TOELICHTING
1. Inleiding
In verband met het afsluiten van een financieel arrangement met de leverancier wordt
met deze wijziging van de Regeling zorgverzekering (Rzv) het geneesmiddel ipilimumab
per 1 juni 2022 tijdelijk opgenomen in het basispakket van de zorgverzekering voor
zover verstrekt in combinatie met nivolumab als eerstelijnsbehandeling van inoperabel
maligne pleuraal mesothelioom.
2. Sluis
Met het oog op het nemen van maatregelen die een beheerste instroom in het basispakket
mogelijk maken, is in artikel 2.4a van het Besluit zorgverzekering de bevoegdheid
om dure intramurale geneesmiddelen (tijdelijk) uit te sluiten nadrukkelijk geregeld.
De toepassing van deze bevoegdheid wordt ‘de sluis’ genoemd. Zolang een geneesmiddel
in de sluis is geplaatst, is het uitgesloten van het basispakket en wordt het niet
vergoed uit hoofde van de zorgverzekering.
Een intramuraal geneesmiddel komt in aanmerking voor de sluis in de volgende twee
gevallen:
-
• het verwacht macrokostenbeslag van de verstrekking van het geneesmiddel voor de behandeling
van één nieuwe indicatie of van meerdere nieuwe indicaties samen bedraagt € 40 miljoen
of meer per jaar. Alle nieuwe en toekomstige indicaties worden in de sluis geplaatst.
Op het moment van plaatsing in de sluis worden bestaande indicaties uitgezonderd van
de toepassing van de sluis. Het geneesmiddel is voor bestaande indicaties derhalve
niet uitgesloten van het basispakket;
-
• de verwachte kosten van de verstrekking van het geneesmiddel voor de behandeling van
een nieuwe indicatie zijn € 50.000 of meer per jaar en het verwachte macrokostenbeslag
van die verstrekkingen bedraagt € 10 miljoen of meer per jaar. Deze nieuwe indicatie
wordt in de sluis geplaatst.
Onder een indicatie valt niet alleen een indicatie waarvoor het geneesmiddel is of
wordt geregistreerd, maar ook ‘off-label’ gebruik van het geneesmiddel dat is of wordt
geprotocolleerd of gestandaardiseerd door de beroepsgroep. Plaatsing in de sluis geschiedt
binnen vier weken na registratie respectievelijk vaststelling van het protocol of
de standaard voor de nieuwe indicatie. Terwijl het geneesmiddel in de sluis is geplaatst,
kan eventuele opname in het basispakket worden beoordeeld. Hierover kan Zorginstituut
Nederland (hierna: Zorginstituut) advies worden gevraagd. De sluis maakt het mogelijk
maatregelen te treffen om de verstrekking van het geneesmiddel op betaalbare wijze
via het basispakket toegankelijk te maken en te houden. Dit kunnen financiële maatregelen
zijn, in het bijzonder het sluiten van een financieel arrangement met de leverancier
van het geneesmiddel, alsmede maatregelen om gepast gebruik van het geneesmiddel te
bevorderen en te borgen.
Als, voor zover van toepassing, het Zorginstituut advies heeft uitgebracht en er voldoende
maatregelen zijn getroffen voor gepast gebruik van het geneesmiddel en voor het afdekken
van financiële risico’s, kan besloten worden over opname van het geneesmiddel in het
basispakket.
De opname in het basispakket kan tijdelijk of onder voorwaarden geschieden. De tijdelijkheid
of de voorwaarden zijn dan afgeleid van de maatregelen die zijn geïnitieerd of getroffen
voor het realiseren van gepast gebruik van het geneesmiddel en voor het afdekken van
financiële risico’s. Wanneer de opname tijdelijk is, bijvoorbeeld gedurende de looptijd
van een financieel arrangement, dient rekening gehouden te worden met de mogelijkheid
dat het geneesmiddel daarna geen deel meer uitmaakt van het basispakket.
3. Ipilimumab
Sluisplaatsing en reeds bestaande financiële arrangementen ipilimumab
Per 28 december 2018 is het geneesmiddel ipilimumab in de sluis geplaatst voor zover
verstrekt in het kader van andere behandelingen dan de reeds in het basispakket opgenomen
toepassingen bij melanoom. Aanleiding voor dat besluit was de positieve opinie van
15 november 2018 van het Committee for Medicinal Products for Human Use (CHMP) over
het gebruik van ipilimumab in combinatie met nivolumab voor de eerstelijnsbehandeling
van gevorderd niercelcarcinoom met intermediair/ongunstig risicoprofiel bij volwassenen.
Daarnaast werd op basis van gegevens die het Zorginstituut heeft verkregen in het
kader van de Horizonscan verwacht dat in 2020 ipilimumab in combinatie met nivolumab
zou worden geregistreerd als eerstelijnsbehandeling van volwassen patiënten met gemetastaseerd
niet-kleincellig longcarcinoom. Met de uitsluiting van ipilimumab is voorkomen dat
het geneesmiddel voor deze en nieuwe indicaties automatisch het basispakket zou instromen.
Dit is gedaan op basis van de verwachting dat de totale kosten voor de inzet van ipilimumab
bij de behandeling van de nieuwe indicaties zouden kunnen stijgen tot meer dan € 40 miljoen
op jaarbasis.
Sindsdien is er een financieel arrangement afgesloten voor de inzet van ipilimumab
voor de toepassing in combinatie met nivolumab voor de eerstelijnsbehandeling van
gevorderd heldercellig nielcelcarcinoom met een intermediair of ongunstig risicoprofiel
bij volwassenen met een Karnofskyscore groter of gelijk aan 70 of een vergelijkbaar
niveau van functioneren. Ook is een financieel arrangement afgesloten voor ipilimumab
in combinatie met nivolumab en twee cycli van platinumbevattende chemotherapie als
eerstelijnsbehandeling van gemetastaseerd niet-kleincellig longcarcinoom bij volwassenen
zonder sensibiliserende EGFR-mutatie of ALK-translocatie. Op basis van deze financiële
arrangementen is ipilimumab voor deze indicaties tot 1 januari 2024 niet langer uitgesloten
van het basispakket.
Indicatieuitbreiding ipilimumab en advies Zorginstituut
In juni 2021 is ipilimumab toegelaten tot de Europese markt voor een nieuwe indicatie,
namelijk voor zover verstrekt in combinatie met nivolumab als eerstelijnsbehandeling
van inoperabel maligne pleuraal mesothelioom. Deze nieuwe indicatie maakt vooralsnog
geen deel uit van het basispakket vanwege de eerdere sluisplaatsing van ipilimumab.
Op 17 december 2021 heeft het Zorginstituut een pakketadvies uitgebracht over ipilimumab
in combinatie met nivolumab als eerstelijnsbehandeling van inoperabel maligne pleuraal
mesothelioom. Volgens het Zorginstituut voldoet ipilimumab in deze combinatiebehandeling
aan het in artikel 2.1, tweede lid, van het Besluit zorgverzekering (Bzv) opgenomen
criterium ‘stand van de wetenschap en praktijk’. Voor het epitheloïde tumor histologisch
type is de therapeutische waarde van de ipilimumab in combinatie met nivolumab daarbij
volgens het Zorginstituut gelijk aan de waarde van de standaardbehandeling met chemotherapie.
Voor het niet-epitheloïde tumor histologisch type concludeert het Zorginstituut een
therapeutische meerwaarde ten opzichte van de standaardbehandeling.
Het Zorginstituut raamt de meerkosten van deze combinatiebehandeling op € 16,8 miljoen
in het derde jaar na opname. Daarbij is geen rekening gehouden met het bestaande financieel
arrangement voor nivolumab, waardoor de daadwerkelijke meerkosten lager zullen zijn.
Het Zorginstituut adviseert om te onderhandelen over de prijs van ipilimumab voordat
wordt besloten over pakketopname van de behandeling. Vanwege de conclusie van gelijke
waarde voor de patiënten met een epitheloïde tumortype mag ipilimumab in combinatie
met nivolumab volgens het Zorginstituut niet meer kosten dan chemotherapie voor deze
patiëntengroep. Het Zorginstituut concludeert dat de kosteneffectiviteit voor de groep
patiënten met het niet-epitheloïde tumortype gunstig is, maar acht een prijsonderhandeling
eveneens aangewezen gezien ipilimumab in combinatie met nivolumab al voor meerdere
indicaties wordt vergoed.
Tijdelijke opheffing sluis
In april 2022 zijn de onderhandelingen met de leverancier van ipilimumab afgerond.
Op grond van die onderhandelingsresultaten zijn er voldoende waarborgen dat bij opname
van ipilimumab in het basispakket de uitgaven voor de inzet in combinatie met nivolumab
voor patiënten met inoperabel maligne pleuraal mesothelioom, zowel met het epitheloïde
tumortype als met het niet-epitheloïde tumortype, op een aanvaardbaar niveau blijven,
zodat opname in het basispakket maatschappelijk verantwoord is en het geneesmiddel
voor patiënten toegankelijk kan zijn. Het afgesloten financieel arrangement gaat in
met ingang van 1 juni 2022 en loopt tot en met 31 december 2023. Uitgaande van een
correcte uitvoering van het financieel arrangement is met deze wijziging van de Rzv
is geregeld dat het geneesmiddel ipilimumab in combinatie met nivolumab als eerstelijnsbehandeling
van inoperabel maligne pleuraal mesothelioom in de periode van 1 juni 2022 tot en
met 31 december 2023 niet meer uitgesloten is van het basispakket.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E.J. Kuipers