Regeling van de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs van 9 mei 2022, nr. VO/31955689, houdende wijziging van de Regeling voorzieningenplanning po 2021, de Regeling voorzieningenplanning po 2021 CN, de Regeling voorzieningenplanning vo 2020 en de Regeling voorzieningenplanning vo CN 2020

De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs,

Gelet op artikel 74a, derde en zevende lid, van de Wet op het primair onderwijs, artikel 72a, derde en zevende lid, Wet primair onderwijs BES, artikel 68, derde en zevende lid van de Wet op het voortgezet onderwijs en artikel 124a, derde en zevende lid van de Wet voortgezet onderwijs BES;

Besluit:

ARTIKEL I WIJZIGING REGELING VOORZIENINGENPLANNING PO 2021

Aan artikel 7 van de Regeling voorzieningenplanning po 2021 worden twee leden toegevoegd, luidende:

  • 8. Degene die een ouderverklaring indient ontvangt daarvoor geen beloning in enige vorm.

  • 9. Bij overtreding van het achtste lid kan de minister besluiten dat alle ingediende ouderverklaringen geen deel meer uitmaken van de desbetreffende belangstellingsmeting.

ARTIKEL II WIJZIGING REGELING VOORZIENINGENPLANNING PO CN 2021

Aan artikel 6 van de Regeling voorzieningenplanning po CN 2021 worden twee leden toegevoegd, luidende:

  • 8. Degene die een ouderverklaring indient ontvangt daarvoor geen beloning in enige vorm.

  • 9. Bij overtreding van het achtste lid kan de minister besluiten dat alle ingediende ouderverklaringen geen deel meer uitmaken van de desbetreffende belangstellingsmeting.

ARTIKEL III WIJZIGING REGELING VOORZIENINGENPLANNING VO 2020

De Regeling voorzieningenplanning vo 2020 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 7, tweede lid wordt als volgt gewijzigd:

1. onderdeel d, komt te luiden:

  • d. vbo: 1,92;

2. onderdeel e komt te luiden:

  • e. praktijkonderwijs: 4,80.

3. de onderdelen f, g en h vervallen.

B

Aan artikel 9 worden twee leden toegevoegd, luidende:

  • 8. Degene die een ouderverklaring indient ontvangt daarvoor geen beloning in enige vorm.

  • 9. Bij overtreding van het achtste lid kan de minister besluiten dat alle ingediende ouderverklaringen geen deel meer uitmaken van de desbetreffende belangstellingsmeting.

ARTIKEL IV WIJZIGING REGELING VOORZIENINGENPLANNING VO CN 2020

De Regeling voorzieningenplanning vo CN 2020 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 3, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel d, komt te luiden:

  • d. 70 leerlingen voor een nevenvestiging voor vbo;

2. Onderdeel e vervalt.

3. Onderdeel f wordt vernummerd tot onderdeel e.

B

Artikel 8, tweede lid wordt als volgt gewijzigd:

1. onderdeel d, komt te luiden:

  • d. vbo: 1,92;

2. onderdeel e komt te luiden:

  • e. praktijkonderwijs: 4,80.

3. de onderdelen f, g en h vervallen.

C

Aan artikel 10 worden twee leden toegevoegd, luidende:

  • 8. Degene die een ouderverklaring indient ontvangt daarvoor geen beloning in enige vorm.

  • 9. Bij overtreding van het achtste lid kan de minister besluiten dat alle ingediende ouderverklaringen geen deel meer uitmaken van de desbetreffende belangstellingsmeting.

ARTIKEL V

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs, A.D. Wiersma

TOELICHTING

Algemeen

Met deze regeling worden enkele aanpassingen, die noodzakelijk zijn door wijzigingen van artikel 64a van de Wet op het voortgezet onderwijs (Wvo) in de Regeling voorzieningenplanning vo 2020 doorgevoerd. Daarnaast worden soortgelijke wijzigingen doorgevoerd in de Regeling voorzieningenplanning vo CN 2020. De wijziging van de regelingen betreft enkele technische wijzigingen, waarmee omissies van beide regelingen worden hersteld. Tevens wordt, in de Regeling voorzieningenplanning po 2021, de Regeling voorzieningenplanning po CN 2021, de Regeling voorzieningenplanning vo 2020 en in de Regeling voorzieningenplanning vo CN 2020, geregeld dat ouderverklaringen die zijn verkregen door een beloning in het vooruitzicht te stellen, niet meegeteld worden bij de belangstellingsmeting.

Technische wijzigingen

De technische wijzigingen in de Regeling voorzieningenplanning vo 2020 en de Regeling voorzieningenplanning vo CN 2020 betreffen het vervallen van de verblijfsduur van de vbo profielen voor een nieuwe nevenvestiging. In de Memorie van Toelichting van het wetsvoorstel Meer ruimte voor nieuwe scholen is opgenomen dat de stichtingsnorm voor een nieuwe nevenvestiging, feitelijk de eerste twee leerjaren van vbo en mavo, en de eerste drie leerjaren van havo en vwo ofwel de onderbouw betreft1. De onderbouw van het vbo kent namelijk geen profielen. In de regeling wordt voor een nieuwe nevenvestiging dan ook de verblijfsduur van de vbo profielen vervangen door de verblijfsduur voor de onderbouw vbo. Tevens wordt voor het praktijkonderwijs de verblijfsduur voor een nevenvestiging van een gehele school toegevoegd, zodat voor praktijkonderwijs ook een nevenvestiging kan worden gesticht. Voor een praktijkonderwijs betreft dat een volledige school en daarom is het aantal verblijfsjaren voor een nevenvestiging van een school voor praktijkonderwijs gelijk aan het aantal verblijfsjaren voor een school voor praktijkonderwijs.

Geen beloning voor verkrijgen ouderverklaring

In het eerste aanvraagjaar na de inwerkingtreding van de Wet Meer Ruimte voor Nieuwe Scholen is geconstateerd dat bij enkele initiatieven een beloning in het vooruitzicht is gesteld, indien ouders aannemelijk konden maken dat ze een ouderverklaring bij DUO hadden ingediend. Het doel van de belangstellingsmeting is vast te stellen dat een initiatief door ouders wordt gesteund vanuit de gedachte dat ouders hiermee invulling kunnen geven aan de onderwijsvrijheid. Indien een beloning in het vooruitzicht wordt gesteld voor ouders die het initiatief steunen, wordt op deze manier invloed uitgeoefend op de belangstellingsmeting en is dan niet meer vast te stellen of een initiatief door voldoende ouders wordt gesteund. Ook de zogenaamde stichtingsnormen in de wetten gaan uit van een keuze voor een initiatief, zonder dat daarvoor een beloning in het vooruitzicht is gesteld. Door deze wijzigingen kan de minister besluiten om alle ouderverklaringen niet mee te tellen bij de belangstellingsmeting.

Er is voor gekozen om de minister ruimte te geven om een oordeel te geven of er sprake is van een beloning, omdat belonen zich op verschillende manieren voordoet. Hierbij kan gedacht worden aan het garanderen van een plaats op de toekomstige school of kinderopvang voor jongere kinderen tot aan het deelnemen aan een loterij. Indien de minister vaststelt dat er sprake is van een beloning in het vooruitzicht stellen voor één of meer ouderverklaringen, wordt geen enkele ouderverklaring voor het betreffende initiatief meegenomen in de belangstellingsmeting. Hiervoor is gekozen omdat het achteraf niet meer is vast te stellen welke ouderverklaringen zijn verkregen door het in het vooruitzicht stellen van een beloning.

Het werven van ouderverklaringen blijft toegestaan. Daarbij valt te denken aan flyeren of het gebruik van promotiemateriaal. Hierbij wordt immers geen directe beloning in het vooruitzicht gesteld voor het verkrijgen van ouderverklaringen.

Uitvoerbaarheid en handbaarheid

De verkorte uitvoeringstoets van DUO heeft geleid tot verduidelijking in deze toelichting van de procedure indien wordt geconstateerd dat een beloning in het vooruitzicht is gesteld voor het verkrijgen van ouderverklaringen.

Administratieve lasten

Voor de aanvrager leiden deze wijzigingen niet tot extra administratieve lasten.

De minister gaat niet actief controleren of ouderverklaringen worden verkregen door een beloning in het vooruitzicht te stellen. De minister is afhankelijk van de melding van scholen, gemeente of anderen. De eerste ervaringen met de belangstellingsmeting zijn dat gemeenten en omliggende scholen een zienswijze indienen of op andere wijze melden indien men ongewenste ontwikkelingen ziet bij het verkrijgen van ouderverklaringen. Het blijft aan de minister om daar een oordeel over te geven.

Indien uit een zienswijze van gemeente, omliggende scholen of andere melding blijkt dat mogelijk sprake is van een beloning in het vooruitzicht stellen voor het verkrijgen van ouderverklaringen, dan wint DUO informatie in bij de aanvrager en indien nodig ook bij degene die het signaal bij DUO heeft afgegeven en vult dat aan met beschikbare informatie zoals op de website. Op basis van de verzamelde informatie neemt de minister een besluit.

De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs, A.D. Wiersma


X Noot
1

TK 2018/19, 35 050, nr. 3, pag. 56 en pag. 99

Naar boven