Verlenen opsporingsvergunning aardwarmte Oss, Ministerie van Economische Zaken en Klimaat

Besluit 13 juni 2022

DGKE- WO / V-3226

Procesverloop:

  • Provenance Exploration Consultancy B.V., Energie Transitie Support B.V. en Tullip Energy Exploration and Development B.V. (hierna: aanvrager) hebben per bericht ontvangen op 23 augustus 2020 een aanvraag ingediend bij het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (hierna: EZK) voor een opsporingsvergunning voor aardwarmte, ingevolge artikel 6 van de Mijnbouwwet (hierna: Mbw). De bevoegdheid tot het verlenen van een opsporingsvergunning is met het aantreden van het huidige kabinet belegd bij de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat (hierna: de staatssecretaris). Op 2 oktober 2020 en 9 oktober 2020 heeft de aanvrager aanvullende informatie ingediend. Het aangevraagde gebied is genaamd Oss en is gelegen in de gemeente Oss (provincie Noord-Brabant). De oppervlakte van het aangevraagde gebied bedraagt 40,88 km2. De aangevraagde geldigheidsduur van de vergunning is vijf jaar;

  • in de Staatscourant van 14 oktober 2020 (Staatscourant 2020, nr. 52815) is een uitnodiging geplaatst voor het indienen van concurrerende aanvragen. Binnen de termijn van dertien weken zijn geen concurrerende aanvragen ontvangen;

  • TNO-AGE (hierna: TNO) heeft op verzoek van de toenmalige Minister van EZK per bericht ontvangen op 29 juni 2021 advies uitgebracht (kenmerk: AGE 21-10.050);

  • Staatstoezicht op de Mijnen (hierna: SodM) heeft op verzoek van de toenmalige Minister van EZK per bericht ontvangen op 28 januari 2021 advies uitgebracht (kenmerk: ADV-6670/20273475);

  • het College van gedeputeerde staten van de provincie Noord-Brabant (hierna: GS) heeft op verzoek van de toenmalige Minister van EZK op 23 maart 2021 advies uitgebracht (kenmerk: C2277507/4851357);

  • de Mijnraad heeft op verzoek van de toenmalige Minister van EZK per bericht ontvangen op 1 oktober 2021 advies uitgebracht (kenmerk: MIJR/21245996).

Overwegingen met betrekking tot het besluit:

  • voor het gebied waarvoor de opsporingsvergunning wordt verleend, geldt bij het in werking treden ervan niet een door een ander gehouden opsporings- of winningsvergunning voor aardwarmte. Hiermee is voldaan aan artikel 7, eerste lid, van de Mbw;

  • voor het gebied waarvoor de opsporingsvergunning wordt verleend, geldt bij het in werking treden ervan niet een door een ander gehouden opslagvergunning. Hiermee is voldaan aan artikel 7, tweede lid, van de Mbw;

  • de technische of financiële mogelijkheden van aanvrager geven geen aanleiding tot het weigeren van de gevraagde vergunning. Hiermee is voldaan aan artikel 9, eerste lid, aanhef en onder a, van de Mbw;

  • de manier waarop aanvrager voornemens is de activiteiten, waarvoor de vergunning wordt aangevraagd, te verrichten geeft geen aanleiding de vergunning te weigeren. Hiermee is voldaan aan artikel 9, eerste lid, aanhef en onder b, van de Mbw;

  • aanvrager heeft niet onder een eerdere vergunning bij activiteiten als bedoeld in artikel 6, eerste lid, en artikel 25, eerste lid van de Mbw blijk gegeven van een gebrek aan efficiëntie of verantwoordelijkheidszin, daaronder mede verstaan maatschappelijke verantwoordelijkheidszin. Hiermee is voldaan aan artikel 9, eerste lid, aanhef en onder c, van de Mbw;

  • het in de aanvraag aangeduide gebied betreft niet een gebied dat door de Staatssecretaris van EZK niet geschikt wordt geacht voor de in de aanvraag vermelde activiteiten om redenen van het belang van het planmatig beheer en gebruik van delfstoffen en aardwarmte en nadelige gevolgen die voor de natuur of het milieu worden veroorzaakt. Hiermee is voldaan aan artikel 9, eerste lid, aanhef en onder f, sub 2, 3 en 4, van de Mbw.

  • conform artikel 11, tweede lid, wordt in een vergunning bepaald voor welk tijdvak zij geldt. Dit geschiedt zodanig dat het tijdvak niet langer is dan noodzakelijk om de activiteiten, waarvoor de vergunning wordt verleend, te verrichten. De vergunning wordt in afwijking van het aangevraagde verleend voor een periode van vier jaar.

Gelet op:

de artikelen 6, 7, 9, 11, eerste tot en met vierde lid, eerste volzin, 12, eerste lid, 13, 15, 16, 17, eerste lid en 105, derde lid, van de Mijnbouwwet, alsmede artikel 1.3.1 van de Mijnbouwregeling.

Besluit

Artikel 1

Aan Provenance Exploration Consultancy B.V., Energie Transitie Support B.V. en Tullip Energy Exploration and Development B.V. (hierna: de vergunninghouder) wordt een opsporingsvergunning voor aardwarmte verleend voor het gebied genaamd Oss.

Artikel 2

Tullip Energy Exploration & Development B.V. wordt degene die de werkzaamheden uitvoert of daartoe opdracht verleent, als bedoeld in artikel 22, vijfde lid, Mbw.

Artikel 3

De vergunning geldt voor het gebied dat ligt in de provincie Noord-Brabant, in de gemeente Oss en wordt begrensd door de rechte lijnen tussen de punten zoals weergegeven in Tabel 1.

Tabel 1:

Punt

X

Y

1

163760,000

422912,000

2

160068,000

420219,000

3

159651,000

419570,000

4

159174,000

419411,000

5

158647,000

419544,000

6

159003,000

418296,000

7

158990,000

417988,000

8

159480,000

416813,000

9

160327,000

415330,000

10

163166,000

416547,000

11

164885,000

416935,000

12

165593,000

416812,000

13

167104,000

416053,000

14

167630,000

416089,000

15

168010,000

416383,000

16

167909,000

417346,000

17

168611,000

417487,000

Bovenstaande coördinaten zijn weergegeven volgens het stelsel van de Rijksdriehoeksmeting (RD).

Op basis van deze grensbeschrijving is de oppervlakte van het gebied 40,88 km2.

Artikel 4

De vergunninghouder legt, zes maanden voorafgaand aan de uitvoering van fysieke activiteiten, een geactualiseerde organisatiestructuur en invulling, conform de dan geldende technische standaarden, voor aan de Inspecteur-generaal der Mijnen.

Artikel 5

De vergunning geldt vanaf het tijdstip waarop zij in werking is getreden tot vier jaar na het tijdstip waarop zij onherroepelijk is geworden.

De vergunning treedt in werking met ingang van de dag na die waarop de beschikking is bekendgemaakt.

Deze beschikking wordt bekendgemaakt door toezending aan de aanvrager. Van deze beschikking wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, namens deze: J.L. Rosch MT-lid directie Warmte en Ondergrond

Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen 6 weken na de dag waarop dit besluit is verzonden, een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat, directie Wetgeving en Juridische Zaken, Postbus 20401, 2500 EK Den Haag. Dit besluit is verzonden op de in de aanhef vermelde datum.

Naar boven