Buiten toepassing laten rijkscoördinatieregeling hoogspanningsstation Halteren (Bergen op Zoom), Ministerie van Economische Zaken en Klimaat

Datum 13 juni 2022

Nummer DGKE-WO /22224848

DE MINISTER VOOR KLIMAAT EN ENERGIE,

overwegende:

  • dat TenneT TSO B.V. (hierna: TenneT) het voornemen heeft een nieuw 380 kV hoogspanningsstation Halsteren (Bergen op Zoom) te realiseren in de Auvergnepolder in gemeente Bergen op Zoom, met een aansluiting op het bestaande landelijke hoogspanningsnet waardoor hiervoor ook andere aanpassingen aan het hoogspanningsnet in de gemeente Bergen op Zoom noodzakelijk zijn;

  • dat dit initiatief op grond van artikel 20a van de Elektriciteitswet 1998, onder de rijkscoördinatieregeling valt, als bedoeld in artikel 3:35 van de Wet ruimtelijke ordening;

  • dat de rijkscoördinatieregeling, voor zover hier van belang, gelet op artikel 3:35, eerste lid, onder c, van de Wet ruimtelijke ordening met zich brengt dat voor het hiervoor bedoelde project een inpassingsplan kan worden vastgesteld door de Minister voor Klimaat en Energie (hierna: K&E)1 en de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (hierna: VRO), en dat de voorbereiding en bekendmaking van het inpassingsplan door de Minister voor K&E worden gecoördineerd met de voorbereiding en bekendmaking met andere voor de uitvoering van het project benodigde besluiten;

  • dat de Minister voor K&E in afwijking van het voorgaande, op grond van artikel 20a, derde lid, van de Elektriciteitswet 1998 kan bepalen dat voor een bepaald project geen inpassingsplan wordt voorbereid en de voorbereiding en bekendmaking van andere besluiten niet door hem worden gecoördineerd;

  • dat deze bevoegdheid kan worden toegepast indien, in aanmerking genomen de omvang, aard en ligging van het desbetreffende net, alsmede het aantal voor de aanleg van het 380kV hoogspanningsstation Halsteren in de gemeente Bergen op Zoom benodigde besluiten, redelijkerwijze niet valt te verwachten dat toepassing van de rijkscoördinatieregeling, als bedoeld in artikel 3:35 van de Wet ruimtelijke ordening, de besluitvorming in betekenende mate zal versnellen of daaraan anderszins aanmerkelijke voordelen zijn verbonden;

  • dat deze situatie zich bij dit project voordoet, omdat reeds intensief overleg is gevoerd tussen TenneT, de gemeente Bergen op Zoom, de provincie Noord-Brabant en het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat, met als resultaat dat de gemeente Bergen op Zoom voornemens is de beoogde omgevingsvergunning te verlenen en de provincie Noord-Brabant het verzoek van de gemeente Bergen op Zoom steunt om de bevoegdheid over te dragen aan de gemeente;

  • dat er ook geen bijzondere belemmeringen zijn die in de weg staan aan een voorspoedig verloop van de benodigde procedures, zonder dat de rijkscoördinatieregeling wordt toegepast;

  • dat de bij het project betrokken bestuursorganen – de provincie Noord-Brabant en de gemeente Bergen op Zoom – zijn gehoord over het voornemen om de rijkscoördinatieregeling buiten toepassing te laten;

  • dat de gemeente Bergen op Zoom bij brief van 21 maart 2022, heeft aangegeven te kunnen instemmen met het voornemen en bereid te zijn de ruimtelijke inpassing op zich te nemen.

  • dat de provincie Noord-Brabant bij brief van 10 mei 2022 heeft aangegeven te kunnen instemmen met het voornemen;

  • dat, gelet op het voorgaande, TenneT bij email van 20 mei 2022 formeel heeft verzocht de rijkscoördinatieregeling buiten toepassing te laten;

Gelet op:

Artikel 20a, derde lid, onder a, van de Elektriciteitswet 1998;

Besluit:

Artikel 1

Geen van de procedures, bedoeld in artikel 3:35, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening is van toepassing op de besluitvorming inzake het in ontwikkeling zijnde 380kV hoogspanningsstation Halsteren (Bergen op Zoom), voorzien in de gemeente Bergen op Zoom, inclusief de hiervoor benodigde aanpassingen in de gemeente Bergen op Zoom.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking de dag na die waarop het bekend is gemaakt. Dit besluit wordt bekendgemaakt door plaatsing in de Staatscourant.

De Minister voor Klimaat en Energie, namens deze: M. Hetem MT-lid directie Warmte en Ondergrond

Tegen dit besluit staat geen bezwaar of beroep open (artikel 7.1 in samenhang met artikel 8.5, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 1 van hoofdstuk 1 van bijlage 2 bij deze zelfde wet).


X Noot
1

In artikelen 3:35, eerste lid, onder c van de Wet ruimtelijke ordening en 9b, vierde lid, van de Elektriciteitswet 1998 staan de Ministers van Economische Zaken en Klimaat en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties als bevoegde gezagen genoemd. Deze bevoegdheden zijn overgegaan op de Ministers voor K&E en voor VRO.

Naar boven