De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
Gelet op artikel 3 van de Kaderwet VWS-subsidies;
Besluit:
ARTIKEL I
De Specifieke uitkering lokale preventieakkoorden en preventieaanpakken wordt als
volgt gewijzigd:
A
Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:
1. Onder vernummering van het vierde tot en met het zesde lid tot het vijfde tot en
met het zevende lid wordt een lid ingevoegd, luidende:
2. In het vijfde lid (nieuw) wordt ‘voor de jaren 2022 en 2023’ vervangen door ‘voor
het jaar 2023’.
B
In artikel 9 wordt een lid toegevoegd, luidende:
-
4. De Minister kan, in overleg met de ontvanger van de uitkering, afzien van terugvordering
van onverschuldigd betaalde bedragen in het jaar waar de verlening betrekking op heeft
als het restant van de uitkering in het daaropvolgende jaar door de ontvanger kan
worden besteed aan activiteiten als bedoeld in artikel 2.
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van
de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2021.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
M. van Ooijen
TOELICHTING
Algemeen
De onderhavige regeling strekt tot wijziging van de Specifieke uitkering lokale preventieakkoorden
en preventieaanpakken (hierna: de Regeling).
Door de aanhoudende pandemie komt er veel op gemeenten af. Gebleken is dat een aantal
gemeenten daardoor te laat of nog niet een aanvraag hebben ingediend. Deze gemeenten
hebben echter wel aangegeven alsnog graag een aanvraag te willen indienen. Deze mogelijkheid
wil ik hen, gezien het belangrijke doel van deze regeling, bieden.
Tevens is gebleken dat gemeenten, mede door de aanhoudende pandemie, de middelen voor
2021 niet volledig hebben kunnen besteden. Waar dat in de huidige regeling betekent
dat de middelen teruggevorderd worden, wil ik de regeling wijzigen en gemeenten de
mogelijkheid geven middelen mee te nemen naar een daaropvolgend jaar. Dit biedt gemeenten
de ruimte om de middelen in te zetten waar ze voor bedoeld zijn. Hiermee wordt de
regeling ook gelijkgetrokken met de regeling omtrent de lokale sportakkoorden, waar
deze mogelijkheid reeds van toepassing is.
Artikelsgewijs
Artikel I, onderdeel A
Om gemeenten langer de gelegenheid te bieden om een aanvraag in te dienen, is de aanvraagperiode
voor een specifieke uitkering voor 2022 verlengd tot en met 31 januari 2022. Dit betreft
een verlenging van bijna 3 maanden.
Artikel I, onderdeel B
De Minister kan een (deel van een) specifieke uitkering terugvorderen als blijkt dat
de uitkering in het jaar waar de verlening betrekking op heeft niet is besteed aan
de activiteiten waarvoor de uitkering is verleend. Met het oog op de doelstelling
van de Regeling kan terugvordering achterwege blijven als in overleg met de gemeente
wordt vastgesteld dat het geld in een volgend jaar besteed kan worden aan activiteiten
als bedoeld in artikel 2. Dit kunnen de activiteiten zijn waarvoor de specifieke uitkering
is verleend of vergelijkbare activiteiten die eveneens bijdragen aan de doelstelling
van de Regeling. Van de mogelijkheid om terugvordering achterwege te laten, wordt
alleen gebruikgemaakt bij wijze van uitzondering. In beginsel wordt de uitkering besteed
in het jaar waar de verlening betrekking op heeft. Dit geldt zowel voor de middelen
voor de uitvoering van een lokaal preventieakkoord of een lokale preventieaanpak.
Artikel II
In afwijking van de systematiek van vaste verandermomenten bij regelgeving treedt
deze wijzigingsregeling in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Hiervoor is gekozen omdat de wijziging
zo spoedig mogelijk gevolg moet hebben.
Daarnaast werkt deze wijziging terug tot en met 1 januari 2021. Dit is noodzakelijk
om mogelijk te maken dat gemeenten de middelen uit 2021 kunnen inzetten voor de uitvoering
van een lokaal preventieakkoord of een lokale preventieaanpak in 2022.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
M. van Ooijen