|
5.1
|
artikel 2.2, tiende lid, onder r,
artikel 2.8, eerste lid, onder c, en
artikel 2.25 van de Wet dieren in samenhang
met artikel 4.3, eerste lid, van het Besluit diergeneesmiddelen 2022
|
Ongeoorloofd toepassen
Het verbod op het toepassen van diergeneesmiddel(en) die substanties met
hormonale werking, thyreostatische werking of ß-agonisten bevat(ten), terwijl
dit aan een dierenarts is voorbehouden.
|
|
5.2
|
artikel 106, eerste lid, van verordening 2019/6
|
Onjuist toepassen door dierenarts
Het verbod op gebruik door een dierenarts van diergeneesmiddelen in strijd
met de voorschriften voor het in de handel brengen van het
diergeneesmiddel.
|
|
5.3
|
artikel 2.9 van het Besluit houders van dieren
|
Toedienen groeibevorderaars
Het verbod om hormonen en beta-agonisten toe te dienen aan
landbouwhuisdieren en aquacultuurdieren.
|
|
5.4
|
artikel 2.2, vijfde lid, van de Wet dieren
|
Houden behandelde dieren
De verplichting om alleen landbouwhuisdieren op het bedrijf te houden die
zijn behandeld volgens de regels van de diergeneesmiddelenwetgeving.
|
|
5.5
|
artikel 5.3, lid 1, aanhef en onderdelen a, b en d van de Regeling
diergeneesmiddelen 2022
|
Handel
Het verbod om landbouwhuisdieren, verwerkte producten of vlees van dieren
waaraan op enigerlei wijze stoffen met thyreostatische, oestrogene, androgene
of gestagene werking alsmede beta-agonisten zijn toegediend, in de handel te
brengen.
|