Verkeersbesluit voor het instellen van een vaarverbod in het werkgebied ten behoeve van de dijkversterking van de Zuidkade en Westkade van Marken in het Markermeer, RWSZ2022-00006219

14 juni 2022

RWS-2022/18394

DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Begripsbepaling

In deze beschikking wordt verstaan onder:

  • “Het hoofd afdeling vergunningverlening”: het hoofd afdeling vergunningverlening, Postbus 2232, 3500 GE Utrecht;

  • “De waterbeheerder”; de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, per adres Rijkswaterstaat Midden-Nederland, Postbus 2232, 3500 GE Utrecht, per e-mail adres handhaving-middennederland@rws.nl;

  • “Verkeer- en Watermanagement afdeling Noord-Oost”: het hoofd van de afdeling Noord-Oost van Verkeer- en Watermanagement van Rijkswaterstaat, tel. 088-7973300;

  • “District Noord, Midden Nederland”: het hoofd van het district Midden-Nederland Noord, Postbus 2232, 3500 GE Utrecht;

  • “scheepvaartverkeer”: verkeer van schepen en andere vaartuigen, overeenkomstig de bepalingen in de Scheepvaartverkeerswet;

  • “CMIJ”: de Centrale Meldpost IJsselmeergebied van de Rijkswaterstaat te Lelystad telefoonnummer 088-7973300, email cmij@rws.nl, bereikbaar per VHF op kanaal 1;

  • “BABS”: Besluit administratieve bepalingen inzake het Scheepvaartverkeer;

  • “Svw”: Scheepvaartverkeerswet;

  • “Bpr”: Binnenvaartpolitiereglement;

  • “Awb”: Algemene wet bestuursrecht.

OVERWEGINGEN TEN AANZIEN VAN HET BESLUIT

Bij besluit van 24 april 2020 is op grond van artikel 5.4 van de Waterwet een projectplan voor de dijkversterking van Marken vastgesteld.

Op 20 april 2022 is een aanvraag van Aannemingsmaatschappij De Vries & Van de Wiel B.V. ontvangen voor het nemen van tijdelijke verkeersmaatregelen voor de scheepvaart in verband met de dijkversterking van de Zuidkade en Westkade van Marken in het Markermeer. De aanvraag is geregistreerd onder zaaknummer RWSZ2022-00006219.

De werkzaamheden bestaan onder meer uit het aanleggen van een voorbelasting van zand op zinkstukken (wiepen), het toepassen van verticale drainage en het aanbrengen van tijdelijke steenbestorting en taludbescherming. Na het laten inklinken van de aangebrachte voorbelasting wordt het nieuwe dijkprofiel ingericht met onder andere steenbekleding en recreatieve en natuurtechnische inpassingsobjecten. Voor het veilig uitvoeren van deze werkzaamheden is het wenselijk het werkgebied af te sluiten voor overig scheepvaartverkeer, middels een werkbetonning voorzien van toptekens. Het tijdelijk afsluiten van dit werkgebied middels betonning kan mogelijk worden gemaakt door het nemen van een Verkeersbesluit.

Juridisch kader

Op grond van artikel 2 Svw ben ik bevoegd een Verkeersbesluit te nemen. In artikel 3 Svw is opgenomen dat ik de belangen van onder andere een vlotte en veilige doorvaart, schade en veiligheidsrisico’s hierbij in acht moet nemen.

Op grond van artikel 5 Svw kan ik beslissen een verkeersteken aan te brengen en op grond van artikel 7 Svw kan ik besluiten, al dan niet onder voorwaarden, een ontheffing te verlenen van een Verkeersbesluit.

In bijlage 7 van het Bpr zijn de verkeerstekens opgenomen. Onder sectie A van deze bijlage zijn de verbodstekens weergegevens. In bijlage 8 van het Bpr zijn tevens regels opgenomen ten aanzien van de markering van vaarwater.

Op grond van artikel 2 van het BABS mag het bevoegd gezag bij het nemen van een Verkeersbesluit uitsluitend gebruik maken van verkeerstekens, die een gebod of verbod bevat zoals is opgenomen in bijlage 7 en 8 van het Bpr. Op grond van artikel 10, onder a van het BABS kan door het bevoegd gezag voor het uitvoeren van werken verkeerstekens die een gebod of een verbod dan wel de opheffing van een gebod of een verbod aangeven, worden aangebracht zonder verkeersbesluit. Indien dit langer duurt dan 13 weken of regelmatig terugkeert is op grond van artikel 12 van het BABS alsnog een Verkeersbesluit nodig.

Er worden werken geplaatst in onderhavige situatie die vallen onder artikel 10, lid a van het BABS en dus zonder verkeersbesluit kunnen worden geplaatst. Echter, de werken blijven langer dan 13 weken aanwezig, waardoor er een verkeersbesluit genomen moet worden op grond van artikel 12 van het BABS.

Belangenafweging en motivering

In het Markermeer worden de Zuidkade en Westkade van Marken versterkt. Hierdoor vinden er diverse activiteiten in het water plaats. Om de nautische veiligheid van het scheepvaartverkeer en het uitvoeren van de werkzaamheden te waarborgen, wordt een werkgebied ingesteld.

De werkzaamheden vinden (in twee fasen) plaats aan de zuid- en westzijde van Marken en hebben betrekking op de dijkversterking van de Zuidkade en Westkade van Marken. De globale locatie van het in te stellen werkgebied in relatie tot de omgeving is weergeven op onderstaande figuur (blauwe vorm) weergegeven. Het verboden gebied dekt al deze werkzaamheden af. De vaarroute naar de haven wordt niet verstoord door de werkzaamheden en blijft beschikbaar.

In de eerste fase worden twee proefvakken ingericht, elk 100 tot 150 meter breed. Eén vak op de Westkade en één vak op de Zuidkade. Deze fase begint rond juni 2022 en zal tot en met het tweede kwartaal van 2023 duren. Vervolgens worden de ervaringen uit de eerste fase gebruikt voor de dijkversterking. Deze fase zal aansluitend beginnen en duurt circa 4 jaar.

Voor het aan te brengen zand zal gebruikt gemaakt worden van overslag door middel van een losponton met grondpers welke het zand middels een drijvende persleiding naar het betreffende dijkvak pompt en waarbij het door middel van een sproeiponton op drijvende ankers voorzien van lieren wordt verwerkt onder water. De grondpers zal hierbij te allen tijde binnen het werkgebied worden gesitueerd en dusdanig dat er geen hinder en/of oponthoud ontstaat voor overige vaarweggebruikers. Tevens worden binnen het werkgebied diverse afmeerpalen aangebracht voor het werkverkeer.

Vanwege de aanwezigheid van ondieptes, ankerdraden, drijvende leidingen, afmeerlocaties en hulpvaartuigen is het nodig om een werkgebied in te stellen.

Het werkgebied wordt ter plaatse gemarkeerd met het plaatsen van betonning, voorzien van een topteken met het verbodsteken A.1 (in-, uit- of doorvaren verboden) uit bijlage 7 van het BPR. In bijlage 1 van dit besluit zijn de maximale contouren van dit werkgebied opgenomen.

De wisseling van betonning wordt in overleg met de markeringsdienst uitgevoerd. De daadwerkelijke begindata, data van wisseling en einddata en definitieve posities, worden door middel van BAS-bericht aan de scheepvaart bekend gemaakt.

Ontheffing

In verband met de scheepvaartveiligheid wordt het gebied (afgezien van werkverkeer en overheidsvaartuigen) alleen toegankelijk voor de beroepsvisserij. Dit zijn stakeholders die voor een deel van hun broodwinning afhankelijk zijn van het gebied, beperkt zijn in aantal, makkelijk te traceren en waarmee het project goede afspraken kan maken om onveilige situaties te voorkomen en om elkaars bedrijfsvoering zo min mogelijk te verstoren. Veiligheid voor de medegebruiker en de aannemers is altijd leidend en de continuïteit van het project mag niet in het geding komen.

Indien binnen een deel van het werkgebied geen werkzaamheden plaatsvinden en de nautische veiligheid van het scheepsvaartverkeer niet in het geding is, is toegang tot (het desbetreffende deel van) het werkgebied voor beroepsvissers mogelijk. Om de nautische veiligheid van het scheepvaartverkeer in het gebied waar werkzaamheden plaatsvinden te garanderen dienen de beroepsvissers zich aan te melden bij de uitvoerder. Door middel van een van tevoren vastgestelde aanmeldprocedure kunnen de partijen zich dan aanmelden om activiteiten te verrichten in het desbetreffende deel van het werkgebied. Toegang tot (het desbetreffende deel van) het werkgebied is dan ook alleen mogelijk indien er geen werkzaamheden ten behoeve van de dijkversterking binnen het desbetreffende deel van het werkgebied plaatsvinden.

Overleg

Bij de voorbereiding van het besluit is aan Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, de gemeente Waterland en de provincie Noord-Holland de mogelijkheid geboden tot het geven van een reactie. Geen van deze overheden heeft van deze mogelijkheid geen gebruik gemaakt.

De Vissersbond, Hiswa-Recron, Watersportverbond, Beroepschartervaart en Schuttevaer zijn tevens de mogelijkheid geboden tot het geven van een reactie. Geen van deze belangenorganisaties heeft van deze mogelijkheid gebruik gemaakt.

Alle adviserende partijen ontvangen een (digitaal) afschrift van onderhavig Verkeersbesluit.

Door de aannemer worden de verschillende jachthavens en watersportverenigingen ter hoogte van deze werkzaamheden geïnformeerd.

Procedure

Door mij is geen voorbereidingsprocedure op grond van de Algemene wet bestuursrecht, afdeling 3.4, gevolgd. Reden hiervan is, dat ik ervan uitga dat andere belanghebbenden door het nemen van dit besluit niet in hun rechten worden aangetast.

BESLUIT:

Op grond van vorenstaande overwegingen besluit ik op grond de artikelen 2, 3, 5 en 7 van de Scheepvaartverkeerswet, juncto bijlage 7 en 8 Binnenvaartpolitiereglement en juncto de artikelen 2, 10a en 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het Scheepvaartverkeer:

  • 1. dat het verboden is om het gemarkeerd werkgebied in het Markermeer rondom de dijkversterking van de Zuidkade en Westkade van Marken, met vaartuigen in-, uit- of door te varen;

  • 2. dat het een gemarkeerd werkgebied betreft met maximale afmetingen van de betonning per fase in en nabij het werkgebied conform Bijlage 1 van dit Verkeersbesluit;

  • 3. dat deze verboden kenbaar worden gemaakt door het verkeersteken A.1 (bijlage 7 Bpr), inhoudende een algeheel vaarverbod geplaatst als topteken op de aanwezige werkbetonning;

  • 4. dat ontheffing van dit verbod wordt verleend aan:

    • a. Vaartuigen die deel uit maken van het werkverkeer dat betrokken is bij de dijkversterking van Marken;

    • b. Overheidsvaartuigen bezig met de uitoefening van de hun toegewezen taken;

    • c. Vaartuigen namens de overheid bezig met de uitoefening van de hun toegewezen taken;

    • d. Beroepsvissers, voor zover er geen werkzaamheden ten behoeve van de dijkversterking binnen het desbetreffende deel van het werkgebied plaatsvinden en na aanmelding bij de uitvoerder.

  • 5. dat onderhavig Verkeersbesluitbesluit van kracht is tot en met 31 maart 2028.

DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT, namens deze, hoofd van de afdeling Vergunningverlening Rijkswaterstaat Midden-Nederland J.J.A. Stammen

BIJLAGE MEDEDELINGEN

Inlichtingen

Voor het verkrijgen van nadere inlichtingen kan contact worden opgenomen met de heer K. Pabbruwee van Rijkswaterstaat Midden-Nederland, afdeling Vergunningverlening, tel: 06 10928948.

Ontheffing

Beroepsvissers die gebruik willen maken van de ontheffing mogelijkheid zoals genoemd in artikel 4 sub d van dit Verkeersbesluit kunnen over de planning van de werkzaamheden en aanmelding contact opnemen met de heer R. Moes, Moes.Richard@deme-group.com, 06 51495590.

Bezwaar

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kan tegen dit besluit binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekend gemaakt, een bezwaarschrift worden ingediend. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan Rijkswaterstaat Midden-Nederland, afdeling Werkenpakket, Postbus 2232, 3500 GE Utrecht.

Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en ten minste het volgende te bevatten:

  • a. de naam en adres van de indiener;

  • b. de dagtekening;

  • c. een omschrijving van het besluit, waartegen het bezwaar is gericht en

  • d. de gronden van het bezwaar.

Indien een bezwaarschrift is ingediend, is het mogelijk om daarnaast een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening in te dienen. Een dergelijk verzoek dient te worden gericht aan de voorzieningenrechter van de rechtbank binnen het rechtsgebied, waarin de indiener van het bezwaarschrift zijn woonplaats heeft. Het verzoek dient te zijn ondertekend en ten minste het volgende te bevatten:

  • a. de naam en het adres van de verzoeker;

  • b. de dagtekening;

  • c. de gronden van het verzoek (motivering).

Bij het verzoek dient voorts een afschrift van het bezwaarschrift te worden overgelegd. Zo mogelijk wordt tevens een afschrift van het besluit, waarop het geschil betrekking heeft, overgelegd. Naar aanleiding van het verzoek kan de voorzieningenrechter een voorlopige voorziening treffen, indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist.

Voor de behandeling van een verzoek om een voorlopige voorziening wordt een bedrag aan griffierecht geheven. De griffier van de betrokken rechtbank wijst de verzoeker na indiening van diens verzoek op de verschuldigdheid van het griffierecht en bericht de verzoeker binnen welke termijn en op welke wijze het verschuldigde griffierecht moet worden voldaan.

Indien het bezwaar- en/of verzoekschrift in een vreemde taal is gesteld en een vertaling voor een goede behandeling van het verzoek noodzakelijk is, dient de indiener zorg te dragen voor een vertaling.

BIJLAGE 1. SITUATIETEKENING

Behorende bij het Verkeersbesluit van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat van heden.

Fase 1

Fase 1

Fase 2

Fase 2
Naar boven