Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, van 8 juni 2022, nr. IENW/BSK-2022/95186, tot wijziging van de Tijdelijke regeling specifieke uitkering ERTMS regionaal personenvervoer per trein 2020–2031 (verhoging plafond specifieke uitkering)

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op artikel 17, vijfde lid, van de Financiële-verhoudingswet en artikel 2, derde lid, van het Kaderbesluit subsidies I en M;

BESLUIT:

ARTIKEL I

In artikel 3, eerste lid, van de Tijdelijke regeling specifieke uitkering ERTMS regionaal personenvervoer per trein 2020–2031 wordt ‘€ 65.000.000,–‘ vervangen door ‘€ 125.000.000’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2022.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, V.L.W.A. Heijnen

TOELICHTING

1. Inhoud regeling

De onderhavige regeling strekt tot wijziging van de Tijdelijke regeling specifieke uitkering ERTMS regionaal personenvervoer per trein 2020–2031. Het subsidieplafond wordt opgehoogd naar een bedrag van € 125.000.000.

Aanleiding voor de verhoging is de toevoeging van de Noordelijke Lijnen aan het ERTMS-programma.1 Deze scopewijziging leidt ertoe dat er aanvullend budget nodig is om het treinmaterieel dat op deze lijnen rijdt om te bouwen, het treinpersoneel op te leiden om veilig met ERTMS te kunnen werken en de benodigde wijzigingen te kunnen doorvoeren in de organisatie van de desbetreffende concessiehouder. Het plafond wordt daarom verhoogd met het bedrag dat het Rijk per bestuursovereenkomst met de provincies Groningen en Friesland heeft afgesproken voor de uitrol van ERTMS in hun regionale concessies.2

2. Gevolgen

De regeling heeft geen directe regeldrukgevolgen voor burgers, bedrijven of professionals. Het ontwerp van deze regeling is niet voorgelegd aan het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) omdat de regeling alleen betrekking heeft op de (nakoming van) de hiervoor bedoelde bestuursovereenkomst met de provincies Groningen en Fryslân. Hieruit vloeien geen (in)directe regeldrukgevolgen uit voort.

Om dezelfde reden is van internetconsultatie afgezien. Consultatie zou in dit geval niet in betekenende mate kunnen leiden tot aanpassing van de regeling.

3. Inwerkingtreding

De regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2022. Dit tijdstip van inwerkingtreding is in overeenstemming met het beleid inzake de vaste verandermomenten voor ministeriële regelingen, zoals opgenomen in aanwijzing 4.17, tweede lid, van de Aanwijzingen voor de regelgeving.

In dit geval is de termijn tussen de publicatiedatum van de ministeriële regeling en het tijdstip van inwerkingtreding minder dan de termijn van drie maanden, die geldt voor regelingen die direct relevant zijn voor medeoverheden. Hiervoor is gebruik gemaakt van de uitzondering in het vijfde lid van aanwijzing 4.17, waarmee, gelet op de doelgroep en de jaarindeling, aanmerkelijke ongewenste private of publieke voor- of nadelen worden voorkomen. Het is voor de betrokken vervoerder die personenvervoer per trein aanbiedt belangrijk om op korte termijn contracten met leveranciers te kunnen sluiten ten behoeve van de inbouw van ERTMS in zijn materieel.

De ontvangers van de specifieke uitkering en ook de betrokken vervoerder zijn reeds bekend met de inhoud van de regeling.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, V.L.W.A. Heijnen


X Noot
1

Kamerstukken II 2020/21, 33 652, nr. 80.

Naar boven