Regeling van De Nederlandsche Bank N.V. van 16 juni 2022 houdende wijziging van de Regeling Oversight goede werking betalingsverkeer

De Nederlandsche Bank N.V.;

Na raadpleging van de betrokken representatieve organisaties;

Gelet op artikel 3:17, tweede lid, aanhef en onderdeel e, van de Wet op het financieel toezicht en artikel 26b, van het Besluit prudentiële regels Wft;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling Oversight goede werking betalingsverkeer wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a, wordt ‘Betalingsverkeer: het geheel van betaalinstrumenten, betaaldiensten, betalingstransacties, procedures en betaalsystemen ter facilitering van de geldcirculatie’ vervangen door ‘Retail betalingsverkeer: het geheel van betaalinstrumenten, betaaldiensten, betalingstransacties, procedures en betaalsystemen ter facilitering van de geldcirculatie, voor zover het gaat om particuliere transacties’.

2. Onderdeel b, komt te vervallen.

3. Onderdeel c wordt verletterd naar onderdeel b.

4. Onderdeel d wordt verletterd naar onderdeel c.

5. Een onderdeel d wordt toegevoegd, dat komt te luiden: Particuliere transacties: transacties geïnitieerd door natuurlijke personen niet handelend in kader van beroep of bedrijf.

B

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

• 1. Deze regeling ziet op het retail betalingsverkeer binnen Nederland, voor zover instellingen via giraal betalingsverkeer betaalinstrumenten als bedoeld in artikel 1:1 Wft aan hun klanten aanbieden.

2. In het tweede lid, wordt ’60 miljoen’ vervangen door ‘120 miljoen’ en wordt ‘betalingstransacties’, vervangen door ‘particuliere transacties’.

C

‘Hoofdstuk 2. De goede werking van het betalingsverkeer’ wordt vervangen door ‘Hoofdstuk 2. De goede werking van het retail betalingsverkeer’.

D

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

In artikel 4, eerste en tweede lid, wordt ‘betalingsverkeer’ vervangen door ‘retail betalingsverkeer’.

E

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

In artikel 5 wordt ‘het betalingsverkeer’ vervangen door ‘het retail betalingsverkeer’.

F

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, wordt ‘het betalingsverkeer’ vervangen door ‘het retail betalingsverkeer’.

2. In het vijfde lid wordt 'het betalingsverkeer' vervangen door 'het retail betalingsverkeer'.

3. Het tweede en vierde lid komen te vervallen.

4. Het derde, vijfde en zesde lid worden vernummerd naar het tweede, derde en vierde lid.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Amsterdam, 16 juni 2022

De Nederlandsche Bank N.V., O.C.H.M. Sleijpen

TOELICHTING

Algemeen

De Regeling Oversight goede werking betalingsverkeer (ROgwb) is ruim zes jaar geleden ingevoerd. Met de ROgwb is beoogd het vertrouwen in het betalingsverkeer te waarborgen en maatschappelijke onrust door verstoringen te voorkomen. Sinds de implementatie van de regeling is het betaallandschap zowel in omvang als producten gewijzigd en zijn er nieuwe Europese wetgevingsinitiatieven geweest, zoals PSD II en DORA. In de deze omstandigheden is de ROgwb opnieuw tegen het licht gehouden. De evaluatie van de ROgwb heeft geleid tot een aantal wijzigingen en verduidelijkingen, die hierna artikelsgewijs worden toegelicht.

De concepttekst van de onderhavige regeling is geconsulteerd met de partijen waarop de regeling van toepassing is. De input van deze partijen is in aanmerking genomen.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1

In artikel 1 is tot uitdrukking gebracht dat de ROgwb betrekking heeft op het retail betalingsverkeer. Dit was al tot uitdrukking gebracht in de Q&A bij de ROgwb. Met deze aanscherping is geen inhoudelijke wijziging beoogd. In dat verband is ook de definitie van particuliere transacties opgenomen. Dit zijn transacties geïnitieerd door particulieren. Hiermee worden die gevallen bedoeld waarin een particulier het initiatief neemt om een betaling op een bepaalde manier te verrichten.

Daarnaast komt de definitie van ‘hogevraagtijdvak’ te vervallen in verband met de wijziging van artikel 6 ROgwb (zie hierna). In de Q&A bij de ROgwb wordt dit begrip als volgt ingevuld, waarbij tevens een inconsistentie ten aanzien van het hogevraagtijdvak met betrekking tot iDEAL is weggenomen:

‘Voor POS-betalingen is het hogevraagtijdvak het deel van een dag voor 00:30 uur en na 06:00 uur. Voor het product iDEAL is het hogevraagtijdvak het deel van de dag voor 01:00 uur en na 06:30 uur.’

Artikel 2

Met het oog op de sterke groei van de omvang van het betalingsverkeer is de ondergrens opnieuw vastgesteld op 120 miljoen girale particuliere transacties per jaar. Hierdoor zal het toezicht op de naleving van de ROgwb gericht kunnen worden op de partijen die gezamenlijk het belangrijkste deel van het totale binnenlandse transactievolume representeren.

Artikel 6

Met de ROgwb is beoogd het vertrouwen in het betalingsverkeer te waarborgen en maatschappelijke onrust door verstoringen te voorkomen. Om dit te bereiken, rust op de instelling de verplichting om de operationele risico’s inzake het betalingsverkeer adequaat te beheersen. Een instelling maakt daarbij gebruik van systemen, beleid en beheersmaatregelen die risico’s signaleren en de impact van risico’s beperken. Een instelling stuurt aan op het tijdig voortzetten van haar bedrijfsvoering en dienstverlening en op tijdig herstel indien sprake is van onderbreking daarin. De systemen zijn zo ingericht dat deze een hoog niveau van beschikbaarheid en veiligheid waarborgen.

Het hoge niveau van beschikbaarheid werd bij de invoering van de ROgwb ingevuld door een numerieke beschikbaarheidsnorm van 99,88% voor tijdkritische betalingen (o.b.v. een groeipad) en een maximaal hersteltijd van twee uur voor niet-tijdkritische betalingen. Het is gebleken dat deze numerieke beschikbaarheidsnorm niet altijd recht doet aan de complexiteit in het betalingsverkeer.

Het is opportuun om een andere invulling te geven aan het toezicht op de naleving van artikel 6 van de ROgwb. Hierbij dient leidend te zijn of de instellingen hun operationele risico’s inzake het betalingsverkeer afdoende beheersen en of hun systemen op dusdanige manier zijn ingericht dat een hoog niveau van beschikbaarheid en veiligheid wordt gewaarborgd. Tegen deze achtergrond is besloten om tot op zekere hoogte afstand te doen van de numerieke beschikbaarheidsnorm. De numerieke beschikbaarheidsnorm wordt overgeheveld naar de Q&A bij de ROgwb. De insteek is dat de numerieke norm als ijkpunt wordt gebruikt bij de beoordeling of een instelling heeft voldaan aan het bepaalde in artikel 6, eerste lid, ROgwb. Indien het gestelde beschikbaarheidspercentage niet wordt gehaald, kan DNB hierin aanleiding zien om nader onderzoek in te stellen om vast te stellen of een overtreding is begaan.