TOELICHTING
1. Aanleiding
In de week van 16 mei 2022 vervalt paragraaf 3a van de Tijdelijke regeling maatregelen
covid-19. In deze paragraaf is in artikel 6.32 voorzien in een grondslag om lijsten
met ingetrokken DCC’s bij te houden en was bepaald wanneer DCC’s op een dergelijke
lijst mogen worden geplaatst. Omdat het bijhouden van deze lijsten noodzakelijk is
om fraude tegen te gaan en het vertrouwen in het DCC’s op een hoog niveau te houden,
is met deze spoedregeling een grondslag gecreëerd voor het bijhouden van lijsten met
ingetrokken certificaten en is bepaald wanneer een certificaat op een dergelijke lijst
wordt geplaatst, namelijk in het geval van geschaad vertrouwen.
2. Grondslag voor het bijhouden van lijsten met ingetrokken certificaten
Ingevolge artikel 4 van de DCC-verordening1 kunnen lijsten van ingetrokken certificaten worden uitgewisseld met andere landen.
De DCC-verordening biedt geen grondslag om deze lijsten te kunnen bijhouden en bepaalt
ook niet wanneer een certificaat op een dergelijke lijst moet worden geplaatst. De
in deze tijdelijke regeling opgenomen grondslag is nodig om uitvoering te kunnen geven
aan artikel 4 van de DCC-verordening. Onder certificaat wordt het herstelcertificaat,
vaccinatiecertificaat, en testcertificaat als bedoeld in artikel 3, eerste lid, verstaan.
Of er sprake is van geschaad vertrouwen in het certificaat wordt beoordeeld in het
licht van het doel waarvoor certificaten verplicht zijn gesteld en de mogelijkheden
die certificaten bieden. Zij zijn nodig ter bestrijding van de (directe dreiging van
de) epidemie van covid-19 en geven een mogelijkheid dat iemand deelneemt aan een activiteit
of toegang heeft tot een voorziening. Certificaten zijn dan ook strikt persoonsgebonden
en gekoppeld aan de vaccinatie, het herstel of de test van een persoon, die zich dient
te identificeren. Wordt zodanig met een certificaat omgegaan dat hieraan afbreuk wordt
gedaan, dan verliest een certificaat zijn waarde en wordt het vertrouwen erin geschaad.
Hiervan kan bijvoorbeeld sprake zijn als:
-
• iemands certificaat op enigerlei wijze aan een ander ter beschikking wordt gesteld
of op zodanig onzorgvuldige manier is achtergelaten of er zodanig onzorgvuldig mee
is omgegaan dat een ander hiervan zonder noemenswaardige moeite misbruik van kan maken;
-
• andermans certificaat wordt gebruikt, gepoogd wordt te gebruiken of dat wordt voorbereid,
dan wel kennelijk daartoe in het bezit is;
-
• een certificaat op andermans identiteit is verstrekt;
-
• een certificaat is vervalst of kennelijk opzettelijk is beschadigd.
Zodra een gegrond vermoeden bestaat dat een bruikbaar certificaat wordt gedeeld met
anderen, wordt dit certificaat geblokkeerd. Of een certificaat met anderen gedeeld
wordt, is in ieder geval te constateren wanneer een vervalsing of kopie van een QR-code
op internet is gepubliceerd. Daarnaast zou tijdens een controle, het houden van toezicht
of de handhaving, bijvoorbeeld tijdens het nalopen van websites waarvan bekend is
dat er certificaten verspreid worden, kunnen blijken dat een vervalst of gekopieerd
certificaat verspreid wordt. Ook kunnen ondernemers die een vals of gekopieerd certificaat
getoond krijgen, daarvan de politie op de hoogte stellen.
Wanneer het nader onderzoek een gegrond vermoeden oplevert dat een vervalst of gekopieerd
certificaat in omloop is (bijvoorbeeld als een QR-code op het internet circuleert),
wordt dit na onderzoek geblokkeerd. Elk certificaat is voorzien van een elektronische
handtekening van de Minister van VWS. Deze handtekening kan niet gewijzigd worden,
omdat de Scanner applicatie2 zal aangeven dat er geen geldig certificaat is. De elektronische handtekening wordt
met een cryptografische hashfunctie (SHA256) verwerkt en afgekort tot 16 bytes naar
een proof identifier. De proof identifier wordt opgenomen in een door de Minister
van Volksgezondheid, Welzijn en Sport aangelegde lijst (een denylist) die periodiek
door de Scanner applicatie wordt gedownload. Op het moment dat de Scanner applicatie
een certificaat leest, wordt de proof identifier van die QR-code berekend. Daarna
controleert de Scanner applicatie of deze proof identifier op de denylist staat. Zo
ja, dan geeft Scanner applicatie aan dat het certificaat niet geldig is. Zo nee, dan
worden de controle van het certificaat zoals normaal uitgevoerd.
Gedupeerden van fraude of misbruik van hun certificaat, kunnen op de gebruikelijke
wijze een nieuw certificaat aanmaken en daarmee toegang verkrijgen tot activiteiten
en voorzieningen. Dit betekent dat bij een ongeldigverklaring de specifieke QR-code
die is gegenereerd in de app of op papier niet meer geldig is, maar een nieuwe in
de app gegenereerde QR-code of een nieuwe uitdraai van de papieren QR-code niet ongeldig
is. Iedere burger kan daarmee altijd een nieuw certificaat generen die wel geldig
is. Het plaatsen van een certificaat op de denylist zorgt er daarmee niet voor dat
personen die volledig zijn gevaccineerd geen DCC meer kunnen krijgen, zij moeten alleen
een nieuwe genereren. Het is technisch niet mogelijk om de persoon wiens certificaat
op de denylist staat daarover te informeren. Fraude en misbruik vindt voornamelijk
plaats met een certificaat op papier. Omdat het certificaat geen contactgegevens bevat,
kunnen gedupeerden niet worden geïnformeerd over de blokkering van het certificaat.
Afhankelijk van de specifieke casus kunnen aanvullende maatregelen getroffen worden.
Grondrechten en bescherming persoonsgegevens
De blokkade van een certificaat, nadat uit onderzoek door de Minister van VWS is gebleken
dat sprake is van een gegrond vermoeden van fraude of misbruik, geschiedt op basis
van een willekeurig getal, de challenge, dat op zichzelf geen persoonsgegevens bevat
en vervolgens wordt versleuteld tot een proof identifier om te worden opgenomen op
een denylist. Het herleiden van de proof identifier tot het certificaat en vervolgens
tot de persoon waarop het certificaat betrekking heeft, is technisch niet mogelijk.
Het doel van de gegevensverwerking ten behoeve van het blokkeren van certificaten
is het voorkomen dat onrechtmatig toegang verkregen wordt tot activiteiten en voorzieningen
waarvoor een certificaat is voorgeschreven. Dit doel is, gelet op de bestrijding van
de epidemie van covid-19, gerechtvaardigd in het licht van de vervulling van een taak
van algemeen belang (artikel 6, eerste lid, onder e, Algemene Verordening Gegevensbescherming)
en de bescherming van de volksgezondheid (artikel 9, tweede lid, onder i, AVG). Er
worden niet meer persoonsgegevens verwerkt dan strikt noodzakelijk. Met de Scanner
applicatie wordt de privacy beschermd doordat gebruik gemaakt wordt van een denylist
waarop alleen proof identifiers en unieke certificaatidentificatiecodes zijn opgenomen.
Ook laat de Scanner applicatie niet zien waarom het certificaat niet geldig is, zodat
bij controle voor de toegang tot activiteiten en voorzieningen niet kenbaar is dat
sprake is van een redelijk vermoeden van fraude of misbruik.
Tijdelijk besluit DCC
Op het moment dat paragraaf 3a van de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 vervalt,
is het noodzakelijk dat op een andere wijze wordt voorzien in een grondslag voor het
bijhouden van lijsten met ingetrokken DCC’s. Dit kan enkel geregeld worden via een
spoedregeling, omdat via die weg een onmiddellijke grondslag kan worden gecreëerd.
Een wijziging van het Tijdelijk besluit DCC kan niet worden afgewacht. Op grond van
de wet geldt deze spoedregeling voor een termijn van ten hoogste drie maanden (artikel
6ba, vierde lid, Wet publieke gezondheid). Een wijziging van het TbDCC wordt daarom
in gang gezet en zal uiterlijk 12 juli 2022 in werking treden.
3. Regeldruk en financiële gevolgen en consultatie
Deze spoedregeling heeft niet tot nauwelijks gevolgen voor de regeldruk en kent geen
financiële gevolgen. Hetgeen met deze spoedregeling wordt geregeld, was reeds in de
Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 geregeld.
Deze spoedregeling is op 12 mei 2022 voor advies voorgelegd aan het Adviescollege
toetsing regeldruk (ATR). De ATR deelt de conclusie dat er geen gevolgen zijn voor
de regeldruk.
Omdat er geen sprake is van een nieuwe vorm van gegevensverwerking, is van een advies
van de AP afgezien.
4. Toezicht en handhaving
De bepalingen die in dit besluit zijn opgenomen brengen geen verandering in de bestaande
toezicht- en handhavingssystematiek van de certificaten.
5. Inwerkingtreding
Gezien de noodzaak tot onmiddellijke inwerkingtreding, treedt deze regeling de dag
na publicatie in de Staatscourant inwerking. De regeling vervalt per 12 juli 2022.
Op die datum treedt een wijziging van het Tijdelijk besluit DCC inwerking, waarin
deze grondslag wordt meegenomen.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E.J. Kuipers