Regeling van de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening van 13 juni 2022, nr. 2022-0000254951, houdende wijziging van de Regeling reductie energiegebruik woningen in verband met de wijziging van de uiterste datum voor afronding van activiteiten

De Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening,

Gelet op artikel 17, vijfde lid, van de Financiële-verhoudingswet;

Besluit:

ARTIKEL I

Artikel 11 van de Regeling reductie energiegebruik woningen wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel a, wordt ‘31 juli 2022’ vervangen door ‘31 december 2022’.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. De in een beschikking, gegeven op grond van artikel 4 van deze regeling vóór 1 juli 2022, opgenomen uiterste datum voor het afronden van de activiteiten, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, wordt als ‘31 december 2022’ gelezen.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2022.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, H.M. de Jonge

ALGEMENE TOELICHTING

De Regeling reductie energiegebruik woningen heeft tot doel het stimuleren van het treffen van energiebesparende maatregelen in woningen en het geven van advies over energiebesparing aan huurders of eigenaar-bewoners door middel van het verstrekken van specifieke uitkeringen aan gemeenten. De specifieke uitkering kan door gemeenten onder andere worden ingezet voor het organiseren van activiteiten zoals voorlichtingsbijeenkomsten over energiebesparing, het aanbieden van eenvoudige energiebesparende maatregelen, het energiezuinig inregelen of laten inregelen van verwarmings- of ventilatiesystemen of het uitvoeren van warmtescans die bewoners stimuleren energie te besparen. Eind 2020 is de regeling opengesteld en hebben gemeenten een specifieke uitkering kunnen aanvragen. Hierna zijn per beschikking van de minister specifieke uitkeringen toegekend voor activiteiten van gemeenten gericht op het treffen van eenvoudige energiebesparende maatregelen zoals radiatorfolie, tochtstrips, ledlampen door huishoudens van koop- en huurwoningen en het geven van advies over verdere energiebesparing. Bij het verlenen van de beschikkingen aan gemeenten kon echter geen rekening gehouden worden met de situatie rondom het COVID-19-virus. Vanwege de uitbraak van dat virus konden de gemeenten geen eenvoudige energiebesparende maatregelen aanbieden of het energiezuinig laten inregelen van verwarmings- of ventilatiesystemen bij bewoners van koop- en huurwoningen. Verder werd bewoners verzocht om 1,5 meter afstand te houden, het reizen te beperken en geen groepsbijeenkomsten bij te wonen. Door deze maatregelen zijn gemeenten in de knel gekomen bij het tijdig organiseren en uitvoeren van de activiteiten waarvoor de specifieke uitkeringen zijn verstrekt, aangezien deze activiteiten moeten worden afgerond voor 31 juli 2022.

Om deze reden is met deze regeling de uitvoeringstermijn van de maatregelen waarvoor specifieke uitkeringen zijn verstrekt verlengd tot en met 31 december 2022. Op grond van deze wijzigingsregeling hebben gemeenten daarom de ruimte om deze maatregelen alsnog uit te voeren tot en met 31 december 2022. De gevolgen van het verlengen van de afrondingstermijn voor de activiteiten is dat gemeenten extra tijd hebben om kleine energiebesparende maatregelen te nemen of adviesbijeenkomsten te organiseren. Dit draagt bij aan het realiseren van de klimaatdoelstellingen van het kabinet.

De regeling bevat overgangsrecht voor reeds afgegeven beschikkingen. Op grond hiervan moet de einddatum voor het uitvoeren van de activiteiten, die is opgenomen in de beschikking, gelezen worden als 31 december 2022. De bestaande beschikkingen aan individuele gemeenten hoeven niet afzonderlijk te worden aangepast; het overgangsrecht in deze wijzigingsregeling voorziet in de generieke verlenging van de termijn. Er wordt dan ook niet van gemeenten gevraagd om een aanvraag te doen voor de verlenging of aan te tonen dat de vertraging te wijten is aan het COVID-19-virus. Hiermee worden onnodige lasten voor gemeenten voorkomen.

Deze regeling is niet openbaar geconsulteerd en evenmin voorgelegd aan het Adviescollege Toetsing Regeldruk (ATR), omdat er geen sprake is van (nieuwe) administratieve lasten voor burgers en bedrijven en het slechts om het aanpassen van een uitvoeringstermijn gaat. Bij de inwerkingtreding van deze regeling wordt er afgeweken van de invoeringstermijn van twee maanden, zodat de gemeenten zo spoedig mogelijk zekerheid hebben over de uitvoeringstermijn van de maatregelen. Er wordt niet afgeweken van de vaste verandermomenten.

De regeling wordt uitgevoerd door Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Omdat RVO al gestart is met de beoordeling van de aanvragen en de aanvraagperiode is afgelopen, zijn er geen extra uitvoeringslasten vanwege deze wijziging voor RVO.

De Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, H.M. de Jonge

Naar boven