Bekendmaking Tracébesluit Programma Hoogfrequent Spoorvervoer Meteren – Boxtel 2021

Wijziging van het Tracébesluit PHS Meteren – Boxtel 2020

Na publicatie van het Tracébesluit PHS Meteren – Boxtel 2020 is duidelijk geworden dat de geluidmaatregelen rond de N65 in Vught, zoals opgenomen in het tracébesluit uit 2020, niet geheel correct zijn overgenomen uit het achtergrondrapport geluid behorend bij het tracébesluit. Dit is aanleiding om bijlage D, tabel 28, Bron- en overdrachtsmaatregelen N65 te wijzigen.

Daarnaast is naar aanleiding van een beroepschrift nader onderzoek uitgevoerd bij woningen in de Willem van Oranjelaan en Vughterweg in de wijk Vughterpoort in ’s-Hertogenbosch. Hieruit blijkt dat meerdere woningen in deze straten trillinggevoelig zijn, waardoor de kans op schade verandert. Dit is aanleiding om bijlage F, tabel 31, Overzicht panden ’s-Hertogenbosch eindsituatie, te wijzigen.

Naar aanleiding hiervan is de onderzoeksmethodiek voor de woningen en bedrijfspanden met een kans op schade in Vught en de wijk Vughterpoort na de ingebruikname van de nieuwe sporen aangepast. Dit houdt onder andere in dat de periode van het melden van schade is verlengd naar 5 jaar en dat betrokkenen zich in bepaalde gevallen kunnen laten ondersteunen door eigen deskundigen.

Het Tracébesluit PHS Meteren – Boxtel 2021 legt bovengenoemde wijzigingen van ondergeschikte aard vast. Het bepaalde in het Tracébesluit 2020 blijft voor het overige onverminderd van kracht.

Alle documenten zijn digitaal te vinden op www.platformparticipatie.nl/meterenboxtel. Het gaat dan om dit besluit, de toelichting en achtergronddocumenten.

BESLUIT

Wijziging van het Tracébesluit PHS Meteren – Boxtel 2020 ten aanzien van:

  • Geluidschermen N65 in Vught

    • Bijlage D, tabel 28, Bron- en overdrachtsmaatregelen N65

  • Panden kans op schade door trillingen in Vughterpoort, gemeente ’s-Hertogenbosch en onderzoek na indienststelling

    • Bijlage F, tabel 31, Overzicht panden ’s-Hertogenbosch eindsituatie

    • Artikel 22 Monitoring milieueffecten en opleveringstoets

Gelet op artikel 14, eerste lid, van de Tracéwet, stel ik het Tracébesluit PHS Meteren – Boxtel 2021 vast. Het betreft hier wijzigingen van ondergeschikte aard van het Tracébesluit PHS Meteren – Boxtel, vastgesteld op 14 mei 2020 (hierna te noemen: Tracébesluit 2020).

Het Tracébesluit PHS Meteren – Boxtel 2021 bestaat uit besluittekst (deel I). Bij het Tracébesluit hoort een toelichting (onder II) en achtergronddocumenten (III). De toelichting en de achtergronddocumenten maken geen onderdeel uit van het Tracébesluit.

Artikel 1 Wijzigingen ten opzichte van Tracébesluit 2020

De artikelen 2 tot en met 3 bevatten de wijzigingen van het Tracébesluit 2020.

Artikel 2 Geluidbeperkende maatregelen

Tabel 28 van Bijlage D, behorende bij artikel 12 van het Tracébesluit 2020.

Tabel 28. Bron- en overdrachtsmaatregelen N65

Maatregel

Km van – tot

Lengte

Zijde

Hoogte (m)

Tweelaags ZOAB

3.00-4.18

1180 m

Rijbaan Noord en Zuid

n.v.t.

Geluidscherm

3.28-3.52

235 m

Rijbaan Zuid

3

Geluidscherm

3.34-3.47

130 m

Rijbaan Noord

3

Geluidscherm

3.47-3.70

230 m

Rijbaan Noord

4

Geluidscherm

3.66-3.92

280 m

Rijbaan Zuid

2

Geluidscherm

3.67-3.95

260 m

Rijbaan Noord

4

Geluidscherm

3.92-4.13

210 m

Rijbaan Noord

2

Geluidscherm

3.95-4.18

230 m

Rijbaan Noord

3

Geluidscherm

4.13-4.18

50 m

Rijbaan Zuid

3

wordt vervangen door

Tabel 28. Bron- en overdrachtsmaatregelen N65

Maatregel

Km van – tot

Lengte

Zijde

Hoogte (m)

Tweelaags ZOAB

3.00-4.18

1180 m

Rijbaan Noord en Zuid

n.v.t.

Geluidscherm

3.28-3.52

235 m

Rijbaan Zuid

3

Geluidscherm

3.34-3.47

130 m

Rijbaan Noord

3

Geluidscherm

3.47-3.70

230 m

Rijbaan Noord

4

Geluidscherm

3.66-3.92

260 m

Rijbaan Noord

4

Geluidscherm

3.67-3.95

280 m

Rijbaan Zuid

2

Geluidscherm

3.92-4.13

210 m

Rijbaan Noord

2

Geluidscherm

3.95-4.18

230 m

Rijbaan Zuid

3

Geluidscherm

4.13-4.18

50 m

Rijbaan Noord

3

De wijzigingen ten opzichte van het Tracébesluit 2020 zijn cursief en vetgedrukt gemarkeerd weergegeven.

Artikel 3 Monitoring milieueffecten en opleveringstoets

1

Artikel 22 Monitoring milieueffecten en opleveringstoets

  • 1. De Minister van Infrastructuur en Waterstaat zal, conform artikel 23 Tracéwet, de gevolgen van de ingebruikname van het project onderzoeken. Het onderzoek heeft betrekking op de milieuaspecten luchtkwaliteit, geluid, externe veiligheid, water, laagfrequent geluid en trillingen. Dit onderzoek vindt plaats door middel van monitoring van deze milieuaspecten, waarbij dit onderzoek tevens geldt als monitoring als bedoeld in artikel 7.37 Wet milieubeheer.

  • 2. Voor de milieuaspecten luchtkwaliteit, geluid, externe veiligheid en trillingen vindt de volgende wettelijke monitoring plaats:

    • a. ten behoeve van de effecten op de luchtkwaliteit in het kader van het NSL op grond van artikel 5.14 Wet milieubeheer;

    • b. ten behoeve van de effecten op de geluidproductie in het kader van de naleving van de geluidproductieplafonds, op grond van artikel 11.22 Wet milieubeheer;

    • c. ten behoeve van de effecten op externe veiligheid in het kader van Basisnet op grond van artikel 15 van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen;

    • d. ten behoeve van de opleveringstoets van de trillingeffecten wordt in het kader van artikel 8 van de Beleidsregel trillinghinder spoor, voor zowel de tijdelijke als de definitieve situatie gemonitord.

  • 3. Voor de milieuaspecten water, geluid, laagfrequent geluid en trillingen vindt de volgende project specifieke monitoring plaats:

    • a. ten behoeve van de effecten op water wordt de ontwikkeling van de grondwaterstand als gevolg van de realisatie en de aanwezigheid van de verdiepte ligging en de TROC (trillingreducerende ondergrondse constructie) langs de Pieter Bruegellaan en de Molenvenseweg in Vught gemonitord.

    • b. ten behoeve van booggeluid wordt, indien in de tijdelijke situatie en / of in de eindsituatie bij de bogen in Vught richting Tilburg (km 18.8 en km 19.0) sprake is van hinder als gevolg van booggeluid, de toepassing van een spoorstaaf conditioneringssysteem (SSCS), wielrailconditionering (WRC) of een gelijkwaardige oplossing onderzocht en indien noodzakelijk toegepast.

    • c. ten behoeve van laagfrequent geluid wordt na de indienststelling van de verdiepte ligging in overleg met bewoners een meting in woningen langs de verdiepte ligging uitgevoerd. Afhankelijk van de inzichten die daaruit ontstaan wordt een meetprogramma opgesteld om laagfrequent geluid volgens de Methode de Ruiter te toetsen.

    • d. in verband met mogelijke schade door trillingen als gevolg van het gebruik van het tijdelijk spoor en het spoor in de eindsituatie worden op de in Bijlage F genoemde panden bouwkundige vooropnames verricht. Binnen 1 jaar na ingebruikname van het tijdelijke spoor en het spoor in de eindsituatie wordt bij de in Bijlage F genoemde panden als schade is gemeld en geconstateerd, een nader onderzoek uitgevoerd. Indien uit dit onderzoek naar trillingniveaus blijkt dat schade is ontstaan als gevolg van het gebruik van het tijdelijke spoor en of het spoor in de eindsituatie wordt in overleg met de betrokkenen in maatregelen voorzien om de schade te herstellen.

  • 4. Indien uit het onderzoek blijkt dat sprake is van een overschrijding van normen die gelden voor de in het eerste lid genoemde milieuaspecten, wordt via daarvoor geldende wettelijke beschermingsregimes, zo nodig planmatig, in maatregelen voorzien.

wordt vervangen door

Artikel 22 Monitoring milieueffecten en opleveringstoets

  • 1. De Minister van Infrastructuur en Waterstaat zal, conform artikel 23 Tracéwet, de gevolgen van de ingebruikname van het project onderzoeken. Het onderzoek heeft betrekking op de milieuaspecten luchtkwaliteit, geluid, externe veiligheid, water, laagfrequent geluid en trillinghinder. Dit onderzoek vindt plaats door middel van monitoring van deze milieuaspecten, waarbij dit onderzoek tevens geldt als monitoring als bedoeld in artikel 7.37 Wet milieubeheer.

  • 2. Voor de milieuaspecten luchtkwaliteit, geluid, externe veiligheid en trillinghinder vindt de volgende wettelijke monitoring plaats:

    • a. ten behoeve van de effecten op de luchtkwaliteit in het kader van het NSL op grond van artikel 5.14 Wet milieubeheer;

    • b. ten behoeve van de effecten op de geluidproductie in het kader van de naleving van de geluidproductieplafonds, op grond van artikel 11.22 Wet milieubeheer;

    • c. ten behoeve van de effecten op externe veiligheid in het kader van Basisnet op grond van artikel 15 van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen;

    • d. ten behoeve van de opleveringstoets van de trillingeffecten wordt in het kader van artikel 8 van de Beleidsregel trillinghinder spoor, voor zowel de tijdelijke als de definitieve situatie gemonitord.

  • 3. Voor de milieuaspecten water, geluid, laagfrequent geluid vindt de volgende projectspecifieke monitoring plaats:

    • a. ten behoeve van de effecten op water wordt de ontwikkeling van de grondwaterstand als gevolg van de realisatie en de aanwezigheid van de verdiepte ligging en de TROC (trillingreducerende ondergrondse constructie) langs de Pieter Bruegellaan en de Molenvenseweg in Vught gemonitord.

    • b. ten behoeve van booggeluid wordt, indien in de tijdelijke situatie en/of in de eindsituatie bij de bogen in Vught richting Tilburg (km 18.8 en km 19.0) sprake is van hinder als gevolg van booggeluid, de toepassing van een spoorstaaf conditioneringssysteem (SSCS), wielrailconditionering (WRC) of een gelijkwaardige oplossing onderzocht en indien noodzakelijk toegepast.

    • c. ten behoeve van laagfrequent geluid wordt na de indienststelling van de verdiepte ligging in overleg met bewoners een meting in woningen langs de verdiepte ligging uitgevoerd.

      Afhankelijk van de inzichten die daaruit ontstaan wordt een meetprogramma opgesteld om laagfrequent geluid volgens de Methode de Ruiter te toetsen.

  • 4. Indien uit het onderzoek blijkt dat sprake is van een overschrijding van normen die gelden voor de in het eerste lid genoemde milieuaspecten, wordt via daarvoor geldende wettelijke beschermingsregimes, zo nodig planmatig, in maatregelen voorzien.

  • 5. Het onderzoek als bedoeld in lid 1 zal uiterlijk aanvangen na ingebruikname van de spoorweg met bijbehorende voorzieningen en uiterlijk binnen 1 jaar na ingebruikname zijn afgerond.

  • 6. In verband met mogelijke schade door trillingen als gevolg van het gebruik van het tijdelijk spoor en het spoor in de eindsituatie worden op de in Bijlage F genoemde panden bouwkundige voor- opnames verricht.

    Indien binnen een termijn van 5 jaar na ingebruikname van het tijdelijke spoor en het spoor in de eindsituatie bij de in Bijlage F genoemde panden schade is gemeld en is geconstateerd, wordt in afstemming met betrokkenen een nader onderzoek volgens de "SBR Trillingsrichtlijn A: Schade aan bouwwerken: 2017" uitgevoerd. Bouwkundig onderzoek maakt hiervan onderdeel uit.

    Indien uit dit onderzoek naar trillingniveaus en het bouwkundige onderzoek blijkt dat schade is ontstaan als gevolg van het gebruik van het tijdelijke spoor en of het spoor in de eindsituatie wordt in overleg met de betrokkenen in maatregelen voorzien om de schade te herstellen.

    Betrokkenen kunnen zich, bij het nader onderzoek en bij het onderzoek naar eventuele maatregelen laten bijstaan door een bouwkundig deskundige, waarbij deze kosten zullen worden vergoed.

De wijzigingen ten opzichte van het Tracébesluit 2020 zijn cursief en vetgedrukt gemarkeerd weergegeven.

2

Tabel 31 van Bijlage F, behorende bij artikel 22 derde lid onder d van het Tracébesluit 2020.

Tabel 31. Overzicht panden ’s-Hertogenbosch eindsituatie

Adres

Kans op schade

Willem van Oranjelaan 45

1–3%

Willem van Oranjelaan 51

3–5%

Willem van Oranjelaan 55

1–3%

Willem van Oranjelaan 57

1–3%

Willem van Oranjelaan 81

1–3%

Willem van Oranjelaan 83

1–3%

wordt vervangen door

Tabel 31. Overzicht panden ’s-Hertogenbosch eindsituatie

Adres

Kans op schade

Willem van Oranjelaan 17, 19A-C

10–30%

Willem van Oranjelaan 27

1–3%

Willem van Oranjelaan 29

1–3%

Willem van Oranjelaan 31

3–5%

Willem van Oranjelaan 33

1–3%

Willem van Oranjelaan 35

3–5%

Willem van Oranjelaan 37

3–5%

Willem van Oranjelaan 39

3–5%

Willem van Oranjelaan 41

3–5%

Willem van Oranjelaan 45

1–3%

Willem van Oranjelaan 49

3–5%

Willem van Oranjelaan 51

1–3%

Willem van Oranjelaan 55

1–3%

Willem van Oranjelaan 57

5–10%

Willem van Oranjelaan 63

3–5%

Willem van Oranjelaan 65

3–5%

Willem van Oranjelaan 67

3–5%

Willem van Oranjelaan 69

3–5%

Willem van Oranjelaan 71

3–5%

Willem van Oranjelaan 73

3–5%

Willem van Oranjelaan 75

3–5%

Willem van Oranjelaan 77

5–10%

Willem van Oranjelaan 79

3–5%

Willem van Oranjelaan 81

5–10%

Willem van Oranjelaan 83

5–10%

Willem van Oranjelaan 85

5–10%

Willem van Oranjelaan 87

5–10%

Vughterweg 59

1–3%

Vughterweg 61

3–5%

Vughterweg 63

3–5%

Vughterweg 65

3–5%

Vughterweg 67

5–10%

De wijzigingen ten opzichte van het Tracébesluit 2020 zijn cursief en vetgedrukt gemarkeerd weergegeven.

Artikel 4 Toepasselijkheid Tracébesluit 2020

Het bepaalde in het Tracébesluit 2020 blijft voor het overige onverminderd van kracht.

Artikel 5 Toepasselijkheid Crisis- en herstelwet

Op dit Tracébesluit is de Crisis- en herstelwet van toepassing.

Artikel 6 Slotbepaling

Dit Tracébesluit wordt aangehaald als: Tracébesluit PHS Meteren – Boxtel 2021.

Vastgesteld op 7 januari 2022

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S.P.R.A. van Weyenberg

Beroepsmogelijkheid

Het Tracébesluit PHS Meteren – Boxtel 2021 betreft een wijziging van het Tracébesluit PHS Meteren – Boxtel 2020 van ondergeschikte aard, reden waarom overeenkomstig artikel 14 van de Tracéwet geen ontwerpTracébesluit ter inzage wordt gelegd.

Belanghebbenden hebben de mogelijkheid om in beroep te gaan tegen dit Tracébesluit bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Beroepen ingediend tegen het Tracébesluit PHS Meteren – Boxtel 2020 worden ingevolge artikel 6:19, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht geacht mede te zijn gericht tegen het Tracébesluit PHS Meteren – Boxtel 2021, tenzij het Tracébesluit PHS Meteren – Boxtel 2021 geheel aan het ingediende beroep tegemoet komt. Deze appellanten hoeven dus niet opnieuw beroep in te stellen indien zij bezwaren hebben tegen Tracébesluit PHS Meteren – Boxtel 2021. Het Tracébesluit PHS Meteren – Boxtel 2021 is tevens toegezonden aan de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Een beroepschrift kan worden ingediend bij:

Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State

Postbus 20019

2500 EA Den Haag

Voor burgers is het ook mogelijk om digitaal beroep in te stellen tegen het Tracébesluit. Dit kan via het Digitaal Loket van Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State

(https://loket.raadvanstate.nl/digitaal-loket/).

Het beroepschrift dient ten minste de volgende onderdelen te bevatten:

  • a. de naam en het adres van de indiener;

  • b. de dagtekening;

  • c. een vermelding dat het gaat om het Tracébesluit PHS Meteren – Boxtel 2021 van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat;

  • d. de redenen (gronden) waarom u beroep instelt;

  • e. uw handtekening. U moet het beroepschrift ondertekenen;

  • f. zo mogelijk dient tevens een kopie te worden toegevoegd van het besluit waarop het geschil betrekking heeft.

De termijn voor het indienen van een beroepschrift bedraagt zes weken met ingang van de dag na deze bekendmaking.

Crisis- en herstelwet

Op dit besluit is afdeling 2 van hoofdstuk 1 van de Crisis- en herstelwet van toepassing. Dit betekent dat:

  • de beroepsgronden in het beroepschrift moeten worden opgenomen;

  • het beroep niet-ontvankelijk wordt verklaard, indien binnen de beroepstermijn geen gronden zijn ingediend, en

  • deze na afloop van de beroepstermijn niet meer kunnen worden aangevuld.

Voorlopige voorziening

Indien een beroepschrift is ingediend, is het mogelijk om daarnaast een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening in te dienen, indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist. Een dergelijk verzoek dient te worden gericht aan de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Het verzoek dient ten minste het volgende te bevatten:

  • de naam en het adres van de indiener;

  • de dagtekening;

  • een vermelding dat het gaat om het Tracébesluit PHS Meteren – Boxtel 2021;

  • de redenen (gronden) van het verzoek;

  • uw handtekening (het verzoek moet ondertekend zijn);

  • zo mogelijk dient tevens een kopie te worden bijgevoegd van het besluit waarvoor een voorlopige voorziening wordt gevraagd;

  • een kopie van het beroepschrift.

Voor de behandeling bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van het beroep en voor het verzoek om een voorlopige voorziening is griffiegeld verschuldigd. Indien het beroep- of verzoekschrift in een vreemde taal is gesteld en een vertaling voor een goede behandeling van het verzoek noodzakelijk is, dient de indiener van het beroep- of verzoekschrift zorg te dragen voor een vertaling.

Documenten bekijken

Alle documenten staan vanaf woensdag 26 januari 2022 op www.platformparticipatie.nl/meterenboxtel. Op papier kunt u de stukken van woensdag 26 januari tot en met woensdag 9 maart 2022 tijdens reguliere openingstijden bekijken bij:

  • Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, Rijnstraat 8, Den Haag, telefoon 070 – 456 96 07 (uitsluitend op afspraak);

  • Gemeente ’s-Hertogenbosch, Wolvenhoek 1, ’s-Hertogenbosch, telefoon 073 – 615 51 55;

  • Gemeente Vught, Secretaris van Rooijstraat 1, Vught, telefoon 073 – 658 06 80.

LET OP: In verband met de kabinetsmaatregelen ter bestrijding van het coronavirus kan het voorkomen dat er beperkte openingstijden gelden of dat u een afspraak moet maken als u de documenten wilt inzien. Houd hier rekening mee en leg vooraf telefonisch contact met de locatie om te vragen of u er terecht kan.

Meer informatie

Meer informatie op: www.platformparticipatie.nl/meterenboxtel en www.prorail.nl/meterenboxtel.

Inhoudelijke vragen over het project? Ga naar www.platformparticipatie.nl/meterenboxtel of bel afdeling Publieksvoorlichting van ProRail via telefoonnummer 0800 – 7767 245.

Naar boven