Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Financiën | Staatscourant 2022, 16180 | ander besluit van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Financiën | Staatscourant 2022, 16180 | ander besluit van algemene strekking |
Directoraat-generaal Belastingdienst/Corporate Dienst Vaktechniek
Besluit van 23 juni 2022, nr. 2022-166914
De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.
Dit besluit bevat beleid met betrekking tot diplomatieke vrijstellingen van omzetbelasting, accijns, belasting op personenauto's en motorrijwielen, motorrijtuigenbelasting, overdrachtsbelasting, energiebelasting en opslag duurzame energie- en klimaattransitie en belasting op leidingwater.
Voor de toepassing van dit besluit worden de volgende begrippen en afkortingen gehanteerd:
Adr |
Algemene douaneregeling |
ATB-personeel |
Administratief, technisch en bedienend personeel |
AWR |
Algemene wet inzake rijksbelastingen |
DPG |
Directie Protocol en Gastlandzaken van het Ministerie van Buitenlandse Zaken |
EER |
Europese Economisch Ruimte |
EU |
Europese Unie |
Functionarissen |
Functionarissen van internationale organisaties |
Internationale overeenkomsten |
Zetelverdragen en briefwisselingen |
PROBAS |
Protocollaire Basisadministratie |
Team IFB |
Team Internationale Fiscale Behandeling van de Belastingdienst |
UrA |
Uitvoeringsregeling accijns |
UrAWR |
Uitvoeringsregeling Algemene wet inzake rijksbelastingen 1994 |
Vertegenwoordigingen |
Diplomatieke en consulaire vertegenwoordigingen van andere staten in Nederland |
Vertegenwoordigers |
Leden van vertegenwoordigingen |
WA |
Wet op de accijns |
De artikelen 32 tot en met 40 UrAWR bevatten een aantal belastingvrijstellingen voor ambassades, consulaten, internationale organisaties, militaire begraafplaatsen, vertegenwoordigers en functionarissen. Deze vrijstellingen zijn gebaseerd op artikel 39 AWR.
In dit besluit, dat dient ter vervanging van Besluit IFZ2002/1208M van 21 januari 2003, worden verschillende vrijstellingen nader uitgewerkt. Dit besluit heeft hoofdzakelijk een toelichtend karakter. Er is niet beoogd de vrijstellingen te verruimen, tenzij dit uitdrukkelijk is aangegeven.
In dit besluit wordt een onderscheid gemaakt tussen de vrijstellingen die gelden voor het officieel gebruik: het gebruik door de vertegenwoordigingen of internationale organisaties zelf, en de vrijstellingen voor het persoonlijk gebruik: het gebruik door de vertegenwoordigers of de functionarissen. Daarbij wordt ingegaan op de algemene voorwaarden voor, alsmede op een aantal andere van belang zijnde aspecten van de vrijstellingen. Verder worden enkele procedurele aspecten toegelicht.
De belangrijkste wijzigingen ten opzichte van besluit IFZ2002/1208M betreffen de volgende onderdelen:
• Onderdeel 3.1, tweede alinea: uitzondering op de nationaliteitseis op basis van het EU recht.
• Onderdeel 3.4: studerende kinderen worden aangemerkt als inwonend.
• Onderdeel 4: nadere toelichting op het officieel gebruik.
• Onderdeel 5.3.7: nadere toelichting met betrekking tot vrijgestelden uit een andere EU-lidstaat.
• Onderdeel 7.3: verduidelijking met betrekking tot het vervallen van de vrijstelling van belasting van personenauto’s en motorrijwielen.
De overige wijzigingen zijn van redactionele of verduidelijkende aard.
De vrijstellingen die aan bepaalde internationale organisaties en hun functionarissen zijn toegekend, vinden hun basis in internationale overeenkomsten. In dit besluit worden deze vrijstellingen in algemene termen beschreven. Individuele regelingen kunnen afwijkingen daarvan bevatten.
In dit besluit wordt waar nodig verwezen naar de in de artikelen 7:8 tot en met 7:14 Adr opgenomen vrijstellingen van rechten bij invoer. Op deze vrijstellingen wordt in dit besluit echter niet nader ingegaan.
In dit besluit wordt verder niet ingegaan op vrijstellingen van inkomstenbelasting, loonbelasting en kansspelbelasting, alsmede de per 1 april 2018 in de UrAWR opgenomen belastingvrijstellingen ten aanzien van buitenlandse NAVO-strijdkrachten en personeelsleden daarvan.
Binnen de Belastingdienst is de fiscale behandeling van vertegenwoordigingen, vertegenwoordigers, internationale organisaties en functionarissen en daarmee de toepassing van de diplomatieke vrijstellingen ondergebracht bij Team Internationale Fiscale Behandeling in Den Haag.
Dit team is bereikbaar via: particulieren.ifb.bijzondere.kentekens@belastingdienst.nl voor vragen gerelateerd aan motorrijtuigen en via ifb.diplomatieke.privileges@belastingdienst.nl voor overige vragen.
De betrokken directie van het Ministerie van Buitenlandse Zaken is de Directie Protocol en Gastlandzaken.
Deze directie is bereikbaar via: DPG@minbuza.nl.
Bepaalde vrijstellingen worden slechts verleend indien het land waaruit een vertegenwoordiging of vertegenwoordiger afkomstig is, een vergelijkbare vrijstelling verleent aan Nederlandse vertegenwoordigingen of vertegenwoordigers die in dat land verblijven. In dat verband wordt gesproken over wederkerigheid.
De DPG toetst de wederkerigheid per land. Landen waarbij sprake is van wederkerigheid worden op de zogenoemde A-lijst geplaatst, de andere landen op de B-lijst. Vertegenwoordigingen en vertegenwoordigers van een land op de A-lijst kunnen aanspraak maken op de vrijstellingen die zijn opgenomen in het A-pakket (het Wenen-pluspakket). Vertegenwoordigingen en vertegenwoordigers van een land op de B-lijst kunnen aanspraak maken op de vrijstellingen die zijn opgenomen in het B-pakket (het Wenen-sec pakket). In bijlage I bij dit besluit is een omschrijving van beide pakketten opgenomen met verwijzingen naar de relevante wettelijke bepalingen.
Functionarissen van internationale organisaties hebben de AO- of de BO-status. Voor functionarissen met de AO-status wordt aan de voorwaarde van wederkerigheid geacht te zijn voldaan. Ten aanzien van functionarissen met de BO-status is dit niet het geval. Ten aanzien van de internationale organisaties zelf speelt wederkerigheid geen rol. In de betreffende internationale overeenkomst is expliciet vastgelegd op welke vrijstellingen de internationale organisatie recht heeft.
De eis van wederkerigheid speelt in relatie tot de volgende belastingmiddelen en situaties:
Omzetbelasting:
De eis van wederkerigheid geldt voor de vrijstelling van omzetbelasting. Ten aanzien van prestaties in verband met officiële gebouwen gelden afwijkende regels, zie hiervoor nader paragraaf 5.2.3.
Energiebelasting en opslag duurzame energie en klimaattransitie en belasting op leidingwater:
De vrijstellingen van energiebelasting en opslag duurzame energie en belasting op leidingwater worden verleend indien er voor de betreffende producten ook een vrijstelling van omzetbelasting wordt verleend. Daarmee speelt de eis van wederkerigheid ook ten aanzien van deze belastingen.
Accijns:
De vrijstelling van accijns op alcohol en tabak wordt verleend indien de desbetreffende vrijgestelde ter zake in aanmerking komt voor vrijstelling van belastingen bij invoer. Hierdoor is de wederkerigheidseis van de invoervrijstelling voor deze producten, mede van toepassing op de vrijstelling van accijns. Zoals bekendgemaakt in Stcrt. 2021, 48636 wordt de invoervrijstelling op tabak, en daarmee ook de vrijstelling van accijns op tabak per 1 januari 2023 afgeschaft.
Belasting van personenauto’s en motorrijwielen en Motorrijtuigenbelasting:
De eis van wederkerigheid geldt met betrekking tot de belasting op personenauto's en motorrijwielen en de motorrijtuigenbelasting slechts voor particuliere bedienden.
Overdrachtsbelasting:
De eis van wederkerigheid geldt ten aanzien van de vrijstelling van overdrachtsbelasting indien de betreffende onroerende zaak is bestemd voor bewoning door andere vertegenwoordigers dan het hoofd van de vertegenwoordiging.
Op grond van een internationale overeenkomst kunnen aan functionarissen van internationale organisaties dezelfde fiscale privileges zijn verleend als aan vertegenwoordigers van vergelijkbare rang van buitenlandse vertegenwoordigingen in Nederland. De op vertegenwoordigers van toepassing zijnde voorwaarden en procedures worden overeenkomstig toegepast. De vrijstellingen zijn, net als bij vertegenwoordigers, van overeenkomstige toepassing op inwonende gezinsleden van deze functionarissen.
Functionarissen hebben de AO- of de BO-status. Functionarissen met de AO-status worden gelijkgesteld aan vertegenwoordigers van landen op de A-lijst. Functionarissen met de BO-status worden in beginsel gelijkgesteld aan het ATB-personeel van een vertegenwoordiging op de B-lijst.
Particuliere bedienden in dienst van functionarissen komen niet in aanmerking voor diplomatieke vrijstellingen.
Ten aanzien van functionarissen van bepaalde internationale organisaties kunnen op basis van de van toepassing zijnde internationale overeenkomst, afwijkende regels gelden.
De vrijstellingen worden voorwaardelijk verleend. Dat houdt in dat een vrijstelling vervalt bij het niet meer voldoen aan de voorwaarden. Van niet meer voldoen aan de voorwaarden is bijvoorbeeld sprake als met een vrijstelling verkregen goederen worden geschonken, uitgeleend, verhuurd of verkocht, of anderszins voor commerciële doeleinden worden gebruikt. Dit geldt ook wanneer de goederen worden gebruikt voor samenvoeging tot een van de vrijstelling uitgesloten goed. Ten aanzien van diensten vervalt de vrijstelling, wanneer de dienst ten goede komt aan een ander dan de betrokken vertegenwoordiging of internationale organisatie.
Bij het vervallen van een vrijstelling is de belasting, waarvan eerder vrijstelling is verleend, verschuldigd door degene ten behoeve van wie de vrijstelling is verleend. Deze instelling of persoon wordt ter zake aangemerkt als belastingplichtige, zodat buiten twijfel staat dat de algemene heffingsbepalingen kunnen worden toegepast.
Wanneer de vrijstelling vervalt, dient de betrokken vrijgestelde vooraf contact op te nemen met Team IFB. De inspecteur stelt vervolgens vast in hoeverre ter zake belasting is verschuldigd. Hierbij worden de volgende regels gehanteerd.
Indien geen sprake is van oneigenlijk gebruik van de vrijstelling, wordt volstaan met heffing naar het tarief en over de waarde van het goed of de dienst op het moment waarop de vrijstelling vervalt, tot ten hoogste het bedrag aan belasting waarvan vrijstelling werd verleend. Indien sprake is van oneigenlijk gebruik van de vrijstelling wordt de verschuldigde belasting vastgesteld op ten minste het bedrag aan belasting waarvan vrijstelling werd verleend.
Goedkeuring
Uit doelmatigheidsoverwegingen keur ik het volgende goed. In afwijking van het voorgaande is bij het vervallen van de vrijstelling geen belasting verschuldigd, indien aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
• het betreft een goed of dienst met een aanschafprijs van ten hoogste € 3.100 (inclusief omzetbelasting);
• het goed of de dienst is gedurende ten minste vijf jaar ten goede gekomen aan het doel waarvoor de vrijstelling werd verleend;
• het betreft geen motorrijtuig of dienst met betrekking tot een motorrijtuig.
Wanneer aan deze voorwaarden wordt voldaan, hoeft de betrokken vrijgestelde bij het vervallen van de vrijstelling geen contact op te nemen met Team IFB.
De vrijstellingen worden verleend voor redelijke hoeveelheden. Ter invulling van dit begrip zijn voor verschillende goederen quota gesteld. Deze quota zijn opgenomen in bijlage II bij dit besluit. Deze quota gelden voor alle vrijstellingsgerechtigden ten aanzien van de totale hoeveelheid van met vrijstelling aangeschafte/ingevoerde goederen. Voor goederen waarvoor geen quota zijn gesteld worden de redelijke hoeveelheden op individuele basis beoordeeld.
Het aantal met vrijstelling aan te schaffen motorrijtuigen hangt samen met de omvang van de vertegenwoordiging of internationale organisatie (officieel gebruik) en van de status van de betrokken medewerker (persoonlijk gebruik).
Het beleid inzake de toelating van vertegenwoordigers en functionarissen, hun inwonende gezinsleden en hun particuliere bedienden berust, evenals de toekenning van de status en de registratie van bedoelde personen, bij de DPG. Toegelaten personen ontvangen een door de DPG afgegeven identiteitsbewijs.
Vertegenwoordigingen en internationale organisaties melden de betrokkenen aan bij de DPG. Van de toegelaten personen worden aanmeldingen toegezonden aan Team IFB.
Uitwisseling van informatie tussen de DPG en Team IFB met betrekking tot aan- en afmeldingen en (eventuele wijzigingen van) nationaliteit, status, burgerlijke staat of adres geschiedt via PROBAS. Aan de hand van PROBAS en de aanmeldingen beoordeelt de inspecteur of aanspraak op vrijstellingen bestaat.
Indien in verband met toepassing van vrijstellingen, bijvoorbeeld ten aanzien van inwonende gezinsleden, onduidelijk zou zijn of een bepaalde persoon al dan niet is toegelaten of afgemeld, neemt Team IFB hierover contact op met de DPG.
Nederlanders komen niet in aanmerking voor de in dit besluit behandelde vrijstellingen. Volledigheidshalve zij opgemerkt dat dit ook geldt voor Nederlanders die naast de Nederlandse nationaliteit nog een andere nationaliteit bezitten.
Een uitzondering geldt voor Nederlanders, die vanuit een andere EU of EEU-lidstaat of Zwitserland zijn aangeworven om in Nederland te gaan werken voor een internationale organisatie. Op grond van het vrij werknemersverkeer binnen de Europese Unie komen zij wel in aanmerking voor vrijstellingen.
Personen die duurzaam in Nederland verblijven, komen niet in aanmerking voor vrijstellingen. Of er sprake is van duurzaam verblijf blijkt uit PROBAS. Ingeval van duurzaam verblijf wordt bij de statusvermelding de toevoegingscode 'DV' gebruikt. Team IFB volgt in beginsel de statusvermelding in PROBAS. Beschikt Team IFB over afwijkende informatie dan wordt hierover overleg gevoerd met de DPG.
Ten aanzien van het ATB-personeel worden de vrijstellingen uitsluitend verleend gedurende tien jaar na aanvang van de tewerkstelling in Nederland. Dit geldt voor zowel ATB-personeel van in Nederland gevestigde vertegenwoordigingen als voor functionarissen met de status BO.
Inwonende gezinsleden kunnen, als zij aan de voorwaarden voldoen, in aanmerking komen voor de belastingvrijstellingen. Hierbij is van belang dat zij als zodanig in PROBAS zijn opgenomen.
Goedkeuring
Ik keur overeenkomstig internationaal gebruik het volgende goed:
Als inwonende gezinsleden worden tevens aanmerkt uitwonende kinderen die:
• in het kader van een voltijdstudie elders in Nederland wonen;
• financieel afhankelijk zijn van hun ouders;
• ongehuwd zijn; en
• jonger zijn dan 28 jaar.
Honoraire consuls hebben, ongeacht hun nationaliteit, geen recht op de in dit besluit beschreven vrijstellingen. Overige leden van consulaire vertegenwoordigingen komen wel voor vrijstellingen in aanmerking. Het maakt daarbij geen verschil of zij werkzaam zijn bij een consulaat dat wordt geleid door een beroepsconsul, of bij een consulaat dat wordt geleid door een honorair consul.
Naar internationaal gebruik is het aan het hoofd van een vertegenwoordiging om, binnen de grenzen van de redelijkheid, te beoordelen welke goederen en diensten bestemd zijn voor officieel gebruik. In lijn daarmee volgt de inspecteur in beginsel de beoordeling van de diplomatieke vertegenwoordiging of de internationale organisatie. Een dergelijke beoordeling zal echter niet worden gevolgd indien hiermee duidelijk buiten de redelijke grenzen wordt getreden.
Zo zal van officieel gebruik bijvoorbeeld geen sprake zijn bij goederen en diensten die worden gebruikt voor activiteiten waarmee in concurrentie wordt getreden met reguliere ondernemers. Van een dergelijke activiteit is bijvoorbeeld sprake als een internationale organisatie artikelen verkoopt in een eigen winkel (‘merchandise’), het bedrijfsrestaurant door medewerkers wordt gebruikt voor bruiloften en partijen of als de sportfaciliteiten op eigen terrein tegen commerciële tarieven worden geëxploiteerd of tegen vergoeding kunnen worden gebruikt door derden.
Ook zal van officieel gebruik geen sprake zijn indien in wezen sprake is van een aankoop door de vertegenwoordigers of functionarissen zelf (voor eigen gebruik) en door aankoop via de vertegenwoordiging of internationale organisatie sprake zou zijn van een belastingvoordeel dat de vertegenwoordiger of functionaris bij eigen aankoop niet zou hebben.
Zaken en diensten die ten behoeve van de werknemer in het kader van goed werkgeverschap worden aangeschaft, kunnen in beginsel kwalificeren als officieel gebruik. Bij de beoordeling van de redelijke grenzen kan, als uitgangspunt, een vergelijking worden gemaakt met hetgeen bij andere in Nederland gevestigde werkgevers gebruikelijk is. Daarnaast dient de betrokkenheid van de werkgever als zodanig voldoende te blijken. Hierbij spelen elementen als de financiering door de werkgever, de mate van privégebruik en de voorwaarden van de regeling een rol.
De vrijstelling van omzetbelasting voor persoonlijk gebruik omvat de binnenlandse levering van alle roerende zaken met uitzondering van levensmiddelen, drank en tabakswaren. Deze vrijstelling geldt, in tegenstelling tot de vrijstelling voor officieel gebruik, niet voor de levering van onroerende zaken en voor diensten.
Deze vrijstelling van omzetbelasting wordt verleend onder voorwaarde van wederkerigheid. Zie hiervoor nader paragraaf 2.1.
Deze vrijstelling van omzetbelasting geldt voor leveringen van ten minste € 225 per factuur (exclusief omzetbelasting).
Goedkeuring
Hierbij keur ik het volgende goed.
Voor het bepalen van het drempelbedrag van € 225 mogen de facturen die betrekking hebben op de leveranties van dezelfde ondernemer gedurende een kalenderkwartaal bij elkaar worden opgeteld (samentelregel).
Voor accijnsgoederen, aangeschaft in een accijnsgoederenplaats, gelden afwijkende regels. Zie hiervoor nader paragraaf 5.4.
De vrijstelling van omzetbelasting voor officieel gebruik geldt voor de levering van roerende zaken, onroerende zaken (inclusief de rechten waaraan deze zijn onderworpen) en diensten. Deze vrijstelling geldt daarmee ook voor de levering van levensmiddelen bestemd voor officieel gebruik.
Deze vrijstelling van omzetbelasting wordt verleend onder voorwaarde van wederkerigheid. Zie hiervoor nader de paragrafen 2.1. en 5.2.3.
Deze vrijstelling van omzetbelasting wordt verleend aan het hoofd van de vertegenwoordiging of de internationale organisatie. Deze dient in een verklaring te bevestigen dat de betreffende goederen en/of diensten voor officieel gebruik zijn bestemd.
De in paragraaf 5.1 beschreven drempel van € 225 per factuur is ook hier van toepassing, inclusief de aldaar beschreven samentelregel.
Honorair consulaten komen slechts in aanmerking voor een vrijstelling van omzetbelasting op bepaalde goederen en diensten in verband met de huisvesting van het consulaat en van beroepsconsulaire leden daarvan, zie hiervoor nader paragraaf 5.2.2.
Vertegenwoordigingen en internationale organisaties komen in aanmerking voor vrijstelling van omzetbelasting voor de levering aan de zendstaat of organisatie van onroerende zaken en van rechten waaraan deze zijn onderworpen, voor zover deze bestemd zijn voor officieel gebruik. Onder officieel gebruik wordt in dit verband mede verstaan het huisvesten van vertegenwoordigers, met uitzondering van honorair consuls. In afwijking van de gebruikelijke procedure moet de vrijstelling per geval worden aangevraagd via de DPG, zie nader paragraaf 5.3.3.
Indien gebouwen voor officieel gebruik worden gehuurd, wordt ter zake vrijstelling van omzetbelasting verleend, ingeval er sprake is van belaste verhuur op grond van artikel 11, eerste lid, onderdeel b, ten 5e, van de Wet op de omzetbelasting 1968.
Zie voor de goedkeuringen voor de belaste levering en belaste verhuur van onroerende zaken aan vertegenwoordigingen en internationale organisaties paragraaf 4.6.3 en paragraaf 7.3.8 van het Besluit Omzetbelasting. Levering en verhuur van onroerende zaken van 19 september 2013, BLKB 2013/1686M. Belaste verhuur van (ambts-)woningen is niet mogelijk en valt daarom niet onder deze vrijstelling van omzetbelasting.
Tot slot bestaat er een vrijstelling van omzetbelasting voor de levering van goederen en diensten voor het (ver)bouwen, herstellen en onderhouden (wat de honorair consulaten betreft is hieronder niet begrepen het schoonmaken) van panden bestemd voor officieel gebruik, daaronder begrepen de ambtswoning van het hoofd van een ambassade of beroepsconsulaat. Het is daarbij niet van belang of de desbetreffende panden zijn aangekocht dan wel gehuurd. Een eventuele ambtswoning van een honorair consul komt niet voor deze vrijstelling in aanmerking.
Zoals eerder opgemerkt wordt de vrijstelling van omzetbelasting verleend onder voorwaarde van wederkerigheid. Zie nader paragraaf 2.1.
Aan de eis van wederkerigheid wordt geacht te zijn voldaan, indien sprake is van:
• de levering van roerende zaken en het verrichten van diensten bestemd voor het verbouwen, herstellen en onderhouden (hieronder niet begrepen het schoonmaken) van de officiële gebouwen, met uitzondering van de woning van de honorair consul;
• de verhuur van onroerende zaken, bestemd voor officieel gebruik;
• de levering aan een ambassade of beroepsconsulaat van gas, leidingwater en elektriciteit, bestemd voor officieel gebruik, daaronder begrepen gebruik door het hoofd van de vertegenwoordiging; of
• het verrichten van beveiligings-, schoonmaak- en telecommunicatiediensten in het kader van het officiële functioneren van een ambassade of beroepsconsulaat, daaronder begrepen beveiliging van leden van de vertegenwoordiging.
Met betrekking tot de vrijstelling van omzetbelasting ter zake van de levering van onroerende zaken (daaronder begrepen rechten waaraan deze zijn onderworpen) wordt per geval getoetst aan de voorwaarde van wederkerigheid.
De vrijstelling van omzetbelasting wordt in beginsel verleend in de vorm van teruggaaf van belasting. Voor het verzoek om teruggaaf wordt gebruik gemaakt van het formulier OB100 dat op verzoek door Team IFB wordt verstrekt of toegezonden.
Met betrekking tot prestaties ten behoeve van het officieel gebruik door vertegenwoordigingen en internationale organisaties waarmee een aanzienlijk belastingbedrag is gemoeid, is echter ook een directe vrijstelling mogelijk. Op verzoek kan de inspecteur een certificaat afgeven waaruit blijkt dat het tarief van nihil kan worden toegepast. De inspecteur geeft een dergelijk certificaat af, indien aanspraak bestaat op vrijstelling en de vergoeding ten minste € 35.000 bedraagt, exclusief omzetbelasting.
Hierbij geldt de volgende procedure:
• De in Nederland gevestigde vertegenwoordiging of internationale organisatie verzoekt Team IFB om uitreiking van een certificaat.
• De vertegenwoordiging of internationale organisatie stuurt het ingevulde certificaat aan Team IFB, tezamen met bescheiden waaruit blijkt dat de vergoeding op jaarbasis tenminste € 35.000 bedraagt (bijvoorbeeld een conceptovereenkomst of een order/opdracht). Indien de vertegenwoordiging of internationale organisatie de meegestuurde bescheiden retour wenst te ontvangen, wordt dit op de bescheiden aangegeven en wordt een kopie van deze bescheiden meegestuurd.
• Indien naar het oordeel van de inspecteur aan de voorwaarden wordt voldaan, wordt het certificaat gewaarmerkt en ontvangt de vertegenwoordiging of internationale organisatie het gewaarmerkte certificaat, tezamen met eventueel retour te zenden bescheiden.
• De vertegenwoordiging of internationale organisatie stelt het originele, gewaarmerkte certificaat ter beschikking aan de ondernemer.;
• Deze ondernemer kan vervolgens het tarief van nihil toepassen. Hij bewaart het gewaarmerkte certificaat in zijn administratie.
Het is mogelijk dat de inspecteur van oordeel is dat niet aan de voorwaarden voor een directe vrijstelling wordt voldaan. Team IFB stuurt dan de toegestuurde bescheiden terug met een motivering waarom niet wordt voldaan aan de voorwaarden. De vertegenwoordiging of internationale organisatie kan dan alsnog – indien men in aanmerking komt voor de vrijstelling van omzetbelasting – teruggaaf vragen van betaalde omzetbelasting.
In geval sprake is van doorlopende contracten (zoals bij energie- en waterleveringen het geval is), kan op verzoek van de vertegenwoordiging of internationale organisatie eveneens een verklaring worden afgegeven op grond waarvan het tarief van nihil kan worden toegepast. Voor energie- en waterleveringen blijft hierbij het minimumbedrag van € 35.000 buiten toepassing.
De vrijstelling van omzetbelasting bij levering van onroerende zaken en de rechten waaraan deze zijn onderworpen wordt slechts verleend door tussenkomst van de DPG. Vertegenwoordigingen en internationale organisaties die zich rechtstreeks tot Team IFB wenden, worden verwezen naar de DPG.
Wanneer het verzoek om vrijstelling ten minste zes weken voor de overdrachtsdatum wordt ingediend, kan aan de betrokken ondernemer schriftelijke goedkeuring worden verleend voor toepassing van het tarief van nihil. In de overige gevallen wordt de vrijstelling verleend in de vorm van een teruggaaf van betaalde belasting.
Voor de vrijstelling van omzetbelasting bij de levering van een motorrijtuig worden dezelfde voorwaarden gehanteerd als bij de vrijstelling bij invoer van een motorrijtuig.
Deze vrijstelling dient vooraf te worden aangevraagd bij Team IFB. Teruggaaf van omzetbelasting op een in het vrije verkeer aangeschaft motorrijtuig wordt niet verleend.
De vrijstelling van omzetbelasting bij levering van motorbrandstoffen wordt alleen verleend indien voor het betreffende motorvoertuig een bijzonder kenteken is afgegeven. De vrijstelling wordt verleend in de vorm van teruggaaf van betaalde belasting, tegelijk met de teruggaaf van de betaalde accijns. Voor een toelichting op de gecombineerde procedure, zie paragraaf 6.2.
Bij de aanschaf van goederen in een douane-entrepot gelden de voorwaarden en procedures van de vrijstelling van belastingen bij invoer. Op deze voorwaarden en procedures wordt in dit besluit niet nader ingegaan.
Voor aankopen van goederen of diensten door in Nederland gevestigde vrijgestelden, ter zake waarvan in beginsel omzetbelasting is verschuldigd in een andere lidstaat van de EU, kan onder bepaalde voorwaarden vrijstelling worden verkregen in die andere EU-lidstaat. Daarbij dient in beginsel gebruik te worden gemaakt van een door Team IFB gewaarmerkt certificaat.
Vertegenwoordigingen en internationale organisaties die in een andere EU-lidstaat gevestigd zijn, alsmede vertegenwoordigers en functionarissen daarvan, kunnen onder voorwaarden in aanmerking komen voor een vrijstelling van omzetbelasting. Daarbij zijn de voorwaarden die de andere EU-lidstaat stelt aan vrijstelling van omzetbelasting ter zake van prestaties in het binnenlandse vrije verkeer van overeenkomstige toepassing.
De vrijstelling wordt in Nederland slechts verleend indien de vrijgestelde een door de andere EU-lidstaat gewaarmerkte verklaring kan overleggen (EU- certificaat). Een directe vrijstelling kan worden toegepast indien de vrijgestelde tijdig beschikt over een verklaring van de andere EU-lidstaat en deze ter beschikking stelt aan de ondernemer die de prestatie verricht. Hierbij is geen voorafgaande goedkeuring van de inspecteur vereist.
Beschikt de vrijgestelde niet tijdig over een verklaring van de andere EU-lidstaat, dan kan vrijstelling worden verleend door middel van een teruggaaf van belasting. Hierbij geldt dan de in paragraaf 5.3.1 beschreven procedure.
Vertegenwoordigingen, vertegenwoordigers en functionarissen kunnen in aanmerking komen voor vrijstelling van accijns bij aanschaf van goederen in een accijnsgoederenplaats indien de betrokkene ter zake in aanmerking komt voor vrijstelling van belastingen bij invoer, zie hiervoor nader paragraaf 6.2.
Goedkeuring
Uit praktische overwegingen keur ik goed dat in dergelijke gevallen ook de vrijstelling van omzetbelasting wordt verleend overeenkomstig de bij invoer geldende voorwaarden en procedures. De in paragraaf 5.1. beschreven drempel behoeft in die situatie niet te worden toegepast.
De diplomatieke vrijstelling van accijns wordt, behoudens in geval van invoer en met uitzondering van de vrijstelling voor motorbrandstoffen, slechts verleend indien de accijnsgoederen worden aangeschaft in een accijnsgoederenplaats waarvan de houder een vergunning heeft tot het belastingvrij leveren van accijnsgoederen aan de desbetreffende vrijgestelde. Indien een betrokkene in aanmerking komt voor vrijstelling van belastingen bij invoer, komt hij ook in aanmerking voor vrijstelling van accijns bij aanschaf in een accijnsgoederenplaats.
Voor de vrijstelling bij aanschaf van accijnsgoederen in een accijnsgoederenplaats zijn de bij invoer geldende voorwaarden en procedures van overeenkomstige toepassing. De vrijstelling dient vooraf te worden aangevraagd met gebruikmaking van een formulier Douane 39 dat op verzoek door Team IFB wordt verstrekt of toegezonden. Het ingevulde formulier wordt ter waarmerking aangeboden aan Team IFB. Bij het verlenen van vrijstelling van accijns bij aanschaf in een accijnsgoederenplaats wordt tevens vrijstelling van omzetbelasting verleend, zie hiervoor nader paragraaf 5.4.
De vrijstelling van accijns op motorbrandstoffen wordt evenals de vrijstelling van omzetbelasting verleend in de vorm van een teruggaaf en enkel indien voor het betreffende motorvoertuig een bijzonder kenteken is afgegeven. De vrijstellingsgerechtigde moet gebruik maken van een aan het bijzonder kenteken gekoppelde tankpas. De aan de tankpas gekoppelde factuur dient een overzicht te bevatten van het kenteken, het aantal getankte liters, de soort brandstof, de data waarop getankt is en de gereden kilometers. De originele facturen worden door de vrijstellingsgerechtigde gevoegd bij het teruggaafverzoek. Voor het teruggaafverzoek wordt gebruik gemaakt van het gecombineerd formulier verzoek OB/accijns (Request VAT/Excise duties) dat op verzoek door Team IFB wordt verstrekt of toegezonden.
De vrijstelling van belasting van personenauto’s en motorrijwielen wordt in beginsel verleend voor zowel het persoonlijk als het officieel gebruik. De vrijstelling wordt echter niet toegekend aan honorair consuls, noch aan honorair consulaten.
De vrijstelling voor officieel gebruik wordt verleend voor maximaal het aantal motorrijtuigen dat geacht kan worden bestemd te zijn voor het aangegeven gebruik. Voor vertegenwoordigingen en internationale organisaties is het aantal motorrijtuigen waarvoor vrijstelling wordt verleend afhankelijk van de omvang en de aard van de vertegenwoordiging of de internationale organisatie. Voor het persoonlijk gebruik wordt de vrijstelling in beginsel verleend voor maximaal één of twee motorrijtuigen (afhankelijk van de status van de vertegenwoordiger of functionaris).
Evenals de vrijstelling van omzetbelasting en accijns met betrekking tot motorbrandstoffen, is de vrijstelling van belasting van personenauto’s en motorrijwielen gekoppeld aan een bijzonder kenteken en aan de voorwaarden die gelden voor de vrijstelling bij de invoer van een motorrijtuig.
Bij het verlenen van de vrijstelling wordt in beginsel aangesloten bij de procedures zoals die gelden bij de vrijstelling van rechten bij invoer van een motorrijtuig door de desbetreffende vrijgestelde. De vrijstelling dient dan ook vooraf te worden aangevraagd bij Team IFB, indien van toepassing gelijktijdig met de vrijstelling van omzetbelasting dan wel van rechten bij invoer. Wanneer aanspraak bestaat op vrijstelling wordt voor het motorrijtuig een bijzonder kenteken afgegeven. Er wordt vervolgens een directe vrijstelling verleend.
De vrijstelling wordt voorwaardelijk verleend. Wanneer een motorrijtuig wordt gebruikt voor andere doeleinden dan waarvoor de vrijstelling is verleend, vervalt de vrijstelling en wordt de belasting alsnog geheel verschuldigd. Dat is niet het geval wanneer het motorrijtuig op het moment dat de vrijstelling vervalt niet langer in Nederland op een regulier kenteken behoeft te worden geregistreerd omdat het:
• aantoonbaar buiten Nederland is gebracht; of
• aantoonbaar is gesloopt; of
• opnieuw wordt geregistreerd onder een bijzonder kenteken.
De vrijstelling van motorrijtuigenbelasting wordt in beginsel verleend voor zowel persoonlijk als het officieel gebruik. De vrijstelling wordt echter niet verleend aan honorair consuls, noch aan honorair consulaten.
De vrijstelling voor officieel gebruik wordt verleend voor maximaal het aantal motorrijtuigen dat geacht kan worden bestemd te zijn voor het aangegeven gebruik. Het aantal motorrijtuigen waarvoor vrijstelling wordt verleend is afhankelijk van de omvang en de aard van de vertegenwoordiging of internationale organisatie. Voor het persoonlijk gebruik wordt de vrijstelling in beginsel verleend voor maximaal één of twee motorrijtuigen.
De vrijstelling wordt slechts verleend indien voor het motorrijtuig een bijzonder kenteken is afgegeven. Het is voor de vrijstelling van motorrijtuigenbelasting niet van belang of het desbetreffende motorrijtuig al dan niet met vrijstelling van belastingen is ingevoerd of is aangeschaft in het vrije verkeer.
Vertegenwoordigingen, internationale organisaties, vertegenwoordigers en functionarissen die in beginsel in aanmerking komen voor de vrijstelling, maar die beschikken over een motorrijtuig waarvoor een normaal Nederlands kenteken is afgegeven, worden in de gelegenheid gesteld binnen een redelijke termijn het normale kenteken om te laten zetten in een bijzonder kenteken.
Wanneer een vreemde mogendheid of internationale organisatie in Nederland gelegen onroerende zaken verkrijgt (daaronder begrepen rechten waaraan deze zijn onderworpen), is vrijstelling van overdrachtsbelasting mogelijk op voorwaarde dat de onroerende zaak is bestemd voor huisvesting van een ambassade, een beroepsconsulaat, een honorair consulaat, een internationale organisatie dan wel het hoofd van een ambassade of beroepsconsulaat. De vrijstelling kan, onder voorwaarde van wederkerigheid, eveneens worden verleend indien de desbetreffende onroerende zaak is bestemd voor bewoning door andere vertegenwoordigers. Voor een onroerende zaak die een vreemde mogendheid hier te lande aankoopt voor bewoning door een honorair consul is echter geen vrijstelling mogelijk. Evenmin is vrijstelling mogelijk indien vertegenwoordigers of functionarissen zelf onroerende zaken in Nederland verkrijgen.
De vrijstelling van overdrachtsbelasting wordt slechts verleend door tussenkomst van de DPG en het Ministerie van Financiën. Vertegenwoordigingen of internationale organisaties die zich rechtstreeks tot Team IFB wenden, worden verwezen naar de DPG.
Wanneer het verzoek om vrijstelling ten minste zes weken voor de overdrachtsdatum wordt ingediend kan mijnerzijds worden goedgekeurd, dat geen belasting behoeft te worden afgedragen ter zake van de overdracht van de desbetreffende onroerende zaak. In de overige gevallen wordt de vrijstelling verleend in de vorm van een teruggaaf van betaalde belasting.
Indien de vrijstelling ten aanzien van een bepaalde verkrijging kan worden verleend, ontvangt Team IFB daarvan mijnerzijds bericht.
Wanneer voor officieel gebruik vrijstelling wordt verleend van omzetbelasting ter zake van de levering van aardgas of elektriciteit, wordt ook vrijstelling verleend van energiebelasting en opslag duurzame energie- en klimaattransitie. Eenzelfde regeling geldt, indien er een vrijstelling wordt verleend van omzetbelasting over de levering van leidingwater ten behoeve van officieel gebruik, voor de vrijstelling van belasting op leidingwater.
De vrijstelling van energiebelasting en opslag duurzame energie- en klimaattransitie en van belasting op leidingwater wordt gerealiseerd door teruggaaf van in rekening gebrachte en betaalde belasting. Een verzoek om teruggaaf wordt bij Team IFB ingediend binnen dertien weken nadat de eindafrekening van het energiedistributiebedrijf dan wel het waterleidingbedrijf of van de afzonderlijke watervoorziening is verzonden. Bij het verzoek dient de originele eindfactuur te worden overgelegd. Deze factuur wordt bij de beschikking op het verzoek om teruggaaf teruggezonden.
Op verzoek is het mogelijk om een directe vrijstelling toe te passen. Voor de te volgen procedure wordt verwezen naar de procedure beschreven in paragraaf 5.3.2.
Dit besluit wordt in de Staatscourant geplaatst.
Den Haag, 23 juni 2022
De Staatssecretaris van Financiën, namens deze, H. Roodbeen hoofddirecteur Fiscale en Juridische Zaken
Diplomatieke vertegenwoordiging (officieel gebruik) |
Hoofd van de diplomatieke vertegenwoordiging (AD, AC) |
Diplomatiek personeel (AD, AC) |
Administratief, technisch en bedienend personeel (BD, ED, BC, EC)1 |
|
---|---|---|---|---|
OB goederen (in Nederland) |
Ja Art. 36, lid 2 UrAWR |
Ja Art. 36, lid 1 UrAWR |
Ja Art. 36, lid 1 UrAWR |
Ja Art. 36, lid 1 UrAWR |
OB diensten |
Ja Art. 36, lid 2 UrAWR |
Nee Art. 36, lid 1 UrAWR |
Nee Art. 36, lid 1 UrAWR |
Nee Art. 36, lid 1 UrAWR |
Belastingen bij invoer |
Ja Art. 7:11 Adr |
Ja Art. 7:8 Adr |
Ja Art. 7:8 Adr |
Ja Art. 7:9 Adr |
Alcohol (invoer) |
Ja, o.b.v. quota Art. 7:11 Adr |
Ja, o.b.v. quota Art. 7:8 Adr |
Ja, o.b.v. quota Art. 7:8 Adr |
Ja, o.b.v. quota Art. 7:9 Adr |
Tabak2 (invoer) |
Nee |
Ja, o.b.v. quota Art 7:8 Adr |
Ja, o.b.v. quota Art. 7:8 Adr |
Ja, o.b.v. quota Art. 7:9 Adr |
Motorrijtuigen |
Een redelijk aantal auto’s3 Art. 38 UrAWR / art. 7:11 Adr |
Twee auto’s Art. 38 UrAWR / art. 7:8 Adr |
Twee auto’s Art. 38 UrAWR / art. 7:8 Adr |
Twee auto’s Art. 38 UrAWR / art. 7:9 Adr |
Motorbrandstoffen |
Accijns en OB o.b.v. quota Art. 32, lid 5 en 7 UrAWR / art. 69 WA jo. art 32a UrA |
Accijns en OB o.b.v. quota Art. 32, lid 5 en 7 UrAWR / art. 69 WA jo. art 32a UrA |
Accijns en OB o.b.v. quota Art. 32, lid 5 en 7 UrAWR / art. 69 WA jo. art. 32a UrA |
Accijns en OB o.b.v. quota Art. 32, lid 5 en 7 UrAWR / art. 69 WA jo. art. 32a UrA |
Maximaal 10 jaar vanaf de aanvang van de tewerkstelling in Nederland (art. 33, lid 1 UrAWR) en art. 7:9 Adr.
Met ingang van 1 januari 2023 vervalt de invoervrijstelling en daarmee ook de accijnsvrijstelling op tabak (zie Strt. 2021, 48636).
Vrijstellingen belastingen |
Diplomatieke vertegenwoordiging |
Hoofd van de diplomatieke vertegenwoordiging (AD/AC) |
Diplomatiek personeel (AD/AC) |
Administratief, technisch en bedienend personeel (BD/BC)1 |
---|---|---|---|---|
OB goederen |
Beperkt2 Art. 23 Verdrag van Wenen |
Nee Art. 34, onder a Verdrag van Wenen |
Nee Art. 34, onder a Verdrag van Wenen |
Nee |
OB diensten |
Beperkt3 Art. 23 Verdrag van Wenen |
Nee Art. 34, onder a Verdrag van Wenen |
Nee Art. 34, onder a Verdrag van Wenen |
Nee |
Belastingen bij invoer (geen alcohol en tabak) |
Ja Art. 36, lid 1, onder a Verdrag van Wenen / art. 7:11 Adr |
Ja Art. 36, lid 1, onder b Verdrag van Wenen / art. 7:8 Adr |
Ja Art. 36, lid 1, onder b Verdrag van Wenen / Art. 7:8 Adr |
Ja Art. 37, lid 2 Verdrag van Wenen / Art. 7:9 Adr |
Alcohol (invoer) |
Ja, o.b.v. quota Art. 36, lid 1, onder a Verdrag van Wenen / art. 7:11 Adr |
Ja, o.b.v. quota Art. 36, lid 1, onder b Verdrag van Wenen / art. 7:8 Adr |
Nee |
Nee |
Tabak4 (invoer) |
Nee |
Ja, o.b.v. quota Art. 36, lid 1, onder b Verdrag van Wenen / art. 7:8 Adr |
Nee |
Nee |
Motorrijtuigen |
Een redelijk aantal auto’s5 Art. 7:11 Adr |
Twee auto’s Art. 7:8 Adr |
Twee auto’s Art. 7:8 Adr |
Twee auto’s6 Art. 7:9 Adr |
Motorbrandstoffen |
Alleen accijns en o.b.v. quota Art. 69 WA jo. art. 32a UrA |
Alleen accijns en o.b.v. quota Art. 69 WA jo. art. 32a UrA |
Alleen accijns en o.b.v. quota Art. 69 WA jo. art. 32a UrA |
Alleen accijns en o.b.v. quota Art. 69 WA jo. art. 32a UrA |
Maximaal 10 jaar vanaf de aanvang van de tewerkstelling in Nederland (art. 33, lid 1 UrAWR) en art. 7:9 Adr.
Vrijstelling in verband met de officiële gebouwen (zoals telecommunicatiediensten en beveiligingsdiensten).
Met ingang van 1 januari 2023 vervalt de invoervrijstelling en daarmee ook de accijnsvrijstelling op tabak (zie Strt. 2021, 48636).
Het verdrag van Wenen verplicht niet tot een vrijstelling voor een motorrijtuig voor ATB-personeel. Ondanks dat verleent Nederland dit privilege.
Alcoholische drank (≥ 22%) |
Sigaretten (en andere tabaksproducten) |
|
---|---|---|
Vertegenwoordigingen en internationale organisaties |
300 liter per jaar |
Geen |
Hoofd van de diplomatieke vertegenwoordiging |
90 liter per jaar |
12.000 sigaretten per jaar |
Diplomatiek personeel (AD, AC, AO) |
60 liter per jaar |
12.000 sigaretten per jaar |
ATB?Diplomatiek personeel BD/BC/BO of ED/EC/EO |
30 liter per jaar |
12.000 sigaretten per jaar |
Officiële voertuigen |
1e vrijgesteld voertuig |
2e vrijgesteld voertuig |
|
---|---|---|---|
Vertegenwoordigingen en internationale organisaties |
Voor maximaal 5 voertuigen: 500 liter per maand |
||
Extra voertuigen: 300 liter per maand |
|||
Hoofd van de diplomatieke vertegenwoordiging |
300 liter per maand |
200 liter per maand |
|
Diplomatiek personeel (AD, AC, AO) |
300 liter per maand |
200 liter per maand |
|
ATB?Diplomatiek personeel BD/BC/BO of ED/EC/EO (maximaal 10 jaar) |
200 liter per maand |
100 liter per maand1 |
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2022-16180.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.