Call for proposals Promotiebeurs voor leraren, Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek

2022 2de ronde

Inhoud

1

Inleiding

1

 

1.1

Achtergrond

1

 

1.2

Beschikbaar budget

1

 

1.3

Indieningsdeadline(s)

1

2

Doel

2

 

2.1

Doelstelling van het programma

2

 

2.2

Maatschappelijke impact

2

3

Voorwaarden voor aanvragers

2

 

3.1

Wie kan aanvragen

2

 

3.2

Wat kan aangevraagd worden

3

 

3.3

Het opstellen en indienen van de aanvraag

3

 

3.4

Indieningsvoorwaarden

5

 

3.5

Subsidievoorwaarden

5

4

Beoordelingsprocedure

6

 

4.1

De San Francisco Declaration (DORA)

6

 

4.2

Procedure

7

 

4.3

Criteria

9

5

Subsidieverplichtingen

9

6

Contact en overige informatie

11

 

6.1

Contact

11

 

6.2

Overige informatie

11

1 Inleiding

In deze Call for proposals leest u hoe de aanvraagprocedure is ingericht voor de subsidieronde Promotiebeurs voor leraren, tweede ronde van 2022. Deze Call for proposals valt onder de verantwoordelijkheid van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO).

U vindt in deze Call for proposals achtereenvolgens informatie over het doel van dit programma (hoofdstuk 2), de voorwaarden voor de subsidieaanvraag (hoofdstuk 3) en hoe uw aanvraag wordt beoordeeld (hoofdstuk 4). Deze informatie hebt u nodig om een aanvraag voor subsidie te kunnen indienen. In hoofdstuk 5 vindt u de subsidieverplichtingen die van toepassing zijn in geval van toewijzing, in hoofdstuk 6 de contactgegevens en in hoofdstuk 7 de bijlagen.

1.1 Achtergrond

Sinds 2011 stelt het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap een promotiebeurs beschikbaar voor leraren die werkzaam zijn in het primair, voortgezet, middelbaar beroeps-, hoger beroeps- en speciaal onderwijs. Met deze beurs kunnen zij promotieonderzoek doen. Het ministerie wil hiermee het aantal gepromoveerde leraren voor de klas verhogen. Dit draagt bij aan de verbetering van de onderwijskwaliteit en het versterkt de aansluiting tussen de universiteiten en scholen. Geselecteerde leraren worden gedurende een periode van maximaal vijf jaar voor maximaal 0,4 fte vrijgesteld van lesgebonden taken, waaronder wordt verstaan het daadwerkelijk voor de klas staan en de daarbij behorende taken, namelijk het voorbereiden van de les, overleg gerelateerd aan het lesgeven, corrigeerwerk, het begeleiden van stages en/of afstudeerscripties. Promotiebeurs voor leraren is één van de maatregelen uit het Aktieplan Leerkracht van 2007 en wordt door NWO uitgevoerd.

1.2 Beschikbaar budget

Het subsidieplafond voor deze Call for proposals bedraagt in totaal € 4.750.000. Binnen deze Call for proposals worden naar verwachting maximaal 24 aanvragen toegewezen.

1.3 Indieningsdeadline(s)

De deadline voor het indienen van aanvragen is 13 september 2022, om 14:00:00 CEST.

Bij het indienen van uw aanvraag in ISAAC dient u ook online nog gegevens in te voeren. Begin daarom ten minste één dag vóór de deadline van deze call for proposals met het indienen van uw aanvraag. Aanvragen die na de deadline worden ingediend, worden niet in behandeling genomen.

2 Doel

Dit hoofdstuk beschrijft de doelstelling van het programma en de maatschappelijke impact.

2.1 Doelstelling van het programma

Het programma Promotiebeurs voor leraren beoogt het aantal gepromoveerde leraren voor de klas te vergroten. De beurs is bedoeld voor leraren uit het primair, voortgezet, middelbaar beroeps-, hoger beroeps- en speciaal onderwijs. Een groter aantal gepromoveerde leraren voor de klas verhoogt de kwaliteit van het onderwijs, versterkt de aansluiting tussen universiteiten en scholen en draagt bij aan het creëren van een onderzoeksklimaat op scholen. De opgedane kennis en onderzoekservaring komt direct ten goede aan de onderwijspraktijk.

Vrouwelijke leraren worden nadrukkelijk uitgenodigd een aanvraag in te dienen, evenals leraren uit het primair, speciaal, voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs.

2.2 Maatschappelijke impact

Nieuwe kennis en inzichten vanuit wetenschappelijk onderzoek kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken van vandaag én morgen. Denk aan de energietransitie, gezondheid en zorg, of klimaatverandering. Kennisbenutting vergroot de kans op maatschappelijke impact van onderzoek en is daarom een belangrijk onderdeel van de NWO-strategie voor 2019–2022.

2.2.1 Kennisbenutting

NWO ziet kennisbenutting als een iteratief proces richting maatschappelijke impact. Door interactie en afstemming tussen onderzoekers en mogelijke kennisgebruikers, neemt de kans op kennisbenutting toe en daarmee ook de kans op maatschappelijke impact. Via haar kennisbenuttingsbeleid bevordert NWO de mogelijke bijdrage vanuit onderzoek aan maatschappelijke vraagstukken door het stimuleren van productieve interacties met maatschappelijke belanghebbenden. Zowel tijdens de ontwikkeling als in de uitvoering van het onderzoek. Dit doet zij op een manier die past bij het doel van het financieringsinstrument. Bij deze Call for proposals is geen specifieke benadering van kennisbenutting van toepassing. Alle aanvragen worden evenwel beoordeeld op het criterium ‘potentiële bijdrage aan de maatschappij in bredere zin en aan het onderwijs in het bijzonder’ (zie paragraaf 4.3.1 van deze Call for proposals).

Voor meer informatie over het kennisbenuttingsbeleid van NWO zie de website: www.nwo.nl/kennisbenutting.

3 Voorwaarden voor aanvragers

Dit hoofdstuk bevat de voorwaarden die gelden voor uw subsidieaanvraag. Eerst wordt beschreven wie subsidie kan aanvragen (paragraaf 3.1) en waarvoor u subsidie kunt aanvragen (paragraaf 3.2). Vervolgens vindt u de voorwaarden voor het opstellen en indienen van de aanvraag (paragrafen 3.3 en 3.4) en specifieke subsidievoorwaarden (paragraaf 3.5).

3.1 Wie kan aanvragen

Leraren mogen een aanvraag indienen als zij:

  • werkzaam zijn als leraar in het primair, voortgezet, middelbaar beroeps-, hoger beroeps- of speciaal onderwijs.

  • in het bezit zijn van een onderwijsbevoegdheid. Een onderwijsbevoegdheid is niet verplicht voor leraren werkzaam in het hbo.

  • op het moment van de deadline van deze Call for proposals een vast dienstverband hebben van minimaal 0,4 fte, eventueel aangevuld met tijdelijke contracten, bij een bevoegd gezag van een of meer onderwijsinstellingen die bekostigd wordt of worden door de Nederlandse overheid. Leraren met meerdere contracten kunnen ook een aanvraag indienen, mits wordt voldaan aan de voorwaarde van een vast dienstverband van minimaal 0,4 fte bij minstens één van de instellingen.

  • voor minimaal de helft van hun dienstverband belast zijn met lesgebonden taken. Onder ‘lesgebonden taken’ wordt verstaan: het daadwerkelijk voor de klas staan en de daarbij horende taken uitvoeren, namelijk het voorbereiden van de les, het voeren van overleg gerelateerd aan het lesgeven, het doen van corrigeerwerk, het begeleiden van stages en/of afstudeerscripties. Voor docenten met een onderzoekstaak (onderzoekstijd gefinancierd door de eigen instelling dan wel een andere instantie) geldt dat de onderzoekstijd in z’n geheel niet beschouwd wordt als lesgebonden. NWO kan naar aanleiding van de gegevens uit de aanvraag nadere informatie over het dienstverband opvragen.

  • nog niet gepromoveerd zijn.

Aanvullende voorwaarden:

  • Leraren die al gestart zijn met een promotieonderzoek en die niet de maximale beurs van 5 jaar nodig hebben, kunnen eveneens een aanvraag indienen. De beurs wordt in principe voor 5 jaar toegekend, maar stopt zodra het proefschrift is verdedigd.

  • Leraren die op het moment van indienen in de afgelopen 5 jaar reeds voor 1,5 fte publieke financiering hebben ontvangen (in geld en/of tijd) voor het doen van promotieonderzoek (bijvoorbeeld via een regeling vanuit de eigen instelling of een dienstverband als aio/promovendus aan een universiteit) komen niet in aanmerking voor de beurs, ongeacht het onderwerp van onderzoek.

  • Aanvragen worden gedaan door individuele onderzoekers (niet door duo’s of (onderzoeks)groepen).

  • Leraren die al aan een eerdere ronde hebben deelgenomen, maar van wie de aanvraag destijds niet is toegewezen, kunnen een nieuwe aanvraag indienen. Zij moeten dan een ronde overslaan.

3.2 Wat kan aangevraagd worden

Leraren vragen voor vijf jaar een vervangingssubsidie aan voor een deel van hun lesgebonden taken om gedurende die periode onderzoek te doen, resulterende in een promotie. De aan te vragen vervangingssubsidie bedraagt de helft van de contractomvang (inclusief tijdelijke uitbreidingen op het moment van de deadline voor het indienen van aanvragen van deze call for proposals). Het maximum aantal fte subsidie bedraagt 0,4 fte, ook als de contractomvang groter is dan 0,8 fte. Leraren met een contractomvang kleiner dan 0,8 fte vragen subsidie aan voor de helft van de feitelijke contractomvang op het moment van de deadline van deze call for proposals. Om de opgedane ervaring direct ten goede te laten komen aan de onderwijspraktijk, dient de aanvrager het niet-vrijgestelde deel van het contract voor minimaal de helft te besteden aan lesgebonden taken. Heeft de aanvrager bijvoorbeeld een contract van 1,0 fte, dan bedraagt de vrijstelling 0,4 fte. Van de resterende 0,6 fte dient minimaal de helft, dus 0,3 fte, aan lesgebonden taken besteed te worden.

De werkgever van de leraar van wie de aanvraag wordt toegewezen ontvangt de subsidie om de leraar voor 5 jaar lang te vervangen en vrij te stellen ten behoeve van het promotieonderzoek voor de helft van zijn/haar contractomvang, met een maximum van 0,4 fte vrijstelling. De werkgever is verantwoordelijk voor het financieel beheer van de subsidie en legt hierover verantwoording af aan NWO. De volgende standaardbedragen, gebaseerd op de gemiddelde loonkosten voor 0,4 fte en vastgesteld door het Ministerie van OCW, zijn van toepassing:

  • voor leraren in het basisonderwijs: 29.000 euro per jaar

  • voor leraren in het speciaal (voortgezet) onderwijs: 30.900 euro per jaar

  • voor leraren in het voortgezet onderwijs: 33.000 euro per jaar

  • voor leraren in het beroepsonderwijs en educatie: 33.800 euro per jaar

  • voor leraren in het hoger beroepsonderwijs: 37.600 euro per jaar

De bedragen voor kleinere contracten worden naar rato aangepast.

Daarnaast ontvangen de leraren van wie de aanvraag wordt toegewezen een budget voor reiskosten in binnen- en buitenland en opleiding van maximaal 5.000 euro per jaar. Dit bedrag kan ingezet worden voor open access publicatiekosten, cursussen, congresbezoek en het aanschaffen van benodigde literatuur of andere direct aan het onderzoek gerelateerde kosten. Alleen werkelijk gemaakte kosten mogen gedeclareerd worden.

3.3 Het opstellen en indienen van de aanvraag

Het onderwerp van het promotieonderzoek is volledig vrij; elk onderzoeksonderwerp kan in aanmerking komen. Beoordeling van de aanvraag vindt plaats aan de hand van de in 4.3 genoemde criteria.

Voor het opstellen van uw aanvraag doorloopt u de volgende stappen:

  • download het aanvraagformulier vanuit het online aanvraagsysteem ISAAC of vanaf de website van NWO (op de website van het betreffende financieringsinstrument);

  • vul het aanvraagformulier in, inclusief de promotorverklaring;

  • sla het formulier op als pdf en dien het met de eventueel verplichte bijlage(n) in ISAAC in;

  • vul de online in ISAAC gevraagde gegevens in.

Verplichte bijlage(n): de werkgeversverklaring moet als aparte bijlage bij de aanvraag als pdf-bestand (zonder beveiliging) in ISAAC geüpload worden. Indien NWO een template beschikbaar heeft gesteld, dient de bijlage conform het NWO-template opgesteld te worden. Andere bijlagen dan de hierboven vermelde bijlage zijn niet toegestaan.

Het is verplicht uw aanvraag in het Nederlands of Engels op te stellen.

Het indienen van een aanvraag kan alleen via het online aanvraagsysteem ISAAC. Aanvragen die niet via ISAAC zijn ingediend, worden niet in behandeling genomen.

U bent als aanvrager verplicht een aanvraag via het eigen persoonlijke ISAAC-account in te dienen.

Het is belangrijk om tijdig te beginnen met uw aanvraag in ISAAC:

  • indien u nog geen ISAAC-account heeft, dient deze op tijd te worden aangemaakt om eventuele aanmeldproblemen te voorkomen.

  • nieuwe organisaties moeten eventueel nog door NWO toegevoegd worden aan ISAAC.

  • u moet ook online nog gegevens invoeren.

Aanvragen die na de deadline worden ingediend, neemt NWO niet in behandeling.

Voor vragen van technische aard verzoeken wij u contact op te nemen met de ISAAC-helpdesk, zie contact (hoofdstuk 6).

Werkt de aanvrager bij een organisatie die niet is opgenomen in de database van ISAAC? U kunt dit dan melden via relatiebeheer@nwo.nl zodat de organisatie kan worden toegevoegd. Hier zijn enige dagen voor nodig. Daarom is het van belang dit uiterlijk een week voor de deadline te melden.

De aanvrager dient de organisatie waar zij/hij werkzaam is te hebben geïnformeerd over het indienen van de aanvraag en de organisatie dient de subsidievoorwaarden van deze Call for proposals te aanvaarden.

3.3.1 Aanvraagformulier

Het aanvraagformulier is beschikbaar in het Nederlands en Engels. Op de Nederlandstalige website van NWO kan het Nederlandstalige aanvraagformulier worden gedownload en op de Engelstalige website staat het Engelstalige aanvraagformulier.

Het ingediende aanvraagformulier bevat onder andere:

  • een duidelijke beschrijving van het voorgestelde onderzoek in maximaal 3000 woorden, inclusief voetnoten en tekst in illustraties. Dit betreft de secties 2a t/m 2e van het aanvraagformulier. Deze secties van het aanvraagformulier bevatten ook afzonderlijke woordenlimieten waar u zich aan moet houden.

  • een verklaring van de beoogd promotor en eventuele copromotor/dagelijks begeleider omtrent de kwaliteit van de aanvrager en het voorgestelde onderzoek (sectie 5 van het aanvraagformulier).

Let op! De promotor en copromotor(es)/dagelijks begeleider(s) en de aanvrager dienen allen de laatste pagina van het aanvraagformulier te ondertekenen.

3.3.2 De beoogd promotor en eventuele co-promotor(es)/dagelijks begeleider(s)

De promotor moet als hoogleraar of universitair hoofddocent verbonden zijn aan een van de volgende Nederlandse universiteiten/instituten: EUR, RUG, RUN, TUD, TUE, OU, LEI, UM, UT, UU, UVA, UvH, UvT, VU, WUR, PThU, TUA, TU, Nyenrode of Naturalis. Een universitair hoofddocent mag alleen als promotor optreden indien hij/zij in bezit is van het ius promovendi op het moment van de deadline van deze Call for proposals van de aanvraag. Indien op het moment van de deadline van deze Call for proposals vaststaat dat het promotierecht van de beoogd promotor gedurende de vijfjarige gesubsidieerde looptijd zal eindigen, dan moet worden aangegeven wie de rol van promotor op dat moment zal overnemen tot aan het einde van de looptijd van de subsidie.1

Een verklaring van de promotor maakt deel uit van het aanvraagformulier (sectie 5). Deze verklaring wordt opgesteld door de promotor of, indien de promotor niet (alleen) de dagelijkse begeleiding op zich zal nemen, door de dagelijks begeleider(s)/copromotor(es) in samenspraak met de promotor. In de verklaring dient te worden ingegaan op de kwaliteit en motivatie van de aanvrager voor het voorgestelde onderzoek, de totstandkoming van de aanvraag, de kwaliteit en relevantie van het voorgestelde onderzoek (waaronder ook de toegevoegde waarde van de onderzoekslijn van de promotor en/of overige begeleiders), en op de manier waarop de begeleiding (samenstelling begeleidingscommissie) en opleiding van de aanvrager vormgegeven zal worden.

3.3.3 Verklaring werkgever

Een verplichte bijlage bij de aanvraag is een verklaring van de werkgever van de aanvrager. Hierin verklaart de werkgever dat de betreffende leraar een vast dienstverband voor onbepaalde tijd heeft en voor minimaal de helft van het dienstverband lesgebonden taken heeft zoals gedefinieerd in paragraaf 3.1. De werkgever verklaart tevens bekend te zijn met het programma Promotiebeurs voor leraren en de aan de subsidie verbonden voorwaarden en verplichtingen en bereid te zijn om, als de aanvraag wordt toegewezen, voor maximaal 5 jaar studieverlof voor de helft van het dienstverband met een maximum van 0,4 fte te verlenen aan de leraar. Daarnaast verklaart de werkgever dat de leraar het niet-vrijgestelde deel van zijn/haar dienstverband voor minimaal de helft belast is met lesgebonden taken.

De werkgever dient voor de verklaring gebruik te maken van het format opgesteld door NWO. De werkgeversverklaring kan gedownload worden op de bovengenoemde website waar ook het aanvraagformulier staat. NWO neemt uitsluitend werkgeversverklaringen in behandeling die ondertekend zijn door een daartoe gemachtigde vertegenwoordiger van het schoolbestuur.

Als een leraar bij meerdere scholen werkzaam is, dan dient de school waar de leraar het grootste vaste dienstverband heeft de verklaring op te stellen. Dit dienstverband moet voldoen aan de onder paragraaf 3.1 gestelde voorwaarden. Alleen de school waar de leraar het grootste dienstverband heeft kan de subsidie ontvangen, en deze school stelt de vervanger aan. Mocht het studieverlof over meerdere werkgevers verspreid zijn, dan vermeldt de werkgever waar de leraar het grootste vaste dienstverband heeft dat de overige werkgevers bereid zijn studieverlof te verlenen en dat met deze werkgevers afspraken zijn gemaakt over de inzet van de vervanging. Alle werkgevers die hieraan hun medewerking verlenen dienen de werkgeversverklaring mede te ondertekenen.

3.4 Indieningsvoorwaarden

3.4.1 Formele voorwaarden voor indiening

NWO toetst uw aanvraag op onderstaande voorwaarden. Alleen als uw aanvraag aan deze voorwaarden voldoet, wordt deze toegelaten tot de beoordelingsprocedure. U wordt gevraagd om na indiening van een aanvraag beschikbaar te zijn om eventuele administratieve correcties door te voeren en zo (alsnog) te voldoen aan de voorwaarden voor indiening.

Deze voorwaarden zijn:

  • de aanvrager voldoet aan de in paragraaf 3.1 gestelde voorwaarden;

  • het aanvraagformulier is, na eventueel verzoek tot aanvulling of wijziging, compleet en volgens de instructies ingevuld;

  • de aanvraag is ingediend via het ISAAC-account van de aanvrager;

  • de aanvraag is ontvangen voor of op de gestelde deadline;

  • de aanvraag is in het Nederlands en/of Engels opgesteld;

  • de vereiste bijlage (werkgeversverklaring) is compleet en volgens de instructies en voorwaarden van deze Call for proposals opgesteld en ingediend.

3.5 Subsidievoorwaarden

Op alle aanvragen zijn de NWO-subsidieregeling 2017 en het Akkoord bekostiging wetenschappelijk onderzoek van toepassing.

3.5.1 Datamanagement

Resultaten van wetenschappelijk onderzoek moeten kunnen worden gerepliceerd, geverifieerd en gefalsifieerd. In het digitale tijdperk betekent dit dat behalve publicaties ook onderzoeksdata zo veel mogelijk vrij toegankelijk moeten zijn. NWO verwacht dat de onderzoeksdata die voortkomen uit projecten die door NWO zijn gefinancierd zo veel mogelijk vrij beschikbaar komen voor hergebruik door andere onderzoekers.

NWO hanteert daarbij het principe: “zo open als mogelijk, beschermd indien nodig”. Van onderzoekers wordt verwacht dat zij ten minste die data en/of niet-numerieke resultaten die ten grondslag liggen aan de conclusies van binnen het project gepubliceerde werken openbaar maken, gelijktijdig met de publicatie zelf. Eventuele kosten die hiervoor worden gemaakt, mogen worden bekostigd uit het in paragraaf 3.2 genoemde budget van 5.000 euro per jaar. Onderzoekers maken kenbaar hoe met data voortkomend uit het project wordt omgegaan aan de hand van de datamanagementparagraaf in de aanvraag, en het datamanagementplan na toewijzing van subsidie.

Datamanagementparagraaf

De datamanagementparagraaf maakt deel uit van de aanvraag. Onderzoekers wordt gevraagd reeds voor aanvang van het onderzoek te bedenken hoe de verzamelde data geordend en gecategoriseerd moeten worden zodat zij vrij beschikbaar kunnen worden gesteld. Vaak zullen al vóór het tot stand komen van de data en de analyse daarvan maatregelen getroffen moeten worden om opslag en deling later mogelijk te maken.

Indien niet alle data voortkomende uit het project openbaar gemaakt kunnen worden, bijvoorbeeld om redenen van privacy, ethiek of valorisatie, dient de aanvrager dit beargumenteerd kenbaar te maken in de datamanagementparagraaf.

De datamanagementparagraaf wordt niet beoordeeld en daarom ook niet meegewogen in de beslissing om een aanvraag al dan niet toe te wijzen. De commissie kan wel advies geven met betrekking tot de datamanagementparagraaf.

3.5.2 Wetenschappelijke integriteit

Het project dat NWO financiert moet, conform de NWO Subsidieregeling 2017, uitgevoerd worden in overeenstemming met de nationaal en internationaal aanvaarde normen van wetenschappelijk handelen zoals neergelegd in de Nederlandse Gedragscode Wetenschappelijke Integriteit (2018). Met het indienen van de aanvraag committeert de aanvrager zich aan deze code. In geval van (mogelijke) schending van deze normen bij een door NWO gefinancierd project, dient de aanvrager NWO hiervan onverwijld op de hoogte te stellen en dient deze alle ter zake relevante documenten aan NWO te overleggen. Meer informatie over de gedragscode en het beleid op het gebied van wetenschappelijke integriteit vindt u op de website: www.nwo.nl/integriteit.

3.5.3 Ethische verklaring of vergunning

Het is de verantwoordelijkheid van de aanvrager om na te gaan of voor de uitvoering van het voorgestelde project een ethische verklaring of vergunning noodzakelijk is. De aanvrager dient er voor te zorgen dat deze tijdig wordt verkregen bij de relevante instelling of ethische commissie. Bij toewijzing wordt de subsidie verleend onder de voorwaarde dat de benodigde ethische verklaring of vergunning vóór de uiterste startdatum van het project is verkregen. Het project kan pas starten nadat NWO een kopie van de ethische verklaring of vergunning heeft ontvangen.

3.5.4 Nagoya Protocol

Het Nagoya Protocol zorgt voor een eerlijke en billijke verdeling van voordelen voortvloeiende uit het gebruik van genetische rijkdommen (Access and Benefit Sharing; ABS). Onderzoekers die voor hun onderzoek gebruikmaken van genetische bronnen in/uit het buitenland dienen zich op de hoogte te stellen van het Nagoya Protocol (www.absfocalpoint.nl). NWO gaat ervan uit dat zij de noodzakelijke acties ten aanzien van het Nagoya Protocol nemen.

4 Beoordelingsprocedure

Dit hoofdstuk beschrijft allereerst hoe de beoordelingsprocedure verloopt (paragraaf 4.2). Vervolgens somt het de criteria op waaraan de beoordelingscommissie uw aanvraag toetst (paragraaf 4.3).

Voor alle bij de beoordeling en/of besluitvorming betrokken personen en betrokken NWO-medewerkers is de NWO Code Persoonlijke Belangen van toepassing (www.nwo.nl/code).

NWO streeft naar een inclusieve cultuur, waarin geen plaats is voor bewuste of onbewuste barrières vanwege culturele, etnische of religieuze achtergrond, gender, seksuele oriëntatie, gezondheid of leeftijd (www.nwo.nl/diversiteit-en-inclusie). NWO stimuleert referenten en leden van een beoordelingscommissie of jury actief om zich bewust te worden van impliciete associaties en te proberen deze te minimaliseren. NWO voorziet hen van informatie over concrete manieren om de beoordeling van een aanvraag te verbeteren.

4.1 De San Francisco Declaration (DORA)

NWO is ondertekenaar van de San Francisco Declaration on Research Assessment (DORA). DORA is een wereldwijd initiatief dat beoogt de manier waarop onderzoek en onderzoekers worden beoordeeld te verbeteren. DORA bevat aanbevelingen voor onderzoeksfinanciers, onderzoeksinstellingen, wetenschappelijke tijdschriften en andere partijen.

DORA richt zich op het terugdringen van het onkritisch gebruik van bibliometrische indicatoren en het wegnemen van onbewuste vooringenomenheid (unconscious bias) bij de beoordeling van onderzoek en onderzoekers. Overkoepelende filosofie van DORA is dat onderzoek moet worden beoordeeld op zijn eigen kwaliteiten en verdiensten in plaats van op basis van afgeleide indicatoren, zoals het tijdschrift waarin het onderzoek wordt gepubliceerd.

NWO gaat bij het beoordelen van het wetenschappelijk track record van aanvragers uit van een brede definitie van wetenschappelijke output.

NWO verzoekt commissieleden en referenten bij de beoordeling van aanvragen niet af te gaan op indicatoren als de Journal Impact Factor of de h-index. U mag deze niet vermelden in uw aanvraag. Wel mag u naast publicaties ook andere wetenschappelijk producten te vermelden, zoals datasets, patenten, software en code enzovoort.

Voor meer informatie over wat NWO doet om de principes van DORA te implementeren zie: www.nwo.nl/dora

4.2 Procedure

De aanvraagprocedure bestaat uit de volgende stappen:

  • Indiening van de aanvraag

  • In behandeling nemen van de aanvraag

  • Preadvisering beoordelingscommissie

  • Interview

  • Vergadering van de beoordelingscommissie

  • Besluitvorming

Vanwege de in de beoordelingscommissie aanwezige expertise en de geringe omvang van de subsidie, heeft NWO besloten om bij de beoordeling van de aanvragen gebruik te maken van de mogelijkheid gegeven in artikel 2.2.4, lid 2, van de NWO Subsidieregeling 2017, om de beoordelingsprocedure uit te voeren zonder referenten in te schakelen.

4.2.1 Indiening van een aanvraag

Voor indiening van de aanvraag is een standaardformulier beschikbaar op de financieringspagina van deze Call for proposals op de NWO website. In uw aanvraag moet u zich houden aan de vragen die in dit formulier staan en aan de werkwijze die in de toelichting staat. Ook moet u zich houden aan de voorwaarden voor het maximale aantal woorden en pagina’s.

Uw volledig ingevulde aanvraagformulier moet voor de deadline via ISAAC zijn ontvangen (zie paragraaf 1.3). Na dit tijdstip kunt u geen aanvraag meer indienen. De aanvrager ontvangt na indiening van de aanvraag een ontvangstbevestiging.

4.2.2 In behandeling nemen van de aanvraag

Zo snel mogelijk nadat u uw aanvraag hebt ingediend, hoort u of NWO uw aanvraag in behandeling neemt. NWO bepaalt dit aan de hand van een aantal administratief-technische criteria (zie de formele voorwaarden voor indiening, paragraaf 3.4). Alleen als uw aanvraag hieraan voldoet, kan NWO deze in behandeling nemen. Houdt er rekening mee dat NWO u binnen twee weken na de indieningsdeadline kan benaderen om eventuele administratieve correcties door te voeren om (alsnog) te voldoen aan de voorwaarden voor indiening. U krijgt één keer de gelegenheid om de correcties door te voeren, hiervoor krijgt u vijf werkdagen de tijd.

4.2.3 Preadvisering beoordelingscommissie

Hierna wordt uw aanvraag voor commentaar voorgelegd aan enkele leden van de beoordelingscommissie (de preadviseurs). De preadviseurs geven schriftelijk een inhoudelijk en beargumenteerd commentaar op de aanvraag. Zij formuleren dit commentaar aan de hand van de inhoudelijke beoordelingscriteria (zie paragraaf 4.3.1) en geven de aanvraag per beoordelingscriterium een cijfermatige score. Hierbij wordt de NWO scoretabel gehanteerd (op een schaal van 1 tot 9, waarbij ‘1’ excellent is en ‘9’ slecht). De aanvragen worden aan de beoordelingscommissie voorgelegd. De beoordelingscommissie maakt op basis hiervan een eigen afweging. Vervolgens ontvangen de hoogst geprioriteerde aanvragers een uitnodiging voor een interview.

Let op: kandidaten die al begonnen zijn met hun promotieonderzoek en niet de volledige vijf jaar van de beurs nodig denken te hebben, dienen voldoende inzicht te geven in de status van het onderzoek tot nu toe en de daaruit verkregen onderzoeksresultaten. Zij dienen tevens in hun aanvraag duidelijk te maken voor welk deel van het lopend onderzoek de beurs wordt aangevraagd. Alleen dit deel van het onderzoek wordt beoordeeld.

4.2.4 Interview

Ter voorbereiding op het interview ontvangt de aanvrager enkele vragen en gespreksonderwerpen van de preadviseurs. Tijdens het interview heeft de beoordelingscommissie de gelegenheid om vragen te stellen. De aanvrager kan hier tijdens het interview in de discussie met de commissie op reageren. Op deze wijze wordt hoor- en wederhoor toegepast. Het interview is een belangrijk onderdeel van de beoordeling en kan leiden tot bijstelling van de beoordeling en de score van de aanvraag tot dan toe.

4.2.5 Vergadering van de beoordelingscommissie

De interviews fungeren als startpunt voor de plenaire bespreking van de aanvragen door de beoordelingscommissie. De beoordelingscommissie maakt op basis van de aanvraag, de preadviezen en het interview een eigen afweging. De commissie bekijkt of tijdens het interview goed is ingegaan op de vragen van de commissie.

De commissie stelt naar aanleiding van de bespreking een schriftelijk advies op aan het Domeinbestuur Sociale en Geesteswetenschappen over de kwaliteit en prioritering van de aanvragen. Dit advies baseert zij op de beoordelingscriteria. De volgende schaal wordt gehanteerd:

  • 1,0 tot en met 1,4: excellent

  • 1,5 tot en met 3,4: zeer goed

  • 3,5 tot en met 5,4: goed

  • 5,5 tot en met 9,0: ontoereikend

De aanvraag als geheel moet tenminste de kwalificatie ‘goed’ krijgen om in aanmerking te komen voor de subsidie. Voor meer informatie over de kwalificaties zie www.nwo.nl/kwalificaties.

Als na de bespreking van de aanvragen blijkt dat twee of meer aanvragen op basis van hun gewogen totaalscore niet van elkaar te onderscheiden zijn, dan is er sprake van een ex aequo-situatie (zie paragraaf over ex aequo).

4.2.6 Ex aequo

Onder ex aequo verstaat NWO de situatie waarin twee of meer aanvragen op basis van hun gewogen score niet van elkaar te onderscheiden zijn. Een ex aequo situatie is relevant rondom de grens van het subsidieplafond of de selectiegrens. Of er sprake is van een ex aequo situatie wordt als volgt bepaald. Het uitgangspunt is de door de beoordelingscommissie opgestelde prioritering, met eindscores afgerond op 2 decimalen. De referentiescore is de score van de laagst geprioriteerde aanvraag binnen de grens van het subsidieplafond of de selectiegrens. Alle aanvragen met een score die 0,05 of minder van de referentiescore afliggen, worden in overweging genomen. Zo worden de aanvragen geselecteerd die binnen 0,1 gelijk zijn. Indien een ex aequo situatie zich voordoet op de grens van het subsidieplafond of de selectiegrens, dan zal de aanvraag met toereikende scores voor alle beoordelingscriteria (zie 4.3.1 van deze Call for proposals) als hoogste eindigen. Als de ex aequo situatie daarmee niet wordt doorbroken, zal de aanvraag met de hoogste score op het criterium ‘Onderzoeksopzet, onderzoeksaanpak en methodologie’ als hoogste eindigen. Als ook dan aanvragen gelijk eindigen bepaalt de beoordelingscommissie met behulp van een (anonieme) meerderheidsstemming de prioritering (conform artikel 2.2.7, derde lid, sub a, onderdeel iv van de NWO Subsidieregeling 2017). Als ook stemming geen uitsluitsel biedt, of niet gewenst is, wordt de ex aequo situatie doorgestuurd naar het besluitnemend orgaan.

4.2.7 Besluitvorming

Tot slot toetst het Domeinbestuur Sociale en Geesteswetenschappen de gevolgde procedure en het advies van de beoordelingscommissie. Vervolgens stelt het de definitieve kwalificaties vast en besluit over toe- en afwijzing van de aanvragen.

4.2.8 Tijdpad

Hieronder treft u het tijdpad aan voor deze Call for proposals. Het kan zijn dat NWO het noodzakelijk acht om tijdens de lopende procedure nog aanpassingen in het tijdpad van deze Call for proposals aan te brengen.

Uiteraard ontvangt u hierover op tijd bericht.

Aanvragen

 

13 september 2022, om 14:00:00 CEST

Deadline indiening aanvragen

14-23 september 2022

NWO stuurt bericht over de ontvankelijkheid naar de aanvragers

Rond 15 november

Hoogst geprioriteerde aanvragers ontvangen een uitnodiging voor interview

28 november t/m 2 december

Interviews

Na afloop van de laatste interviewdag

Vergadering beoordelingscommissie

2e helft januari 2023

Besluit bestuur

2e helft januari 2023

NWO informeert aanvragers over het besluit

4.3 Criteria

4.3.1. Inhoudelijke beoordelingscriteria

De aanvragen die binnen deze Call for proposals worden ingediend worden inhoudelijk beoordeeld aan de hand van de volgende criteria:

  • 1. Potentiële bijdrage aan de wetenschap (25%), blijkend uit de aanvraag en eventueel het interview.

    • Theoretische inbedding (positionering/inbedding in wetenschappelijke theorie en/of debatten).

    • Wetenschappelijk belang (bijdrage aan wetenschappelijke theorie, potentiële vernieuwende waarde).

    • Wetenschappelijke vraagstelling.

  • 2. Onderzoeksopzet, onderzoeksaanpak en methodologie (30%), blijkend uit de aanvraag en eventueel het interview.

    • Onderzoeksopzet passende bij de vraagstelling.

    • Doeltreffendheid en helderheid van aanpak en methodologie.

    • Haalbaarheid in het licht van: werkplan, beschikbare onderzoekstijd, beschikbare infrastructuur, begeleiding en kwaliteit van de onderzoeksgroep.

  • 3. Potentiële bijdrage aan de maatschappij in bredere zin en aan het onderwijs in het bijzonder (20%), blijkend uit de aanvraag en eventueel het interview.

    • Het kunnen plaatsen van het beoogde onderzoek in een breder kader: de potentie tot bijdrage aan de maatschappij in bredere zin.

    • Kandidaten dienen aan te geven wat de bijdrage van hun onderzoek aan het eigen onderwijs/eigen school, dan wel de onderwijspraktijk in brede zin is. Tevens dient een kandidaat inzicht te geven in de toegevoegde waarde van de beurs voor de eigen ontwikkeling als leraar.

  • 4. Kwaliteit kandidaat (25%), blijkend uit de aanvraag en eventueel het interview.

    • Een kandidaat heeft bij voorkeur een universitaire vooropleiding genoten die aansluit bij het onderwerp van onderzoek. Ook kandidaten zonder universitaire vooropleiding kunnen een aanvraag indienen, maar besteden idealiter in het werkplan extra aandacht aan vaardigheden die nog verworven moeten worden.

    • Academische onderzoekservaring: enige academische onderzoekservaring in de vorm van bijvoorbeeld het uitvoeren van een pilotonderzoek, wetenschappelijke publicatie(s), bijwonen van congressen, of een reeds gestart promotietraject strekt tot aanbeveling.

    • Motivatie voor promotieonderzoek: een duidelijke affiniteit met het onderwerp van onderzoek is een minimale voorwaarde. Daarnaast dient de kandidaat te motiveren waarom hij/zij promotieonderzoek wil gaan uitvoeren.

    • Inbedding van het onderzoek: kandidaten dienen te worden begeleid door een adequaat begeleidingsteam dat de relevante expertise bevat en waarmee regelmatig contact is.

    • Opleidingsplan: er wordt beschreven welke eventuele lacunes wat betreft kennis en vaardigheden er bij de kandidaat bestaan en hoe deze zullen worden opgevuld.

    • Overtuigingskracht van de kandidaat in de discussie met de commissie.

5 Subsidieverplichtingen

In dit hoofdstuk worden de verschillende subsidieverplichtingen toegelicht die – in aanvulling op de in paragraaf 3.5 genoemde subsidievoorwaarden – van toepassing zijn na toewijzing.

5.1.1 Algemeen

Het onderzoeksproject moet uiterlijk binnen een jaar na de toewijzing van de subsidie starten. Een leraar die een promotiebeurs krijgt, heeft vanaf de startdatum van het toegewezen promotieonderzoek maximaal zes jaar de tijd om de promotie af te ronden. Het traject wordt voor maximaal de eerste vijf jaar gesubsidieerd. Mocht het proefschrift dan nog niet zijn afgerond, dan heeft de leraar nog een jaar de tijd om het proefschrift zonder subsidie van NWO af te ronden in eigen tijd en/of op eigen kosten. NWO zal vanaf de subsidieverlening jaarlijks monitoren via voorgangsrapportages of de voortgang van het onderzoeksproject nog zodanig is dat zowel de promovendus als de promotor verwachten dat het mogelijk is om binnen deze tijdspanne tot een promotie te komen. Mocht dat tijdpad niet langer haalbaar lijken of zijn, dan neemt NWO contact op met de leraar en de betrokken promotor. Mocht uit overleg blijken dat een promotie binnen het beoogde tijdpad inderdaad niet meer mogelijk wordt geacht, dan zal NWO de subsidie stopzetten.

Overeenkomstig de doelstellingen van het programma spoort NWO leraren aan om na het afronden van de subsidie nog minimaal 2 jaar werkzaam te blijven aan een door de Nederlandse overheid bekostigde onderwijsinstelling.

5.1.2 Datamanagement

Na toewijzing van een aanvraag dient de aanvrager de datamanagementparagraaf uit te werken tot een datamanagementplan. Aanvragers kunnen hierbij gebruik maken van het advies van de commissie. De aanvrager beschrijft in het plan of gebruik gemaakt wordt van bestaande data of dat het om een nieuwe dataverzameling gaat en hoe de dataverzameling dan FAIR: vindbaar, toegankelijk, interoperabel en herbruikbaar gemaakt wordt. Het datamanagementplan dient voor indiening te zijn afgestemd met een data steward of vergelijkbare functionaris van de organisatie waar het project wordt uitgevoerd. Uiterlijk vier maanden na toewijzing van de aanvraag moet dat plan via ISAAC zijn ingediend bij NWO. NWO beoordeelt het plan zo snel mogelijk. Goedkeuring van het datamanagementplan door NWO is voorwaarde voor de subsidieverlening. Het plan kan tijdens het onderzoek worden bijgesteld.

Meer informatie over het datamanagementprotocol van NWO staat op: https://www.nwo.nl/research-datamanagement.

5.1.3 Intellectueel eigendom

Met betrekking tot de intellectuele eigendom (IE) geldt het NWO IE-beleid. Het NWO IE-beleid is te vinden in hoofdstuk 4 van de NWO Subsidieregeling 2017.

Aanvragers moeten een door NWO gefinancierd project uitvoeren in de tijd dat ze voor de kennisinstelling werken. Indien een aanvrager of een door NWO gefinancierde onderzoeker bij meerdere werkgevers is aangesteld, dient de andere werkgever ten behoeve van de aanvrager afstand te doen van eventuele IE-rechten die uit het project voortvloeien.

5.1.4 Maatschappelijk verantwoord licentiëren

Uit het project kan kennis voortkomen die geschikt is voor toepassing in de maatschappij. Bij het aangaan van afspraken over licentie- en/of overdracht van onder deze Call for proposals ontwikkelde onderzoeksresultaten dient rekening te worden gehouden met de tien principes voor maatschappelijk verantwoord licentiëren, zoals opgenomen in het NFU rapport “Tien Principes voor Maatschappelijk Verantwoord Licentiëren”.

5.1.5 Open Access

NWO heeft de Berlin Declaration (2003) ondertekend en is lid van cOAlitie S (2018) en zet zich in om de resultaten van wetenschappelijk onderzoek dat door NWO gefinancierd wordt vrij toegankelijk te maken via internet (Open Access). Daarmee geeft NWO invulling aan het beleid van de Nederlandse regering om al het publiek gefinancierde onderzoek Open Access beschikbaar te maken. Wetenschappelijke publicaties van onderzoek dat is gefinancierd op basis van toewijzingen voortvloeiend uit deze Call for proposals dienen daarom Open Access beschikbaar te zijn volgens de Beleidsregel Open Access.

Wetenschappelijke artikelen

Voor wetenschappelijke artikelen geldt dat zij direct op het moment van publicatie (zonder embargo) Open Access beschikbaar gesteld moeten worden via één van de volgende routes:

  • publicatie in een volledig open access tijdschrift of platform dat is geregistreerd in de DOAJ;

  • publicatie in een abonnementstijdschrift en het deponeren van tenminste de auteursversie van het artikel in een Open Access repository die is geregistreerd in OpenDOAR;

  • publicatie in een tijdschrift waarvoor een transformatieve Open Access overeenkomst beschikbaar is tussen de UNL en een uitgever. Zie daarover: www.openaccess.nl.

Boeken

Voor boeken, boekhoofdstukken en bundels gelden afwijkende voorwaarden. Zie daarover de Beleidsregel Open Access op www.nwo.nl/openscience.

CC BY licentie

Met het oog op een optimale verspreiding van publicaties moet tenminste een Creative Commons (CC BY) licentie worden toegepast. Bij de aanwezigheid van zwaarwegende belangen kan de auteur verzoeken om te publiceren onder toepassing van een CC BY-ND licentie. Voor boeken, bundels en boekhoofdstukken staat de keuze van een CC BY licentie vrij.

Kosten

Eventuele kosten voor publiceren in volledig Open Access tijdschriften kunnen worden begroot uit het in paragraaf 3.2 genoemde persoonlijke budget van 5.000 euro per jaar. Kosten voor publicaties in hybride tijdschriften komen niet in aanmerking voor vergoeding door NWO. Voor Open Access boeken kan een beroep gedaan worden op het aparte NWO Open Access boekenfonds.

Voor een nadere toelichting op het open access beleid van NWO zie: www.nwo.nl/openscience.

6 Contact en overige informatie

6.1 Contact

6.1.1 Inhoudelijke vragen

Voor inhoudelijke vragen over deze Call for proposals neemt u contact op met:

Jerem van Duijl, tel.+31(0)703494326

e-mail: leraren@nwo.nl

6.1.2 Technische vragen over het elektronisch aanvraagsysteem ISAAC

Bij technische vragen over het gebruik van ISAAC kunt u contact opnemen met de ISAAC-helpdesk. Raadpleeg eerst de handleiding voordat u de helpdesk om advies vraagt. De ISAAC-helpdesk is bereikbaar van maandag t/m vrijdag van 10.00 tot 17.00 uur op telefoonnummer +31 (0)20 346 71 79. U kunt uw vraag ook per e-mail stellen via isaac.helpdesk@nwo.nl. U ontvangt dan binnen twee werkdagen een reactie.

6.2 Overige informatie

NWO verwerkt persoonsgegevens die zij in het kader van deze ronde ontvangt conform de NWO privacyverklaring, www.nwo.nl/privacyverklaring.

NWO kan aanvragers mogelijk benaderen voor een evaluatie van de procedure en/of het onderzoeksprogramma.


X Noot
1

Indien er meer dan één promotor is, dan gelden bovenstaande vereisten voor alle promotores. Voor eventuele co-promotor(es) en dagelijks begeleider(s) gelden geen vereisten. Gelieve voorafgaand aan het indienen van de aanvraag contact op te nemen met NWO via leraren@nwo.nl indien u twijfelt of de promotor aan de bovenstaande eisen voldoet.

Naar boven