Aanwijzing van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 13 juni 2022, kenmerk 1030460-3378059-PZo, op grond van artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg, inzake de vaststelling van integrale prestatiebeschrijvingen voor de geboortezorg

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg;

Na op 21 maart 2022 schriftelijk mededeling te hebben gedaan aan de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal (Kamerstukken I 2021–22, 32 279, C en Kamerstukken II 2021–21, 32 279, nr. 221) als bedoeld in artikel 8 van de Wet marktordening gezondheidszorg;

Gezien de inbreng op 31 maart 2022 van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport voor het verslag van een schriftelijk overleg (Kamerstukken II 2021–21, 32 279, nr. 222) en het Tweeminutendebat Passende bekostiging integrale geboortezorg op 24 mei 2022 en de stemming over de motie (Kamerstukken II 2021–21, 32 279, nr. 224) op 31 mei 2022.

Besluit:

Artikel 1 Definities

In deze aanwijzing wordt verstaan onder:

wet:

Wet marktordening gezondheidszorg;

zorgautoriteit:

Nederlandse Zorgautoriteit, genoemd in artikel 3 van de wet.

Artikel 2 Werkingssfeer

Deze aanwijzing is van toepassing op geboortezorg. Deze zorg omvat:

  • a. geneeskundige zorg als omschreven bij of krachtens artikel 2.4 Besluit zorgverzekering, hierbij gaat het om:

    • obstetrische zorg met uitzondering van high care obstetrische zorg, geavanceerd ultrageluid onderzoek en niet invasieve prenatale test (NIPT) voor hoog-risico zwangeren;

    • antenatale consultatieve kindergeneeskundige zorg;

    • eerstelijnsdiagnostiek voor zover die samenhangt met de zorgvraag van de cliënt en

    • verloskundige zorg, uitgezonderd preconceptiezorg.

  • b. kraamzorg als omschreven bij of krachtens artikel 2.11 Besluit zorgverzekering.

Artikel 3 Prestatiebeschrijvingen en tarieven

De zorgautoriteit stelt met ingang van 1 januari 2023 integrale prestatiebeschrijvingen met een vrij tarief vast. Deze prestatiebeschrijvingen komen naast de al bestaande reguliere monodisciplinaire prestatiebeschrijvingen voor de geboortezorg.

Artikel 4 Financieel kader en macrobeheersbaarheid

De uitgaven voor de geboortezorg, bedoeld in artikel 2, komen ten laste van de macrokaders medisch-specialistische zorg, verloskunde en kraamzorg. Deze kosten worden verdeeld over deze drie kaders. Voor het kader medisch-specialistische zorg geldt een macrobeheersinstrument (Stcrt. 2014, 14914).

Van deze aanwijzing wordt mededeling gedaan door plaatsing met de toelichting in de Staatscourant.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.J. Kuipers

TOELICHTING

Algemeen

Kenmerkend voor de integrale geboortezorg is dat de kraamzorg, verloskundigen en de gynaecologen samenwerken. De integrale bekostiging van de geboortezorg heeft onder meer tot doel deze benodigde samenwerking te faciliteren en te bevorderen. In 2017 is daarom het experiment integrale bekostiging geboortezorg gestart. Binnen dit experiment zijn integrale multidisciplinaire prestaties ontwikkeld, die alleen door een samenwerkingsverband kunnen worden geleverd én gedeclareerd. Het gaat hier dus ook om een andere organisatie van zorg. Een voorbeeld van een samenwerkingsverband is een integrale geboortezorgorganisatie. Dit experiment eindigde per 1 januari 2022. Tijdens het VAO op 25 februari 2021 is echter een motie aangenomen die zag op het verlengen van het huidige experiment integrale bekostiging van integrale geboortezorg.1 Mijn ambtsvoorganger heeft in overeenstemming met de wens van de Tweede Kamer deze motie uitgevoerd door destijds geen aanwijzing aan de zorgautoriteit te geven. Met deze aanwijzing zou de integrale bekostiging van de geboortezorg vanaf 2022 tenslotte deel uit gaan maken van de reguliere bekostiging. De zorgautoriteit heeft hierop vervolgens gebruik gemaakt van haar zelfstandige bevoegdheid om het experiment te verlengen tot 2023.2

Ik heb in maart 2022 beide Kamers geïnformeerd over mijn voornemen de zorgautoriteit de opdracht te geven om per 2023 het experiment op te nemen in de reguliere bekostiging.3 Hierbij heb ik aangegeven dat ik kies voor een tweesporenbeleid. Dit betekent dat ook de monodisciplinaire bekostigingswijze blijft bestaan en dat samen met de geboortezorgpartijen wordt gewerkt aan de doorontwikkeling van een passende bekostiging van integrale geboortezorg.

Met deze aanwijzing draag ik de zorgautoriteit op beleidsregels vast te stellen met betrekking tot integrale prestatiebeschrijvingen met een vrij tarief voor de geboortezorg. Vanaf 2023 zijn dan via de reguliere bekostiging voor de geboortezorg in ieder geval de volgende twee vormen van bekostiging mogelijk:

  • monodisciplinaire prestatiebeschrijvingen met maximumtarieven voor verloskundige zorg respectievelijk kraamzorg en vrije tarieven4 voor de medisch-specialistische zorg;

  • integrale prestatiebeschrijvingen met vrije tarieven voor de geboortezorg geleverd door de genoemde disciplines samen.

Artikelsgewijs

Artikel 2

Dit artikel regelt de werkingssfeer. Deze aanwijzing ziet op integrale geboortezorg. Het gaat hierbij om multidisciplinaire zorg die door de gynaecoloog, verloskundige en de kraamzorg gezamenlijk wordt geleverd en gedeclareerd. De zorgautoriteit neemt voor het vaststellen van de integrale prestatiebeschrijvingen de prestatiebeschrijvingen zoals deze nu zijn opgenomen in het experiment als uitgangspunt.5 De zorgautoriteit heeft de mogelijkheid om in overleg met de betrokken zorgaanbieders en zorgverzekeraars de prestatiebeschrijvingen aan te passen en door te ontwikkelen.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.J. Kuipers


X Noot
1

Motie d.d. 25 februari 2021, Van Gerven en Bergkamp – 29323-151.

X Noot
2

Op basis van artikel 58, vijfde lid van de Wet marktordening gezondheidszorg.

X Noot
3

Kamerstukken I 2021–22, 32 279, C en Kamerstukken II 2021–21, 32 279, nr. 221.

X Noot
4

Wanneer het gaat om prenatale screening uit de categorie ‘ozp overige verrichtingen’ wordt aangesloten bij de tarieven voor de eerstelijnszorg, zie de Beleidsregel prestaties en tarieven medisch-specialistische zorg – BR/REG-22114a.

X Noot
5

Beleidsregel integrale geboortezorg – BR/REG-22100.

Naar boven