Regeling van de Minister voor Langdurige Zorg en Sport van 13 juni 2022, kenmerk, 3378859-1030558-MEVA, houdende wijziging van de Subsidieregeling bonus zorgprofessionals COVID-19 in verband met de wijziging van het verantwoordingsregime voor subsidies vanaf € 125.000 en het verlengen van de termijn voor de subsidievaststelling aan GGD voor de bonus 2021

De Minister voor Langdurige Zorg en Sport,

Gelet op artikel 3 van de Kaderwet VWS-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Subsidieregeling bonus zorgprofessionals COVID-19 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het onderdeel ‘jaarrekening’ vervalt.

2. Na het onderdeel ‘handelsregister’ wordt een nieuw onderdeel ingevoegd, luidende:

jaarverslaggeving:

het geheel van verslaggevingsdocumenten bestaande uit de jaarrekening en de andere informatie waarbij de andere informatie bestaat uit het bestuursverslag, de overige gegevens en eventueel andere financiële en niet-financiële informatie;

3. In het onderdeel ‘minister’, wordt ‘de Minister voor Medische Zorg’ vervangen door ‘de Minister voor Langdurige Zorg en Sport’.

B

In artikel 6, onderdeel c, wordt ‘in de jaarrekening’ vervangen door ‘in een bijlage in de andere informatie van de jaarverslaggeving’.

C

Artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het vierde lid komt te luiden:

  • 4. De zorgaanbieder legt rekening en verantwoording af aan de hand van een bijlage in de andere informatie van de jaarverslaggeving, overeenkomstig een door de minister vastgesteld en bekendgemaakt verantwoordingsprotocol.

2. Onder vernummering van het zesde lid tot het achtste lid, wordt een nieuw zesde en zevende lid ingevoegd, luidende:

  • 6. De minister kan een steekproef uitvoeren voorafgaand aan de vaststelling waarbij de in de steekproef geselecteerde zorgaanbieder wordt verzocht het rapport van feitelijke bevindingen van een accountant over te leggen.

  • 7. Het rapport van feitelijke bevindingen, als bedoeld in het zesde lid, wordt opgesteld overeenkomstig een door de minister vastgesteld en bekendgemaakt accountantsprotocol.

D

Artikel 15 wordt als volgt gewijzigd:

Onder vernummering van het derde lid tot het vierde lid, het vierde lid tot het vijfde lid en het vijfde lid tot het zesde lid, wordt een nieuw derde lid ingevoegd, luidende:

  • 3. In afwijking van het tweede lid, vraagt de GGD voor de bonus 2021 uiterlijk op 15 juli 2023 en na afloop van kalenderjaar 2022 de vaststelling van de subsidie aan door verantwoordingsinformatie aan de minister te verstrekken op de wijze bedoeld in het eerste lid.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 oktober 2020 met uitzondering van artikel I, onderdeel A, derde lid, en onderdeel D.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Langdurige Zorg en Sport, C. Helder

TOELICHTING

Algemeen

Het kabinet stelde in 2020 via de Subsidieregeling bonus zorgprofessionals COVID-19 (hierna: Subsidieregeling) een bonus van € 1.000 netto beschikbaar voor zorgprofessionals die een uitzonderlijke prestatie hebben verricht in de strijd tegen COVID-19 in de periode 1 maart 2020 tot 1 september 2020. De Subsidieregeling komt voort uit de breed aangenomen Kamermotie die de regering verzocht ‘de mogelijkheid te onderzoeken om de zorgverleners van wie nu extra inzet wordt gevraagd in de bestrijding van het coronavirus, als blijk van waardering, een bonus toe te kennen, en de Kamer over de uitkomst te informeren’. In 2021 stelde het kabinet opnieuw een bonus beschikbaar als waardering voor het verrichten van een uitzonderlijke prestatie van ten hoogste € 500 netto, ditmaal voor werkzaamheden verricht in de periode 1 oktober 2020 tot 15 juni 2021. Voor de bonus 2021 is een subsidieplafond gehanteerd van € 720 miljoen. Rekening houdend met het aantal aanvragen is het definitieve bonusbedrag op € 384,71 netto vastgesteld.

Zorgaanbieders konden voor de voor hen werkzame zorgprofessionals bij de Dienst Uitvoering Subsidies aan Instellingen (hierna: DUS-i) subsidie aanvragen voor de bonussen. Budgethouders konden een bonus aanvragen voor de voor hen werkzame pgb-zorgverleners bij de Sociale Verzekeringsbank (hierna: SVB). De verrichte werkzaamheden werden bekostigd uit de Wmo 2015, Jeugdwet of Wlz.

Met deze regeling (hierna: wijzigingsregeling) wordt een wijziging doorgevoerd in de Subsidieregeling.

Met de wijziging wordt het verantwoordingsregime voor subsidies vanaf € 125.000 aangepast. De Subsidieregeling gaf daarbij aan dat de bijlage bij de jaarrekening vergezeld moet gaan van een verklaring en het verslag van feitelijke bevindingen van een accountant overeenkomstig een door de minister vastgesteld accountantsprotocol. Overleg met de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA) en de Auditdienst Rijk (ADR) heeft opgeleverd dat voor deze subsidieregeling een eenmalige uitzondering wordt gemaakt in de controlewijze. Met deze eenmalige uitzondering worden de controlelasten voor zorgaanbieders in de COVID-19-periode beperkt.

Geconcludeerd is dat door enkele aanpassingen in dit artikel een beter evenwicht wordt bereikt tussen de gewenste verantwoording en controle enerzijds en de administratieve last anderzijds, gezien de exceptionele COVID-19-periode waarin de subsidieregeling is benut.

De jaarverslaggeving bestaat uit de jaarrekening en de andere informatie waarbij de andere informatie bestaat uit het bestuursverslag, de overige gegevens en eventueel andere financiële en niet-financiële informatie. Met deze wijziging legt de zorgaanbieder rekening en verantwoording af aan de hand van een bijlage in de andere informatie van de jaarverslaggeving, overeenkomstig een door de minister vastgesteld en bekendgemaakt verantwoordingsprotocol. De aanpassingen in de Subsidieregeling, tezamen met het verantwoordingsprotocol, verduidelijken hoe de verantwoording door zorgaanbieders moet worden gedaan.

De wijze van verantwoording sluit aan bij de stukken die jaarlijks al worden opgesteld in het kader van de jaarrekeningcontrole. Gezien de omvang van de zorgaanbieders die een subsidie vanaf € 125.000 ontvangen, namelijk een omvang van in ieder geval meer dan 72 werkzame personen, rust op hen reeds de verplichting op grond van het Burgerlijk Wetboek een jaarrekening op te stellen met een daarbij horende accountantscontrole. De accountant kan bij deze jaarlijkse controle het oordeel over de bestede gelden in het kader van de subsidie meenemen in het controleproces van de jaarrekening. Dat brengt een verlichting van de uitvoeringslast voor de zorgaanbieder met zich mee, omdat er niet om een apart accountantsproduct gevraagd wordt. Er is een verantwoordingsprotocol opgesteld en bekendgemaakt door de minister.

De accountant controleert of beoordeelt de subsidie en de gemaakte kosten van de bonusregeling in het kader van de controle of de beoordeling van de jaarrekening met de bij de jaarrekening behorende materialiteit. Ten aanzien van de hierboven beschreven bijlage in de jaarverslaggeving zal de accountant derhalve uitsluitend die werkzaamheden uitvoeren die beschreven zijn in Standaard 720 ‘De verantwoordelijkheden van de accountant met betrekking tot andere informatie’. Conform paragraaf 8 van deze standaard bestaan deze werkzaamheden hierdoor niet uit de controle of de beoordeling van de bijlage.

De minister kan vervolgens steekproefsgewijs de verantwoording inzake de werkelijke kosten nader (laten) onderzoeken. In het kader van de steekproef verzoekt de minister aan de zorgaanbieder een rapport van feitelijke bevindingen van een accountant te overleggen. In de praktijk zal het veelal de vaste accountant van de zorgaanbieder zijn, die het rapport van feitelijke bevindingen opstelt. Deze accountant zal specifieke controlewerkzaamheden verrichten en daarover rapporteren in het rapport van feitelijke bevindingen. Er wordt daartoe een apart accountantsprotocol opgesteld en bekendgemaakt door de minister. De zorgaanbieder kan door de accountant worden gevraagd om een deel van de administratie te overleggen waaruit blijkt dat de zorgaanbieder de bonus aan de zorgprofessionals heeft uitgekeerd en de belasting als eindheffingsbestanddeel is aangewezen. De accountant zal ook controleren of deze zorgprofessionals binnen de inkomensnormen van artikel 11, eerste lid, vallen (niet meer dan tweemaal modaal verdienen), conform de toelichting die daarvoor in de Handreiking is opgenomen, die aan zorgaanbieders ter beschikking is gesteld ten behoeve van de subsidieaanvraag op grond van de Subsidieregeling. De accountant kan een belastingaangifte loonheffing van de zorgaanbieder opvragen, net als salarisstroken betreffende zorgprofessionals, bankafschriften van de zorgaanbieder en facturen voor de inzet van ingehuurde derden.

Daarnaast wordt met deze wijziging de termijn waarbinnen de GGD-en de subsidievaststelling voor de bonus 2021 dienen aan te vragen gewijzigd. In artikel 15, tweede lid, van de Subsidieregeling is geregeld dat de GGD uiterlijk op 15 juli na afloop van het kalenderjaar waarin de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend zijn verricht, de vaststelling van de subsidie aanvraagt door verantwoordingsinformatie aan de minister te verstrekken. De termijn wordt gewijzigd, omdat is gebleken dat de benodigde informatie om subsidie verleend op grond van de Subsidieregeling ten behoeve van bonus 2021 te verantwoorden middels de Single Informatie, Single Audit (SISA methodiek) niet in de SISA-verantwoordingslijst voor verslagjaar 2021 is opgenomen.

Artikelsgewijs

ARTIKEL I

Onderdeel A

Onderdeel A voorziet in de toevoeging van een nieuw begrip, namelijk de jaarverslaggeving. Met de jaarverslaggeving wordt bedoeld het geheel van verslaggevingsdocumenten bestaande uit de jaarrekening en de andere informatie waarbij de andere informatie bestaat uit het bestuursverslag, de overige gegevens en eventueel andere financiële en niet-financiële informatie. De termen ‘jaarrekening’ en ‘jaarverslaggeving’ worden in de praktijk veel als synoniem voor elkaar worden gebruikt terwijl wettelijk een strikt onderscheid tussen deze begrippen bestaat. De bijlage die als verantwoording voor de bonus dient te worden toegevoegd wordt in de andere informatie opgenomen en vormt daarmee een onderdeel van de jaarverslaggeving.

Door toevoeging van het onderdeel jaarverslaglegging is het onderdeel jaarrekening komen te vervallen.

Daarnaast is de begripsbepaling van minister aangepast, aangezien sinds het aantreden van het huidige kabinet, de Minister voor Langdurige Zorg en Sport verantwoordelijk is voor de Subsidieregeling.

Onderdeel B

Met dit onderdeel wijzigt sub c van artikel 6. Hierin wordt voor subsidies vanaf € 125.000 de wijze van subsidieverstrekking geregeld. De wijziging houdt in dat voor het afleggen van de rekening en verantwoording verwezen wordt naar een bijlage in de andere informatie van de jaarverslaggeving. Deze wijziging hangt samen met onderdeel C.

Onderdeel C

Onderdeel C wijzigt het vierde lid van artikel 14 en voegt een nieuw zesde en zevende lid in.

Met het nieuwe zesde lid wordt het afleggen van rekening en verantwoording gewijzigd voor zorgaanbieders die subsidie ontvangen op grond van de Subsidieregeling. Het gaat daarbij specifiek om verantwoording over subsidies vanaf € 125.000. Deze groep legt rekening en verantwoording af aan de hand van een bijlage in de andere informatie van de jaarverslaggeving, volgens een door de minister vastgesteld en bekendgemaakt verantwoordingsprotocol. Dit laatste is in lid 7 opgenomen.

Met deze verantwoording toont de zorgaanbieder aan dat de te subsidiëren activiteiten hebben plaatsgevonden, overeenkomstig de aan de subsidie verbonden verplichtingen.

Door deze wijziging wordt een beter evenwicht bereikt tussen de gewenste verantwoording en controle enerzijds en de administratieve last anderzijds, gezien de exceptionele COVID-19-periode waarin de subsidieregeling is benut.

Het zesde lid en zevende lid maken duidelijk dat de minister een steekproef kan uitvoeren en dat de minister van de geselecteerde zorgaanbieder een, door een accountant opgesteld, rapport van feitelijke bevindingen opvraagt. In het nog op te stellen en bekend te maken accountantsprotocol worden de door de accountant te verrichten controlewerkzaamheden gespecificeerd waarover de accountant dient te rapporteren. Dit houdt ook in dat de accountant verschillende zaken van de zorgaanbieder kan opvragen, zoals aangiften loonheffing van de zorgaanbieder, salarisstroken of andere documenten waaruit de inschaling van de zorgprofessionals blijkt, bankafschriften van de zorgaanbieder en facturen voor de inzet van ingehuurde derden-zorgprofessionals.

Er zal aldus bijvoorbeeld gecontroleerd worden of de zorgaanbieder de bonus aan de zorgprofessionals heeft uitgekeerd en de belasting als eindheffingsbestanddeel is aangewezen, of de zorgprofessionals binnen de inkomensnormen van artikel 11, eerste lid, vallen (niet meer dan tweemaal modaal verdienen) en of de zorgprofessionals in de referteperiode werkzaam waren voor de zorgaanbieder.

Onderdeel D

Onderdeel D wijzigt artikel 15 en voegt een nieuw derde lid in. Artikel 15 betreft de subsidievaststelling aan GGD-en. In artikel 15, tweede lid, van de Subsidieregeling is geregeld dat de GGD uiterlijk op 15 juli na afloop van het kalenderjaar waarin de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend zijn verricht, de vaststelling van de subsidie aanvraagt.

Gebleken is dat de benodigde informatie om subsidie verleend op grond van de Subsidieregeling ten behoeve van bonus 2021 te verantwoorden middels de Single Informatie, Single Audit (SISA methodiek) niet in de SISA-verantwoordingslijst voor verslagjaar 2021 is opgenomen. Hierdoor is het voor GGD-en die subsidie verleend hebben gekregen op grond van de subsidieregeling ten behoeve van bonus 2021 niet mogelijk om deze subsidie in 2022 over verslagjaar 2021 middels de SISA-methodiek te verantwoorden. Verantwoording van de verleende subsidie is echter noodzaak voor een rechtmatige uitvoering van de Subsidieregeling. De benodigde verantwoordingsinformatie wordt opgenomen in de SISA-verantwoordingslijst 2022, zodat deze GGD-en volgend jaar alsnog de ten behoeve van bonus 2021 verleende subsidie kunnen verantwoorden. Om deze reden wordt de uiterlijke verantwoordingsdatum voor GGD-en met een jaar verschoven naar uiterlijk 15 juli 2023.

ARTIKEL II

In afwijking van de systematiek van vaste verandermomenten bij regelgeving en van de publicatietermijn als opgenomen in aanwijzing 4.17 van de Aanwijzingen, treedt deze wijzigingsregeling in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Hiervoor is gekozen omdat de wijziging zo spoedig mogelijk gevolg moet hebben vanwege de noodzaak om zorgaanbieders die de aan hen verleende subsidie in 2022 moeten verantwoorden zo spoedig mogelijkheid duidelijkheid te verschaffen over de wijze van verantwoording.

De onderhavige wijzigingsregeling werkt terug tot en met 1 oktober 2020. Dat hangt samen met de louter begunstigende werking van de aanpassing van de regeling en het belang dat dit toegepast kan worden bij de verantwoording van zowel de bonus 2020 als de bonus 2021. Artikel I, onderdeel A, derde lid, de nieuwe begripsbepaling van de minister, werkt niet terug. Artikel I, onderdeel D werkt niet terug, omdat er tot op heden geen verantwoordingen over bonus 2021 door GGD-en zijn ingediend.

De Minister voor Langdurige Zorg en Sport, C. Helder

Naar boven