Vergunning voor de aanleg van een kabel van een op te richten platform B10 naar platform A12-CPP, Ministerie van Economische Zaken en Klimaat

Besluit 9 mei 2022

DGKE- WO / V-19173

Procesverloop

  • Petrogas Transportation B.V. (hierna: Petrogas) heeft per mailbericht op 29 december 2021, een aanvraag ingediend om een vergunning ingevolge artikel 94 juncto artikel 106 van het Mijnbouwbesluit (hierna: Mbb) voor het aanleggen van een kabel van een op te richten platform B10 naar platform A12-CPP. In artikel 1 verderop, tweede lid, wordt het traject omschreven binnen de blokken A12 en B10 op het continentaal plat, welk blokken zijn aangegeven op de als bijlage 3 bij de Mijnbouwregeling (hierna: Mbr) gevoegde kaart.

  • de Inspecteur-generaal der Mijnen heeft op 1 april 2022 (kenmerk: ADV-7378) advies uitgebracht;

  • Rijkswaterstaat heeft op 23 maart 2022 advies uitgebracht;

  • De Kustwacht heeft op 17 maart 2022 en 1 april 2022 advies uitgebracht;

  • Het Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed heeft op 31 maart 2022 advies uitgebracht.

Gelet op:

De artikelen 105, 106 en 107 van het Mijnbouwbesluit, alsmede op het artikel 1.7.2 van de Mijnbouwregeling;

Besluit ik

Artikel 1

  • 1. Aan Petrogas Transportation B.V. wordt een vergunning verleend voor het aanleggen van een kabel.

  • 2. De vergunning geldt voor een traject tussen een op te richten platform B10 naar platform A12-CPP. De coördinaten van het begin en eindpunt zijn:

    B10: 4° 0' 30.25" OL 55° 23' 33.64" NB

    A12-CPP: 3° 48' 36.62" OL 55° 23' 56.06" NB

    De ligging van de in het tweede lid bedoelde punten is uitgedrukt in geografische coördinaten volgens het stelsel van de European Terrestrial Reference System 1989 (ETRS89).

Artikel 2

  • 1. De beheerder als bedoeld in artikel 92, onderdeel d, van het Mijnbouwbesluit, meldt uiterlijk 14 dagen voorafgaande aan de beoogde uitvoering van de aanlegwerkzaamheden de startdatum, tijdsduur, locatie, gebied en traject, betrokken schepen en 24 uurs contactpersonen aan de Inspecteur-generaal der Mijnen en de Chef der Hydrografie.

  • 2. De beheerder als bedoeld in artikel 92, onderdeel d, van het Mijnbouwbesluit, meldt uiterlijk 24 uur voorafgaande aan de daadwerkelijke uitvoering van de aanlegwerkzaamheden de tijdsduur, locatie, gebied en traject, betrokken schepen en 24 uurs contactpersonen aan de Inspecteur-generaal der Mijnen en de directeur van de Kustwacht.

  • 3. De bij de aanlegwerkzaamheden betrokken schepen melden zich voor de daadwerkelijke aanvang en bij beëindiging van de werkzaamheden bij het Kustwachtcentrum te Den Helder.

Artikel 3

De vrije waterkolom boven de pijpleiding, kabel, stortsteen, grind en matrassen is te allen tijde minimaal 20 meter LAT (Lowest Astronomical Tide).

Artikel 4

Bij gebruik van stortsteen of grind voor gronddekking geldt als maximum korreldiameter voor de afsluitende bovenlaag D90=85 mm.

Artikel 5

De minimale gronddekking buiten de 500 meter veiligheidszone voor de kabel bedraagt 0,3 meter.

Artikel 6

  • 1. Minimaal 5 werkdagen van te voren, dient een NSA (North Sea Activity) aanvraagformulier aan de Kustwacht te worden doorgeven met daarin de actuele gegevens betreffende alle betrokken werkvaartuigen en veiligheidsvaartuig(en). Het formulier is te downloaden vanaf de website van de Kustwacht (https://www.kustwacht.nl/nl/aanvragen/nsa).

  • 2. Tijdens de voorbereidende werkzaamheden en aanleg van de kabels en pijpleidingen mag er geen gevaar ontstaan voor het scheepvaartverkeer en (bodem beroerende)visserij. Indien noodzakelijk dient er tenminste een veiligheidsvaartuig het overige scheepvaartverkeer te attenderen op hinder en of gevaar.

  • 3. De ‘bepalingen ter voorkoming van aanvaringen op zee’ zijn en blijven van kracht.

  • 4. De Dienst der Hydrografie dient zo spoedig mogelijk op de hoogte te worden gebracht van de nieuwe situatie zodat de zeekaarten tijdig kunnen worden aangepast.

  • 5. Calamiteiten, incidenten, verontreinigingen en/of bijzonderheden dienen direct te worden gemeld aan het Kustwachtcentrum.

Artikel 7

Deze beschikking treedt in werking met ingang van de dag na die waarop de beschikking is bekendgemaakt. Deze beschikking wordt bekendgemaakt door toezending aan de aanvrager.

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, namens deze: J.L. Rosch MT-lid directie Warmte en Ondergrond

Naar boven