Regeling van de Raad van Bestuur van Zorginstituut Nederland van 26 april 2022, referentie 2022002292, houdende regels met betrekking tot de structurele aanlevering van gegevens Zorgverzekeringswet 2022 en gegevens Wet langdurige zorg 2022 (Regeling structurele aanlevering gegevens Zorgverzekeringswet en Wet langdurige zorg 2022)

Gelet op artikel 90 van de Zorgverzekeringswet en artikel 9.1.4 van de Wet langdurige zorg;

Na overleg met de Nederlandse Zorgautoriteit;

Besluit:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

Accountantsprotocollen NZa:

Het accountantsprotocol Verantwoordingen Zvw met accountantsproduct vanaf oplevering 2020, het accountantsprotocol Gegevensvraag Wlz-gegevens en het protocol accountantsonderzoek Wlz-uitvoerders. Deze documenten van de NZa geven richtlijnen voor het door de accountant van de zorgverzekeraar, de Wlz-uitvoerder en het zorgkantoor uit te voeren onderzoek naar de juistheid van de gegevens in de verantwoordingen Zvw en Wlz die met accountantsproduct moeten worden aangeleverd. Tevens geven deze protocollen aanwijzingen voor het rapport van feitelijke bevindingen bij het uitvoeringsverslag Zvw;

add-on:

een door de NZa beschreven overig zorgproduct op het terrein van de intensive care, dure geneesmiddelen of weesgeneesmiddelen, bestaande uit zorgactiviteiten behorende bij een dbc-zorgproduct;

CAK:

Centraal Administratiekantoor;

catastrofebijdrage:

bijdrage als bedoeld in artikel 33, tweede lid, van de Zvw;

CBS:

Centraal Bureau voor de Statistiek;

COVID-19:

de ziekte die door het virus SARS-CoV-2 veroorzaakt wordt;

COVID-patiënten:

verzekerden die COVID-19 hebben of waarvoor de medische verdenking bestaat dat zij COVID-19 hebben;

COVID-zorg:

zorg die aan COVID-patiënten geboden wordt voor de behandeling van COVID-19 of voor het herstel van COVID-19;

CPB:

Centraal Planbureau;

COVID-19-kosten:

kosten voor de op grond van de zorgverzekeringen verzekerde zorg of andere diensten ten gevolge van de coronapandemie;

coronapandemie:

pandemie ten gevolge van het SARS-CoV-2 virus die een catastrofe is als bedoeld in artikel 33, eerste lid, van de Zvw;

DBC:

diagnose behandeling combinatie als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel m, van de Regeling zorgverzekering;

declaratiegegevens:

alle declaraties die de zorgverzekeraar van verzekerden of zorgaanbieders heeft ontvangen uitgesplitst naar jaar en specialisme;

deelbedrag:

een deelbedrag als bedoeld in artikel 1, onderdeel n, van het Besluit zorgverzekering;

DNB:

De Nederlandsche Bank;

formats:

schematische ordening van de aan te leveren gegevens;

gegevens:

feitelijke informatie over de aantallen en kosten van declaraties voor de Zvw en Wlz, en aanvullende informatie over de betreffende verzekerden en de aan hen verleende zorg;

Handboek Wlz:

Handboek informatie-uitvraag Wlz 2022, een door het Zorginstituut opgesteld document dat informatie geeft over en een toelichting op de door de Wlz-uitvoerders en zorgkantoren aan te leveren gegevens;

Handboek Zvw:

Handboek informatie Zorgverzekeringswet 2022, een door het Zorginstituut opgesteld document dat informatie geeft over en een toelichting op de door de zorgverzekeraar aan te leveren gegevens;

iWlz:

iWlz is de iStandaard om cliënten in alle fasen van de Wlz-keten te volgen: van de indicatie via zorgtoewijzing en -levering tot de vaststelling van de eigen bijdrage en declaratie. Elke ketenpartij geeft via iWlz de informatie door die belangrijk is voor de volgende partij. Het informatieverkeer verloopt via elektronische berichten, en op basis van landelijk gemaakte afspraken en vastgestelde regels;

MDZ:

Multidisciplinaire zorg;

NZa:

de Nederlandse Zorgautoriteit genoemd in artikel 3, eerste lid van de Wet marktordening gezondheidszorg;

PGB:

Persoonsgebonden budget, als bedoeld in artikel 1.1.1 van de Wlz;

prestatie continuïteitsbijdrage:

kosten die voldoen aan de voorwaarden, voorschriften en beperkingen voor de continuïteitsbijdrage als gesteld in de Prestatiebeschrijving- beschikking continuïteitsbijdrage en meerkosten in verband met de uitbraak van het SARS-CoV-2 virus van de NZa (TB/REG-20656-01);

prestatie meerkosten:

kosten die voldoen aan de voorwaarden, voorschriften en beperkingen voor de meerkosten als gesteld in de Prestatiebeschrijvingbeschikking continuïteitsbijdrage en meerkosten in verband met de uitbraak van het SARS-CoV-2 virus van de NZa (TB/REG-20656-01);

record lay-out:

schematische voorstelling van de kosten en/of kenmerken per verzekerde Zvw en Wlz;

verrekening in verband met inhaalzorg:

de verrekening van de continuïteitsbijdrage met omzet gedurende de maanden dat de continuïteitsbijdrage van toepassing is en met omzet die het gevolg is van een eventuele hogere productie als gevolg van inhaaleffecten daarna, blijkend uit een afspraak tussen de zorgverzekeraar en de zorgaanbieder daarover;

VWS:

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

Wlz:

Wet langdurige zorg;

Wlz-uitvoerder:

Wlz-uitvoerder als bedoeld in artikel 1.1.1 van de Wlz;

Zorginstituut:

Zorginstituut Nederland genoemd in artikel 58, eerste lid, van de Zvw;

Zorgkantoor:

Zorgkantoor als bedoeld in artikel 1.1.1 van de Wlz;

Zorgverzekeraar:

zorgverzekeraar als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de Zvw;

Vektis:

Uitvoeringsorganisatie van Zorgverzekeraars die onder andere informatie levert over gedeclareerde zorg;

ZN:

Zorgverzekeraars Nederland;

Zvw:

Zorgverzekeringswet.

Artikel 2 Aanlevering gegevens voor uitvoering Zvw

  • 1. De zorgverzekeraar levert de in het onderstaande Schema Zvw bedoelde gegevens, alsmede de verlangde bestuursverklaringen en accountantsproducten, op de genoemde datum in 2022 aan, met uitzondering van de gegevens die zien op de Wlz. Voor de gegevens vierde kwartaalstaat is de aanleverdatum overeenkomstig onderstaand schema in 2023. De zorgverzekeraar dient de gegevens juist en volledig in bij het Zorginstituut, met inachtneming van de formats en record lay-outs, bedoeld in bijlagen 1 tot en met 6 van deze regeling.

  • 2. De in het onderstaande Schema Zvw bedoelde gegevensaanleveringen in de kwartaalstaten en jaarstaten, onderdeel C, Huisartsenzorg en MDZ (alleen 2e kwartaal en jaarstaat), Verpleging en Verzorging, Mondzorg, Verloskundige zorg, Medisch-specialistische zorg (alleen de kostencodes 545- jaarstaat en 611- overige zorgproducten jaarstaat), Geneeskundige Geestelijke Gezondheidszorg, Geriatrische Revalidatiezorg- Eerstelijnsverblijf-Geneeskundige Zorg Specifieke Patiëntengroepen en Kraamzorg vervangt de zorgverzekeraar door de aanlevering van de declaratiegegevens over de prestaties van genoemde specialismen via Vektis.

  • 3. De Wlz-uitvoerder levert het elektronisch bestand Wlz-gegevens 2021 als bedoeld in het onderstaande Schema Zvw, alsmede de verlangde bestuursverklaring en het accountantsproduct, op 1 juni 2022 aan. De Wlz-uitvoerder dient de gegevens juist en volledig in bij het Zorginstituut met inachtneming van de record lay-out, bedoeld in bijlage 5 van deze regeling.

    Schema Zvw

    Wat?

    Door wie?

    Wanneer?

    Het elektronische bestand jaarstaat Zvw 20211, onderdeel A en C, met inachtneming van het format jaarstaat 2021, onderdelen A en C, en de record lay-out contractinformatie, bedoeld in respectievelijk bijlage 2 en bijlage 4 van deze regeling

    Zorgverzekeraar

    1 mei 2022

    Het elektronische bestand kosten per verzekerde 20192 met inachtneming van de record lay-outs uitvraag 2022, risicoverevening, kosten per verzekerde 2019 bedoeld in bijlage 5 van deze regeling

    Zorgverzekeraar

    1 mei 2022

    Het elektronische bestand kosten per verzekerde 20203 met inachtneming van de record lay-outs uitvraag 2022, risicoverevening, kosten per verzekerde 2020 bedoeld in bijlage 5 van deze regeling en bestuursverklaring

    Zorgverzekeraar

    1 mei 2022

    Het elektronische bestand farmaciegegevens 20212 met inachtneming van de record lay-outs uitvraag 2022, risicoverevening, farmaciegegevens 2021 bedoeld in bijlage 5 van deze regeling

    Zorgverzekeraar

    1 juni 2022

    Het elektronische bestand hulpmiddelengegevens 20212 met inachtneming van de record lay-outs uitvraag 2022, risicoverevening, hulpmiddelen 2021 bedoeld in bijlage 5 van deze regeling

    Zorgverzekeraar

    1 juni 2022

    Het elektronische bestand DBC-gegevens 20202 met inachtneming van de record lay-outs uitvraag 2022, risicoverevening, DBC’s somatisch 2020 bedoeld in bijlage 5 van deze regeling

    Zorgverzekeraar

    1 juni 2022

    De elektronische bestanden verzekerde periode en persoonskenmerken 20212 met inachtneming van de record lay-outs uitvraag 2022, risicoverevening, Verzekerde periode en persoonskenmerken 2021 bedoeld in bijlage 5 en het format in bijlage 6 van deze regeling

    Zorgverzekeraar

    1 juni 2022

    Het elektronische bestand persoonskenmerken 1 mei 20222 met inachtneming van de record lay-outs uitvraag 2022, risicoverevening, Persoonskenmerken 2022 bedoeld in bijlage 5 van deze regeling

    Zorgverzekeraar

    1 juni 2022

    Het elektronische bestand gegevens GGZ 20202 met inachtneming van de record lay-outs uitvraag 2022, risicoverevening, gegevens GGZ 2020 bedoeld in bijlage 5 van deze regeling en bestuursverklaring

    Zorgverzekeraar

    1 juni 2022

    Het elektronische bestand add-on geneesmiddelen 20202 met inachtneming van de record lay-outs uitvraag 2022, risicoverevening, add-ons geneesmiddelen 2020 bedoeld in bijlage 5 van deze regeling

    Zorgverzekeraar

    1 juni 2022

    Het elektronische bestand fysio- en oefentherapiegegevens 20212 met inachtneming van de record lay-outs uitvraag 2022, risicoverevening, fysio- en oefentherapiegegevens 2021 bedoeld in bijlage 5 van deze regeling

    Zorgverzekeraar

    1 juni 2022

    Het elektronisch bestand Wlz-gegevens 20212 met inachtneming van de record lay-outs uitvraag 2022, risicoverevening, Wlz-gegevens 2021 bedoeld in bijlage 5 van deze regeling

    Wlz-uitvoerder

    1 juni 2022

    Het elektronische bestand Contractinformatie medisch specialistische zorg 2020 met inachtneming van de record lay-out contractinformatie, bedoeld in bijlage 4 van deze regeling

    Zorgverzekeraar

    30 november 2022

    Het elektronische bestand Contractinformatie medisch specialistische zorg 2021 met inachtneming van de record lay-out contractinformatie, bedoeld in bijlage 4 van deze regeling

    Zorgverzekeraar

    30 november 2022

    Het elektronische bestand kwartaalstaat Zvw, onderdeel A en C, 1e, 2e,3e en 4e kwartaal 2022 met inachtneming van het format kwartaalstaat 2022 (4e kwartaal contractinformatie met inachtneming van het format kwartaalstaat 2023), onderdelen A en C, en de record lay-out contractinformatie, in 2e kwartaal over 2022, in 4e kwartaal over 2023, bedoeld in respectievelijk bijlage 1 en bijlage 3 van deze regeling

    Zorgverzekeraar

    Respectievelijk 28 april 2022, 28 juli 2022, 28 oktober 2022 en 28 januari 2023

    Het elektronische bestand kwartaalstaat Zvw 1e kwartaal verzekerdenstanden 20223 met inachtneming van het format kwartaalstaat 2022, onderdeel A ‘Verzekerdenstanden naar leeftijd en geslacht’ bedoeld in bijlage 1 van deze regeling en bestuursverklaring bij de maartstand

    Zorgverzekeraar

    7 maart 2022

    X Noot
    1

    Voor deze gegevens (jaarstaat 2021) geldt dat de jaarlagen 2021 en 2020 met alleen een bestuursverklaring moet worden aangeleverd. De jaarlaag 2019 moet met een accountantsproduct conform de accountantsprotocollen van de NZa en een bestuursverklaring aan het Zorginstituut worden aangeleverd.

    X Noot
    2

    Deze gegevens moeten met een accountantsproduct conform de accountantsprotocollen van de NZa en een bestuursverklaring aan het Zorginstituut worden aangeleverd.

    X Noot
    3

    Deze gegevens worden met alleen een bestuursverklaring aan het Zorginstituut geleverd.

Artikel 3 COVID-19-kosten Zvw

  • 1. De zorgverzekeraar levert de COVID-19-kosten gesplitst aan conform de formats in bijlage 1.

  • 2. In overeenstemming met artikel 6.6.5, tweede lid, van de Regeling zorgverzekering bestaan de COVID-19-kosten voor de Zvw uit:

    • a. reguliere directe kosten voor COVID-zorg voor COVID-patiënten, welke kosten bepaald zijn met de declaratiecodes en rekenregels die zijn opgenomen in bijlage 1 van de beleidsregels catastrofebijdrage coronapandemie 2020 en 2021;

    • b. de toeslagen op reguliere tarieven in verband met verhoogde kosten als gevolg van de coronapandemie, welke kosten berekend zijn met de declaratiecodes voor de toeslagen die zijn opgenomen in bijlage 2 van de beleidsregels catastrofebijdrage coronapandemie 2020 en 2021;

    • c. de indirecte meerkosten op grond van de prestatie meerkosten indien aan de volgende drie vereisten is voldaan:

      • de zorgverzekeraar en de zorgaanbieder hebben voor die kosten een schriftelijke afspraak gemaakt, de kosten hebben alleen betrekking op de basisverzekering en de zorgverzekeraar heeft de kosten werkelijk betaald overeenkomstig die schriftelijke afspraak; en

      • de hoogte van de indirecte meerkosten is plausibel, conform artikel 2, tweede lid, onder a, b en c van de beleidsregels catastrofebijdrage coronapandemie 2020 en 2021; en

      • de NZa heeft een bestuurlijk oordeel over de opgave afgegeven;

    • d. de in het eerste lid, onder a en b genoemde kosten worden op de voor de risicoverevening gebruikelijke manier toegerekend aan het jaar 2020 of 2021;

    • e. de indirecte meerkosten, genoemd in het eerste lid, onder c, worden op basis van de schriftelijke afspraken tussen de zorgverzekeraar en zorgaanbieders toegerekend aan het jaar 2020 of 2021.

  • 3. In overeenstemming met artikel 6.6.5, derde lid, van de Regeling zorgverzekering komen de volgende kosten niet in aanmerking voor een catastrofebijdrage:

    • a. kosten voor de continuïteitsbijdrage;

    • b. kosten waarvoor de zorgverzekeraar compensatie krijgt ten laste van de rijksbegroting bedoeld in artikel 2.1 van de Comptabiliteitswet 2016, zoals de kosten op grond van artikel 2.29a, vijfde lid, van de Regeling zorgverzekering voor het doorbetalen van de niet-geleverde zorg ten laste van het Zvw-pgb;

    • c. kosten die voor rekening van verzekerden zijn gekomen op grond van het verplicht eigen risico.

  • 4.

    • a. De zorgverzekeraar houdt bij welk deel van de reguliere directe kosten voor rekening van de verzekerden komt op grond van het verplicht eigen risico van verzekerden. Indien dit deel niet rechtstreeks uit de administratie van de zorgverzekeraar is te bepalen accepteert het Zorginstituut daarbij een bepaling van het verplicht eigen risico voor COVID-19-zorg zoals gespecificeerd onder b.

    • b. Een zorgverzekeraar kan het verplicht eigen risico voor COVID-zorg per verzekerde bepalen door eerst op het jaarlijks verplichte eigen risico van maximaal € 385 het verplichte eigen risico op basis van de kosten van de reguliere zorg van die verzekerde in mindering te brengen. Bij de kosten van de reguliere zorg blijven de kosten van de prestaties waarvoor geen verplicht eigen risico geldt buiten beschouwing. Als het maximum dan nog niet is bereikt, is het restant het verplicht eigen risico op de kosten voor COVID-zorg.

Artikel 4 Aanlevering gegevens voor uitvoering Wlz

  • 1. Het zorgkantoor levert de in het onderstaande Schema Wlz bedoelde gegevens alsmede de verlangde bestuursverklaringen, op de genoemde datum in 2022 aan. Voor de gegevens vierde kwartaalstaat is de aanleverdatum overeenkomstig onderstaand schema in 2023.

  • 2. De in het onderstaande Schema Wlz bedoelde aanlevering van de specificaties van kosten en productie van Wlz-zorg via de kwartaalstaten vervangt het zorgkantoor door aanlevering van de declaratiegegevens als bedoeld in het schema Wlz, via Vektis.

  • 3. De Wlz-uitvoerder met één of meer zorgkantoren levert de in het onderstaande Schema Wlz bedoelde gegevens alsmede de verlangde bestuursverklaring, op 12 augustus 2022 aan. De Wlz-uitvoerder dient de gegevens juist en volledig in bij het Zorginstituut, met inachtneming van het format, bedoeld in bijlage 8 van deze regeling.

  • 4. De Wlz-uitvoerder met één of meer zorgkantoren levert maandelijks (na de 7e dag van de maand) met behulp van het iWlz-bericht AW317 uitvoeringsgegevens uit de iWlz aan het Zorginstituut. De AW317 is een xml-bericht en maakt integraal deel uit van het iWlz berichtenverkeer en het onderliggende informatiemodel.

  • 5. Indien een zorgkantoor van één of meerdere zorgaanbieders, met een jaaromzet groter dan € 1 miljoen (per zorgaanbieder) geen declaraties heeft ontvangen, informeert het zorgkantoor het Zorginstituut over die tekortkoming en levert een Excel-bestand met een zo goed mogelijke schatting van de ontbrekende declaratie-informatie op prestatieniveau, met inachtneming van het format, bedoeld in bijlage 7 van deze regeling.

    Schema Wlz

    Wat?

    Door wie?

    Wanneer?

    De declaratiegegevens 1e, 2e,3e en 4e kwartaal 2022 betreffende alle Wlz-prestaties die door de Wlz-zorgaanbieders worden gedeclareerd bij de zorgkantoren door middel van de EI standaard AW319, conform de geldende Wlz-regelgeving en het Declaratieprotocol Wlz.

    Zorgkantoor

    Respectievelijk 12 mei 2022, 12 augustus 2022, 14 november 2022 en 13 februari 2023

    Het elektronische bestand kwartaalstaat Wlz 2e kwartaal aantal PGB-houders op 30 juni 2022 met inachtneming van het format kwartaalstaat 2022 ‘PGB’ bedoeld in bijlage 8 van deze regeling

    Zorgkantoor

    12 augustus 2022

    Het elektronische bestand kwartaalstaat Wlz 2e kwartaal aantal PGB-houders met huisbezoeken in 20211 met inachtneming van het format kwartaalstaat 2022 ‘PGB’ bedoeld in bijlage 8 van deze regeling

    Zorgkantoor

    12 augustus 2022

    Het elektronische bestand kwartaalstaat Wlz 4e kwartaal aantal PGB-houders met bewust-keuze gesprekken in 2022 met inachtneming van het format kwartaalstaat 2022 ‘PGB’ bedoeld in bijlage 8 van deze regeling

    Zorgkantoor

    13 februari 2023

    Het elektronische bestand kwartaalstaat Wlz Beheerskosten, met inachtneming van het format kwartaalstaat 2022 bedoeld in bijlage 8 van deze regeling

    Zorgkantoor

    Respectievelijk 12 mei 2022, 12 augustus 2022, 14 november 2022 en 13 februari 2023

    Het elektronische bestand kwartaalstaat Wlz 2e kwartaal verzekerdenstanden 20221 met inachtneming van het format kwartaalstaat 2022 ‘Specificatie van het totaal aantal Wlz verzekerden’ bedoeld in bijlage 8 van deze regeling

    Wlz-uitvoerder met een of meer zorgkantoren

    12 augustus 2022

    Uitvoeringsgegevens uit de iWlz, met behulp van het iWlz-bericht AW317

    Wlz-uitvoerder met een of meer zorgkantoren

    Maandelijks, na dag 7

    X Noot
    1

    Deze gegevens worden met een bestuursverklaring aan het Zorginstituut geleverd. Dit geldt alleen voor gegevens die gebruikt worden bij het vaststellen van het beheerskostenbudget.

Artikel 5 Pseudonimisering

  • 1. De zorgverzekeraar, het zorgkantoor en de Wlz-uitvoerder leveren persoonsidentificerende gegevens uitsluitend gepseudonimiseerd aan.

  • 2. De zorgverzekeraar, het zorgkantoor en de Wlz-uitvoerder treffen technische en organisatorische voorzieningen op een passend niveau ter waarborging van de veiligheid en betrouwbaarheid van het informatieverkeer en ter bescherming van de persoonsgegevens die zij onder zich hebben.

Artikel 6 Verstrekken gegevens aan derden

  • 1. Het Zorginstituut verstrekt de gegevens bedoeld in artikel 2, 3 en 4 op verzoek aan de NZa, voor zover de NZa onderbouwt dat die gegevens noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de Zvw of de Wlz door de NZa.

  • 2. Het Zorginstituut verstrekt de kwartaal- en jaarstaten als bedoeld in artikel 2 en artikel 3, almede de vereveningsbijdrage per zorgverzekeraar, op verzoek aan het CAK, CBS, het CPB, DNB en VWS voor zover de betreffende verzoeker onderbouwt dat die informatie noodzakelijk is voor de wettelijke taak van die verzoeker.

Artikel 7 Inwerkingtreding

  • 1. Deze regeling heeft betrekking op de gegevensaanlevering in de periode van 1 maart 2022 tot 1 maart 2023 en vervalt met ingang van 1 maart 2023, met dien verstande dat deze regeling van toepassing blijft voor de periode waarvoor zij gelding had.

  • 2. Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van publicatie van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 maart 2022.

Artikel 8 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling structurele aanlevering gegevens Zorgverzekeringswet en Wet langdurige zorg 2022.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Voorzitter Raad van Bestuur S. Wijma

BIJLAGE 1

Format kwartaalstaat 2022, specifieke informatie A

Reguliere Kostenverzamelstaat

Vervolg

Vervolg

SPECIFICATIES INFORMATIE RISICOVEREVENING

KOSTENVERZAMELSTAAT – vervolg

 

Totale baten 2022 inclusief balanspost

waarvan ontvangen m.b.t. 2022

Totale baten 2021 inclusief balanspost

waarvan ontvangen m.b.t. 2021

Totale baten 2020 inclusief balanspost

waarvan ontvangen m.b.t. 2020 en ouder

BATEN ZVW

code

           

OPBRENGSTEN VERHAAL

890.1

           

SCHADE T.L.V. HET VRIJWILLIG EIGEN RISICO

910

           

SCHADE T.L.V. HET VERPLICHT EIGEN RISICO

915

           

GEBOEKTE NETTO PREMIES

940

           

Vervolg

SPECIFICATIES INFORMATIE RISICOVEREVENING

KOSTEN NAAR DEELBIJDRAGE

KOSTEN NAAR DEELBIJDRAGE

Lasten 2022 inclusief balanspost

Variabele zorgkosten

 

Vaste zorgkosten

 

Kosten geneeskundige geestelijke gezondheidszorg

 

TOTAAL lasten (bruto-schade, definitie ZIN)

0

SPECIFICATIES INFORMATIE RISICOVEREVENING

VERZEKERDENSTAND NAAR RISICOKLASSE

Peildatum: datum van nominale premieprolongatie voor de maand MAART 2022

LEEFTIJD

AANTAL NAAR GESLACHT

TOTAAL

AANTAL

 

MAN

VROUW

ONBEPAALD

 

1a. 0 t/m 1

     

0

1b. 2 t/m 4

     

0

2. 5 t/m 9

     

0

3. 10 t/m 14

     

0

4. 15 t/m 19

     

0

5. 20 t/m 24

     

0

6. 25 t/m 29

     

0

7. 30 t/m 34

     

0

8. 35 t/m 39

     

0

9. 40 t/m 44

     

0

10. 45 t/m 49

     

0

11. 50 t/m 54

     

0

12. 55 t/m 59

     

0

13. 60 t/m 64

     

0

14. 65 t/m 69

     

0

15. 70 t/m 74

     

0

16. 75 t/m 79

     

0

17. 80 t/m 84

     

0

18. 85 t/m 89

     

0

19. 90 en ouder

     

0

TOTAAL

0

0

0

0

VERZEKERDENSTAND NAAR NOMINALE PREMIE

Peildatum: datum van nominale premieprolongatie voor de maand MAART 2022

 

AANTAL

Verzekerden met nominale premie Zvw

 

Verzekerden zonder nominale premie Zvw

 

TOTAAL

0

Format kwartaalstaat 2022, specifieke informatie A

Kostenverzamelstaat catastrofeschadelast

Vervolg

Vervolg

Vervolg

Instructie verantwoording kostenverzamelstaat, regulier en catastrofeschadelast, kwartaalstaat

In bovenstaande formats wordt de continuïteitsbijdrage omschreven als ‘netto continuïteitsbijdrage’, de indirecte meerkosten en toeslagen worden omschreven als ‘meerkosten, indirect en toeslagen’.

Met deze verschillende benamingen is geen inhoudelijk verschil beoogd ten opzichte van definities prestatie continuiteitsbijdrage en prestatie meerkosten.

De toevoeging ‘netto’ aan de continuïteitsbijdrage maakt duidelijk dat het alleen de nettobijdrage met betrekking tot de Basisverzekering betreft. Hierbij brengt de zorgverzekeraar de verrekening in verband met inhaalzorg op de continuïteitsbijdrage in mindering. De inhaalzorg valt onder de reguliere kostencodes.

Voor jaarlaag 2020 geldt dat direct patiëntgebonden COVID-kosten, de indirecte meerkosten en toeslagen zowel opgenomen worden in de reguliere kostenverzamelstaat (voor de risicoverevening) als in de kostenverzamelstaat catastrofeschadelast.

Hierbij geldt voor jaarlaag 2020 het volgende uitgangspunt:

  • Kostenverzamelstaat Risicoverevening (regulier) = reguliere kosten + continuïteitsbijdrage + direct patiëntgebonden COVID-kosten + indirecte meerkosten en toeslagen.

  • Kostenverzamelstaat catastrofeschadelast = direct patiëntgebonden COVID-kosten + indirecte meerkosten en toeslagen.

Voor de jaarlaag 2021 geldt dat de kosten voor de catastrofeschadelast gescheiden worden van de kosten van de Risicoverevening. De twee tabellen tezamen (reguliere kostenverzamelstaat en kostenverzamelstaat catastrofeschadelast) vormen de totale lasten Zvw.

Hierbij geldt voor jaarlaag 2021 het volgende uitgangspunt:

  • Kostenverzamelstaat Risicoverevening (regulier) = reguliere kosten + continuïteitsbijdrage.

  • Kostenverzamelstaat catastrofeschadelast = direct patiëntgebonden COVID-kosten + indirecte meerkosten en toeslagen.

Voor de jaarlaag 2022 geldt dat alle kosten verantwoord worden onder de reguliere kostenverzamelstaat.

  • De kostencodes voor de meerkosten blijven behouden.

  • De kostencodes voor de continuïteitsbijdragen zijn vervallen.

  • De uitsplitsing van de direct patiëntgebonden COVID kosten is vervallen.

Tabellen Reguliere kostenverzamelstaat

Kolom 1: Lasten 2022 inclusief balanspost

In de eerste kolom verantwoordt de zorgverzekeraar:

  • het totaal van de in de verslagperiode ontvangen declaraties voor in de verslagperiode aan verzekerden verleende zorg, meerkosten en geopende DBC’s.

  • de balanspost over het hele jaar: de declaraties die na de verslagperiode zijn ontvangen en betrekking hebben op in de verslagperiode verleende zorg, meerkosten en geopende DBC’s en de meest actuele raming van de over het hele jaar nog te ontvangen declaraties voor in de verslagperiode verleende zorg, meerkosten en geopende DBC’s. Indien de zorgverzekeraar lumpsum- of plafondafspraken heeft gemaakt worden deze bedragen en de verwachte bijstelling hiervan verantwoord.

Kolom 2: Ontvangen en geaccepteerde declaraties t/m Xe kwartaal 2022

In de tweede kolom verantwoordt de zorgverzekeraar:

  • het totaal van de in de verslagperiode ontvangen declaraties voor in de verslagperiode aan verzekerden verleende zorg, meerkosten en geopende DBC’s.

Het verschil tussen kolom 1 en kolom 2 betreft dus de balanspost over het hele jaar.

Kolom 3: Lasten 2021 inclusief balanspost

In de derde kolom verantwoordt de zorgverzekeraar:

  • het totaal van de tot en met de verslagperiode (dus inclusief de in 2021) ontvangen declaraties met betrekking tot in 2021 aan verzekerden verleende zorg, in 2021 geopende DBC’s en de continuïteitsbijdrage.

  • de balanspost: de declaraties die na de verslagperiode zijn ontvangen en betrekking hebben op de in 2021 verleende zorg, in 2021 geopende DBC’s en de continuïteitsbijdrage en de meest actuele schatting van de na de verslagperiode nog te ontvangen declaraties voor de in 2021 verleende zorg, in 2021 geopende DBC’s en de continuïteitsbijdrage. Indien de zorgverzekeraar lumpsum- of plafondafspraken heeft gemaakt worden deze bedragen en de verwachte bijstelling hiervan verantwoord.

Kolom 4: Ontvangen en geaccepteerde declaraties m.b.t. 2021

In de vierde kolom verantwoordt de zorgverzekeraar:

  • het totaal van de tot en met de verslagperiode ontvangen declaraties met betrekking tot 2021 aan verzekerden verleende zorg, in 2021 geopende DBC’s en de continuïteitsbijdrage.

Het verschil tussen kolom 3 en kolom 4 betreft dus de balanspost jaar 2021.

Kolom 5: Lasten 2020 en ouder inclusief balanspost

In de vijfde kolom verantwoordt de zorgverzekeraar:

  • het totaal van de tot en met de verslagperiode (dus inclusief de in 2021 en 2020) ontvangen declaraties met betrekking tot in 2020 aan verzekerden verleende zorg, in 2020 geopende DBC’s en COVID-19-kosten en de continuïteitsbijdrage en tevens de in de verslagperiode ontvangen declaraties met betrekking tot de jaren ouder dan 2020.

  • de balanspost: de declaraties die na de verslagperiode zijn ontvangen en betrekking hebben op de in 2020 en ouder verleende zorg, in 2020 of eerder geopende DBC’s en COVID-19-kosten en de continuïteitsbijdrage en de meest actuele schatting van de na de verslagperiode nog te ontvangen declaraties voor de in 2020 en ouder verleende zorg, in 2020 of eerder geopende DBC’s en COVID-19-kosten en de continuïteitsbijdrage. Indien de zorgverzekeraar lumpsum- of plafondafspraken heeft gemaakt worden deze bedragen en de verwachte bijstelling hiervan verantwoord.

Kolom 6: Ontvangen en geaccepteerde declaraties m.b.t. 2020 en ouder

In de zesde kolom verantwoordt de zorgverzekeraar:

  • het totaal van de tot en met de verslagperiode (dus inclusief de in 2021 en 2020) ontvangen declaraties met betrekking tot in 2020 aan verzekerden verleende zorg, in 2020 geopende DBC’s en COVID-19-kosten en de continuïteitsbijdrage en de in de verslagperiode ontvangen declaraties met betrekking tot de jaren ouder dan 2020.

Het verschil tussen kolom 5 en kolom 6 betreft dus de balanspost 2020 en ouder.

Tabellen catastrofe kostenverzamelstaat

Kolom 1: Lasten 2021 inclusief balanspost

In de eerste kolom verantwoordt de zorgverzekeraar:

  • het totaal van de over de verslagperiode ontvangen declaraties voor in de verslagperiode aan verzekerden verleende zorg/geopende DBC’s voor wat betreft direct patiëntgebonden COVID-19-kosten en de indirecte meerkosten en toeslagen.

  • de balanspost over het hele jaar: de declaraties die na de verslagperiode zijn ontvangen en betrekking hebben op in de verslagperiode verleende zorg/geopende DBC’s voor wat betreft direct patiëntgebonden COVID-19-kosten en de indirecte meerkosten en toeslagen en de meest actuele raming van de over het hele jaar nog te ontvangen declaraties voor in de verslagperiode verleende zorg/geopende DBC’s voor wat betreft direct patiëntgebonden COVID-19-kosten en de indirecte meerkosten en toeslagen. Indien de zorgverzekeraar lumpsum- of plafondafspraken heeft gemaakt worden deze bedragen en de verwachte bijstelling hiervan verantwoord.

Kolom 2: Ontvangen en geaccepteerde declaraties m.b.t. 2021

In de tweede kolom verantwoordt de zorgverzekeraar:

  • het totaal van de over de verslagperiode ontvangen declaraties voor in de verslagperiode aan verzekerden verleende zorg/geopende DBC’s voor wat betreft direct patiëntgebonden COVID-19-kosten en de indirecte meerkosten en toeslagen.

Het verschil tussen kolom 1 en kolom 2 betreft dus de balanspost over het hele jaar.

Kolom 3: Lasten 2020 inclusief balanspost

In de derde kolom verantwoordt de zorgverzekeraar:

  • het totaal van de over de verslagperiode ontvangen declaraties voor in de verslagperiode aan verzekerden verleende zorg/geopende DBC’s voor wat betreft direct patiëntgebonden COVID-19-kosten en de indirecte meerkosten en toeslagen.

  • de balanspost over het hele jaar: de declaraties die na de verslagperiode zijn ontvangen en betrekking hebben op in de verslagperiode verleende zorg/geopende DBC’s voor wat betreft direct patiëntgebonden COVID-19-kosten en de indirecte meerkosten en toeslagen en de meest actuele raming van de over het hele jaar nog te ontvangen declaraties voor in de verslagperiode verleende zorg/geopende DBC’s voor wat betreft direct patiëntgebonden COVID-19-kosten en de indirecte meerkosten en toeslagen. Indien de zorgverzekeraar lumpsum- of plafondafspraken heeft gemaakt worden deze bedragen en de verwachte bijstelling hiervan verantwoord.

Kolom 4: Ontvangen en geaccepteerde declaraties m.b.t. 2020

In de vierde kolom verantwoordt de zorgverzekeraar:

  • het totaal van de over de verslagperiode ontvangen declaraties voor in de verslagperiode aan verzekerden verleende zorg/geopende DBC’s voor wat betreft direct patiëntgebonden COVID-19-kosten en de indirecte meerkosten en toeslagen.

Het verschil tussen kolom 3 en kolom 4 betreft dus de balanspost jaar 2020.

BIJLAGE 2

Format jaarstaat 2021, specifieke informatie A, jaarlaag 2021

Vervolg

Vervolg

Vervolg

SPECIFICATIES INFORMATIE RISICOVEREVENING

KOSTEN NAAR DEELBIJDRAGE

KOSTEN NAAR DEELBIJDRAGE

Lasten 2021 inclusief balanspost

Variabele zorgkosten

 

Vaste zorgkosten

 

Kosten geneeskundige geestelijke gezondheidszorg

 

TOTAAL lasten

0

CODE 612.1 – KOSTEN ADD-ONS DURE GENEESMIDDELEN

Lasten 2021 inclusief balanspost

Kosten add-ons – Dure intramurale geneesmiddelen en ozp-stollingsfactoren (artikel 1, regeling risicoverevening)

 

SPECIFICATIES INFORMATIE RISICOVEREVENING

RUBRIEK 10 GENEESKUNDIGE GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG

CODE 662 – KOSTEN VAN SPECIALISTISCHE GGZ ZONDER VERBLIJF

Lasten 2021 inclusief balanspost

Kosten van dure intramurale geneesmiddelen (artikel 1, regeling risicoverevening)

 

Vervolg

SPECIFICATIES INFORMATIE RISICOVEREVENING

RUBRIEK 15 GRENSOVERSCHRIJDENDE ZORG

CODE 720 – KOSTEN GRENSOVERSCHRIJDENDE ZORG VIA VERZEKERAAR

Lasten 2021 inclusief balanspost

Variabele zorgkosten

 

Kosten van geneeskundige geestelijke gezondheidszorg

 

TOTAAL CODE 720 kosten gemaakt in het buitenland, via verzekeraar

0

 

CODE 721 – KOSTEN GRENSOVERSCHRIJDENDE ZORG VIA VERBINDINGSORGAAN

Lasten 2021 inclusief balanspost

Toepassing verordening

of verdrag inzake sociale

zekerheid, via CAK

Behandeling in het buitenland met toepassing van artikel 20.

EG-verordening 883/2004 of overeenkomstige verdragsbepaling

 

Kosten gemaakt bij tijdelijk verblijf in het buitenland van Zvw

verzekerden die wonen in Nederland

 

Kosten gemaakt in het buitenland van Zvw verzekerden die wonen

in het buitenland

 

TOTAAL CODE 721 kosten gemaakt in het buitenland, via verbindingsorgaan

0

BEREKENDE NOMINALE REKENPREMIES GEDETINEERDEN

 

BEDRAG

Totaal berekende nominale rekenpremies 2021 tijdens de detentieperiode van verzekerden van 18 jaar en ouder

 

Format jaarstaat 2021, specifieke informatie A, jaarlaag 2020

Vervolg

Vervolg

Vervolg

Format jaarstaat 2021, specifieke informatie A, jaarlaag 2019

Vervolg

Vervolg

Vervolg

Instructie verantwoording kosten jaarstaat

In bovenstaande formats wordt de continuïteitsbijdrage omschreven als ‘netto continuïteitsbijdrage’, de indirecte meerkosten en toeslagen worden omschreven als ‘meerkosten, indirect en toeslagen’.

Met deze verschillende benamingen is geen inhoudelijk verschil beoogd ten opzichte van definities prestatie continuïteitsbijdrage en prestatie meerkosten.

De toevoeging ‘netto’ aan de continuïteitsbijdrage maakt duidelijk dat het alleen de nettobijdrage met betrekking tot de Basisverzekering betreft. Hierbij brengt de zorgverzekeraar de verrekening in verband met inhaalzorg op de continuïteitsbijdrage in mindering. De inhaalzorg valt onder de reguliere kostencodes.

Het is niet toegestaan dat de zorgverzekeraar bij de lasten inclusief balanspost in de jaarstaat aansluit op de jaarrekening, als de afsluitdatum van de jaarrekening eerder is dan die van de jaarstaat en de ramingen in de jaarstaat niet meer actueel zijn.

De tabel jaarlaag 2021

Kolom 1: Lasten 2021 inclusief Balanspost

In de eerste kolom verantwoordt de zorgverzekeraar:

  • het totaal van de tot en met 31 december 2021 ontvangen declaraties voor de in 2021 aan verzekerden verleende zorg, in 2021 geopende DBC’s en continuïteitsbijdrage.

  • de balanspost: de declaraties die na 31 december 2021 zijn ontvangen en betrekking hebben op de in 2021 verleende zorg, in 2021 geopende DBC’s en continuïteitsbijdrage en de meest actuele raming van de na 31 december 2021 nog te ontvangen declaraties voor de in 2021 verleende zorg, in 2021 geopende DBC’s en continuïteitsbijdrage. Indien de zorgverzekeraar lumpsum- of plafondafspraken heeft gemaakt worden deze bedragen en de verwachte bijstelling hiervan verantwoord.

Kolom 2: Ontvangen en geaccepteerde declaraties m.b.t. 2021

In de tweede kolom verantwoordt de zorgverzekeraar:

  • het totaal van de tot en met 31 december 2021 ontvangen declaraties voor de in 2021 aan verzekerden verleende zorg, in 2021 geopende DBC’s en continuïteitsbijdrage.

Het verschil tussen kolom 1 en kolom 2 betreft dus de balanspost.

Kolom 3: Lasten 2021 inclusief Balanspost

In de derde kolom verantwoordt de zorgverzekeraar:

  • het totaal van de tot en met 31 december 2021 ontvangen declaraties voor de in 2021 aan verzekerden verleende zorg/in 2021 geopende DBC’s voor wat betreft direct patiëntgebonden COVID-19-kosten en de indirecte meerkosten en toeslagen.

  • de balanspost: de declaraties die na 31 december 2021 zijn ontvangen en betrekking hebben op de in 2021 verleende zorg/in 2021 geopende DBC’s voor wat betreft direct patiëntgebonden COVID-19-kosten en de meest actuele raming van de na 31 december 2021 nog te ontvangen declaraties voor de in 2021 verleende zorg/in 2021 geopende DBC’s voor wat betreft direct patiëntgebonden COVID-19-kosten en de indirecte meerkosten en toeslagen. Indien de zorgverzekeraar lumpsum- of plafondafspraken heeft gemaakt worden deze bedragen en de verwachte bijstelling hiervan verantwoord.

Kolom 4: Ontvangen en geaccepteerde declaraties m.b.t. 2021

In de vierde kolom verantwoordt de zorgverzekeraar:

  • het totaal van de tot en met 31 december 2021 ontvangen declaraties voor de in 2021 aan verzekerden verleende zorg/in 2021 geopende DBC’s voor wat betreft direct patiëntgebonden COVID-19-kosten en de indirecte meerkosten en toeslagen.

Het verschil tussen kolom 3 en kolom 4 betreft dus de balanspost.

De tabel jaarlaag 2020

Kolom 1: Lasten 2020 inclusief Balanspost

In de eerste kolom verantwoordt de zorgverzekeraar:

  • het totaal van de tot en met 31 december 2020 ontvangen declaraties voor de in 2020 aan verzekerden verleende zorg, in 2020 geopende DBC’s en COVID-19-kosten en continuïteitsbijdrage.

  • de balanspost: de declaraties die na 31 december 2020 zijn ontvangen en betrekking hebben op de in 2020 verleende zorg, in 2020 geopende DBC’s en COVID-19-kosten en continuïteitsbijdrage en de meest actuele raming van de na 31 december 2020 nog te ontvangen declaraties voor de in 2020 verleende zorg, in 2020 geopende DBC’s en COVID-19-kosten en continuïteitsbijdrage. Indien de zorgverzekeraar lumpsum- of plafondafspraken heeft gemaakt worden deze bedragen en de verwachte bijstelling hiervan verantwoord.

Kolom 2: Ontvangen en geaccepteerde declaraties m.b.t. 2020

In de tweede kolom verantwoordt de zorgverzekeraar:

  • het totaal van de tot en met 31 december 2020 ontvangen declaraties voor de in 2020 aan verzekerden verleende zorg, in 2020 geopende DBC’s en COVID-19-kosten en continuïteitsbijdrage.

Het verschil tussen kolom 1 en kolom 2 betreft dus de balanspost.

Kolom 3: Lasten 2020 inclusief Balanspost

In de derde kolom verantwoordt de zorgverzekeraar:

  • het totaal van de tot en met 31 december 2020 ontvangen declaraties voor de in 2020 aan verzekerden verleende zorg/in 2020 geopende DBC’s voor wat betreft direct patiëntgebonden COVID-19-kosten en de indirecte meerkosten en toeslagen.

  • de balanspost: de declaraties die na 31 december 2020 zijn ontvangen en betrekking hebben op de in 2020 verleende zorg/in 2020 geopende DBC’s voor wat betreft direct patiëntgebonden COVID-19-kosten en de meest actuele raming van de na 31 december 2020 nog te ontvangen declaraties voor de in 2020 verleende zorg/in 2020 geopende DBC’s voor wat betreft direct patiëntgebonden COVID-19-kosten en de indirecte meerkosten en toeslagen. Indien de zorgverzekeraar lumpsum- of plafondafspraken heeft gemaakt worden deze bedragen en de verwachte bijstelling hiervan verantwoord.

Kolom 4: Ontvangen en geaccepteerde declaraties m.b.t. 2020

In de vierde kolom verantwoordt de zorgverzekeraar:

  • het totaal van de tot en met 31 december 2020 ontvangen declaraties voor de in 2020 aan verzekerden verleende zorg/in 2020 geopende DBC’s voor wat betreft direct patiëntgebonden COVID-19-kosten en de indirecte meerkosten en toeslagen.

Het verschil tussen kolom 3 en kolom 4 betreft dus de balanspost.

De tabel jaarlaag 2019

De kolommen 1 t/m 4 worden niet ingevuld.

Kolom 5: Ontvangen en geaccepteerde declaraties m.b.t 2019 en ouder

In de vijfde kolom verantwoordt de zorgverzekeraar:

  • het totaal van de tot en met 31 december 2021 (dus inclusief de in 2020 en de in 2019) ontvangen declaraties voor de in 2019 aan verzekerden verleende zorg, in 2019 geopende DBC’s en de continuïteitsbijdrage GGZ. Indien de zorgverzekeraar lumpsum- of plafondafspraken heeft gemaakt dan wordt de (administratieve) verrekening met de zorgaanbieders verwerkt in de ‘ontvangen en geaccepteerde declaraties’.

  • en tevens de in 2021 ontvangen declaraties met betrekking tot jaren ouder dan 2019 (inclusief creditnota’s).

Kolom 5 bevat geen balanspost.

BIJLAGE 3

Format kwartaalstaat 2022, specifieke informatie C

SPECIFICATIES VAN KOSTEN EN PRODUCTIE

RUBRIEK 01 HUISARTSENZORG

CODE 503 – BIJZONDERE BETALINGEN

Ontvangen en geaccepteerde declaraties tot en met 4e kwartaal 2022

Module achterstandsfonds

 

Module modernisering en innovatie

 

Overige kosten

 

TOTAAL code 503

0

 

CODE 506 – CONSULTTARIEVEN

Ontvangen en geaccepteerde declaraties tot en met 4e kwartaal 2022

Kosten consulten huisartsen

korter dan 5 minuten

 

van 5 tot 20 minuten

 

20 minuten en langer

 

Kosten visites huisartsen

≤ 20 minuten

 

> 20 minuten

 

Kosten consulttarieven POH GGZ

 

Kosten huisartsenzorg ELV en Intensieve zorg

 

TOTAAL code 506

0

 

CODE 507 – OVERIGE TARIEVEN

Ontvangen en geaccepteerde declaraties tot en met 4e kwartaal 2022

Module POH GGZ

 

S1 Verrichtingen

 

Vaccinaties

 

Passantentarieven

 

Verloskundige zorg door huisartsen

 

TOTAAL code 507

0

 

CODE 510 – MULTIDISCIPLINAIRE ZORG

Ontvangen en geaccepteerde declaraties tot en met 4e kwartaal 2022

Multidisciplinaire zorgverlening Diabetes Mellitus type 2 en multidisciplinaire zorgverlening Cardiovasculair risicomanagement ((vergoedingscomponent te verzekeren prestatie Zvw))

 

Multidisciplinaire zorgverlening COPD (vergoedingscomponent te verzekeren prestatie Zvw)

 

Organisatie en infrastructuur

 

Programma stoppen met roken

 

TOTAAL code 510

0

Vervolg

SPECIFICATIES VAN KOSTEN EN PRODUCTIE

RUBRIEK 01 HUISARTSENZORG – vervolg

CODE 515 – RESULTAATBELONING EN ZORGVERNIEUWING HUISARTSEN

Ontvangen en geaccepteerde declaraties tot en met 4e kwartaal 2022

Kosten resultaatbeloning huisartsen

 

Kosten zorgvernieuwing huisartsen

 

TOTAAL code 515

0

 

CODE 516 – RESULTAATBELONING EN ZORGVERNIEUWING MDZ

Ontvangen en geaccepteerde declaraties tot en met 4e kwartaal 2022

Kosten resultaatbeloning MDZ

 

Kosten zorgvernieuwing MDZ

 

TOTAAL code 516

0

SPECIFICATIES VAN KOSTEN EN PRODUCTIE

RUBRIEK 06 MEDISCH SPECIALISTISCHE ZORG

CODE 610 – OVERIGE KOSTEN

Lasten 2022

Lasten 2021

Lasten 2020 en ouder

ZIEKENHUISZORG EN CURATIEVE ZORG

Lasten 2022 inclusief balanspost

Ontvangen en geaccepteerde declaraties tot en met 4e kwartaal 2022

Lasten 2021 inclusief balanspost

Ontvangen en geaccepteerde declaraties m.b.t. 2021

Lasten 2020 en ouder inclusief balanspost

Ontvangen en geaccepteerde declaraties m.b.t. 2020 en ouder

Kosten van eerstelijnsdiagnostiek

           

aangevraagd door eerstelijnszorg-

aanbieders geleverd door

huisartsenlaboratoria

Trombosediensten

           

SKION en NTS

           

TOTAAL code 610

0

0

0

0

0

0

 

CODE 611 – OVERIGE ZORGPRODUCTEN NAAR INSTELLING

Lasten 2022

Lasten 2021

Lasten 2020 en ouder

Lasten 2022 inclusief balanspost

Ontvangen en geaccepteerde declaraties tot en met 4e kwartaal 2022

Lasten 2021 inclusief balanspost

Ontvangen en geaccepteerde declaraties m.b.t. 2021

Lasten 2020 en ouder inclusief balanspost

Ontvangen en geaccepteerde declaraties m.b.t. 2020 en ouder

Academische ziekenhuizen

           

Algemene ziekenhuizen

           

Zelfstandige behandelcentra

           

Overige zorgaanbieders

           

TOTAAL code 611

0

0

0

0

0

0

 

CODE 612.1 – KOSTEN ADD-ONS DURE

Lasten 2022

Lasten 2021

Lasten 2020 en ouder

GENEESMIDDELEN NAAR INSTELLING

Lasten 2022 inclusief balanspost

Ontvangen en geaccepteerde declaraties tot en met 4e kwartaal 2022

Lasten 2021 inclusief balanspost

Ontvangen en geaccepteerde declaraties m.b.t. 2021

Lasten 2020 en ouder inclusief balanspost

Ontvangen en geaccepteerde declaraties m.b.t. 2020 en ouder

Academische ziekenhuizen

           

Algemene ziekenhuizen

           

Zelfstandige behandelcentra

           

Overige zorgaanbieders

           

TOTAAL code 612.1

0

0

0

0

0

0

 

CODE 612.2 – KOSTEN ADD-ONS IC

Lasten 2022

Lasten 2021

Lasten 2020 en ouder

NAAR INSTELLING

Lasten 2022 inclusief balanspost

Ontvangen en geaccepteerde declaraties tot en met 4e kwartaal 2022

Lasten 2021 inclusief balanspost

Ontvangen en geaccepteerde declaraties m.b.t. 2021

Lasten 2020 en ouder inclusief balanspost

Ontvangen en geaccepteerde declaraties m.b.t. 2020 en ouder

Academische ziekenhuizen

           

Algemene ziekenhuizen

           

Zelfstandige behandelcentra

           

Overige zorgaanbieders

           

TOTAAL code 612.2

0

0

0

0

0

0

CODE 613.1 – INTEGRALE KOSTEN VAN DBC-ZORGPRODUCTEN GEREGULEERDE SEGMENT NAAR INSTELLING

Lasten 2022

Lasten 2021

Lasten 2020 en ouder

Lasten 2022 inclusief balanspost

Ontvangen en geaccepteerde declaraties tot en met 4e kwartaal 2022

Lasten 2021 inclusief balanspost

Ontvangen en geaccepteerde declaraties m.b.t. 2021

Lasten 2020 en ouder inclusief balanspost

Ontvangen en geaccepteerde declaraties m.b.t. 2020 en ouder

Academische ziekenhuizen

           

Algemene ziekenhuizen

           

Zelfstandige behandelcentra

           

Overige zorgaanbieders

           

TOTAAL code 613.1

0

0

0

0

0

0

 

CODE 615.1 – INTEGRALE KOSTEN VAN DBC-ZORGPRODUCTEN VRIJE SEGMENT NAAR INSTELLINGEN

Lasten 2022

Lasten 2021

Lasten 2020 en ouder

Lasten 2022 inclusief balanspost

Ontvangen en geaccepteerde declaraties tot en met 4e kwartaal 2022

Lasten 2021 inclusief balanspost

Ontvangen en geaccepteerde declaraties m.b.t. 2021

Lasten 2020 en ouder inclusief balanspost

Ontvangen en geaccepteerde declaraties m.b.t. 2020 en ouder

Academische ziekenhuizen

           

Algemene ziekenhuizen

           

Zelfstandige behandelcentra

           

Overige zorgaanbieders

           

TOTAAL code 615.1

0

0

0

0

0

0

Vervolg

SPECIFICATIES VAN KOSTEN EN PRODUCTIE

RUBRIEK 13 DIVERSE OVERIGE KOSTEN

CODE 701 – OVERIGE GENEESKUNDIGE ZORG

Ontvangen en geaccepteerde declaraties tot en met 4e kwartaal 2022

Geneeskundige individuele zorg bij tuberculose en infectieziekten door GGD'en

 

Huidtherapie

 

Orthoptie

 

Optometrie

 

Kosten voetzorg bij Diabetes Mellitus type 2

 

Koemelkallergietest (niet horend bij Multidisciplinaire Zorg)

 

Regiefunctie complexe wondzorg

 

TOTAAL code 701

0

 

CODE 702 – ZINTUIGLIJK GEHANDICAPTEN

Ontvangen en geaccepteerde declaraties tot en met 4e kwartaal 2022

Kosten van zorg ivm visuele beperking

 

Kosten van zorg ivm auditieve en communicatieve beperking

 

TOTAAL code 702

0

Vervolg

SPECIFICATIES VAN WANBETALERS

 

AANTAL

januari

AANTAL

februari

AANTAL

maart

Verzekeringnemers die een achterstand in de premiebetaling hebben van twee of meer, maar minder dan vier volle maandpremies.

     

Verzekeringnemers die een achterstand in de premiebetaling hebben van vier of meer, maar minder dan zes volle maandpremies.

     

Verzekeringnemers die een achterstand in de premiebetaling hebben van zes of meer volle maandpremies.

     
 
 

AANTAL

januari

AANTAL

februari

AANTAL

maart

Verstuurde tweedemaandsbrieven

     

Verstuurde vierdemaandsbrieven

     
 
 

AANTAL

januari

AANTAL

februari

AANTAL

maart

Debiteuren met een interne betalingsregeling, al dan niet uitsluitend voor premiebetaling.

     

Debiteuren met een externe betalingsregeling, al dan niet uitsluitend voor premiebetaling.

     

Actieve stabilisatieovereenkomsten voor premiebetaling.

     
 
 

AANTAL

januari

AANTAL

februari

AANTAL

maart

Wanbetalers bij CAK aangemeld met een betalingsachterstand van minder dan € 250.

     

Wanbetalers bij CAK aangemeld met een betalingsachterstand van meer dan € 250, maar minder dan € 750.

     

Wanbetalers bij CAK aangemeld met een betalingsachterstand van meer dan € 750.

     

CONTRACTINFORMATIE HUISARTSENZORG EN MULTIDISCIPLINAIRE ZORG, rubriek 01

 

Lasten inclusief balanspost 2022

Huisartsenzorg, codes 503, 504, 505, 506, 507, 515

 

Gecontracteerde zorg

 

Lopende onderhandelingen

 

Niet gecontracteerde zorg

 

Subtotaal huisartsenzorg

0

Multidisciplinaire zorg, codes 510 en 516

 

Gecontracteerde zorg

 

Lopende onderhandelingen

 

Niet gecontracteerde zorg

 

Subtotaal multidisciplinaire zorg

0

Huisartsenzorg en multidisciplinaire zorg

 

Meerkosten (indirect en toeslagen), gecontracteerd en niet gecontracteerd

 

TOTAAL RUBRIEK 01

0

Vervolg

CONTRACTINFORMATIE VERPLEGING EN VERZORGING, rubriek 03

 

Lasten inclusief balanspost 2022

Gecontracteerde zorg

 

Lopende onderhandelingen

 

Niet gecontracteerde zorg

 

Meerkosten (indirect en toeslagen), gecontracteerd en niet gecontracteerd

 

PGB

 

TOTAAL RUBRIEK 03

0

 

CONTRACTINFORMATIE MEDISCH SPECIALISTISCHE ZORG, rubriek 06

 

Lasten inclusief balanspost 2022

Gecontracteerde zorg: aanneemsom

 

Gecontracteerde zorg: plafond

 

Gecontracteerde zorg: nacalculatie bij aanneemsommen en plafondcontracten

 

Gecontracteerde zorg: open einde contract

 

Subtotaal gecontracteerde zorg

0

Lopende onderhandelingen

 

Niet gecontracteerde zorg

 

Meerkosten (indirect en toeslagen), gecontracteerd en niet gecontracteerd

 

TOTAAL RUBRIEK 06

0

   
 

2022

Totaal afgesproken maximumomzet plafondcontracten

 

CONTRACTINFORMATIE GENEESKUNDIGE GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG, rubriek 10

 

Lasten inclusief balanspost 2022

Gecontracteerde zorg: aanneemsom

 

Gecontracteerde zorg: plafond

 

Gecontracteerde zorg: nacalculatie bij aanneemsommen en plafondcontracten

 

Gecontracteerde zorg: open einde contract

 

Subtotaal gecontracteerde zorg

0

Lopende onderhandelingen

 

Niet gecontracteerde zorg

 

Meerkosten (indirect en toeslagen), gecontracteerd en niet gecontracteerd

 

TOTAAL RUBRIEK 10

0

   
 

2022

Totaal afgesproken maximumomzet plafondcontracten

 

Vervolg

CONTRACTINFORMATIE ZINTUIGLIJK GEHANDICAPTEN, code 702

 

Lasten inclusief balanspost 2022

Gecontracteerde zorg

 

Lopende onderhandelingen

 

Niet gecontracteerde zorg

 

Meerkosten (indirect en toeslagen), gecontracteerd en niet gecontracteerd

 

TOTAAL CODE 702

0

 

CONTRACTINFORMATIE GERIATRISCHE REVALIDATIE, EERSTELIJNSVERBLIJF EN GENERALISCHTICHE GENEESKUNDIGE ZORG SPECIFIEKE PATIËNTGROEPEN, rubriek 11

 

Lasten inclusief balanspost 2022

Geriatrische Revalidatie, code 670

 

Gecontracteerde zorg

 

Lopende onderhandelingen

 

Niet gecontracteerde zorg

 

Subtotaal Geriatrische Revalidatie zorg

0

Eerstelijnsverblijf, code 671

 

Gecontracteerde zorg

 

Lopende onderhandelingen

 

Niet gecontracteerde zorg

 

Subtotaal Eerstelijnsverblijf

0

Generalistische Geneeskundige Zorg Specifieke Patiëntgroepen, code 672

 

Gecontracteerde zorg

 

Lopende onderhandelingen

 

Niet gecontracteerde zorg

 

Subtotaal Geneeskundige Zorg Specifieke Patiëntgroepen

0

Meerkosten (indirect en toeslagen), gecontracteerd en niet gecontracteerd

 

TOTAAL RUBRIEK 11

0

Instructie opgave contractinformatie

Bij de opgave contractinformatie per rubriek en bij de opgave contractinformatie medisch specialistische zorg per instelling, hanteert het Zorginstituut zowel in de kwartaal- als in de jaarstaat de volgende definities van de verschillende contractvormen:

  • Aanneemsommen: (deel)contracten waarbij de aanbieder tegen een vast bedrag voor het jaar de zorg levert;

  • Plafondcontracten: contracten die wel een maximumomzet maar geen minimumomzet kennen;

  • Nacalculatie bij aanneemsommen en plafondcontracten: dit betreft bonus-malus regelingen die in de aanneemsomcontracten en plafondcontracten zijn opgenomen. Onder deze categorie neemt de zorgverzekeraar alleen de inschatting van de uit de nacalculatie verwachte voortvloeiende kosten op. Het betreft onder andere specifieke nacalculaties die niet leiden tot een aanpassing van een breder geldend plafond, omdat dit bijvoorbeeld de prikkel voor de zorginstelling vermindert. Mogelijk wordt in plaats daarvan juist meer ruimte op andere afspraken en/of extra middelen gehonoreerd. Deze bonusopbrengsten (of maluskortingen als een doel niet wordt gehaald) kunnen dan opgevat worden als nacalculatie. Voorbeelden zijn bonusregelingen als een zorginstelling een bepaalde voorwaarde haalt, bijvoorbeeld een (permanente) verbetering van de kwaliteit van de zorg, innovatieve kosten besparingen door verbeteringen in de planbare zorg of sturen op zinnige zorg en het behalen van substitutie of samenwerkingsdoelstellingen;

  • Open einde contracten: contracten die geen enkele beperking of garantie van de omzet kennen. Vergelijkbare contractvormen, waaronder staffelafspraken, neemt de zorgverzekeraar hier ook op;

Bij de betreffende contractvorm geeft de zorgverzekeraar de schade op zoals hij die verwacht voor het betreffende jaar, op basis van de gemaakte afspraken en aanvullende inzichten.

Totaal afgesproken maximumomzet plafondcontracten: de zorgverzekeraar geeft hier de som van alle plafonds op die zijn afgesproken. Bij de verwachte schadelast ‘gecontracteerde zorg: plafond’ geeft de zorgverzekeraar aan welke schadelast Zvw hij daadwerkelijk verwacht bij de zorgaanbieders waarmee hij een plafondcontract heeft afgesproken. De verwachte schadelast is dus kleiner dan of gelijk aan de totaal afgesproken maximumomzet (van het afgesproken plafond, dus exclusief de nacalculatieafspraken bij plafondcontracten). Als bij gezamenlijke inkoop het aandeel van de zorgverzekeraar in de afgesproken maximumomzet plafondcontracten niet bekend is, dan geeft de zorgverzekeraar hier nogmaals de verwachte schadelast ‘gecontracteerde zorg: plafond’ op. De verwachte schadelast ‘plafond’ is dan dus gelijk aan de maximumomzet ‘plafond’.

  • Lopende onderhandelingen:

    De zorgverzekeraar neemt hier de meest waarschijnlijke uitkomst van de nog in onderhandeling zijnde contracten op.

  • Niet gecontracteerde zorg:

    Als vanaf het begin duidelijk is dat er niet onderhandeld zal worden of als de onderhandelingen nergens op uit zijn gekomen, dan neemt de zorgverzekeraar de verwachte lasten van deze zorgaanbieder mee in de raming van de niet-gecontracteerde zorg.

Bij de opgave contractinformatie medisch specialistische zorg per instelling geeft de zorgverzekeraar een specificatie per instelling van de opgave contractinformatie medisch specialistische zorg in de kwartaalstaat. Beide opgaven betreffen dezelfde zorgaanbieders. De zorgverzekeraar geeft de AGB-code op van de zorgaanbieder waarmee het contract is gesloten. Als een contract betrekking heeft op meerdere AGB-codes, dan neemt de zorgverzekeraar een apart detailrecord op met dezelfde gegevens per contract en tevens hetzelfde contractnummer.

BIJLAGE 4

Format jaarstaat 2021, specifieke informatie C

SPECIFICATIES VAN KOSTEN EN PRODUCTIE

RUBRIEK 02 FARMACEUTISCHE ZORG

CODE 520 – FARMACEUTISCHE ZORG

Ontvangen en geaccepteerde declaraties mbt 2021

Kosten geneesmiddel

 

Kosten i.v.m terhandstelling

 

Kosten overige zorgprestaties

 

TOTAAL code 520

0

 

CODE 520 – FARMACEUTISCHE ZORG

Aantal prestaties mbt 2021

Aantallen prestaties geneesmiddel

 

Aantallen overige zorgprestaties

 

TOTAAL prestaties

0

SPECIFICATIES VAN KOSTEN EN PRODUCTIE

RUBRIEK 06 MEDISCH SPECIALISTISCHE ZORG

CODE 610 – OVERIGE KOSTEN

ZIEKENHUISZORG EN CURATIEVE ZORG

Lasten 2021

Lasten 2020

Lasten 2019 en ouder

Lasten 2021 inclusief balanspost

Ontvangen en geaccepteerde declaraties mbt 2021

Lasten 2020 inclusief balanspost

Ontvangen en geaccepteerde declaraties mbt 2020

Ontvangen en geaccepteerde declaraties mbt 2019 en ouder

Kosten van eerstelijnsdiagnostiek aangevraagd door eerstelijns zorgaanbieders, geleverd door huisartsenlaboratoria

         

Trombosediensten

         

SKION en NTS

         

TOTAAL code 610

0

0

0

0

0

 

CODE 611 – OVERIGE ZORGPRODUCTEN NAAR INSTELLING

Lasten 2021

Lasten 2020

Lasten 2019 en ouder

Lasten 2021 inclusief balanspost

Ontvangen en geaccepteerde declaraties mbt 2021

Lasten 2020 inclusief balanspost

Ontvangen en geaccepteerde declaraties mbt 2020

Ontvangen en geaccepteerde declaraties mbt 2019 en ouder

Academische ziekenhuizen

         

Algemene ziekenhuizen

         

Zelfstandige behandelcentra

         

Overige zorgaanbieders

         

TOTAAL code 611

0

0

0

0

0

SPECIFICATIE VAN KOSTEN EN PRODUCTIE

RUBRIEK 06 MEDISCH SPECIALISTISCHE ZORG

CODE 612.1 – KOSTEN ADD-ONS DURE GENEESMIDDELEN

Lasten 2021

Lasten 2020

Lasten 2019

en ouder

Lasten 2021 inclusief balanspost

Ontvangen en geaccepteerde declaraties mbt 2021

Lasten 2020 inclusief balanspost

Ontvangen en geaccepteerde declaraties mbt 2020

Ontvangen en geaccepteerde declaraties mbt 2019 en ouder

Academische ziekenhuizen

         

Algemene ziekenhuizen

         

Zelfstandige behandelcentra

         

Overige zorgaanbieders

         

TOTAAL code 612.1

0

0

0

0

0

 

CODE 612.2 – KOSTEN ADD-ONS IC

Lasten 2021

Lasten 2020

Lasten 2019

en ouder

Lasten 2021 inclusief balanspost

Ontvangen en geaccepteerde declaraties mbt 2021

Lasten 2020 inclusief balanspost

Ontvangen en geaccepteerde declaraties mbt 2020

Ontvangen en geaccepteerde declaraties mbt 2019 en ouder

Academische ziekenhuizen

         

Algemene ziekenhuizen

         

Zelfstandige behandelcentra

         

Overige zorgaanbieders

         

TOTAAL code 612.2

0

0

0

0

0

TOTAAL code 612

0

0

0

0

0

DBC-zorgproducten NAAR INSTELLING

Code

Lasten 2021

Lasten 2020

Lasten 2019 en ouder

Lasten 2021 inclusief balanspost

Ontvangen en geaccepteerde declaraties mbt 2021

Lasten 2020 inclusief balanspost

Ontvangen en geaccepteerde declaraties mbt 2020

Ontvangen en geaccepteerde declaraties mbt 2019 en ouder

Integrale kosten DBC-zorgproduct gereguleerde segment

613.1

         

Academische ziekenhuizen

         

Algemene ziekenhuizen

         

Zelfstandige behandelcentra

         

Overige zorgaanbieders

         

TOTAAL code 613.1

0

0

0

0

0

Integrale kosten DBC-zorgproduct vrije segment

615.1

         

Academische ziekenhuizen

         

Algemene ziekenhuizen

         

Zelfstandige behandelcentra

         

Overige zorgaanbieders

         

TOTAAL code 615.1

0

0

0

0

0

Vervolg

SPECIFICATIES VAN KOSTEN EN PRODUCTIE

RUBRIEK 09 ZIEKENVERVOER

CODE 650 – VERVOER PER AMBULANCE/HELIKOPTER

Aantal mbt 2021

Aantal mbt 2020

Ambulanceritten

   

Helikoptervluchten

   

TOTAAL code 650

0

0

 

CODE 650 – VERVOER PER AMBULANCE/HELIKOPTER – vervolg

Aantal mbt 2021

Aantal mbt 2020

Ambulanceritten

Spoed (code I010)

   

Besteld (code I002)

   

Helikoptervluchten

   

Vervolg

CODE 701 – OVERIGE GENEESKUNDIGE ZORG

Ontvangen en geaccepteerde declaraties mbt jaar 2021

Ontvangen en geaccepteerde declaraties mbt jaar 2020

Geneeskundige individuele zorg bij tuberculose en infectieziekten door GGD'en

   

Huidtherapie

   

Orthoptie

   

Optometrie

   

Kosten voetzorg bij Diabetes Mellitus type 2

   

Koemelkallergietest (niet horend bij Multidisciplinaire Zorg)

   

Regiefunctie complexe wondzorg

   

TOTAAL code 701

0

0

 

CODE 702 – ZINTUIGLIJK GEHANDICAPTEN

Ontvangen en geaccepteerde declaraties mbt jaar 2021

Ontvangen en geaccepteerde declaraties mbt jaar 2020

Kosten van zorg ivm visuele beperking

   

Kosten van zorg ivm auditieve en communicatieve beperking

   

TOTAAL code 702

0

0

SPECIFICATIES VAN KOSTEN EN PRODUCTIE

RUBRIEK 15 GRENSOVERSCHRIJDENDE ZORG

CODE 720 – KOSTEN GRENSOVERSCHRIJDENDE ZORG VIA VERZEKERAAR

Ontvangen en geaccepteerde declaraties mbt jaar 2021

Ontvangen en geaccepteerde declaraties mbt jaar 2020

Kosten gemaakt in het buitenland van Zvw verzekerden die wonen in Nederland

Op basis van een contract

   

Niet op basis van een contract

   

Kosten gemaakt in het buitenland van Zvw verzekerden die wonen in het buitenland

   

TOTAAL code 720

0

0

 

CODE 720 – GRENSOVERSCHRIJDENDE ZORG VIA VERZEKERAAR

Aantal verzekerden mbt 2021

Aantal verzekerden mbt 2020

Kosten gemaakt in het buitenland van Zvw verzekerden die wonen in Nederland

Op basis van een contract

   

Niet op basis van een contract

   

Kosten gemaakt in het buitenland van Zvw verzekerden die wonen in het buitenland

   

TOTAAL code 720

0

0

Vervolg

Vervolg

BIJLAGE 5 RECORD LAY-OUTS UITVRAAG 2022 RISICOVEREVENING

Persoonskenmerken (PER) 2022

Verzekerde perioden en persoonskenmerken (VPPER) verzekerden 2021 met BSN

Farmaciegegevens 2021

DBC’s somatisch 2020

GGZ 2020

Kosten per verzekerde 2019

Kosten per verzekerde 2020

Hulpmiddelengegevens 2021

Add-on geneesmiddelen 2020

Fysio- en oefentherapiegegevens 2021

Wlz gegevens 2021

Voor de record lay-outs bij alle bestanden geldt:

Instructie Afsluitdatum bestanden

In de bestanden Farmaciegegevens 2021, DBC-gegevens somatisch geopend in 2020, gegevens GGZ 2020, Hulpmiddelengegevens 2021, Add-ons geneesmiddelen 2020, fysiotherapie en oefentherapie 2021 en Kosten per verzekerde 2020 betrekt de zorgverzekeraar alle op verzekerdenniveau ontvangen declaraties, die hij gegeven de aanleverdatum van het bestand kan meenemen. De zorgverzekeraar neemt geen raming op van nog te ontvangen declaraties.

In het bestand Kosten per verzekerde 2019 betrekt de zorgverzekeraar de tot en met 31 december 2021 ontvangen declaraties op verzekerdenniveau.

Instructie Kosten per verzekerde

In het definitieve bestand Kosten per verzekerde 2019 heeft de zorgverzekeraar de verrekeningen verwerkt tussen zorgverzekeraar en zorgaanbieder als gevolg van overeengekomen lumpsumfinanciering dan wel het overeengekomen plafondbedrag.

Voor de verrekening van prijsarrangementen van extramurale en intramurale geneesmiddelen volgt de zorgverzekeraar de gezamenlijk gemaakte afspraken.

In het bestand Kosten per verzekerde 2019 neemt de zorgverzekeraar de volgende kosten niet mee: vaste zorgkosten en kosten van kwaliteitsgelden zoals verantwoord bij rubriek 16 in de jaarstaat.

Als kosten buitenland via Zorginstituut Nederland neemt de zorgverzekeraar mee de door hem goedgekeurde declaraties van kosten met transactiejaar 2019.

BIJLAGE 6

Format Opgave verzekerden zonder BSN en verzekerden zonder geverifieerd BSN 2021

Instructie verzekerden zonder (geverifieerd) BSN

De zorgverzekeraar ontvangt in beginsel uitsluitend een vereveningsbijdrage voor verzekerden met een geverifieerd BSN, die zijn opgenomen in het bestand Verzekerde periode en persoonskenmerken mét BSN over het vereveningsjaar T, aanleverdatum 1 juni T+1. De zorgverzekeraar moet zich inspannen om het BSN van een verzekerde tijdig te verkrijgen en te verifiëren zodat verzekerden volledig in de risicoverevening kunnen worden betrokken.

In theorie kunnen zich twee ‘problemen’ voordoen waardoor de zorgverzekeraar geen bijdrage ontvangt voor een verzekerde, namelijk als er bij aanlevering van het bestand Verzekerd periode en persoonskenmerken voor de betreffende verzekerde, die in jaar T verzekerd was

  • geen geverifieerd BSN is, of

  • geen BSN is.

Nadat de zorgverzekeraar de verzekeringsplicht heeft vastgesteld, is de zorgverzekeraar verplicht om een verzekerde zonder (geverifieerd) BSN wél te accepteren. Als er sprake is van een uitzonderingssituatie en is voldaan aan de voorwaarden, dan neemt de zorgverzekeraar de betreffende verzekerde op in het deelbestand ‘Verzekerde periode en persoonskenmerken, verzekerden zonder BSN en verzekerden zonder geverifieerd BSN’ over het vereveningsjaar T, aanleverdatum 1 juni T+1. Die verzekerden betrekt het Zorginstituut alsnog bij de risicoverevening, zij het met een bijdrage die uitsluitend gebaseerd is op de kenmerken leeftijd, geslacht en regio (indien woonachtig in Nederland).

Voorwaarden voor opname in het deelbestand

Opname in het bestand is uitsluitend mogelijk nadat de verzekeringsplicht voor de betreffende verzekerde is vastgesteld. Aangezien er geen (geverifieerd) BSN is, vraagt dit extra inspanning van de zorgverzekeraar. Ook de actualiteit van de verzekeringsplicht is van belang. Bijvoorbeeld: een verzekerde die in Nederland werkt en/of woont en gedurende een jaar ingeschreven staat, maar nog steeds geen (geverifieerd) BSN heeft; is er nog wel recht op inschrijving en zo ja, waarom is er nog steeds geen geverifieerd BSN?

Daarnaast moet de zorgverzekeraar zich extra inspannen om ervoor te zorgen dat de juiste en bij die persoon horende gegevens worden verzameld, geregistreerd en actueel zijn. Dit is ook van belang bij de verificatie, als er wel een BSN is. Uit informatie van de Belastingdienst is gebleken dat de verificatie veelvuldig mislukt, omdat de door de zorgverzekeraar aangeleverde gegevens niet volledig en/of niet juist zijn. Als de verificatie mislukt, dient de zorgverzekeraar tijdig na te gaan of de aangeleverde gegevens juist en volledig waren.

Van de verzekerden die de zorgverzekeraar in het bestand opneemt moeten alle gevraagde gegevens zijn vermeld en moet de motivatie voldoende zijn.

De zorgverzekeraar doet er goed aan om

  • ingezetenen te wijzen op hun plicht om zich bij een gemeente in te schrijven (wat leidt tot opname in de Basisregistratie Personen en daarmee tot het toekennen van een BSN)

  • niet-ingezetenen die hier arbeid verrichten te wijzen op hun plicht om een sofinummer aan te vragen.

Het is niet toegestaan om in dit bestand pasgeborenen in Nederland op te nemen. De periode na afloop van het verzekeringsjaar tot de aanleverdatum van het bestand over dat jaar is ruim genoeg.

Verzekerden zonder BSN

Bij verzekerden zonder BSN zal er in vrijwel alle gevallen sprake zijn van ‘buitenlandsituaties’ of van een bijzondere omstandigheid bij Nederlands ingezetenen. Grofweg (niet limitatief) zijn er de volgende categorieën te onderscheiden waarin er sprake is van verzekeringsplicht en mogelijk geen BSN:

  • In het buitenland geboren, verzekeringsplichtige gezinsleden (kinderen) van naar het buitenland uitgezonden verzekeringsplichtige ambtenaren of van in het buitenland gedetacheerde, verzekeringsplichtige werknemers. Bij detachering geldt het volgende voor de verzekeringsplicht van gezinsleden:

    • detachering in een EU land waarmee Nederland een ziektekostenregeling heeft: bij verblijf korter dan één jaar, waarbij het blijven wonen in Nederland aannemelijk is, zijn gezinsleden verzekeringsplichtig,

    • detachering in een land waarmee Nederland een verdrag heeft zonder ziektekostenregeling: gezinsleden zijn verzekeringsplichtig afhankelijk van de afspraken in het verdrag met het betreffende land. Verzekeringsplicht is alleen geregeld in de verdragen met de landen Australië, Canada, inclusief Quebec, Israël, Verenigde Staten, Zuid Korea en India,

    • bij detachering in Noorwegen zijn gezinsleden verzekeringsplichtig;

  • Verzekeringsplichtige gezinsleden van in Nederland gedetacheerde werknemers. Echter, indien langdurig woonachtig in Nederland, ligt inschrijving in de Basisregistratie Personen en dus een BSN in de rede;

  • Baby’s die kort geleefd hebben;

  • Beschermde getuige: een verzekeringsplichtige die wel een BSN heeft maar dat niet kenbaar mag maken; in de praktijk is er dan geen BSN.

Verzekerden zonder (geverifieerd) BSN

Tijdelijke werknemer in Nederland, woonachtig in het buitenland, is verzekeringsplichtig en verplicht om een BSN aan te vragen. Bij kortdurende dienstverbanden kan het zijn dat een BSN niet tijdig is verkregen of geverifieerd en dat de zorgverzekeraar wel de verzekeringsplicht heeft vastgesteld. Bij een langere inschrijfduur moet de zorgverzekeraar nagaan of de verzekerde nog wel verzekeringsplichtig is: of hij nog in Nederland werkt en/of inmiddels in Nederland woont en zo ja waarom er dan nog steeds geen (geverifieerd) BSN is. Gezinsleden zijn niet verzekeringsplichtig.

BIJLAGE 7

Format kwartaalstaat Wlz 2022

Opgave ontbrekende declaratie-informatie

NZa prestatiecode

Aantal

Totaalbedrag

     
     
     
     

BIJLAGE 8

Format kwartaalstaat Wlz 2022, specificaties PGB, beheerskosten en aantal Wlz verzekerden

SPECIFICATIE VAN HET TOTAAL AANTAL PGB-HOUDERS OP 30 UNI 2020

 

Aantal

Totaal aantal PGB-houders

 
 

SPECIFICATIE VAN HET TOTAAL PGB-HOUDERS MET HUISBEZOEK(EN)

 

Aantal

Totaal aantal PGB-houders met huisbezoek(en) 2021

 
 

SPECIFICATIE VAN HET TOTAAL AANTAL PGB-AANVRAGERS MET BEWUSTE-KEUZE GESPREK(EN) 2022

 

Aantal

Totaal aantal nieuwe PGB-aanvragers met bewuste-keuze-gesprek(ken)

 
 

SPECIFICATIE BEHEERSKOSTEN

 

TOTAAL BEHEERSKOSTEN (INCLUSIEF WLZ)

BEDRAG

Kosten intern personeel

 

Kosten extern personeel

 

Overige beheerskosten

 

TOTAAL BEHEERSKOSTEN

0

VERZEKERDEN

SPECIFICATIE VAN HET TOTAAL AANTAL WLZ-VERZEKERDEN PER 1 JULI 2022

LEEFTIJD

AANTAL PER GESLACHT

TOTAAL AANTAL

MAN

VROUW

Verzekerden 64 jaar en jonger

   

0

Verzekerden 65 jaar en ouder

   

0

TOTAAL

0

0

0

Instructie aantal PGB-houders

De ingangsdatum en de beëindigingsdatum van het PGB zijn bepalend. Bijvoorbeeld:

  • Een cliënt waaraan op 15 juli een PGB is toegekend met als ingangsdatum 15 juni, telt op 30 juni mee als budgethouder

  • Een cliënt die op 25 juni overlijdt, telt op 30 juni niet mee als budgethouder. Dat is ook het geval als er na het overlijden van deze cliënt nog sprake is van beëindigingskosten

  • Een budgethouder telt na opname in een instelling nog twee maanden mee als budgethouder.

Instructie aantal PGB-houders met huisbezoek(en)

Een huisbezoek aan een budgethouder is een fysiek uitgevoerd huisbezoek (niet in combinatie met een bewuste-keuze gesprek) waarvan de uitkomsten voor 1 januari 2022 intern geadministreerd zijn.

Instructie aantal PGB-aanvragers met bewuste-keuze gesprek(ken)

Het zorgkantoor telt alle PGB-aanvragers met bewuste-keuze gesprek(ken), ongeacht of de aanvraag dan wel het bewuste-keuze gesprek tot toekenning van een PGB heeft geleid.

Instructie beheerskosten

De kosten van intern personeel betreffen salarissen, sociale lasten, pensioenen en personeelsvoorzieningen, zoals opleidingen. Kosten extern personeel zijn personeelslasten van werkzaamheden die het zorgkantoor aan externen heeft uitbesteed. Overige beheerskosten zijn beheerskosten die niet direct zijn toe te rekenen aan personeelslasten van intern of extern personeel, zoals doorbelaste kosten vanuit het concern.

TOELICHTING

I. Algemeen

I.1 Algemene toelichting

Zorginstituut Nederland (hierna: het Zorginstituut) ontleent zijn bevoegdheid tot het vaststellen van deze regeling aan artikel 90, eerste lid, van de Zorgverzekeringswet (Zvw) en artikel 9.1.4, eerste lid, van de Wet langdurige zorg (Wlz). Hierin staat dat het Zorginstituut, na overleg met de NZa bij regeling kan bepalen welke gegevens en inlichtingen regelmatig door de zorgverzekeraar en de Wlz-uitvoerder moeten worden verstrekt. De regels kunnen omvatten het tijdstip en de wijze waarop de gegevens en inlichtingen moeten worden verstrekt, alsmede dat een accountant de juistheid van de verstrekte gegevens en inlichtingen bevestigt (artikel 90, tweede lid, van de Zvw en artikel 9.1.4, tweede lid, van de Wlz). Deze regeling is tot stand gekomen na onderling overleg tussen de NZa en het Zorginstituut en door de Raad van Bestuur van het Zorginstituut vastgesteld.

Op grond van artikel 88 van de Zvw is eenieder verplicht om alle inlichtingen en gegevens, waaronder persoonsgegevens als bedoeld in de Algemene verordening gegevensbescherming, aan het Zorginstituut te verstrekken indien die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de zorgverzekeringen of de Zvw.

Voor de uitvoering van de Zvw en de Wlz is het van belang dat de zorgverzekeraar, de Wlz-uitvoerder en het zorgkantoor de gevraagde gegevens tijdig, juist en volledig aanleveren, desgevraagd voorzien van een bestuursverklaring of een accountantsproduct. Heraanlevering van de gevraagde gegevens is niet mogelijk, tenzij het Zorginstituut daarom vraagt in het kader van een plausibiliteitstoets op de aangeleverde gegevens of de NZa daarom vraagt in het kader van het toezicht.

I.2 Regeling 2022

Op 11 maart 2020 heeft de Wereldgezondheidsorganisatie (Wgo) verklaard dat er sprake is van een pandemie als gevolg van de verspreiding van het coronavirus. Vanaf dat moment is er sprake van een catastrofe als bedoeld in artikel 33, eerste lid, van de Zorgverzekeringswet (Zvw). Op grond van artikel 33, tweede lid, van de Zvw kent het Zorginstituut aan zorgverzekeraar op verzoek een extra bijdrage toe, naast de al toegekende risicovereveningsbijdrage voor dat catastrofejaar.

De zorgverzekeraar moet over de jaren 2020 en 2021 niet alleen de gewone Zvw-kosten verantwoorden, maar ook de extra kosten in verband met COVID-19. In 2022 verantwoordt de zorgverzekeraar alleen nog de meerkosten, indirect en toeslagen. In deze regeling geeft het Zorginstituut weer hoe de zorgverzekeraar de extra coronakosten kan toedelen in de kwartaal- en jaarstaten. De door de zorgverzekeraar opgegeven coronakosten 2021 worden niet betrokken bij de vaststelling van de vereveningsbijdragen voor de risicoverevening.

In artikel 4 van deze regeling zijn de coronakosten nader gespecificeerd, in lijn met de beleidsregels catastrofebijdrage coronapandemie 2020 en 2021 (Stcrt. 2021, 1603, ook gepubliceerd op de website van het Zorginstituut, www.zorginstituutnederland.nl). In bijlage 1 van de beleidsregels catastrofebijdrage coronapandemie 2020 en 2021 heeft het Zorginstituut declaratiecodes en de rekenregels opgenomen voor de directe coronakosten. In bijlage 2 van de beleidsregels catastrofebijdrage coronapandemie 2020 en 2021 heeft het Zorginstituut een overzicht opgenomen van de declaratiecodes in verband met de toeslagen op reguliere tarieven in verband met verhoogde kosten als gevolg van de coronapandemie. In december 2021 heeft een herijking van de beleidsregels catastrofebijdrage coronapandemie 2020 en 2021 plaatsgevonden. Deze wijziging van de beleidsregels is op 27 december 2021 gepubliceerd in de Staatscourant en is gepubliceerd op de website van het Zorginstituut. Het Zorginstituut zal nog eenmaal bezien of een tweede herijking noodzakelijk is en of bijlage 1 en 2 voor 1 oktober 2022 met extra codes en rekenregels uitgebreid moeten worden. Van een wijziging wordt weer melding gemaakt in de Staatscourant. De gewijzigde tabel wordt gepubliceerd op de website van het Zorginstituut. In artikel 4, eerste lid, van deze regeling wordt naar deze bijlagen verwezen. Deze extra codes en rekenregels maken onderdeel uit van deze regeling. In artikel 4, tweede lid, van deze regeling is opgenomen welke kosten niet in aanmerking komen voor een catastrofebijdrage. Mocht de zorgverzekeraar in de loop van de coronapandemie nog voor andere kosten rechtstreekse bijdragen op grond van de rijksbegroting ontvangen, dan zijn die kosten ook uitgesloten. Het Zorginstituut zal de zorgverzekeraar in dat geval bij afzonderlijke brief informeren over de rechtstreeks aan de zorgverzekeraar toegekende andere vergoedingen voor kosten die daardoor niet meer meetellen bij de catastrofebijdrage.

In de formats van deze regeling wordt de continuïteitsbijdrage omschreven als ‘netto continuïteitsbijdrage’, de indirecte meerkosten en toeslagen worden omschreven als ‘meerkosten, indirect en toeslagen’.

Met deze verschillende benamingen is geen inhoudelijk verschil beoogd ten opzichte van definities prestatie continuïteitsbijdrage en prestatie meerkosten.

De toevoeging ‘netto’ aan de continuïteitsbijdrage maakt duidelijk dat het alleen de nettobijdrage met betrekking tot de Basisverzekering betreft. Hierbij brengt de zorgverzekeraar de verrekening in verband met inhaalzorg op de continuïteitsbijdrage in mindering. De inhaalzorg valt onder de reguliere kostencodes.

De NZa heeft in verband met de coronapandemie algemene, aanvullende regels opgesteld:

  • De Regeling continuïteitsbijdrage en meerkosten in verband met de uitbraak van het SARS-CoV-2 (NR/REG-2031);

  • De Beleidsregel continuïteitsbijdrage en meerkosten in verband met de uitbraak van het SARS-CoV-2 virus (BR/REG-20157);

  • De Prestatiebeschrijvingbeschikking continuïteitsbijdrage en meerkosten in verband met de uitbraak van het SARS-CoV-2 virus (TB/REG-20656-01).

Deze algemene, aanvullende regels zien op de meerkosten die zorgaanbieders moeten maken in verband met de coronapandemie en op de continuïteitsbijdrage die de zorgverzekeraar aan zorgaanbieders betaalt voor de continuïteit van de zorg. Met deze aanvullende regels kunnen zorgaanbieders rechtmatig een tarief in rekening brengen voor de meerkosten in verband met de coronapandemie en voor de continuïteitsbijdragen. Hierdoor kan de zorgverzekeraar de meerkosten als zorgkosten verantwoorden. De continuïteitsbijdragen vallen niet onder de catastrofeschadelast. Deze kosten vallen onder de reguliere risicoverevening voor zover voldaan is aan de voorwaarden uit de regelgeving van de NZa én voor zover die betrekking hebben op de zorg uit de basisverzekering.

De NZa heeft voor 2022 aanvullende regels opgesteld voor de prestatie meerkosten:

  • De Regeling generieke prestatie meerkosten 2022 in verband met het coronavirus (NR /REG-2222);

  • De Beleidsregel generieke prestatie meerkosten 2022 in verband met het coronavirus (BR/REG-22160);

  • De Prestatiebeschrijvingbeschikking generieke prestatie meerkosten 2022 in verband met het coronavirus (TB/REG-22649-01).

De verantwoordingen van de zorgverzekeraar van de COVID-19-kosten vallen onder het reguliere toezicht van de NZa.

Speciale aandacht gaat uit naar de onderbouwing van de hoogte van de indirecte meerkosten (artikel 4, eerste lid, onder c). Een van de vereisten waaraan moet worden voldaan is dat de hoogte van de bijdrage voor de indirecte meerkosten plausibel is. Voor een vergoeding van de indirecte meerkosten is aan de plausibiliteitstoets is voldaan als:

  • ZN voor een sector afspraken heeft gemaakt over de vergoeding van de indirecte meerkosten (zogenaamde landelijke afspraken); en

  • de NZa deze afspraken plausibel heeft gevonden.

Voor de vergoeding van de (aanvullende) specifieke vergoedingen van de indirecte meerkosten die achteraf vastgesteld worden (onder andere hardheidsclausule afspraken en afspraken in de GGZ) is aan de plausibiliteitstoets voldaan als:

  • de NZa het door ZN uitgewerkte uniforme proces voor toekenning van deze vergoedingen adequaat vindt, én

  • de zorgverzekeraar kan aantonen, dat het vooraf door de NZa adequaat bevonden proces, bij de toekenning van de vergoedingen ook daadwerkelijk is gevolgd, én

  • de NZa achteraf een bestuurlijk oordeel over de opgave heeft gegeven.

De NZa kan bij de beoordeling van die afspraken rekening houden met alle bijzondere omstandigheden als gevolg van de coronapandemie, zoals het feit dat de coronapandemie de zorgaanbieders overvallen heeft waardoor er geen tijd was om van tevoren een adequate registratie in te richten en de tijdsdruk waaronder afspraken over de vergoeding tot stand zijn gekomen teneinde zorgaanbieders comfort te geven over de extra kosten als gevolg van de coronapandemie. Bij de beoordeling van de plausibiliteit van de afspraken door de NZa gaat het om de plausibiliteit van het geheel aan landelijke afspraken voor een sector voor de gehele periode van de coronapandemie, dat wil zeggen voor 2020 en 2021. Voor 2022 geldt dit voor alleen de verantwoording van de prestaties meerkosten. Indien een zorgverzekeraar met zorgaanbieders andere aanvullende afspraken heeft gemaakt dan zal de zorgverzekeraar aan de NZa moeten aantonen dat deze vergoeding is gebaseerd op de werkelijke kosten.

Andere afspraken kunnen zien op:

  • afspraken over de hoogte van de meerkosten voor een sector waarvoor geen landelijke afspraken zijn gemaakt;

  • afspraken over de hoogte van de meerkosten tussen een zorgverzekeraar die de landelijke afspraken niet onderschrijft en de relevante zorgaanbieders.

Indien de NZa correcties aanbrengt op de opgaven van de zorgverzekeraar op de gerealiseerde coronakosten, wijzigt het Zorginstituut de catastrofebijdrage. De korting betreft alleen het deel dat de NZa gecorrigeerd heeft. Indien de NZa een deel van de in artikel 4, eerste lid, onder c, bedoelde kosten niet geaccordeerd heeft, laat het Zorginstituut die kosten bij de definitieve vaststelling buiten beschouwing.

Deze regeling beschrijft, naast de aan te leveren gegevens in verband met de coronapandemie, de structureel door de zorgverzekeraar en de Wlz-uitvoerder (en het zorgkantoor) aan het Zorginstituut te leveren gegevens ten behoeve van de uitvoering van de Zvw en de Wlz. Het doel van de regeling is om op systematische wijze aan te geven welke gegevens, wanneer en op welke wijze de zorgverzekeraar en Wlz-uitvoerder dienen te verstrekken.

Voor de uitvoering van de Zvw, en dan met name voor de risicoverevening, heeft het Zorginstituut sinds 2018 ook gegevens van Wlz-uitvoerders nodig. Voor de uitvoering van de Wlz en het signaleren van feitelijke ontwikkelingen op het gebied van kosten van zorg en van de vraag naar en het aanbod van zorg heeft het Zorginstituut eveneens gegevens nodig van Wlz-uitvoerders. Daarom is een geïntegreerde regeling voor de Zvw en de Wlz vastgesteld. In deze regeling is een onderscheid gemaakt tussen de gegevens die het Zorginstituut nodig heeft voor de Zvw (artikel 2 en artikel 3) en gegevens die het Zorginstituut nodig heeft voor de Wlz (artikel 4). Dit onderscheid komt ook in de bijlagen bij de regeling tot uitdrukking.

In de regeling is ook expliciet opgenomen dat het Zorginstituut de gegevens verstrekt aan de NZa en enkele andere bestuursorganen, mits die daar een wettelijke grondslag voor hebben. Dit vermindert de administratieve lastendruk voor de zorgverzekeraar en Wlz-uitvoerder.

Voor de uitvoering van de Zvw komen de aan te leveren gegevens in grote mate overeen met de regeling van het voorgaande jaar. De belangrijkste wijzigingen komen voort uit het opnemen van de coronakosten in de gegevensuitvraag 2020 en 2021, in verband met de coronapandemie en het opnemen van de prestaties meerkosten in 2022. De verdere wijzigingen in de onderhavige regeling vloeien voort uit wijzigingen in het Besluit zorgverzekering en de regeling risicoverevening. Daarnaast zijn er wijzigingen op basis van input van afnemers van informatie alsmede van gebruikers van het Handboek Zvw. Al deze informatie is verwerkt in de formats 2022 en record lay-outs 2022, die in de bijlagen zijn opgenomen. Meer informatie over alle wijzigingen is te vinden in het Handboek Zvw.

Voor de uitvoering van de Wlz is ook in deze regeling opgenomen welke gegevens de Wlz-uitvoerder en het zorgkantoor moeten aanleveren. De basis hiervoor is het Handboek Wlz.

De gegevens die de zorgverzekeraar, de Wlz-uitvoerder en het zorgkantoor aan het Zorginstituut aanleveren, worden door het Zorginstituut beschikbaar gesteld voor controle door de accountant van het Zorginstituut, onder meer in verband met het bepaalde in artikel 35, vierde lid, van de Kaderwet Zelfstandige Bestuursorganen, artikel 73, vierde lid, van de Zvw en artikel 74, derde, vierde en vijfde lid, van de Zvw.

I.3 Wettelijk kader

In deze regeling zijn voorschriften opgenomen die de zorgverzekeraar, de Wlz-uitvoerder en het zorgkantoor in acht moeten nemen bij de aanlevering van gegevens. Daarnaast dienen de zorgverzekeraar en de Wlz-uitvoerder de relevante wet- en regelgeving in acht te nemen en kennis te nemen van de relevante beleidsregels zoals:

  • Zorgverzekeringswet;

  • Besluit zorgverzekering;

  • Regeling zorgverzekering;

  • Wet langdurige zorg;

  • Besluit langdurige zorg;

  • Regeling langdurige zorg;

  • Regeling risicoverevening;

  • Beleidsregels catastrofebijdrage coronapandemie 2020 en 2021;

  • Beleidsregels vereveningsbijdrage zorgverzekering 2021 en 2022;

  • Wet marktordening gezondheidszorg;

  • NZa beleidsregels, circulaires, nadere regels en regelingen etc., waaronder de nadere regels ‘Regeling administratie en controle zorgverzekeraars’, ‘Regeling controle en administratie Wlz-uitvoerders en de Regeling continuïteitsbijdrage en meerkosten in verband met de uitbraak van het SARS-CoV-2 virus – NR/REG-2031;

  • Accountantsprotocol ‘Verantwoordingen Zvw met accountantsproduct, vanaf oplevering 2019’;

  • Protocol accountantsonderzoek Wlz-uitvoerders;

  • Accountantsprotocol ‘Gegevensvraag Wlz-gegevens vanaf oplevering 2019’, hierin geeft de NZa voorschriften voor de accountants van de Wlz-uitvoerders.

Daarnaast dienen het Handboek Zvw 2022 en het Handboek Wlz 2022 in acht te worden genomen.

I.4 Verwerking persoonsgegevens

Wanneer er sprake is van persoonsgegevens in de zin van de Algemene verordening gegevensbescherming en de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming moeten deze worden gepseudonimiseerd. Dit geschiedt in twee stappen. De eerste stap in de pseudonimisering vindt plaats aan de bron, bij de zorgverzekeraar. De tweede stap in de pseudonimisering vindt plaats bij de Stichting ZorgTTP, die daartoe is aangewezen door de Minister van VWS. Het Zorginstituut ontvangt de gepseudonimiseerde bestanden van ZorgTTP. Op de in artikel 2 en 3 genoemde data moet het gepseudonimiseerde bestand zijn ontvangen door ZorgTTP. Als een zorgverzekeraar ervoor kiest om een verwerkersovereenkomst te sluiten met een derde partij met behulp van wie de aanlevering van de gegevens plaatsvindt, dan blijft de zorgverzekeraar zelf verantwoordelijk voor de tijdige, juiste en volledige aanlevering aan ZorgTTP en het Zorginstituut. Het Zorginstituut treedt altijd direct in contact met de zorgverzekeraar (en niet met de door de zorgverzekeraar ingeschakelde verwerker) over de aangeleverde gegevens. Dit betekent onder meer dat de zorgverzekeraar verantwoordelijk is voor de directe relatie tussen de elektronische gegevensbestanden die aan het Zorginstituut worden aangeleverd en de bronbestanden van de zorgverzekeraar. Ook moet de zorgverzekeraar zelf volledig geïnformeerd zijn over alle activiteiten die de verwerker heeft uitgevoerd op de gegevensbestanden die (via ZorgTTP) aan het Zorginstituut zijn gestuurd. Tevens behoort het tot de verantwoordelijkheid van de zorgverzekeraar dat de accountant de werkzaamheden in het kader van het protocol van de NZa kan uitvoeren.

Wat in het onderdeel Verwerking persoonsgegevens over de zorgverzekeraar wordt opgemerkt geldt mutatis mutandis ook voor de Wlz-uitvoerder.

I.5 De NZa is toezichthouder

De NZa heeft brede taken als toezichthouder in de zorg. De wettelijke taken van de NZa zijn neergelegd in de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg). Op grond van artikel 16, onderdeel b, van de Wmg is de NZa belast met het toezicht op de rechtmatige uitvoering door de zorgverzekeraar van hetgeen bij of krachtens de Zvw is geregeld. Ook is de NZa belast met toezicht op de rechtmatige en doelmatige uitvoering door de Wlz-uitvoerder en het zorgkantoor, van hetgeen bij of krachtens de Wet langdurige zorg en de artikelen 91, tweede lid, tweede volzin, 123 en 124 van de Wet financiering sociale verzekeringen is geregeld.

In het algemeen deel van de memorie van toelichting op de Wmg (hoofdstuk 8.2) is over de risicoverevening opgemerkt dat de NZa toezicht houdt op aantallen en kenmerken van verzekerden met het oog op een adequate uitvoering van de vereveningsbijdrage uit het Zorgverzekeringsfonds.

Het is noodzakelijk dat het Zorginstituut kan uitgaan van de juistheid van de aan te leveren gegevens. De NZa heeft in drie accountantsprotocollen bepaald wanneer de gegevens van een oordeel van een accountant en/of het bestuur van de zorgverzekeraar voorzien moeten zijn. In deze protocollen geeft de NZa voorschriften voor de zorgverzekeraar/Wlz-uitvoerder/zorgkantoor en de werkzaamheden van hun externe accountants voor de verantwoordingsdocumenten. Dit zijn:

  • Accountantsprotocol ‘Verantwoordingen Zvw met accountantsproduct, vanaf oplevering 2019’;

  • Protocol accountantsonderzoek Wlz-uitvoerders;

  • Accountantsprotocol ‘Gegevensvraag Wlz-gegevens’ vanaf oplevering 2019’.

Bij gegevensaanleveringen die met assurancerapport worden aangeleverd stuurt de zorgverzekeraar zowel de gegevensbestanden als de bestuursverklaringen en de accountantsproducten aan het Zorginstituut. Het Zorginstituut zorgt voor de doorlevering aan de NZa. Bij deze gegevensaanleveringen toetst de NZa op tijdigheid, juistheid en volledigheid. Bij gegevensaanleveringen met alleen een bestuursverklaring wordt het gegevensbestand met de bestuursverklaring ook aan het Zorginstituut geleverd. Deze gegevensaanleveringen worden door de NZa niet getoetst. Het Zorginstituut kan in deze gevallen op grond van artikel 26 van de Wmg aan de NZa, als toezichthouder, vragen om nader onderzoek naar deze opgaven te doen. In overleg met de NZa is deze werkwijze vastgesteld als de minst belastende voor de zorgverzekeraar.

Wanneer de zorgverzekeraar de gegevens onjuist of onvolledig aanlevert, dan wel die gegevens niet tijdig aanlevert, kan de NZa op grond van de Wmg de haar ter beschikking staande handhavingsinstrumenten inzetten. Op grond van artikel 87 van de Wmg kan de NZa aan de zorgverzekeraar voor een afzonderlijke overtreding een bestuurlijke boete van € 10.000.000 opleggen wanneer deze onjuiste of onvolledige informatie verschaft met betrekking tot het aantal verzekerden, hun verzekerdenkenmerken of zijn zorgkosten, noodzakelijk voor de vaststelling van de risicovereveningsbijdrage. Wanneer een zorgverzekeraar niet voldoet aan de voorschriften uit de onderhavige regeling kan de NZa per overtreding een bestuurlijke boete van € 100.000 opleggen. Op grond van artikel 78 van de Wmg kan de NZa een aanwijzing geven aan een Wlz-uitvoerder die niet voldoet aan het bepaalde bij of krachtens de Wet langdurige zorg.

II Zvw

II.1 Aanlevering gegevens Zvw

Het Zorginstituut voert voor de Zvw verschillende taken uit waarvoor de zorgverzekeraar op regelmatige basis gegevens moeten verstrekken. Het gaat met name om de uitvoering van de risicoverevening, het fondsbeheer, de advisering over het pakket, de bevordering en het transparant maken van kwaliteit en de beleidsregels catastrofebijdrage coronapandemie 2020 en 2021. De gegevens worden ook gebruikt voor het, gevraagd en ongevraagd, signaleren van ontwikkelingen in de zorgkosten. Ook de Wlz-uitvoerder moet gegevens ten behoeve van de risicoverevening aanleveren. Het Zorginstituut dient ter uitvoering van zijn taken de kwaliteit, toegankelijkheid en de kosten van de zorg te bewaken. De wettelijke taken van het Zorginstituut met betrekking tot de vereveningsbijdrage zijn neergelegd in de artikelen 32, 33 en 34 van de Zvw. Op grond daarvan heeft het Zorginstituut tot taak het toekennen en vaststellen van de vereveningsbijdrage en het vaststellen van beleidsregels waarin wordt aangegeven op welke wijze toepassing wordt gegeven aan de bij ministeriële regeling vastgestelde regels (artikel 32, vijfde lid, van de Zvw).

Op grond van artikel 40 van de Zvw is het Zorginstituut fondsbeheerder van het Zorgverzekeringsfonds. In die hoedanigheid dient het Zorginstituut te beschikken over een betrouwbaar overzicht van de kosten van de zorg die in het kader van de Zvw zijn gemaakt. In de rapportages die het Zorginstituut als fondsbeheerder ieder kwartaal aan het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) verstrekt, dient het Zorginstituut verklarende informatie te geven bij opvallende ontwikkelingen in de zorguitgaven.

Op grond van de artikelen 64 tot en met 66 van de Zvw adviseert het Zorginstituut over de inhoud van het basispakket en op grond van de artikelen11a tot en met 11j van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg voert het Zorginstituut taken uit ter bevordering van de kwaliteit van zorg. Het Zorginstituut heeft als doel de toegang tot goede en zinnige zorg, niet meer dan nodig en niet minder dan noodzakelijk, te bevorderen. Een van de manieren om dit te doen is de systematische analyse van zorg die uit het verzekerde pakket wordt vergoed en het bevorderen van passende zorg. Hiervoor is het van belang om gegevens over de geleverde zorgprestaties vanuit het uitgavenperspectief te kunnen beoordelen in relatie tot gegevens over de geleverde kwaliteit en de uitkomsten van de zorgprestaties.

De zogenoemde burgerregelingen zijn sinds 1 januari 2017 bij het CAK ondergebracht en niet langer bij het Zorginstituut. Het Zorginstituut heeft met het CAK afgesproken dat het Zorginstituut voor de regeling wanbetalers de gegevensuitvraag bij de zorgverzekeraar in de kwartaalstaten blijft continueren.

De kosten buitenland die via het verbindingsorgaan worden gedeclareerd lopen niet langer via het Zorginstituut, maar via het CAK. De zorgverzekeraar moet derhalve in de opgave de informatie van het CAK over kosten buitenland verwerken.

II.2 Handboek Zvw

In het Handboek Zvw heeft het Zorginstituut gedetailleerd opgenomen welke gegevens de zorgverzekeraar en de Wlz-uitvoerder moeten aanleveren. In het Handboek staan geen aanvullende regels met betrekking tot de aanlevering van gegevens en de verantwoording van kosten. Het Handboek is te zien als een uitgebreide en gedetailleerde toelichting op de onderhavige regeling. Het Zorginstituut stelt het Handboek jaarlijks aan iedere zorgverzekeraar en Wlz-uitvoerder beschikbaar. Het Handboek is tevens op de website van het Zorginstituut te raadplegen.

II.3 Kosten

Ten behoeve van de uitvoering van de taken van het Zorginstituut dient de zorgverzekeraar de zorgkosten op te geven die vallen onder de verzekerde zorg. De opgave van de kosten is immers een opgave op grond van de Zorgverzekeringswet. De zorgverzekeraar verantwoordt dan ook uitsluitend kosten van prestaties die ten laste van de Zorgverzekeringswet vergoed kunnen worden. Dit brengt als vanzelf met zich mee dat coulancebetalingen, extra verstrekkingen die niet onder de verzekerde zorg vallen via collectiviteiten en kosten na uitschrijving in verband met einde verzekeringsplicht niet verantwoord mogen worden.

Uit de regeling risicoverevening vloeit voort dat betalingen uit hoofde van een verplicht of vrijwillig eigen risico wel als zorgkosten verantwoord worden. Dit geldt niet voor de overige zorgkosten die verzekerden zelf moeten betalen, bijvoorbeeld bij overschrijding van een maximum aantal behandelingen of bij overschrijding van een maximum vergoeding in de aanspraak Zvw. Het spreekt voor zich dat één en ander ook met zich meebrengt dat de zorgverzekeraar bijbetalingen van verzekerden voor niet gecontracteerde zorg en bijbetalingen in geval de tarieven boven een marktconform bedrag liggen niet verantwoordt.

(Inkoop) bonussen en kortingen en andere crediteringen op kosten Zvw moeten ten gunste van de betreffende kosten Zvw worden gebracht (dus in mindering op de kosten van prestaties).

De verantwoording in de kwartaal- en jaarstaten, bestaat uit de geaccepteerde declaraties die tot en met een bepaalde datum zijn ontvangen en een balanspost uitgaande van het kansgewogen gemiddelde van toekomstige kasstromen. Per kostencode dient de balanspost de beste schatting te weerspiegelen. Dit geldt ook voor de geraamde baten en de geraamde lasten in de afzonderlijke specificaties. Bij het berekenen van de beste schatting wordt uitgegaan van geactualiseerde en betrouwbare informatie en realistische aannames. De zorgverzekeraar houdt hierbij rekening met eventuele financiële consequenties van de met zorgaanbieders afgesloten contracten.

Zorgverzekeraars maken in toenemende mate inkoopafspraken met zorgaanbieders, waarin gewerkt wordt met contractafspraken zoals bijvoorbeeld lumpsum- of plafondafspraken. Dit houdt in dat zorgaanbieders, ongeacht de gedeclareerde prestaties, uiteindelijk alleen het afgesproken bedrag van de zorgverzekeraar ontvangen. De verschillen tussen de gedeclareerde prestaties en de overeengekomen contractafspraken leiden na sluiting van het boekjaar tot verrekeningen tussen de zorgverzekeraar en zorgaanbieders. De zorgverzekeraar dient deze verrekeningen op een zodanige wijze te registreren dat alleen die kosten worden verantwoord die daadwerkelijk door de zorgverzekeraar zijn gemaakt. De verrekeningen over jaar T moeten uiterlijk in de jaarstaat T+2 verwerkt zijn, ook in de verdeling naar codenummers en in de gevraagde specificaties. De kosten, na verrekening, moeten op een juiste wijze aan de individuele verzekerden worden toegerekend. In verband met de verantwoordingen op verzekerdenniveau voor de risicoverevening registreert de zorgverzekeraar de kosten van geleverde prestaties op verzekerdenniveau, ongeacht de vorm en inhoud van de gemaakte inkoopafspraken. De verrekening tussen de zorgverzekeraar en zorgaanbieders dient in het definitieve bestand ‘Kosten per verzekerde’ op een zodanige wijze plaats te vinden dat alle verzekerden bij een zorgverzekeraar met een gelijk DBC-zorgproduct of overig zorgproduct ook een gelijke schadelast per zorgaanbieder hebben. Wanneer de verschillen niet op het gevraagde niveau codenummers, specificaties, verzekerden- bekend zijn, rekent de zorgverzekeraar deze via een logische verdeelsleutel en op kenbare wijze toe aan codes, individuele verzekerden en de deelbedragen. De onderbouwing van de verdeelsleutel wordt adequaat vastgelegd. In het protocol van de NZa wordt uiteengezet op welke wijze de lumpsumfinanciering onderwerp van controle is.

Ook als de zorgverzekeraar prestaties volgens het representatiemodel inkoopt dan moeten de kostentoerekeningen aan de verzekerden volgens een logische verdeling plaatsvinden en worden verantwoord in de kwartaal- en jaarstaten bij de betreffende codenummers en in de specificaties. Hetzelfde geldt voor het bestand ‘Kosten per verzekerde’.

Wat in het onderdeel Kosten over de zorgverzekeraar wordt opgemerkt geldt voor zover van toepassing mutatis mutandis ook voor de Wlz-uitvoerder.

II.4 Formats kwartaal- en jaarstaten, bijlagen 1, 2, 3 en 4

De formats voor de kwartaal- en jaarstaten zijn onderverdeeld in specifieke informatie A en specifieke informatie C. Hierbij staat specifieke informatie A voor de gegevens die het Zorginstituut nodig heeft ten behoeve van haar taken voor de uitvoering van de Zorgverzekeringswet. De uitvraag in de specifieke informatie C dient als beleidsinformatie ten behoeve van het Zorginstituut en het Ministerie van VWS.

De gegevens van de specifieke informatie A in de jaarstaat moeten, behoudens de jaarlagen 2021 en 2020, door de zorgverzekeraar met een accountantsproduct worden aangeleverd.

II.5 Rubrieken en codes kwartaal- en jaarstaten

Het Zorginstituut clustert alle kosten van prestaties Zvw op een logische en samenhangende wijze en deelt de kosten toe naar verschillende rubrieken en codes op basis van het Besluit zorgverzekering en de beleidsregels en prestatiebeschrijving- en tariefbeschikkingen van de NZa, voor zover het prestaties Zvw betreft (de beschikkingen van de NZa kunnen ook niet Zvw prestaties bevatten).

Het doel van de rubrieken en codes is dat iedere zorgverzekeraar de kosten op dezelfde, eenduidige wijze verantwoordt. De rubrieken 01 tot en met 12 zijn aparte rubrieken per prestatie Zvw (zoals farmaceutische zorg en geneeskundige geestelijke gezondheidszorg) met een nadere onderverdeling naar codes.

De geneeskundige zorg valt uiteen in een rubriek met kosten huisartsenzorg en multidisciplinaire zorg en een rubriek met medisch specialistische zorg. Rubriek 13, diverse overige kosten, betreft onder meer enkele Zvw-prestaties die op grond van de Wmg zijn uitgesloten van prestatiebeschrijving- en tariefbeschikkingen van de NZa. Rubriek 15 betreft enerzijds kosten van prestaties Zvw die zijn gemaakt in het buitenland en worden vergoed op grond van de zorgverzekeringspolis. Anderzijds betreft deze rubriek kosten die zijn gemaakt in het buitenland op basis van de Europese verordening betreffende de coördinatie van de sociale zekerheidsstelsels (zoals bijvoorbeeld kosten in het buitenland bij tijdelijk verblijf als de verzekerde gebruik maakt van de Europese verzekeringskaart/EHIC) of een verdrag inzake sociale zekerheid tussen Nederland en het betreffende land. Bij rubriek 16 verantwoordt de zorgverzekeraar de kwaliteitsgelden. Dit zijn gelden die op grond van verschillende regels en afspraken beschikbaar worden gesteld voor kwaliteitsbeleid in de eerstelijnszorg, medisch specialistische zorg en geneeskundige geestelijke gezondheidszorg.

De nadere specificatie van de kosten per code vindt onder meer plaats op basis van de regeling risicoverevening, de informatiebehoefte vanuit de wettelijke taken fondsbeheer en pakketbeheer van het Zorginstituut en de informatiebehoefte van het Ministerie van VWS in het kader van de begrotingscyclus.

Een nadere omschrijving van de codes en de specificaties is opgenomen in het Handboek Zvw.

II.6 Record lay-outs uitvraag 2020 risicoverevening, bijlage 5

In de bestanden ‘Kosten per verzekerde’ neemt de zorgverzekeraar de kosten per verzekerde per deelbedrag op met uitzondering van de kosten van het deelbedrag vaste kosten omdat die voor 100% worden nagecalculeerd. Uit de regeling risicoverevening is af te leiden welke kosten, en voor welk gedeelte, aan welk deelbedrag toegerekend worden. In het Handboek Zvw is gedetailleerd beschreven welke kosten het per deelbedrag betreft. Ook is opgenomen op welke wijze de zorgverzekeraar de opbrengstverrekeningen via de NZa verwerkt in het bestand ‘Kosten per verzekerde’.

II.7 Format Opgave verzekerden zonder (geverifieerd) BSN, bijlage 6

De gegevensuitvraag betreffende verzekerden zonder BSN is zowel in het Handboek als in bijlage 6 bij deze regeling beschreven. De zorgverzekeraar wordt geacht zich in te spannen om zo spoedig mogelijk het BSN nummer van de verzekerde vast te leggen, behoudens de in de toelichting opgenomen uitzonderingen waarvoor dit niet mogelijk is. Van deze verzekerden moet de zorgverzekeraar enige gegevens aanleveren.

III Wlz

III.1 Aanleveren gegevens Wlz

Het Zorginstituut voert ter uitvoering van de Wlz verschillende taken uit waarvoor de Wlz-uitvoerders (doorgaans in hun functie van zorgkantoor) op regelmatige basis gegevens moeten verstrekken. Het gaat met name om de uitvoering van het fondsbeheer, de advisering over het pakket, de bevordering en het transparant maken van kwaliteit en het signaleren van feitelijke ontwikkelingen op het gebied van de vraag naar en het aanbod van zorg. Het Zorginstituut dient ter uitvoering van zijn taken de kwaliteit, toegankelijkheid en de kosten van de zorg te bewaken. Op grond van artikel 89 van Wet financiering sociale verzekeringen is het Zorginstituut beheerder van het Fonds langdurige zorg. In die hoedanigheid dient het Zorginstituut te beschikken over een betrouwbaar en actueel overzicht van de kosten van de zorg die in het kader van de Wlz zijn gemaakt. In de rapportages die het Zorginstituut als fondsbeheerder ieder kwartaal aan het Ministerie van VWS verstrekt, dient het Zorginstituut opvallende ontwikkelingen in de zorguitgaven te verklaren.

III.2 Handboek Wlz

In het Handboek Wlz heeft het Zorginstituut gedetailleerd opgenomen welke gegevens de Wlz-uitvoerders moeten aanleveren. In het Handboek Wlz staan geen aanvullende regels met betrekking tot de aanlevering van gegevens en de verantwoording van kosten. Het Handboek Wlz is te zien als een uitgebreide en gedetailleerde toelichting op de onderhavige regeling. Het Zorginstituut stelt het Handboek Wlz jaarlijks aan iedere Wlz-uitvoerder en zorgkantoor beschikbaar. Het Handboek Wlz is tevens op de website van het Zorginstituut te raadplegen.

Aan deze regeling wordt terugwerkende kracht verleend tot en met 1 maart 2022.

Voorzitter Raad van Bestuur S. Wijma

Naar boven