Beleidsregel van de Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen van 17 januari 2022, 2021-0000222865, tot wijziging van de Beleidsregels toepassing Besluit onderstand BES 2019 in verband met het vrijlaten van vergoedingen bij medische uitzending

De Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen,

Gelet op de artikelen 12 en 18, tweede lid, onderdeel a, van het Besluit onderstand BES;

Besluit:

ARTIKEL I

De Beleidsregels toepassing Besluit onderstand BES 2019 worden als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 wordt ‘In aanmerking nemen vermogen bij middelentoets algemene onderstand (artikel 6)’ vervangen door ‘Vrijlatingsregeling vergoedingen medische uitzending (artikel 6)’.

B

Na het opschrift van hoofdstuk 4 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 6. Vrijlatingsregeling vergoedingen medische uitzending

Niet tot de middelen van belanghebbende wordt gerekend een vergoeding met betrekking tot een medische uitzending op grond van artikel 1.13.4 van de Regeling aanspraken zorgverzekering BES aan een verzekerde op grond van die regeling of diens eventuele begeleider, tenzij vrijlating van deze vergoeding uit oogpunt van verlening van onderstand niet verantwoord is te achten.

Grondslag: artikel 12 en artikel 18, tweede lid, onderdeel a, Besluit onderstand BES.

ARTIKEL II

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin deze beleidsregel wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2022.

Deze beleidsregel zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 17 januari 2022

De Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen, namens deze, C.A. Herstel Directeur-Generaal Sociale Zekerheid en Integratie

TOELICHTING

Met deze wijziging van de Beleidsregels onderstand BES 2019 wordt een vrijlating geïntroduceerd voor de vergoedingen op grond van artikel 1.13.4 van de Regeling aanspraken zorgverzekering BES. Het gaat om vergoedingen in verband met een medische uitzending, met name de zogeheten daggeldvergoeding – ook ten behoeve van een eventuele begeleider – en vergoedingen die verband houden met kosten voor reis en verblijf. Een dergelijke vergoeding wordt op grond van het nieuwe artikel 6 niet tot de middelen van belanghebbende gerekend en is daarmee niet van invloed op het recht op of de hoogte van de onderstand BES.

De zinsnede ‘tenzij dit uit oogpunt van verlening van onderstand niet verantwoord is te achten’ biedt de RCN-unit SZW de ruimte om in een individueel geval waarin er aanleiding is om een afwijkende afweging te maken, anders te beslissen. Deze formulering wordt ook gebezigd in artikel 7a van het Besluit onderstand BES, dat voorziet in een vrijlating voor uitkeringen Wet schadefonds geweldsmisdrijven.

De Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen, namens deze, C.A. Herstel Directeur-Generaal Sociale Zekerheid en Integratie

Naar boven