ARTIKEL I
De Regeling havenontvangstvoorzieningen wordt als volgt gewijzigd:
A
Het opschrift van paragraaf 1 komt te luiden:
B
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel a, wordt ‘scheepsafval en overige schadelijke stoffen dan wel restanten
van schadelijke stoffen’ vervangen door ‘scheepsafvalstoffen’.
2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b door een puntkomma worden
drie onderdelen toegevoegd, luidende:
- c. besluit:
-
Besluit havenontvangstvoorzieningen;
- d. havenbeheerder:
-
beheerder van een in de bijlage behorende bij artikel 10 van de Regeling havenontvangstvoorzieningen
aangewezen haven;
- e. S-formulier:
-
scheepsafvalstoffenformulier als bedoeld in de Bijlage behorende bij de artikelen
3, 4, 6, 6f en 6h, onder C, onderdeel 2, van de Regeling melden bedrijfsafvalstoffen
en gevaarlijke afvalstoffen.
C
Na artikel 1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 1a
Deze regeling berust mede op de artikelen 6c, derde lid, van de wet.
E
Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het tweede lid, komt te luiden:
2. In het derde lid wordt ‘artikel 6, zesde lid’ vervangen door ‘artikel 6c, eerste
lid’.
F
Artikel 5 komt te luiden:
Artikel 5
-
1. De houder van een havenontvangstvoorziening meldt binnen een maand na afloop van
ieder kalenderjaar aan de havenbeheerder op een door de havenbeheerder te bepalen
wijze de volgende gegevens over het desbetreffende kalenderjaar:
-
a. de som van de kosten, gemoeid met de inzameling, opslag en verwerking van de scheepsafvalstoffen,
opgesplitst per afvalcategorie;
-
b. de totale hoeveelheid ingezamelde, opgeslagen en verwerkte scheepsafvalstoffen, opgesplitst
per afvalcategorie.
-
2. De havenbeheerder neemt de gegevens op in de registratie, bedoeld in artikel 6c,
eerste lid, van de wet. De gegevens worden ten minste vijf jaar na de ontvangst ervan
bewaard. Op verzoek van Onze Minister verstrekt de havenbeheerder de gegevens uit
deze registratie, dan wel inlichtingen over de gegevens, op de in dat verzoek aangegeven
wijze.
G
Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel a, vervalt ‘X’ en wordt ‘6a’ vervangen door ‘6d’.
2. In onderdeel b, vervalt ‘Y’ en wordt ‘scheepsafval’ vervangen door ‘scheepsafvalstoffen’
en wordt ‘6a, derde lid’ vervangen door ‘6d, tweede lid’.
3. In onderdeel c, vervalt ‘Z’ en wordt ‘6a, zesde lid’ vervangen door ‘6d, derde lid’.
4. Onderdeel d vervalt onder verlettering van de onderdelen e en f tot d en e.
5. In onderdeel d (nieuw), wordt ‘ingezameld, opgeslagen en verwerkt scheepsafval’ vervangen
door ‘ingezamelde, opgeslagen en verwerkte scheepsafvalstoffen, opgesplitst per afvalcategorie,
met uitzondering van ladingresiduen’.
6. In onderdeel e (nieuw), wordt ‘overige schadelijke stoffen en restanten van schadelijke
stoffen’ vervangen door ‘ladingresiduen’.
I
Artikel 8 komt te luiden:
Artikel 8
-
1. De ambtenaren van de Inspectie Leefomgeving en Transport inspecteren ten minste 15%
van het totale aantal afzonderlijke schepen dat jaarlijks een Nederlandse haven aandoet.
Het totaal aantal afzonderlijke schepen dat een Nederlandse haven aandoet wordt berekend
als het gemiddelde aantal afzonderlijke schepen die zich de drie voorgaande kalenderjaren
aan SafeSeaNet hebben gemeld.
-
2. Schepen die buiten het toepassingsgebied van de richtlijn monitoring- en informatiesysteem
zeescheepvaart vallen worden door de ambtenaren van de Inspectie Leefomgeving en Transport
geïnspecteerd als hiertoe aanleiding bestaat.
J
Artikel 10 komt te luiden:
Artikel 10
De havenbeheerders van de in bijlage I aangewezen havens dragen zorg voor toereikende
havenontvangstvoorzieningen als bedoeld in artikel 2 van het besluit.
L
In artikel 15 wordt ‘kwartaal’ vervangen door ‘kalenderjaar’.
N
De Bijlage behorende bij artikel 10 van de Regeling havenontvangstvoorzieningen komt
te luiden:
Bijlage behorende bij artikel 10 van de Regeling havenontvangstvoorzieningen
|
Haven
|
Toereikende havenontvangstvoorzieningen voor:
|
|
| |
Bijlage I-Verdrag1
|
Bijlage II-Verdrag2
|
Bijlage IV-Verdrag3
|
Bijlage V-Verdrag4
|
Bijlage VI-Verdrag5
|
|
Amsterdam
|
X
|
X
|
X
|
X
|
X
|
|
Beverwijk
|
X
|
X
|
X
|
X
|
X
|
|
Breskens
|
X
|
|
X
|
|
|
|
Delfzijl
|
X
|
X
|
|
X
|
|
|
Den Helder
|
X
|
|
|
X
|
|
|
Den Oever
|
X
|
|
|
X
|
|
|
Dordrecht
|
X
|
X
|
|
X
|
|
|
Eemshaven
|
X
|
|
|
X
|
|
|
Harlingen
|
X
|
|
|
X
|
|
|
Lauwersoog
|
X
|
|
|
X
|
|
|
Maassluis
|
X
|
|
|
X
|
|
|
Moerdijk
|
X
|
X
|
|
X
|
|
|
Oudeschild
|
X
|
|
|
X
|
|
|
Rotterdam
|
X
|
X
|
X
|
X
|
X
|
|
Scheveningen
|
X
|
|
|
X
|
|
|
Schiedam
|
X
|
|
|
X
|
|
|
Stellendam
|
X
|
|
|
X
|
|
|
Terneuzen
|
X
|
X
|
|
X
|
|
|
Urk
|
X
|
|
|
X
|
|
|
Vlaardingen
|
X
|
X
|
|
X
|
|
|
Vlissingen
|
X
|
X
|
|
X
|
|
|
Velsen/IJmuiden
|
X
|
X
|
X
|
X
|
X
|
|
Yerseke
|
X
|
|
X
|
|
|
|
Zaandam
|
X
|
X
|
X
|
X
|
X
|
X Noot
1Olie en oliehoudende mengsels.
X Noot
2Schadelijke vloeistoffen.
X Noot
5Luchtverontreinigende stoffen.
ARTIKEL II
De Regeling meldingen en communicatie scheepvaart wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1, komt de definitie van ‘richtlijn havenontvangstvoorziening’ te luiden:
Richtlijn (EU) 2019/883 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 inzake
havenontvangstvoorzieningen voor de afvalafgifte van schepen, tot wijziging van Richtlijn
2010/65/EU en tot intrekking van Richtlijn 2000/59/EG (PbEU 2019, L 151)
B
In artikel 1a wordt na ‘artikel 3a van het Besluit meldingsformaliteiten en gegevensverwerkingen
scheepvaart’ ingevoegd ‘, artikel 35 van het Besluit voorkoming verontreiniging door
schepen’.
C
Artikel 6 komt te luiden:
Artikel 6. Afvalvooraanmelding
Een schip als bedoeld in artikel 12a, eerste lid, van de Wet voorkoming verontreiniging
door schepen dat onderweg is naar een in de bijlage behorende bij artikel 2 vermelde
haven, meldt aan de bevoegde autoriteit van de haven waarnaar het onderweg is, de
gegevens die worden genoemd in bijlage 2 van de richtlijn havenontvangstvoorzieningen.
D
In artikel 7, onderdeel c, wordt ‘artikel 35a van de Wet voorkoming verontreiniging
door schepen’ vervangen door ‘artikel 9c van het Besluit havenontvangstvoorzieningen.
Als een ontheffing namens de Minister wordt verleend, handelt de bevoegde autoriteit
overeenkomstig artikel 9c, derde lid, van het Besluit havenontvangstvoorzieningen’.
E
Aan artikel 8 wordt een lid toegevoegd, luidende:
-
5. De melding bedoeld in artikel 6b, tweede lid, van de Wet voorkoming verontreiniging
door schepen, geschiedt uiterlijk voor vertrek van het schip of zodra het afvalontvangstbewijs
is ontvangen door het schip.
F
Na artikel 9 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 9a. Werkelijke aankomst- en vertrektijd
De in de bijlage behorende bij artikel 2 aangewezen bevoegde autoriteit of plaatselijk
bevoegde autoriteit, verstrekt onverwijld aan SafeSeaNet, de werkelijke aankomsttijd
in de haven en de werkelijke vertrektijd uit de haven van elk schip dat valt onder
het toepassingsgebied van de richtlijn monitoring- en informatiesysteem zeescheepvaart,
alsook een identificatiecode van de betreffende haven.
G
Aan artikel 10, eerste lid, wordt toegevoegd ‘Via hetzelfde elektronisch portaal wordt
ook de melding op grond van artikel 6b, eerste lid, van de Wet voorkoming verontreiniging
door schepen gedaan’ en wordt ‘artikelen’ ingevoegd voor ‘3 tot en met 6’.
H
In artikel 17 wordt ‘artikel 6b, tweede lid, van de Wet voorkoming verontreiniging
door schepen en’ ingevoegd voor ‘artikel 11 van het besluit’.
ARTIKEL III
De Regeling voorkoming verontreiniging door schepen wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1, onderdeel o, wordt ‘Minister van Infrastructuur en Milieu’ vervangen
door ‘Minister van Infrastructuur en Waterstaat’.
C
Het opschrift van artikel 13 komt te luiden:
Artikel 13. Nadere regels met betrekking tot verboden lozingen onder het Verdrag
ARTIKEL IV
In artikel 2.22 van de Regeling tarieven scheepvaart 2005 wordt ‘artikel 35a, van
de Wet voorkoming verontreiniging door schepen’ vervangen door ‘artikel 9c van het
Besluit havenontvangstvoorzieningen’.
ARTIKEL V
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van
het Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
TOELICHTING
Algemeen
1. Inleiding
Het Internationaal Verdrag ter voorkoming van verontreiniging door schepen1 (hierna: MARPOL-verdrag) bevat regels over toegestane en verboden lozingen van scheepsafvalstoffen.
Het MARPOL-verdrag verplicht de verdragspartijen in verband daarmee te zorgen voor
toereikende havenontvangstvoorzieningen in hun havens. Met Richtlijn 2000/59/EG2 (hierna: Richtlijn 2000/59/EG) is hier in de Europese Unie invulling aan gegeven.
Richtlijn 2000/59/EG beoogt niet alleen zorg te dragen voor de beschikbaarheid van
toereikende havenontvangstvoorzieningen, maar beoogt tevens het gebruik van de voorzieningen
te vergroten.
Richtlijn 2000/59/EG is vervangen door Richtlijn (EU) 2019/8833 (hierna: de Richtlijn). Met deze nieuwe richtlijn wordt verder ingezet op het terugdringen
van lozingen van afval, met name van vuilnis als bedoeld in bijlage V van het MARPOL-verdrag,
en op het reduceren van de administratieve lasten door de bepalingen verder in overeenstemming
te brengen met het MARPOL-verdrag. Net als Richtlijn 2000/59/EG is de Richtlijn geïmplementeerd
in een aantal regelingen. Bij de implementatie is aangesloten bij de wijze waarop
Richtlijn 2000/59/EG is geïmplementeerd. Getracht is de bestaande praktijk en procedures
rond de afvalafgifte in de Nederlandse zeehavens zoveel mogelijk te behouden. Er is
sprake van een zuivere en lastenluwe implementatie.
Onderhavige wijzigingsregeling wijzigt de Regeling havenontvangstvoorzieningen, de
Regeling meldingen en communicatie scheepvaart, de Regeling voorkoming verontreiniging
door schepen en de Regeling tarieven scheepvaart 2005. De Richtlijn is tevens geïmplementeerd
door een wijziging van de Wet voorkoming verontreiniging door schepen (hierna: Wvvs)
en de Wet op de economische delicten. Ook het Besluit havenontvangstvoorzieningen,
het Activiteitenbesluit Milieubeheer, het Besluit activiteiten leefomgeving, het Besluit
voorkoming verontreiniging door schepen en het Besluit meldingsformaliteiten en gegevensverwerkingen
scheepvaart hebben wijzigingen ondergaan.
De memorie van toelichting bij de wet van 15 december 2021 bevat een grondig overzicht
van alle wijzigingen die voortvloeien uit de Richtlijn. Dit betreft ook onderdelen
die in de onderliggende regelingen zijn opgenomen. Daarom wordt voor deze wijzigingsregeling
grotendeels volstaan met een artikelsgewijze toelichting. Na de artikelsgewijze toelichting
is een transponeringstabel opgenomen. In de transponeringstabel is aangegeven welke
bepalingen van de Richtlijn met onderhavige regeling zijn geïmplementeerd.
2. Regeling havenontvangstvoorzieningen
De Regeling havenontvangstvoorzieningen is ingevoerd ter implementatie van Richtlijn
2000/59/EG. Ter implementatie van de nieuwe richtlijn, is de regeling met onderhavige
regeling gewijzigd. De terminologie afvalstoffen is aangepast aan de in de (gewijzigde)
Wvvs gehanteerde term ‘scheepsafvalstoffen’. Daarnaast zijn enkele verwijzingen naar de (gewijzigde) Wvvs aangepast.
Met onderhavige wijzigingsregeling is verder vastgesteld dat de houder van een havenontvangstvoorziening
bij de afmelding het zogenaamde S-formulier aan de havenbeheerder overhandigt. De
havenbeheerders zijn verplicht om de gegevens van het S-formulier op te nemen in hun
registratie. Het S-formulier is een reeds in de praktijk gehanteerd formulier waarop
de afgegeven hoeveelheden scheepsafvalstoffen worden genoteerd. Dit formulier wordt
vervolgens verstrekt aan de kapitein van het schip. De verplichting tot het uitreiken
van het S-formulier is geregeld in artikel 10.39 van de Wet milieubeheer en artikel
6, tweede lid, van de Regeling melden bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke stoffen.
Artikel 8 betreft de implementatie van de in artikel 11 van Richtlijn (EU) 2019/883
opgenomen inspectieverplichting. Minimaal 15% van het totale aantal afzonderlijke
schepen dat de Nederlandse havens aandoet moet worden geïnspecteerd door de Inspectie
Leefomgeving en Transport (hierna: ILT). Het betreft het totale aantal afzonderlijke
schepen die zich aan SafeSeaNet hebben gemeld. SafeSeaNet is het Europese platform
voor de uitwisseling van maritieme gegevens tussen de maritieme instanties van de
lidstaten van de Europese Unie, ten behoeve van het tegengaan van maritieme verontreiniging
en ongevallen op zee.
Het risicogebaseerde selectiemechanisme op basis waarvan de ILT zal beoordelen welke
schepen voor inspectie in aanmerking komen, is vastgesteld door Uitvoeringsverordening
(EU) 2022/90 van de Commissie van 21 januari 2022 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen
voor Richtlijn (EU) 2019/883 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de
nadere elementen van een risicogebaseerd Uniemechanisme voor de selectie van te inspecteren
schepen (PbEU 2022, L 15). Voor schepen die niet verplicht zijn zich aan SafeSeaNet
te melden zullen inspecties door de ILT plaatsvinden als daartoe aanleiding bestaat.
De bijlage bij artikel 10 is opnieuw vastgesteld. De tabel is geactualiseerd op basis
van de door de havenbeheerders verstrekte gegevens omtrent de afvalafgiftemogelijkheden
binnen hun haven. Daarnaast is ter verduidelijking verwezen naar de MARPOL-afvalcategorieën.
3. Regeling meldingen en communicatie scheepvaart
De Regeling meldingen en communicatie scheepvaart (hierna: RMCS) is opgesteld ter
implementatie van een deel van de Richtlijn 2010/65/EU van het Europees Parlement
en de Raad van 20 oktober 2010 betreffende meldingsformaliteiten voor schepen die
aankomen in of vertrekken uit havens van de lidstaten en tot intrekken van Richtlijn
2002/6/EEG (PbEU 2010, L 283) (hierna: Richtlijn 2010/65/EU). De RMCS bevat verschillende
meldingsformaliteiten voor schepen. De ingetrokken Richtlijn 2000/59/EG schreef voor
dat schepen melding moesten doen van het aanwezige afval aan boord. Deze afvalvooraanmelding
komt ook terug in de (nieuwe) Richtlijn.
In lijn met de Richtlijn is met onderhavige wijzigingsregeling bepaald dat de gegevens
van het afvalontvangstbewijs, uiterlijk bij vertrek van het schip moeten worden gemeld
aan SafeSeaNet. De wijziging is opgenomen in de RMCS, omdat in deze regeling ook het
tijdstip van de overige meldingsformaliteiten wordt bepaald. Als bij het vertrek van
het schip uit de haven de gegevens nog niet zijn ontvangen, dan worden ze alsnog aan
SafeSeaNet gemeld zodra de gegevens door het schip zijn ontvangen. Dit betreft de
implementatie van artikel 7, derde lid, van de Richtlijn.
4. Regeling voorkoming verontreiniging door schepen
Doordat in de (gewijzigde) Wvvs een definitie van de Richtlijn is opgenomen, kon deze
richtlijn niet opnieuw worden aangewezen in de Regeling voorkoming verontreiniging
door schepen. Artikel 1a is daardoor komen te vervallen. Daarnaast zijn een tweetal
tekstuele verbeteringen doorgevoerd.
5. Regeling tarieven scheepvaart 2005
De Regeling tarieven scheepvaart 2005 bevat een opsomming van de tarieven die door
de ILT worden geheven als bepaalde ontheffingen worden aangevraagd. Artikel 2.22 is
aangepast, omdat een ontheffing niet meer op grond van artikel 35a van de Wvvs wordt
verleend, maar op grond van artikel 9c van het Besluit havenontvangstvoorzieningen.
6. Uitvoerings-en handhavingsaspecten
Voor de uitvoering en handhaving van onderhavige regeling heeft de Inspectie Leefomgeving
en Transport (hierna: ILT) een belangrijke rol. De ILT concludeert dat de regelgeving
duidelijk en specifiek is geformuleerd, maar dat er ook aandachtspunten zijn. Opnieuw
benadrukt de ILT het belang van een goede communicatie richting en afstemming met
de betrokken partijen over de consequenties van de Richtlijn. Geconcludeerd wordt
dat de regelgeving fraudebestendig is.
Naar aanleiding van de HUF-toets is in artikel 5, tweede lid, van de Regeling havenontvangstvoorzieningen
verduidelijkt dat de gegevens moeten worden verstrekt op een door Onze Minister te
bepalen wijze. Op basis hiervan kan de ILT ervoor zorgen dat gegevens door de havenbeheerders
op uniforme wijze alsmede digitaal kunnen worden aangeleverd.
7. Gevolgen
De gevolgen van de Richtlijn zijn toegelicht in paragraaf 9 van de memorie van toelichting
bij de wet van 15 december 2021 ter implementatie van de Richtlijn.4
8. Advies en consultatie
Hoewel het strikte implementatie van een Europese richtlijn betreft werd deze wijzigingsregeling
ter informatie voorgelegd aan belanghebbenden (o.a. havenbeheerders en Rijkswaterstaat
als beheerder van SafeSeaNet).
Er heeft geen internetconsultatie plaatsgevonden omdat de consultatie niet in betekenende
mate kan leiden tot aanpassing van de regeling aangezien het hier om implementatie
van een richtlijn gaat waarbij geen nationale beleidsruimte is.5 Daarnaast gaat het hier om aanpassingsregelgeving zonder noemenswaardige gevolgen
voor burgers, bedrijven en instellingen.
Het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) heeft het dossier niet geselecteerd voor
een formeel advies, omdat het naar verwachting geen (omvangrijke) gevolgen voor de
regeldruk heeft.
9. Inwerkingtreding
Onderhavige regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
Op grond van het kabinetsbesluit tot instelling van vaste verandermomenten en Aanwijzing
4.17, tweede lid, Aanwijzingen voor de regelgeving, dient een regeling op één van
de vier vaste verandermomenten in werking te treden. Implementatie van Europese of
internationale regelgeving is één van de uitzonderingsgronden met betrekking tot het
beleid ten aanzien van de vaste verandermomenten van regelgeving, waarvan voor deze
wijzigingsregeling gebruik wordt gemaakt. Om dezelfde reden wordt, op grond van Aanwijzing
4.17, vierde en vijfde lid, Aanwijzingen voor de regelgeving, afgeweken van de minimumpublicatietermijn
van twee maanden.
Artikelsgewijs
Artikel I (Regeling havenontvangstvoorzieningen)
Onderdeel B
Met deze wijziging zijn een aantal voor deze regeling benodigde definities opgenomen.
Onderdeel C
Door de wijziging van de Wvvs is een omhangbepaling nodig voor de afmelding en de
registratieverplichting van de havenbeheerder.
Onderdeel D
Dit artikel is overbodig geworden, omdat in de (gewijzigde) Wvvs wordt gedefinieerd
welke richtlijn wordt bedoeld.
Onderdeel E
Voor de afmelding is het voldoende dat de houder van de havenontvangstvoorziening
het S-formulier verstrekt aan de havenbeheerder. Het S-formulier is als bijlage opgenomen
bij de Regeling melden bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen
Onderdeel F
Vanuit de sector is aangegeven dat een melding per kwartaal niet haalbaar is. Daarom
is gekozen voor een jaarlijkse melding van de gegevens over de bij de havenontvangstvoorziening
afgegeven scheepsafvalstoffen en daarmee samenhangende kosten. De gegevens moeten
per afvalcategorie worden verstrekt. De afvalcategorieën zijn de MARPOL-afvalcategorieën.
Daarnaast worden ook gegevens verstrekt over het afgegeven passief opgevist afval.
De gegevens moeten worden verstrekt op een door de ontvanger te bepalen wijze.
Onderdeel G
Met deze wijziging is het artikel in lijn gebracht met de (gewijzigde) Wvvs.
Onderdeel H
Paragraaf 5 vervalt omdat de samenstelling van de indirecte bijdrage is opgenomen
in artikel 9a van het Besluit havenontvangstvoorzieningen.
Onderdeel I
Zie het algemeen deel van de toelichting van deze wijzigingsregeling en paragraaf
4.7 van de memorie van toelichting bij het voorstel van wet ter implementatie van
de tweede richtlijn havenontvangstvoorzieningen.6
Onderdeel J
Wegens de wijziging van artikel 6, eerste lid, van de Wvvs, is artikel 10 aangepast.
Onderdeel K
Artikel 4, derde lid, van Richtlijn (EU) 2019/883 bepaalt dat een klacht over een
ontoereikende havenontvangstvoorziening wordt gemeld via het daarvoor bestemde IMO-formulier
(MEPC.1/Circ. 834/Rev. 1). Door de wijziging van artikel 8, eerste lid, van het Besluit
havenontvangstvoorziening, is deze paragraaf overbodig geworden.
Onderdeel L
Ook in artikel 15 is aangepast dat de meldingen jaarlijks plaatsvinden in plaats van
elk kwartaal.
Onderdeel N
Zie het algemeen deel van de toelichting van deze wijzigingsregeling.
Artikel II (Regeling meldingen en communicatie scheepvaart)
Onderdeel B
Op grond van artikel 35 van het Besluit ter voorkoming verontreiniging is in deze
regeling bepaald wanneer de melding van het afvalontvangstbewijs aan SafeSeaNet moet
plaatsvinden. Dit betreft de implementatie van artikel 7, derde lid, van Richtlijn
(EU) 2019/883.
Onderdeel C
De tekst van het artikel is in lijn gebracht met de (gewijzigde) Wvvs. Voorafgaand
aan een havenaanloop moeten schepen die onder het toepassingsgebied van Richtlijn
2002/59/EG7 de in bijlage 2 bij Richtlijn (EU) 2019/883 opgenomen gegevens melden. Door de verwijzing
naar Richtlijn 2002/59/EG is de categorie van schepen die zich moeten melden gewijzigd.
Zie hierover paragraaf 4.3 van de memorie van toelichting bij het voorstel van wet
ter implementatie van de tweede richtlijn havenontvangstvoorzieningen.8
Onderdeel D
Onderdeel c is gewijzigd doordat in plaats van in artikel 35a van de Wvvs, de ontheffingsmogelijkheden
worden opgenomen in artikel 9c van het Besluit havenontvangstvoorzieningen. Als een
bevoegde autoriteit een ontheffing verleend, dan wordt voor deze ontheffing het vrijstellingscertificaat
(bijlage 5 bij Richtlijn (EU) 2019/883) afgegeven en de gegevens ervan gemeld aan
SafeSeaNet.
Onderdeel E
Dit artikel bepaalt het tijdstip waarop de melding van de gegevens van het afvalontvangstbewijs
moet plaatsvinden. Zie hierover paragraaf 4.9 van de memorie van toelichting bij het
voorstel van wet ter implementatie van de tweede richtlijn havenontvangstvoorzieningen.9
Onderdeel F
Het nieuwe artikel 9a implementeert artikel 13, tweede lid, onderdeel a, van Richtlijn
(EU) 2019/883. Door de plaatselijk bevoegde autoriteit of bevoegde autoriteit van
de haven waar het schip is aangemeerd of vertrokken, wordt aan SafeSeaNet de werkelijke
aankomsttijd- en vertrektijd verstrekt.
Onderdeel G
Met deze wijziging wordt geregeld dat de melding van het afvalontvangstbewijs wordt
gedaan via het daartoe ingerichte maritiem single window.
Onderdeel H
Met deze wijziging is bepaald dat de melding van de gegevens van het afvalontvangstbewijs
moet gebeuren in lijn met het Interface and Functionalities Control Document (hierna:
IFCD). In dit IFCD worden voor het verzenden van elektronische berichten binnen SafeSeaNet
regels opgesteld. Het IFCD bevat bijvoorbeeld een beschrijving van de capaciteitsvereisten
en de procedures die gelden voor de nationale en centrale onderdelen van SafeSeaNet
die bedoeld zijn om te zorgen voor de naleving van de desbetreffende communautaire
wetgeving.
Artikel III (Inwerkingtredingsbepaling)
De regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de
Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Zie paragraaf 9 van het algemeen deel van
de toelichting over het afwijken van de vaste verandermomenten.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
M.G.J. Harbers