zijn dan opgeteld gelijk aan het bedrag in het tweede lid.

Regeling overgangsbekostiging vereenvoudiging bekostiging vo

De Regeling overgangsbekostiging vereenvoudiging bekostiging vo wordt gewijzigd in verband met de kabinetsbijdrage voor loon-en prijsontwikkeling in 2022.

Regeling aanvullende bekostiging vo-scholen in uitzonderlijke omstandigheden

De Regeling aanvullende bekostiging vo-scholen in uitzonderlijke omstandigheden bepaalt de hoogte van de aanvullende bekostiging van scholen in uitzonderlijke omstandigheden. De bedragen voor de kalenderjaar 2022 worden verhoogd vanwege de kabinetsbijdrage voor loon-en prijsontwikkeling in 2022. Voor de artikelen 4, 5 en 6 zijn de bedragen voor kalenderjaar 2023 toegevoegd. Daarnaast heeft een technische correctie plaatsgevonden in de definitie van de aanvullende bekostiging voor internationaal georiënteerd onderwijs (artikel 5). Per abuis was het Europees Baccalaureaat niet correct opgenomen in de definitie voor de aanvullende bekostiging. Dit onderwijs wordt gegeven tijdens de secundaire cyclus van het curriculum van de Europese school in Den Haag en is in principe voor leerlingen van 11 tot 18 jaar.

De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs, A.D. Wiersma

Naar boven