Besluit van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 31 mei 2022, kenmerk 3377650-1028340-OBP, houdende de wijzigingen van het Organisatiebesluit VWS 2021, de Mandaatregeling VWS, de Volmachtregeling VWS, de Volmachtregeling personele aangelegenheden VWS 2019 en het Vervangingsbesluit personele archiefbescheiden Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 3, tweede lid, van het Coördinatiebesluit organisatie en bedrijfsvoering rijksdienst 2011;

Besluit:

ARTIKEL I

Het Organisatiebesluit VWS 2021 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 komt als volgt te luiden:

a. minister:

Minister van Volksgezondheid, Welzijn, en Sport;

b. ministerie:

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn, en Sport;

c. ressorteren:

vallend onder het gezagsbereik van de genoemde functionaris;

d. pSG:

plaatsvervangend Secretaris-Generaal;

e. SG:

Secretaris-Generaal.

B

Artikel 3, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a vervallen het vierde en zesde subonderdeel, onder vernummering van het vijfde tot het vierde subonderdeel.

2. Aan onderdeel b worden, onder vervanging van de punt aan het slot van subonderdeel 8 door een puntkomma, twee subonderdelen toegevoegd, luidende:

  • 9. de programmadirectie Zorg en Jeugd in Caribisch Nederland (ZJCN);

  • 10. de programmadirectie Openbaarheid.

3. In onderdeel c, subonderdeel 1, vervalt ‘(tijdelijk)’.

4. Aan onderdeel d wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van subonderdeel 4 door een puntkomma, een subonderdeel toegevoegd, luidende:

5. de programmadirectie Medische Isotopen.

C

Artikel 6, derde en vierde lid, komen te luiden:

  • 3. De directies, de stafdirecties, het agentschap CBG, Dienst Testen en SCP staan onder leiding van een directeur.

  • 4. Het CIBG en DUS-I staan onder leiding van een Algemeen Directeur.

D

Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:

1. De onderdelen c en e vervallen, onder verlettering van onderdeel d tot c.

2. Aan het slot van onderdeel c (nieuw) wordt de puntkomma vervangen door een punt.

E

Artikel 10 vervalt.

F

Aan artikel 11 worden, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel h door een puntkomma, twee onderdelen toegevoegd, luidende:

  • i. de programmadirectie Zorg en Jeugd in Caribisch Nederland (ZJCN);

  • j. de programmadirectie Openbaarheid.

G

Artikel 15 komt te luiden:

Artikel 15

De directie Communicatie bestaat uit de volgende onderdelen:

  • a. Media;

  • b. Advies;

  • c. Publiek;

  • d. Corporate.

H

Na artikel 17 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 17a

Het programma Zorg en Jeugd in Caribisch Nederland bestaat uit de volgende onderdelen:

  • a. Expertise en Bedrijfsvoering;

  • b. Zorg;

  • c. Jeugdzorg;

  • d. Beleid en Accountmanagement.

I

In artikel 18, onder a, vervalt ‘(tijdelijk)’.

J

Aan artikel 23 worden, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door een puntkomma, twee onderdelen toegevoegd, luidende:

  • e. de plaatsvervangend directeur-generaal Medische Isotopen;

  • f. de programmadirectie Medische Isotopen.

K

Na artikel 26 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 26a

De programmadirectie Medische Isotopen staat onder leiding van een collegiaal managementteam. Onder eindverantwoordelijkheid van de (programma)directeur stuurt het managementteam op de koers, prioritaire thema’s, flexibele inzet van medewerkers en organisatie van de programmadirectie.

L

Aan artikel 27 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

e. de programmadirectie Pandemische Paraatheid van de Publieke Gezondheid.

M

Artikel 28 komt als volgt te luiden:

Artikel 28

De directie Langdurige Zorg staat onder leiding van een collegiaal managementteam. Onder eindverantwoordelijkheid van de directeur stuurt het collegiaal managementteam op de koers, prioritaire thema’s, flexibele inzet van medewerkers en organisatie van de dienst.

N

Na artikel 31 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 31a

De programmadirectie Pandemische Paraatheid van de Publieke Gezondheid staat onder leiding van een collegiaal managementteam. Onder eindverantwoordelijkheid van de (programma)directeur stuurt het managementteam op de koers, prioritaire thema’s, flexibele inzet van medewerkers en organisatie van de programmadirectie.

O

Artikel 33 komt te luiden:

Artikel 33

  • 1. Het CIBG staat onder leiding van een Algemeen Directeur.

  • 2. Onder de Algemeen Directeur ressorteren:

    • a. de directeur Operationele Zaken/COO;

    • b. de directeur Informatiemanagement/CIO;

    • c. de directeur Bedrijfsvoering/CFO;

    • d. de stafafdeling Account-, Project- en Kwaliteitsmanagement;

    • e. de stafafdeling Bestuurlijke en Juridische Zaken.

  • 3. Onder de directeur Operationele Zaken/COO ressorteren de volgende onderdelen:

    • a. Authenticatie en Gegevensverstrekking (A&G);

    • b. Toelating en Toezicht (T&T);

    • c. Publieke Knooppunten en Registers;

    • d. Farmatec;

    • e. Klant en Communicatie;

    • f. Projectbureau LCH.

  • 4. Onder de directeur Informatiemanagement/CIO ressorteren de volgende onderdelen:

    • a. CIO Office;

    • b. Functioneel Beheer;

    • c. Delivery;

    • d. Applicatie- en Servicemanagement.

  • 5. Onder de directeur Bedrijfsvoering/CFO ressorteren de volgende onderdelen:

    • a. Financiën;

    • b. Control;

    • c. Facilitair;

    • d. Inkoop en CLM;

    • e. HRM;

    • f. Managementondersteuning.

P

Artikel 34 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid, onder b, komt te luiden:

b. de directeur Strategie en Organisatie;.

2. In het vijfde lid wordt ‘Beleid, Juridische Zaken, Communicatie en Bureau Opsporing en Boetes’ vervangen door ‘Strategie en Organisatie’.

Q

Artikel 35 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

  • a. In onderdeel a vervalt ‘/pDG’.

  • b. Onder vervanging van de puntkomma aan het slot van onderdeel d door een punt vervalt onderdeel e vervalt, onder verlettering van onderdeel f tot e.

2. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:

  • a. Onder verlettering van de onderdelen a tot en met f tot b tot en met g wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

  • b. a. de stafeenheid Bureau Directieraad;.

  • c. Onderdeel e (nieuw) vervalt onder verlettering van onderdeel g (nieuw) tot f.

R

Artikel 36 komt als volgt te luiden:

Artikel 36

De Dienst Uitvoering Subsidies aan Instellingen staat onder leiding van het collegiaal managementteam. Onder eindverantwoordelijkheid van de algemeen directeur stuurt het collegiaal managementteam op de koers, prioritaire thema’s, flexibele inzet van medewerkers en organisatie van de dienst.

ARTIKEL II

De Mandaatregeling VWS wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a vervalt ‘de’.

2. In de onderdelen b en e vervalt ‘de’ aan het begin van de begripsbepaling.

B

Artikel 10, eerste lid, onderdelen c, d en e, komen te luiden:

  • c. de inspecteur-generaal en de Directeur Strategie en Organisatie van de Inspectie gezondheidszorg en jeugd;

  • d. de inspecteur-generaal, de Directeur Strategie, de Directeur Handhaven, de Directeur Keuren, de Directeur Bureau Risicobeoordeling en Onderzoek en de Directeur Interne Organisatie van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit;

  • e. de Algemeen Directeur van het CIBG;

C

In de aanhef van artikel 13 wordt ‘onder b tot en met e’ vervangen door ‘onder b, c en e’.

D

Na artikel 13 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 13a

  • 1. In afwijking van artikel 10 heeft de inspecteur-generaal van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit mandaat ten aanzien van het vaststellen van beleidsregels, met uitzondering van beleidsregels omtrent de uitleg van wettelijke voorschriften.

  • 2. In afwijking van artikel 10 hebben de functionarissen genoemd in artikel 10, eerste lid, onder d, ieder mandaat ten aanzien van circulaires die tot hun werkterrein behoren en die worden gebruikt voor:

    • a. bekendmaking van beleidsmaatregelen en daarmee samenhangende voorschriften;

    • b. het verzoeken om medewerking; en

    • c. het vragen om inlichtingen.

E

Aan artikel 14 een lid toegevoegd, luidende:

  • 7. In aanvulling op het eerste lid, onder c, hebben de directeur Strategie en Organisatie en het hoofd Juridische Zaken van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd mandaat ten aanzien van verweerschriften met betrekking tot besluiten die tot hun werkterrein behoren.

F

In artikel 13 wordt in het opschrift en in het eerste en tweede lid ‘Wet openbaarheid van bestuur’ vervangen door ‘Wet open overheid’.

G

Artikel 15a wordt als volgt gewijzigd:

  • 1. Aan het eerste lid wordt toegevoegd ‘of het toepassen van bestuursdwang als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg’.

  • 2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. In afwijking van artikel 10 juncto artikel 1b hebben de Inspecteur-Generaal, de Directeur Beleid en Strategie, het hoofd Bureau Opsporing en Boetes en het hoofd Juridische Zaken van de inspectie gezondheidszorg en jeugd mandaat voor het opleggen van een bestuurlijke boete op het werkterrein van de Inspectie gezondheidszorg en jeugd.

H

In artikel 15c wordt ‘artikel 8, eerste lid, van de Wet openbaarheid van bestuur’ vervangen door ‘artikel 3.1, eerste lid, van de Wet open overheid’.

ARTIKEL III

De Volmachtregeling VWS wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a vervalt ‘de’.

2. In onderdeel b vervalt ‘een’.

3. In onderdeel c wordt na ‘bevoegdheid’ ‘om’ ingevoegd.

B

Artikel 10, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel e komt te luiden:

  • e. de Algemeen Directeur van het CIBG;.

2. Onder verlettering van onderdeel m tot n wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

m. de Algemeen Secretaris van de Nederlandse Sportraad;.

C

In artikel 16, tweede lid, onderdelen a en b, wordt ‘onder m’ vervangen door ‘onder n’.

ARTIKEL IV

De Volmachtregeling personele aangelegenheden VWS 2019 wordt als volgt gewijzigd:

A

In de artikelen 1, onderdelen c, d, e en g, 13, 14, eerste lid, 20, tweede en derde lid, wordt ‘Organisatiebesluit VWS 2018’ telkens vervangen door ‘Organisatiebesluit VWS 2021’.

B

In artikel 8, tweede lid, onder het eerste gedachtestreepje, vervalt ‘14,’.

ARTIKEL V

In artikel 1 van het Vervangingsbesluit personele archiefbescheiden Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport wordt ‘Organisatiebesluit VWS’ vervangen door ‘Organisatiebesluit VWS 2021’.

ARTIKEL VI

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 mei 2022. Indien de Staatscourant waarin dit besluit wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 1 mei 2022, treedt het inwerking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst, en werkt het ten aanzien van artikel II, onderdelen F en H, terug tot en met 1 mei 2022.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.J. Kuipers

TOELICHTING

1. Algemeen

Sinds de laatste update van het organisatiebesluit van VWS hebben zich opnieuw wijzigingen voor gedaan met betrekking tot de inrichting van het ministerie, waaronder wijzigingen in de portefeuilleverdeling binnen de Bestuursraad, en de naamgeving en/of de structuur van enkele (programma)directies, raden en instellingen. Tevens is in dit besluit de nieuwe topstructuur van het CIBG opgenomen. Met de wijzigingen in het organisatiebesluit zijn ook wijzigingen in de mandaat- en volmachtregelingen nodig, alsmede het zogeheten vervangingsbesluit personele archiefbescheiden van het ministerie. Tot slot is van de gelegenheid gebruik gemaakt enkele redactionele verbeteringen door te voeren.

2. Wijzigingen Organisatiebesluit VWS 2021

Artikel 3, tweede lid, van het Coördinatiebesluit organisatie en bedrijfsvoering rijksdienst 2011 (laatst gewijzigd bij Staatsblad 2019, 460), schrijft voor dat Onze Ministers de organisatie en formatie van hun ministerie vaststellen. Met het vaststellen van het onderhavige organisatiebesluit geeft de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport hieraan gevolg.

In artikel 1 is onder andere vastgelegd wat onder ressorteren wordt verstaan: vallend onder het gezagsbereik van de genoemde functionaris. Dit laat natuurlijk onverlet dat de Secretaris-Generaal eindverantwoordelijk blijft, zoals geregeld in het koninklijk besluit van 18 oktober 1988 (Staatsblad 1988, 499), houdende regeling van de functie en verantwoordelijkheid van de secretaris-generaal.

In artikel 2 is de hoofdstructuur van het ministerie beschreven met inbegrip van de diensten en instellingen en de secretariaten van raden en commissies. In artikel 3 is de verantwoordelijkheidsverdeling binnen de algemene leiding aangegeven. Bepaald is dat een Secretaris-Generaal (SG), plaatsvervangend Secretaris-Generaal (pSG), dan wel Directeur-Generaal (DG) inhoudelijk verantwoordelijk is voor een beleidsdomein en beheersmatig voor een aantal onderdelen (directies, diensten) voor zover die behoren tot diens werkterrein. Hier hebben enkele wijzigingen in plaatsgevonden die tot de diverse wijzigingen in het organisatiebeleid hebben geleid.

In de Mandaatregeling VWS en de Volmachtregeling VWS zijn de bevoegdheden van de in dit besluit opgenomen functionarissen nader geregeld. De wijzigingen in het organisatiebesluit zijn zo nodig ook in deze regelingen verwerkt.

3. Wijzigingen Mandaatregeling VWS, Volmachtregeling VWS, en Volmachtregeling personele aangelegenheden VWS 2019

Mandaatregeling VWS

In verband met de inwerkingtreding van de Wet open overheid, is in de mandaatregeling de verwijzing naar de Wet openbaarheid van bestuur aangepast. Daarnaast is ter verheldering van de bevoegdhedenverdeling binnen onder meer de Inspectie Jeugd en Gezondheidszorg (IGJ) en die van de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA), een aantal artikelen gewijzigd, dan wel toegevoegd.

NVWA (artikel II, onderdeel d)

Deze wijziging van de Mandaatregeling VWS strekt ertoe het mandaat van de inspecteur-generaal van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (hierna: NVWA) tot het vaststellen van beleidsregels te wijzigen. Het mandaat van de directeuren en de hoofden van de direct onder de directeuren van de NVWA ressorterende organisatie-eenheden, wordt overeenkomstig gewijzigd.

De aanleiding voor deze wijziging is het rapport 'De NVWA: bewaker, ook beleidsmaker?'. In dit rapport is onderzocht of de NVWA zich bezighoudt met het opstellen van beleid en beleidsregels en zijn enkele aanbevelingen gedaan om de rolverdeling tussen het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV), het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en NVWA te verduidelijken. De Minister van LNV en de (toenmalige) Minister voor Medische Zorg en Sport hebben in de Kamerbrief van 19 november 2020 gezamenlijk op dit rapport gereageerd. In deze brief zijn de verschillende typen beleidsregels toegelicht die in artikel 1:3, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht worden onderscheiden:

  • 1. beleidsregels omtrent de afweging van belangen bij het gebruik van een bevoegdheid van een bestuursorgaan;

  • 2. beleidsregels omtrent de vaststelling van feiten bij het gebruik van een bevoegdheid van een bestuursorgaan; of

  • 3. beleidsregels omtrent de uitleg van wettelijke voorschriften bij het gebruik van een bevoegdheid van een bestuursorgaan.

De typen beleidsregels die betrekking hebben op de afweging van belangen en de vaststelling van feiten, richten zich op de manier waarop de NVWA haar toezichts- en handhavingstaken invult. Een voorbeeld van een beleidsregel over de afweging van belangen is het interventiebeleid van de NVWA. De NVWA geeft hiermee duidelijkheid over op welke wijze gehandhaafd wordt, bijvoorbeeld door aan te geven in welke gevallen een sanctie wordt opgelegd en welke sanctie dat is. Bij een beleidsregel omtrent de vaststelling van feiten kan gedacht worden aan een beleidsregel die aangeeft welke meetmethode in een concreet geval moet worden gehanteerd.

Bij de laatste categorie beleidsregels gaat het feitelijk om het invullen van een open norm: het nader invullen van wetgeving waarvoor de minister verantwoordelijk is. Het vaststellen van dit type beleidsregels zou daarom aan de minister moeten zijn voorbehouden. Het mandaat aan de inspecteur-generaal van de NVWA om beleidsregels vast te stellen zal zich vanaf nu niet langer uitstrekken over beleidsregels omtrent de uitleg van wettelijke voorschriften.

Uiteraard worden alle beleidsregels in nauwe afstemming tussen toezicht en de beleidsdirectie vastgesteld. Daarbij geldt dat beleidsregels in principe altijd aan de beleidsdirectie worden voorgelegd voor een ambtelijke toets. Bij mogelijk politiek gevoelige dossiers informeert de beleidsdirectie de betrokken bewindspersoon.

Om een eenduidige werkwijze van de departementen in hun relatie met de NVWA te bevorderen is de mandaatverlening aan de inspecteur-generaal van de NVWA door de Minister van LNV dienovereenkomstig gewijzigd.

Artikel 10, eerste lid, onder d, is gewijzigd in verband met het door de NVWA introduceren van de functie van Directeur Interne Organisatie en het opheffen van de functies van Directeur Bedrijfsvoering, Chief Financial Officer/Financiën en de Business Change Director.

Tot slot is artikel 13 van de Mandaatregeling VWS gewijzigd. Dit artikel bepaalde dat niet alleen de inspecteur-generaal van de NVWA gemandateerd was tot het vaststellen van beleidsregels, maar tevens de Directeur Strategie, de Directeur Handhaven, de Directeur Keuren, de Directeur Bedrijfsvoering, de Directeur Bureau Risicobeoordeling en Onderzoek, de Directeur Chief Financial Officer/Financiën en de Business Change Director van de NVWA hiertoe gemandateerd waren. Op grond van aanwijzing 15 van de Aanwijzingen inzake de rijksinspecties dienen beleidsregels over de geattribueerde of gemandateerde bevoegdheden van een rijksinspectie te worden ondertekend door de beleidsinhoudelijk verantwoordelijke minister of door de inspecteur-generaal. Van de gelegenheid wordt gebruik gemaakt om dit te corrigeren.

IGJ (artikel I, onderdeel r, artikel II, onderdelen b en e)

In de regeling is de directeur Beleid, Juridische Zaken, Communicatie en Bureau Opsporing en Boetes vervangen door de directeur Strategie en Organisatie. Door deze naamswijziging is de gevoerde functienaam meer in overeenstemming met de verantwoordelijkheden en taken van de desbetreffende functie.

Tevens is in deze wijziging aan de directeur Strategie en Organisatie en het hoofd Juridische Zaken van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd mandaat verleend ten aanzien van het ondertekenen van verweerschriften, beroepsschriften en machtigingen om de Minister te vertegenwoordigen in procedures met betrekking tot besluiten die tot hun werkterrein behoren.

Volmachtregeling VWS

De regeling is aangepast aan de organisatiewijzigingen die met dit besluit worden geformaliseerd.

Volmachtregeling personele aangelegenheden VWS 2019

In de regeling wordt nu (ter verduidelijking) verwezen naar het Organisatiebesluit VWS 2021. Daarnaast is geformaliseerd dat het in dienst nemen en het ontslag op initiatief van de medewerker op salarisschaal 14 niet langer is voorbehouden aan de zogenoemde Portefeuillehouders binnen het kernministerie (SG/pSG/DG’s).

4. Wijzigingen in verband met ingetrokken Organisatiebesluit VWS 2018

Met de publicatie en inwerkingtreding van het Organisatiebesluit VWS 2021 is het Organisatiebesluit VWS 2018 ingetrokken. Zowel de Volmachtregeling personele aangelegenheden VWS 2019 als het Vervangingsbesluit personele archiefbescheiden Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport verwezen nog naar het Organisatiebesluit VWS 2018. Met deze wijzigingsregeling wordt bewerkstelligd dat de Volmachtregeling personele aangelegenheden VWS 2019 en het Vervangingsbesluit personele archiefbescheiden Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport verwijzen naar het Organisatiebesluit VWS 2021.

5. Inwerkintreding

De regeling treedt 1 mei in werking. De tussentijdse organisatiewijzigingen zijn reeds opgenomen in bijzondere besluiten van de Secretaris-Generaal, daardoor is het niet nodig deze regeling met terugwerkende kracht inwerking te laten treden.

Indien de publicatie van de Staatscourant waarin dit besluit wordt geplaatst, onverhoopt plaatsvindt na 1 mei, treedt de regeling de dag na publicatie van de Staatscourant inwerking. Ten aanzien van de artikel II, onderdelen F en H, wordt dan voorzien in terugwerkende kracht tot en met 1 mei 2022, in verband met de inwerkingtreding van de Wet open overheid.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.J. Kuipers

Naar boven