Regeling van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, van 17 mei 2022, nr. IENW/BSK-2022/95942, tot wijziging van de Regeling havenontvangstvoorziening en andere regelingen ter implementatie van Richtlijn (EU) 2019/883 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 inzake havenontvangstvoorzieningen voor de afvalafgifte van schepen, tot wijziging van Richtlijn 2010/65/EU en tot intrekking van Richtlijn 2000/59/EG (PbEU 2019, L 151) (Implementatieregeling tweede richtlijn havenontvangstvoorzieningen)

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op de artikelen 6c, derde lid, 12a, eerste lid, en 18 van de Wet voorkoming verontreiniging door schepen, de artikelen 2, eerste lid, en 9c, eerste lid, van het Besluit havenontvangstvoorzieningen en artikel 35 van het Besluit voorkoming verontreiniging door schepen;

BESLUIT:

ARTIKEL I

De Regeling havenontvangstvoorzieningen wordt als volgt gewijzigd:

A

Het opschrift van paragraaf 1 komt te luiden:

§ 1. Algemene bepalingen

B

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a, wordt ‘scheepsafval en overige schadelijke stoffen dan wel restanten van schadelijke stoffen’ vervangen door ‘scheepsafvalstoffen’.

2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b door een puntkomma worden drie onderdelen toegevoegd, luidende:

c. besluit:

Besluit havenontvangstvoorzieningen;

d. havenbeheerder:

beheerder van een in de bijlage behorende bij artikel 10 van de Regeling havenontvangstvoorzieningen aangewezen haven;

e. S-formulier:

scheepsafvalstoffenformulier als bedoeld in de Bijlage behorende bij de artikelen 3, 4, 6, 6f en 6h, onder C, onderdeel 2, van de Regeling melden bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen.

C

Na artikel 1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 1a

Deze regeling berust mede op de artikelen 6c, derde lid, van de wet.

D

Paragraaf 2 vervalt.

E

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid, komt te luiden:

  • 2. De afmelding gaat vergezeld van het S-formulier.

2. In het derde lid wordt ‘artikel 6, zesde lid’ vervangen door ‘artikel 6c, eerste lid’.

F

Artikel 5 komt te luiden:

Artikel 5

  • 1. De houder van een havenontvangstvoorziening meldt binnen een maand na afloop van ieder kalenderjaar aan de havenbeheerder op een door de havenbeheerder te bepalen wijze de volgende gegevens over het desbetreffende kalenderjaar:

    • a. de som van de kosten, gemoeid met de inzameling, opslag en verwerking van de scheepsafvalstoffen, opgesplitst per afvalcategorie;

    • b. de totale hoeveelheid ingezamelde, opgeslagen en verwerkte scheepsafvalstoffen, opgesplitst per afvalcategorie.

  • 2. De havenbeheerder neemt de gegevens op in de registratie, bedoeld in artikel 6c, eerste lid, van de wet. De gegevens worden ten minste vijf jaar na de ontvangst ervan bewaard. Op verzoek van Onze Minister verstrekt de havenbeheerder de gegevens uit deze registratie, dan wel inlichtingen over de gegevens, op de in dat verzoek aangegeven wijze.

G

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a, vervalt ‘X’ en wordt ‘6a’ vervangen door ‘6d’.

2. In onderdeel b, vervalt ‘Y’ en wordt ‘scheepsafval’ vervangen door ‘scheepsafvalstoffen’ en wordt ‘6a, derde lid’ vervangen door ‘6d, tweede lid’.

3. In onderdeel c, vervalt ‘Z’ en wordt ‘6a, zesde lid’ vervangen door ‘6d, derde lid’.

4. Onderdeel d vervalt onder verlettering van de onderdelen e en f tot d en e.

5. In onderdeel d (nieuw), wordt ‘ingezameld, opgeslagen en verwerkt scheepsafval’ vervangen door ‘ingezamelde, opgeslagen en verwerkte scheepsafvalstoffen, opgesplitst per afvalcategorie, met uitzondering van ladingresiduen’.

6. In onderdeel e (nieuw), wordt ‘overige schadelijke stoffen en restanten van schadelijke stoffen’ vervangen door ‘ladingresiduen’.

H

Paragraaf 5 vervalt.

I

Artikel 8 komt te luiden:

Artikel 8

  • 1. De ambtenaren van de Inspectie Leefomgeving en Transport inspecteren ten minste 15% van het totale aantal afzonderlijke schepen dat jaarlijks een Nederlandse haven aandoet. Het totaal aantal afzonderlijke schepen dat een Nederlandse haven aandoet wordt berekend als het gemiddelde aantal afzonderlijke schepen die zich de drie voorgaande kalenderjaren aan SafeSeaNet hebben gemeld.

  • 2. Schepen die buiten het toepassingsgebied van de richtlijn monitoring- en informatiesysteem zeescheepvaart vallen worden door de ambtenaren van de Inspectie Leefomgeving en Transport geïnspecteerd als hiertoe aanleiding bestaat.

J

Artikel 10 komt te luiden:

Artikel 10

De havenbeheerders van de in bijlage I aangewezen havens dragen zorg voor toereikende havenontvangstvoorzieningen als bedoeld in artikel 2 van het besluit.

K

Paragraaf 10 vervalt.

L

In artikel 15 wordt ‘kwartaal’ vervangen door ‘kalenderjaar’.

M

Artikel 16 vervalt.

N

De Bijlage behorende bij artikel 10 van de Regeling havenontvangstvoorzieningen komt te luiden:

Bijlage behorende bij artikel 10 van de Regeling havenontvangstvoorzieningen

Haven

Toereikende havenontvangstvoorzieningen voor:

 
 

Bijlage I-Verdrag1

Bijlage II-Verdrag2

Bijlage IV-Verdrag3

Bijlage V-Verdrag4

Bijlage VI-Verdrag5

Amsterdam

X

X

X

X

X

Beverwijk

X

X

X

X

X

Breskens

X

 

X

   

Delfzijl

X

X

 

X

 

Den Helder

X

   

X

 

Den Oever

X

   

X

 

Dordrecht

X

X

 

X

 

Eemshaven

X

   

X

 

Harlingen

X

   

X

 

Lauwersoog

X

   

X

 

Maassluis

X

   

X

 

Moerdijk

X

X

 

X

 

Oudeschild

X

   

X

 

Rotterdam

X

X

X

X

X

Scheveningen

X

   

X

 

Schiedam

X

   

X

 

Stellendam

X

   

X

 

Terneuzen

X

X

 

X

 

Urk

X

   

X

 

Vlaardingen

X

X

 

X

 

Vlissingen

X

X

 

X

 

Velsen/IJmuiden

X

X

X

X

X

Yerseke

X

 

X

   

Zaandam

X

X

X

X

X

X Noot
1

Olie en oliehoudende mengsels.

X Noot
2

Schadelijke vloeistoffen.

X Noot
3

Sanitair afval.

X Noot
4

Vuilnis.

X Noot
5

Luchtverontreinigende stoffen.

ARTIKEL II

De Regeling meldingen en communicatie scheepvaart wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, komt de definitie van ‘richtlijn havenontvangstvoorziening’ te luiden:

Richtlijn (EU) 2019/883 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 inzake havenontvangstvoorzieningen voor de afvalafgifte van schepen, tot wijziging van Richtlijn 2010/65/EU en tot intrekking van Richtlijn 2000/59/EG (PbEU 2019, L 151)

B

In artikel 1a wordt na ‘artikel 3a van het Besluit meldingsformaliteiten en gegevensverwerkingen scheepvaart’ ingevoegd ‘, artikel 35 van het Besluit voorkoming verontreiniging door schepen’.

C

Artikel 6 komt te luiden:

Artikel 6. Afvalvooraanmelding

Een schip als bedoeld in artikel 12a, eerste lid, van de Wet voorkoming verontreiniging door schepen dat onderweg is naar een in de bijlage behorende bij artikel 2 vermelde haven, meldt aan de bevoegde autoriteit van de haven waarnaar het onderweg is, de gegevens die worden genoemd in bijlage 2 van de richtlijn havenontvangstvoorzieningen.

D

In artikel 7, onderdeel c, wordt ‘artikel 35a van de Wet voorkoming verontreiniging door schepen’ vervangen door ‘artikel 9c van het Besluit havenontvangstvoorzieningen. Als een ontheffing namens de Minister wordt verleend, handelt de bevoegde autoriteit overeenkomstig artikel 9c, derde lid, van het Besluit havenontvangstvoorzieningen’.

E

Aan artikel 8 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 5. De melding bedoeld in artikel 6b, tweede lid, van de Wet voorkoming verontreiniging door schepen, geschiedt uiterlijk voor vertrek van het schip of zodra het afvalontvangstbewijs is ontvangen door het schip.

F

Na artikel 9 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 9a. Werkelijke aankomst- en vertrektijd

De in de bijlage behorende bij artikel 2 aangewezen bevoegde autoriteit of plaatselijk bevoegde autoriteit, verstrekt onverwijld aan SafeSeaNet, de werkelijke aankomsttijd in de haven en de werkelijke vertrektijd uit de haven van elk schip dat valt onder het toepassingsgebied van de richtlijn monitoring- en informatiesysteem zeescheepvaart, alsook een identificatiecode van de betreffende haven.

G

Aan artikel 10, eerste lid, wordt toegevoegd ‘Via hetzelfde elektronisch portaal wordt ook de melding op grond van artikel 6b, eerste lid, van de Wet voorkoming verontreiniging door schepen gedaan’ en wordt ‘artikelen’ ingevoegd voor ‘3 tot en met 6’.

H

In artikel 17 wordt ‘artikel 6b, tweede lid, van de Wet voorkoming verontreiniging door schepen en’ ingevoegd voor ‘artikel 11 van het besluit’.

ARTIKEL III

De Regeling voorkoming verontreiniging door schepen wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, onderdeel o, wordt ‘Minister van Infrastructuur en Milieu’ vervangen door ‘Minister van Infrastructuur en Waterstaat’.

B

Artikel 1a vervalt.

C

Het opschrift van artikel 13 komt te luiden:

Artikel 13. Nadere regels met betrekking tot verboden lozingen onder het Verdrag

ARTIKEL IV

In artikel 2.22 van de Regeling tarieven scheepvaart 2005 wordt ‘artikel 35a, van de Wet voorkoming verontreiniging door schepen’ vervangen door ‘artikel 9c van het Besluit havenontvangstvoorzieningen’.

ARTIKEL V

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, M.G.J. Harbers

TOELICHTING

Algemeen

1. Inleiding

Het Internationaal Verdrag ter voorkoming van verontreiniging door schepen1 (hierna: MARPOL-verdrag) bevat regels over toegestane en verboden lozingen van scheepsafvalstoffen. Het MARPOL-verdrag verplicht de verdragspartijen in verband daarmee te zorgen voor toereikende havenontvangstvoorzieningen in hun havens. Met Richtlijn 2000/59/EG2 (hierna: Richtlijn 2000/59/EG) is hier in de Europese Unie invulling aan gegeven. Richtlijn 2000/59/EG beoogt niet alleen zorg te dragen voor de beschikbaarheid van toereikende havenontvangstvoorzieningen, maar beoogt tevens het gebruik van de voorzieningen te vergroten.

Richtlijn 2000/59/EG is vervangen door Richtlijn (EU) 2019/8833 (hierna: de Richtlijn). Met deze nieuwe richtlijn wordt verder ingezet op het terugdringen van lozingen van afval, met name van vuilnis als bedoeld in bijlage V van het MARPOL-verdrag, en op het reduceren van de administratieve lasten door de bepalingen verder in overeenstemming te brengen met het MARPOL-verdrag. Net als Richtlijn 2000/59/EG is de Richtlijn geïmplementeerd in een aantal regelingen. Bij de implementatie is aangesloten bij de wijze waarop Richtlijn 2000/59/EG is geïmplementeerd. Getracht is de bestaande praktijk en procedures rond de afvalafgifte in de Nederlandse zeehavens zoveel mogelijk te behouden. Er is sprake van een zuivere en lastenluwe implementatie.

Onderhavige wijzigingsregeling wijzigt de Regeling havenontvangstvoorzieningen, de Regeling meldingen en communicatie scheepvaart, de Regeling voorkoming verontreiniging door schepen en de Regeling tarieven scheepvaart 2005. De Richtlijn is tevens geïmplementeerd door een wijziging van de Wet voorkoming verontreiniging door schepen (hierna: Wvvs) en de Wet op de economische delicten. Ook het Besluit havenontvangstvoorzieningen, het Activiteitenbesluit Milieubeheer, het Besluit activiteiten leefomgeving, het Besluit voorkoming verontreiniging door schepen en het Besluit meldingsformaliteiten en gegevensverwerkingen scheepvaart hebben wijzigingen ondergaan.

De memorie van toelichting bij de wet van 15 december 2021 bevat een grondig overzicht van alle wijzigingen die voortvloeien uit de Richtlijn. Dit betreft ook onderdelen die in de onderliggende regelingen zijn opgenomen. Daarom wordt voor deze wijzigingsregeling grotendeels volstaan met een artikelsgewijze toelichting. Na de artikelsgewijze toelichting is een transponeringstabel opgenomen. In de transponeringstabel is aangegeven welke bepalingen van de Richtlijn met onderhavige regeling zijn geïmplementeerd.

2. Regeling havenontvangstvoorzieningen

De Regeling havenontvangstvoorzieningen is ingevoerd ter implementatie van Richtlijn 2000/59/EG. Ter implementatie van de nieuwe richtlijn, is de regeling met onderhavige regeling gewijzigd. De terminologie afvalstoffen is aangepast aan de in de (gewijzigde) Wvvs gehanteerde term ‘scheepsafvalstoffen’. Daarnaast zijn enkele verwijzingen naar de (gewijzigde) Wvvs aangepast.

Met onderhavige wijzigingsregeling is verder vastgesteld dat de houder van een havenontvangstvoorziening bij de afmelding het zogenaamde S-formulier aan de havenbeheerder overhandigt. De havenbeheerders zijn verplicht om de gegevens van het S-formulier op te nemen in hun registratie. Het S-formulier is een reeds in de praktijk gehanteerd formulier waarop de afgegeven hoeveelheden scheepsafvalstoffen worden genoteerd. Dit formulier wordt vervolgens verstrekt aan de kapitein van het schip. De verplichting tot het uitreiken van het S-formulier is geregeld in artikel 10.39 van de Wet milieubeheer en artikel 6, tweede lid, van de Regeling melden bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke stoffen.

Artikel 8 betreft de implementatie van de in artikel 11 van Richtlijn (EU) 2019/883 opgenomen inspectieverplichting. Minimaal 15% van het totale aantal afzonderlijke schepen dat de Nederlandse havens aandoet moet worden geïnspecteerd door de Inspectie Leefomgeving en Transport (hierna: ILT). Het betreft het totale aantal afzonderlijke schepen die zich aan SafeSeaNet hebben gemeld. SafeSeaNet is het Europese platform voor de uitwisseling van maritieme gegevens tussen de maritieme instanties van de lidstaten van de Europese Unie, ten behoeve van het tegengaan van maritieme verontreiniging en ongevallen op zee.

Het risicogebaseerde selectiemechanisme op basis waarvan de ILT zal beoordelen welke schepen voor inspectie in aanmerking komen, is vastgesteld door Uitvoeringsverordening (EU) 2022/90 van de Commissie van 21 januari 2022 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Richtlijn (EU) 2019/883 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de nadere elementen van een risicogebaseerd Uniemechanisme voor de selectie van te inspecteren schepen (PbEU 2022, L 15). Voor schepen die niet verplicht zijn zich aan SafeSeaNet te melden zullen inspecties door de ILT plaatsvinden als daartoe aanleiding bestaat.

De bijlage bij artikel 10 is opnieuw vastgesteld. De tabel is geactualiseerd op basis van de door de havenbeheerders verstrekte gegevens omtrent de afvalafgiftemogelijkheden binnen hun haven. Daarnaast is ter verduidelijking verwezen naar de MARPOL-afvalcategorieën.

3. Regeling meldingen en communicatie scheepvaart

De Regeling meldingen en communicatie scheepvaart (hierna: RMCS) is opgesteld ter implementatie van een deel van de Richtlijn 2010/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 20 oktober 2010 betreffende meldingsformaliteiten voor schepen die aankomen in of vertrekken uit havens van de lidstaten en tot intrekken van Richtlijn 2002/6/EEG (PbEU 2010, L 283) (hierna: Richtlijn 2010/65/EU). De RMCS bevat verschillende meldingsformaliteiten voor schepen. De ingetrokken Richtlijn 2000/59/EG schreef voor dat schepen melding moesten doen van het aanwezige afval aan boord. Deze afvalvooraanmelding komt ook terug in de (nieuwe) Richtlijn.

In lijn met de Richtlijn is met onderhavige wijzigingsregeling bepaald dat de gegevens van het afvalontvangstbewijs, uiterlijk bij vertrek van het schip moeten worden gemeld aan SafeSeaNet. De wijziging is opgenomen in de RMCS, omdat in deze regeling ook het tijdstip van de overige meldingsformaliteiten wordt bepaald. Als bij het vertrek van het schip uit de haven de gegevens nog niet zijn ontvangen, dan worden ze alsnog aan SafeSeaNet gemeld zodra de gegevens door het schip zijn ontvangen. Dit betreft de implementatie van artikel 7, derde lid, van de Richtlijn.

4. Regeling voorkoming verontreiniging door schepen

Doordat in de (gewijzigde) Wvvs een definitie van de Richtlijn is opgenomen, kon deze richtlijn niet opnieuw worden aangewezen in de Regeling voorkoming verontreiniging door schepen. Artikel 1a is daardoor komen te vervallen. Daarnaast zijn een tweetal tekstuele verbeteringen doorgevoerd.

5. Regeling tarieven scheepvaart 2005

De Regeling tarieven scheepvaart 2005 bevat een opsomming van de tarieven die door de ILT worden geheven als bepaalde ontheffingen worden aangevraagd. Artikel 2.22 is aangepast, omdat een ontheffing niet meer op grond van artikel 35a van de Wvvs wordt verleend, maar op grond van artikel 9c van het Besluit havenontvangstvoorzieningen.

6. Uitvoerings-en handhavingsaspecten

Voor de uitvoering en handhaving van onderhavige regeling heeft de Inspectie Leefomgeving en Transport (hierna: ILT) een belangrijke rol. De ILT concludeert dat de regelgeving duidelijk en specifiek is geformuleerd, maar dat er ook aandachtspunten zijn. Opnieuw benadrukt de ILT het belang van een goede communicatie richting en afstemming met de betrokken partijen over de consequenties van de Richtlijn. Geconcludeerd wordt dat de regelgeving fraudebestendig is.

Naar aanleiding van de HUF-toets is in artikel 5, tweede lid, van de Regeling havenontvangstvoorzieningen verduidelijkt dat de gegevens moeten worden verstrekt op een door Onze Minister te bepalen wijze. Op basis hiervan kan de ILT ervoor zorgen dat gegevens door de havenbeheerders op uniforme wijze alsmede digitaal kunnen worden aangeleverd.

7. Gevolgen

De gevolgen van de Richtlijn zijn toegelicht in paragraaf 9 van de memorie van toelichting bij de wet van 15 december 2021 ter implementatie van de Richtlijn.4

8. Advies en consultatie

Hoewel het strikte implementatie van een Europese richtlijn betreft werd deze wijzigingsregeling ter informatie voorgelegd aan belanghebbenden (o.a. havenbeheerders en Rijkswaterstaat als beheerder van SafeSeaNet).

Er heeft geen internetconsultatie plaatsgevonden omdat de consultatie niet in betekenende mate kan leiden tot aanpassing van de regeling aangezien het hier om implementatie van een richtlijn gaat waarbij geen nationale beleidsruimte is.5 Daarnaast gaat het hier om aanpassingsregelgeving zonder noemenswaardige gevolgen voor burgers, bedrijven en instellingen.

Het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat het naar verwachting geen (omvangrijke) gevolgen voor de regeldruk heeft.

9. Inwerkingtreding

Onderhavige regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Op grond van het kabinetsbesluit tot instelling van vaste verandermomenten en Aanwijzing 4.17, tweede lid, Aanwijzingen voor de regelgeving, dient een regeling op één van de vier vaste verandermomenten in werking te treden. Implementatie van Europese of internationale regelgeving is één van de uitzonderingsgronden met betrekking tot het beleid ten aanzien van de vaste verandermomenten van regelgeving, waarvan voor deze wijzigingsregeling gebruik wordt gemaakt. Om dezelfde reden wordt, op grond van Aanwijzing 4.17, vierde en vijfde lid, Aanwijzingen voor de regelgeving, afgeweken van de minimumpublicatietermijn van twee maanden.

Artikelsgewijs

Artikel I (Regeling havenontvangstvoorzieningen)

Onderdeel B

Met deze wijziging zijn een aantal voor deze regeling benodigde definities opgenomen.

Onderdeel C

Door de wijziging van de Wvvs is een omhangbepaling nodig voor de afmelding en de registratieverplichting van de havenbeheerder.

Onderdeel D

Dit artikel is overbodig geworden, omdat in de (gewijzigde) Wvvs wordt gedefinieerd welke richtlijn wordt bedoeld.

Onderdeel E

Voor de afmelding is het voldoende dat de houder van de havenontvangstvoorziening het S-formulier verstrekt aan de havenbeheerder. Het S-formulier is als bijlage opgenomen bij de Regeling melden bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen

Onderdeel F

Vanuit de sector is aangegeven dat een melding per kwartaal niet haalbaar is. Daarom is gekozen voor een jaarlijkse melding van de gegevens over de bij de havenontvangstvoorziening afgegeven scheepsafvalstoffen en daarmee samenhangende kosten. De gegevens moeten per afvalcategorie worden verstrekt. De afvalcategorieën zijn de MARPOL-afvalcategorieën. Daarnaast worden ook gegevens verstrekt over het afgegeven passief opgevist afval. De gegevens moeten worden verstrekt op een door de ontvanger te bepalen wijze.

Onderdeel G

Met deze wijziging is het artikel in lijn gebracht met de (gewijzigde) Wvvs.

Onderdeel H

Paragraaf 5 vervalt omdat de samenstelling van de indirecte bijdrage is opgenomen in artikel 9a van het Besluit havenontvangstvoorzieningen.

Onderdeel I

Zie het algemeen deel van de toelichting van deze wijzigingsregeling en paragraaf 4.7 van de memorie van toelichting bij het voorstel van wet ter implementatie van de tweede richtlijn havenontvangstvoorzieningen.6

Onderdeel J

Wegens de wijziging van artikel 6, eerste lid, van de Wvvs, is artikel 10 aangepast.

Onderdeel K

Artikel 4, derde lid, van Richtlijn (EU) 2019/883 bepaalt dat een klacht over een ontoereikende havenontvangstvoorziening wordt gemeld via het daarvoor bestemde IMO-formulier (MEPC.1/Circ. 834/Rev. 1). Door de wijziging van artikel 8, eerste lid, van het Besluit havenontvangstvoorziening, is deze paragraaf overbodig geworden.

Onderdeel L

Ook in artikel 15 is aangepast dat de meldingen jaarlijks plaatsvinden in plaats van elk kwartaal.

Onderdeel N

Zie het algemeen deel van de toelichting van deze wijzigingsregeling.

Artikel II (Regeling meldingen en communicatie scheepvaart)

Onderdeel B

Op grond van artikel 35 van het Besluit ter voorkoming verontreiniging is in deze regeling bepaald wanneer de melding van het afvalontvangstbewijs aan SafeSeaNet moet plaatsvinden. Dit betreft de implementatie van artikel 7, derde lid, van Richtlijn (EU) 2019/883.

Onderdeel C

De tekst van het artikel is in lijn gebracht met de (gewijzigde) Wvvs. Voorafgaand aan een havenaanloop moeten schepen die onder het toepassingsgebied van Richtlijn 2002/59/EG7 de in bijlage 2 bij Richtlijn (EU) 2019/883 opgenomen gegevens melden. Door de verwijzing naar Richtlijn 2002/59/EG is de categorie van schepen die zich moeten melden gewijzigd. Zie hierover paragraaf 4.3 van de memorie van toelichting bij het voorstel van wet ter implementatie van de tweede richtlijn havenontvangstvoorzieningen.8

Onderdeel D

Onderdeel c is gewijzigd doordat in plaats van in artikel 35a van de Wvvs, de ontheffingsmogelijkheden worden opgenomen in artikel 9c van het Besluit havenontvangstvoorzieningen. Als een bevoegde autoriteit een ontheffing verleend, dan wordt voor deze ontheffing het vrijstellingscertificaat (bijlage 5 bij Richtlijn (EU) 2019/883) afgegeven en de gegevens ervan gemeld aan SafeSeaNet.

Onderdeel E

Dit artikel bepaalt het tijdstip waarop de melding van de gegevens van het afvalontvangstbewijs moet plaatsvinden. Zie hierover paragraaf 4.9 van de memorie van toelichting bij het voorstel van wet ter implementatie van de tweede richtlijn havenontvangstvoorzieningen.9

Onderdeel F

Het nieuwe artikel 9a implementeert artikel 13, tweede lid, onderdeel a, van Richtlijn (EU) 2019/883. Door de plaatselijk bevoegde autoriteit of bevoegde autoriteit van de haven waar het schip is aangemeerd of vertrokken, wordt aan SafeSeaNet de werkelijke aankomsttijd- en vertrektijd verstrekt.

Onderdeel G

Met deze wijziging wordt geregeld dat de melding van het afvalontvangstbewijs wordt gedaan via het daartoe ingerichte maritiem single window.

Onderdeel H

Met deze wijziging is bepaald dat de melding van de gegevens van het afvalontvangstbewijs moet gebeuren in lijn met het Interface and Functionalities Control Document (hierna: IFCD). In dit IFCD worden voor het verzenden van elektronische berichten binnen SafeSeaNet regels opgesteld. Het IFCD bevat bijvoorbeeld een beschrijving van de capaciteitsvereisten en de procedures die gelden voor de nationale en centrale onderdelen van SafeSeaNet die bedoeld zijn om te zorgen voor de naleving van de desbetreffende communautaire wetgeving.

Artikel III (Inwerkingtredingsbepaling)

De regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Zie paragraaf 9 van het algemeen deel van de toelichting over het afwijken van de vaste verandermomenten.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, M.G.J. Harbers

BIJLAGE BIJ TOELICHTING BIJ IMPLEMENTATIEREGELING TWEEDE RICHTLIJN HAVENONTVANGSTVOORZIENINGEN

Transponeringstabel

Bepaling richtlijn (EU)2019/883 inzake havenontvangstvoorzieningen voor de afvalafgifte van schepen

Bepaling in implementatieregeling of bestaande nationale regeling

Omschrijving beleidsruimte

Toelichting op de keuze(n) bij de invulling van de beleidsruimte

1 (onderwerp)

Bepaling kan niet worden geïmplementeerd, doordat de bepaling slechts betrekking heeft op het onderwerp van de Richtlijn.

2 (definities)

*

3, eerste lid, onderdeel a (toepassingsbereik schepen)

*

3, eerste lid, onderdeel b (toepassingsbereik havens)

Artikel 10 Regeling havenontvangstvoorzieningen

3, eerste lid, laatste zin (toepassingsbereik ankerplaatsen)

*

3, tweede lid (toepassingsbereik schepen)

*

3, derde lid (toepassingsbereik)

Niet van toepassing. Nederland is een vlaggenstaat en heeft havens.

4, eerste lid (toereikende havenontvangstvoorzieningen)

Artikel 10 Regeling havenontvangstvoorzieningen

4, tweede lid (eisen aan havenontvangstvoorzieningen)

*

4, tweede lid, voorlaatste zin (inzamelen volgens Verdragsvoorschriften)

Het betreft een facultatieve bepaling waar geen gebruik van gemaakt wordt.

4, derde lid, eerste zin (gebruik IMO-formulieren)

Behoeft naar zijn aard geen implementatie, want is gericht tot de lidstaten.

4, derde lid, tweede zin (onderzoek tekortkomingen havenontvangstvoorzieningen)

*

4, vierde lid (veiligheidsmaatregelen rondom afvalafgifte en -ontvangst)

De bepaling is reeds geïmplementeerd in de toepasselijke milieu- en Arbowetgeving.

4, vijfde lid (schadevergoeding bij oponthoud wegens afvalafgifte)

De bepaling behoeft geen implementatie, omdat een schadevergoeding kan worden gevorderd op grond van Boek 6 B.W.

5, eerste lid (havenafvalplan)

Artikel 3.27m Activiteitenregeling milieubeheer

5, tweede lid (meedelen havenafvalplan)

*

5, derde lid (gezamenlijk havenafvalplan)

*

5, vierde lid (geldigheidsduur, publicatie, goedkeuring en toezicht havenafvalplan)

*

5, vijfde lid (ontheffing verplichting havenafvalplan niet-commerciële jachthavens)

*

6 (afvalvooraanmelding)

Artikel 6 Regeling meldingen en communicatie scheepvaart

7, eerste lid (verplichte afvalafgifte)

*

7, tweede lid, eerste zin (afgifte afvalontvangstbewijs)

Artikel 6, tweede lid, en bijlage, onderdeel C, onder 2, van de Regeling melden bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen

7, tweede lid, tweede zin (ontheffing afvalontvangstbewijs)

*

7, derde lid (bewaren afvalontvangstbewijs en melding bij SSN)

Artikel 8, vijfde lid, Regeling meldingen en communicatie scheepvaart

7, vierde en vijfde lid (uitzondering verplichte afvalafgifte)

*

7, zesde lid (geen afbreuk strengere voorschriften in het internationaal recht)

*

8, eerste en tweede lid (kostendekkingssystemen)

*

8, tweede lid, onderdeel d (alternatieve financiering inzameling passief opgevist afval)

Het betreft feitelijk handelen van de overheid zelf, waardoor de bepaling geen implementatie behoeft.

8, derde lid (directe bijdrage)

*

8, vierde en vijfde lid (differentiatie bijdrage)

*

8, zesde lid (vermelding bijdrage in havenafvalplan)

*

8, zevende lid (monitoring passief opgevist afval)

De bepaling betreft feitelijk handelen van de overheid zelf.

9 (vrijstellingen)

Artikel 7, onderdeel c, Regeling meldingen en communicatie scheepvaart

10 (inspecties)

*

11 (inspecties)

Artikel 8 Regeling havenontvangstvoorziening.

12 (vergemakkelijking uitvoering en handhaving van richtlijn (EU) 2019/883)

Behoeft naar zijn aard geen implementatie. Het betreft een bepaling met algemene informatie over de gegevensuitwisseling tussen lidstaten.

13, eerste en tweede lid (gebruik SSN)

Artikel 6 Regeling meldingen en communicatie scheepvaart

13, tweede lid, onder a

Artikel 9a Regeling meldingen en communicatie scheepvaart

13, derde lid

*

14

Deze bepaling richt zich slechts tot de Europese Commissie en behoeft daardoor geen implementatie.

15

Deze bepaling behoeft geen implementatie omdat dit al geregeld is het civiele recht en de arbeidsomstandighedenregelgeving.

16 (sancties)

*

17 (uitwisseling ervaringen)

Deze bepaling richt zich slechts tot de Europese Commissie en behoeft daardoor geen implementatie.

18 (wijzigingsprocedure)

Deze bepaling richt zich slechts tot de Europese Commissie en behoeft daardoor geen implementatie.

19 (bevoegdheidsdelegatie Commissie)

Deze bepaling richt zich slechts tot de Europese Commissie en behoeft daardoor geen implementatie.

20 (Comitéprocedure)

Deze bepaling richt zich slechts tot de Europese Commissie en behoeft daardoor geen implementatie.

21 (wijziging richtlijn 2010/65/EU)

Behoeft naar zijn aard geen implementatie, want het voert een wijziging door aan richtlijn 2010/65/EU.

22 (intrekking richtlijn 2000/59/EG)

Behoeft naar zijn aard geen implementatie, want het betreft de intrekking van de richtlijn 200/59/EG.

23 (evaluatie door Europese Commissie)

Deze bepaling richt zich slechts tot de Europese Commissie en behoeft daardoor geen implementatie.

24 (implementatie-opdracht)

Behoeft naar zijn aard geen implementatie. Het betreft de opdracht van de Europese Commissie tot omzetting van de bepalingen van richtlijn (EU) 2019/883.

25 (inwerkingtreding)

Behoeft naar zijn aard geen implementatie, want het betreft de inwerkingtredingsbepaling van richtlijn (EU) 2019/883

26 (adressaten)

Behoeft naar zijn aard geen implementatie, want het betreft de bepaling dat richtlijn (EU) 2019/883 gericht is tot de lidstaten.

Bijlage 1

Artikel 3.27m Activiteitenregeling milieubeheer

Bijlage 2

*

Bijlage 3

*

Bijlage 4

*

Bijlage 5

Artikel 7, onderdeel c, Regeling meldingen en communicatie scheepvaart

Het *- teken geeft aan dat deze bepaling is geïmplementeerd door de wet van 15 december 2021 tot wijziging van de wet voorkoming verontreiniging door schepen ten behoeve van de implementatie van Richtlijn (EU) 2019/883 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 inzake havenontvangstvoorzieningen voor de afvalafgifte van schepen, tot wijziging van Richtlijn 2010/65/EU en tot intrekking van Richtlijn 2000/59/EG (PbEU 2019, L 151) en enkele technische verbeteringen (Stb. 2022, 198) of door het besluit van 3 mei 2022 tot wijziging van het besluit havenontvangstvoorzieningen en enkele andere besluiten ter implementatie van Richtlijn (EU) 2019/883 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 inzake havenontvangstvoorzieningen voor de afvalafgifte van schepen, tot wijziging van Richtlijn 2010/65/EU en tot intrekking van Richtlijn 2000/59/EG (PbEU 2019, L 151) en een technische verbetering (Stb. 2022, 200).


X Noot
1

Het op 2 november 1973 te Londen tot stand gekomen Internationaal Verdrag ter voorkoming van verontreiniging door schepen, met Protocollen en Bijlagen met Aanhangsels (Trb. 1975, 147), en met het op 17 februari 1978 te Londen tot stand gekomen Protocol bij dat Verdrag met Bijlage en Aanhangsels (Trb. 1978, 188).

X Noot
2

Richtlijn 2000/59/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2009 betreffende havenontvangstvoorzieningen voor scheepsafval en ladingresiduen (PbEG 2000, L 332).

X Noot
3

Richtlijn (EU) 2019/883 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 inzake havenontvangstvoorzieningen voor de afvalafgifte van schepen, tot wijziging van Richtlijn 2010/65/EU en tot intrekking van Richtlijn 2000/59/EG (PbEU 2019, L 151).

X Noot
4

Kamerstukken II 2020/21, 35 886, nr. 3, p. 14 e.v.

X Noot
5

Zie kabinetsstandpunt inzake internetconsultatie in de verzamelbrief regeldruk (Kamerstukken II 2009/10, 29 279, nr. 114).

X Noot
6

Kamerstukken II 2020/21, 35 886, nr. 3, p. 10–11.

X Noot
7

Richtlijn 2002/59/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2002 betreffende de invoering van een communautair monitoring- en informatiesysteem voor de zeescheepvaart en tot intrekking van Richtlijn 93/75/EEG van de Raad (PbEG 2002, L 208).

X Noot
8

Kamerstukken II 2020/21, 35 886, nr. 3, p. 8–9.

X Noot
9

Kamerstukken II 2020/21, 35 886, nr. 3, p. 11–12.

Naar boven