Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
|---|---|---|---|---|
| Raden voor Rechtsbijstand (Cluster) | Staatscourant 2022, 15839 | ander besluit van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
|---|---|---|---|---|
| Raden voor Rechtsbijstand (Cluster) | Staatscourant 2022, 15839 | ander besluit van algemene strekking |
Het bestuur van de raad voor rechtsbijstand,
gelet op artikel 37b van de Wet op de rechtsbijstand, waarin is bepaald dat het bestuur van de Raad voor Rechtsbijstand subsidie kan verstrekken ten behoeve van de verlening van rechtsbijstand voor bijzondere doeleinden en projecten,
besluit:
de volgende subsidieregeling vast te stellen.
In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:
Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000;
het bestuur van de Raad voor Rechtsbijstand, bedoeld in artikel 3 van de wet;
de advocaat die ingeschreven is bij de Raad voor Rechtsbijstand en rechtsbijstand verleent in het kader van de pilot;
de door de rechtsbijstandverlener in de pilot te verlenen rechtsbijstand ten behoeve van de rechtzoekende in een zaak die aan de wijkrechter wordt voorgelegd;
de rechtzoekende bedoeld in artikel 1 van de wet, aan wie in het kader van de pilot rechtsbijstand wordt verleend;
een cluster van meerdere juridische geschillen van de rechtzoekende die in het kader van de pilot integraal worden behandeld en afgedaan door de wijkrechter;
de Wet op de rechtsbijstand;
de pilot Wijkrechtbank Eindhoven, een proef in de gemeente Eindhoven met rechtspreken in de wijk;
Deze regeling heeft tot doel adequate en kosteloze gefinancierde rechtsbijstand te regelen voor de rechtzoekende wiens zaak wordt behandeld in de pilot Wijkrechtbank Eindhoven.
1. Rechtsbijstandverleners ontvangen overeenkomstig de bepalingen van deze regeling een vergoeding voor de verlening van rechtsbijstand aan de rechtzoekende wiens zaak wordt behandeld in het kader van de pilot.
2. De vergoeding, bedoeld in het eerste lid omvat:
a. de overeenkomstig deze regeling vastgestelde vergoeding voor de rechtsbijstandverlening;
b. de overeenkomstig deze regeling vastgestelde vergoeding voor kosten in verband met het reizen ten behoeve van de rechtsbijstandverlening;
c. een vergoeding voor de administratieve kosten overeenkomstig artikel 27 van het besluit;
d. de omzetbelasting die is verschuldigd over de vergoedingen, bedoeld onder a, b en c van dit lid.
3. De vergoeding zoals bedoeld in het tweede lid wordt gedeeld door de twee rechtsbijstandverleners die een zaak behandelen.
4. Ten behoeve van de berekening van de vergoeding worden de krachtens deze regeling toegekende punten vermenigvuldigd met het basisbedrag, zoals genoemd in het eerste lid van artikel 3 van het besluit.
5. Bij de toepassing van deze regeling wordt de financiële draagkracht van de rechtzoekende buiten beschouwing gelaten.
1. Voor de rechtsbijstandverlening aan de rechtzoekende zoals bedoeld in deze regeling wordt een vergoeding toegekend van 21 punten.
2. De vergoeding dekt de volledig rechtsbijstandverlening in de zaak. Derhalve verstrekt het bestuur voor de zaak, met uitzondering van toevoegingen die het bestuur op last in een zaak moet afgeven, geen andere of aanvullende piket- of toevoegsubsidie.
3. Op aanvraag verstrekt het bestuur op het moment van aanvang van de werkzaamheden in het kader van de pilot een voorschot van € 1.000 op de krachtens deze subsidieregeling toe te kennen vergoeding. Dit voorschot wordt met een door het bestuur voorgeschreven formulier aangevraagd.
Voor de kosten in verband met het reizen ten behoeve van de verlening van rechtsbijstand aan de rechtzoekende in het kader van de pilot wordt een vergoeding van € 0,09 per kilometer toegekend.
1. De rechtsbijstand is voor de rechtzoekende kosteloos; er wordt geen eigen bijdrage opgelegd.
2. De rechtsbijstandverlener kan de rechtzoekende geen kosten in rekening brengen.
1. De regeling is van toepassing op rechtsbijstandverleners die voldoen aan de volgende deelnamecriteria:
a. de rechtsbijstandverlener is ingeschreven is bij de Raad;
b. de rechtsbijstandverlener is ingeschreven op meerdere (sociale) rechtsgebieden, zoals het strafrecht, personen- en familierecht, sociaal zekerheidsrecht, arbeidsrecht, huurrecht en jeugdrecht;
c. de rechtsbijstandverleners werken in tweetallen aan een zaak;
d. de rechtsbijstandverlener is voor deelname aan de pilot voorgedragen door de plaatselijke Orde van Advocaten.
2. De rechtsbijstandverlener verleent medewerking aan onderzoek, evaluatie en collegiale toetsing van onderscheidenlijk binnen de pilot en levert gegevens aan ten behoeve van die evaluatie.
1. Binnen twee maanden na afronding van de zaak waarin de rechter definitief uitspraak heeft gedaan, vraagt de rechtsbijstandverlener de vergoeding, onder aftrek van een eventueel voorschot, aan met het formulier ‘Verklaring rechtsbijstandverlening pilot Wijkrechtbank Eindhoven’. Bij dit formulier voegt de rechtsbijstandverlener een urenstaat, waarop de bestede uren aan rechtsbijstandverlening worden vermeld.
2. de rechtsbijstandverleners die in een tweetal werken, worden geacht de vergoeding zoals die is opgenomen in artikel 3 van deze regeling onderling te delen, met inachtneming van het derde lid van dat artikel en naar evenredigheid van ieders aandeel in de bestede tijd aan de zaak.
3. De vergoeding wordt direct vastgesteld.
Vastgesteld op25 mei 2022
Bestuur van de Raad voor Rechtsbijstand, I.D. Nijboer Algemeen directeur/Bestuurder
In het voorjaar van 2019 is op initiatief van de gemeente Eindhoven, de rechtbank Oost-Brabant en het OM, en in samenwerking met andere ketenpartners, in Eindhoven een pilot gestart met een wijkrechtbank. Die pilot sluit aan bij initiatieven die rechtbanken in het gehele land ontwikkelen en die passen in het streven naar maatschappelijk effectieve rechtspraak. Met die maatschappelijk effectieve rechtspraak wordt beoogd de problemen van rechtzoekenden zo integraal en duurzaam mogelijk op te lossen. In dat kader vonden al eerder pilots als de Burenrechter en de Regelrechter plaats.
Het concept van een wijkrechtbank is geïnspireerd op een model van problem solving justice en community courts dat vooral in zogeheten ‘common law landen’ (zoals de Verenigde Staten) wordt benut om crimineel en normoverschrijdend gedrag duurzaam aan te pakken. Kenmerkend voor de aanpak in Eindhoven is allereerst de actieve rol van de rechter. De rechter in de wijkrechtbank kijkt verder dan de individuele strafzaak en streeft ernaar om andere juridische problematiek (bijvoorbeeld schulden of huisvesting) te betrekken bij de lopende procedure. Ook is kenmerkend dat de samenwerking van (lokale) ketenpartners wordt versterkt door alle betrokken instanties aan tafel te brengen tijdens de zitting. Uiteindelijk verbindt de rechter aan een strafoplegging bepaalde bijzondere voorwaarden die gericht zijn op het voorkomen van recidive en moeten bijdragen aan de oplossing van de onderliggende problemen. Eventuele tijdens de zitting gemaakte afspraken kunnen in deze voorwaarden worden vervat. De rechter houdt ook in het traject na de zitting een toezichthoudende taak via een toetsingszitting.
In deze pilot werd er aanvankelijk voor gekozen om het rechtspreken te concentreren in de wijk Woensel in Eindhoven, omdat deze wijk een grote sociale problematiek kent, de criminaliteitscijfers hoger zijn dan gemiddeld en met name jongeren voor veel overlast zorgen. Later is de pilot uitgebreid naar andere wijken in Eindhoven, mede omdat er in enkel de wijk Woensel onvoldoende zaken waren om een betekenisvolle pilot te organiseren. Gelet op het doel richt de pilot zich op de ‘kansrijke zaken’ op het vlak van preventie en de-escalatie.
In het Programma Stelselvernieuwing Rechtsbijstand wordt gestreefd naar een vroegtijdige, integrale en duurzame oplossing van problemen van rechtzoekenden. Deze pilot is een interessant middel om te onderzoeken in hoeverre een streven naar meer integrale probleemoplossing en een bijpassende integrale vergoeding voor advocaten ook van meerwaarde kan zijn op het strafrecht. Tot nu toe spitst deze ontwikkeling zich vrijwel uitsluitend toe op civiele en bestuurlijke procedures en bleef het strafrecht buiten beeld. In deze pilot is het misdrijf de aanleiding en het strafrecht het vehikel voor een integrale aanpak, inclusief behandeling van de civiele en bestuursrechtelijke geschillen en sociale problemen die met het strafrechtelijke probleem verwant zijn.
Er wordt in het Wijkrechtbank geëxperimenteerd met een bijzondere manier om multiproblematiek bij de kern aan te pakken en op te lossen. Op den duur kan dit leiden tot een beproefde oplossingsroute voor dit type problemen en een beperking van herhaald beroep op rechtsbijstand. Daaraan draagt bij dat de zaak is geconcentreerd bij één koppel van rechtshulpverleners dat ten behoeve van de cliënt nauw betrokken is bij de rechtspleging en samen met andere betrokkenen werkt aan effectieve en duurzame oplossingen. Ook zorgt het werken in koppels van advocaten ervoor dat meerdere juridische expertises betrokken kunnen worden in de behartiging van de belangen van de cliënt.
Het advocatenkoppel is in deze pilot gepositioneerd als een sterke onafhankelijke casemanager voor de rechtzoekende. Daarbij staan het belang en de rechten van de cliënt centraal, maar wordt het belang van een duurzame oplossing scherp in het oog gehouden. Uit de evaluatie van de pilot zal moeten blijken of die rechten wellicht ook met andere professionals kunnen worden geborgd.
De Raad voor Rechtsbijstand is verantwoordelijk voor de financiering van de rechtsbijstand door advocaten tijdens de pilot. De huidige vergoedingensystematiek voorziet niet in een passende financiering van rechtsbijstand in een procedure als de wijkrechtbank. Vooralsnog is uitgaan van een aantal hypotheses die hebben geleid tot de voorlopige vormgeving van de financiering. In de pilot wordt beproefd wat de ervaringen zijn met deze integrale vergoeding voor de gehele zaak.
Gedurende de pilot wordt een forfait toegekend dat overeenkomt met 21 punten per zaak. Die punten dekken de integrale behandeling van de zaak door de wijkrechtbank en zien op de piketbijstand. De vergoeding komt in de plaats van de vaak niet in samenhang te behandelen vergoedingen voor piketbijstand, strafrechtsbijstand en rechtsbijstand op civiele en bestuursrechtelijke terreinen.
Tijdens de pilot wordt op basis van een tijdmeting gemonitord of de gehanteerde aannames reëel zijn. Dit kan betekenen dat er in de toekomst bij een eventuele bestendiging of uitbreiding van deze werkwijze wordt gekozen voor het bijstellen van de vergoedingen. Tevens wordt voor de zaken die in de pilot komen een inschatting gemaakt van de waarschijnlijke inzet aan rechtsbijstand indien de zaken via het reguliere traject zouden zijn behandeld. Daarbij wordt tevens gepoogd in kaart te brengen wat de mogelijke kosten en opbrengsten zouden zijn voor de aanpak van de aanpalende (gezins)problematiek.
De pilot loopt af op 1 juli 2022. Hierna zal in overleg met de initiatiefnemers worden bezien of de pilot een vervolg krijgt en hoe de vergoeding van rechtsbijstand er bij een eventueel vervolg uit zou moeten zien.
Artikel 1 bevat onder andere definities voor de betrokken partijen in deze subsidieregeling en omschrijft de pilot.
In dit artikel is in het doel van de regeling geformuleerd. Het algemene deel bevat al een uitgebreide toelichting van waarop de pilot ziet en welke doelstellingen daaraan hangen.
In artikel 3 zijn de elementen geformuleerd die voor vergoeding in aanmerking komen. En is aangegeven dat voor de puntvergoeding, de administratieve vergoeding en de reiskostenvergoeding is aangesloten bij de regels in het Besluit vergoedingen rechtsbijstand.
Lid 3 bevat de bepaling dat de rechtsbijstandverleners die een zaak gezamenlijk behandelen de ter beschikking gestelde vergoeding moeten delen.
In lid 5 is bepaald dat in kader van deze pilot voor de verlening van rechtsbijstand geen rekening wordt gehouden met de financiële draagkracht van de rechtzoekende.
In deze pilot bestaat behoefte aan de behandeling van voldoende zaken om lering uit te kunnen trekken. Er bestond vooraf de vrees dat bij toepassing van de financiële draagkracht, te weinig geschikte zaken in de pilot zouden resteren. Vandaar dat in de pilot ervoor is gekozen de financiële draagkracht buiten beschouwing te laten.
Per zaak geldt een vergoeding van 21 punten. In algemeen deel van deze toelichting is al beschreven waar die vergoeding op ziet. Bovendien is in lid 2 van dit artikel uitdrukkelijk bepaald dat deze vergoeding een aanvullende toevoeging of piketvergoeding uitsluit. Daarvoor geldt wel weer de uitzondering van een op last af te geven toevoeging, voor bijvoorbeeld de tenuitvoerlegging van een eerder voorwaardelijke opgelegde straf.
In een zaak kan de rechtsbijstandverlener een voorschot aanvragen. Die mogelijkheid is geboden, omdat het tijdsverloop tussen de start en afronding van de zaak groot kan zijn.
Voor de kilometervergoeding is aangesloten bij de geldende vergoedingsregels in de gesubsidieerde rechtsbijstand.
In het verlengde van het geen bepaald is in artikel 3 vijfde lid is hierin opgenomen dat geen eigen bijdrage in rekening wordt gebracht.
In het eerste lid is geformuleerd aan welke kenmerken de ingeschakelde rechtsbijstandverlener moet voldoen.
De rechtsbijstandverlener moet van veel markten thuis zijn. Hij moet voldoende juridische kennis hebben op de genoemde rechtsgebieden.
Het bestuur realiseert zich dat in deze pilot de advocaat die wordt ingezet niet aan alle door de Raad gestelde inschrijvingsvoorwaarden voor de in de integrale zaaksbehandeling aan bod komende rechtsgebieden kan voldoen en stemt met die afwijking ook in. Wel moet de rechtsbijstandverlener in enkele van die genoemde rechtsgebieden ingeschreven zijn en aan de voorwaarden voldoen.
Bijzonder is ook dat advocaten in tweetallen aan een zaak werken. In artikel 7 lid 1 sub c is de bijzondere regeling voor samenwerking aan een zaak opgenomen. Hiermee wordt bevorderd dat onder regie van degene die de zaak heeft ingenomen, op onderdelen zo nodig de kennis van een deelnemende, collega rechtsbijstandverlener kan worden ingeschakeld. Dit leidt niet tot een hogere vergoeding of het mogen aanvragen van een extra toevoeging.
In dit artikel zijn de regels voor de aanvraag en vaststelling van de vergoeding weergegeven. Van belang is dat de rechtsbijstandverlener een urenstaat inlevert, opdat goed de (vooraf) vastgestelde uitgangspunten voor de puntentoekenning kunnen worden getoetst.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2022-15839.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.