Besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit 4 mei 2022, nr. 22197985, houdende tijdelijke vrijstelling op grond van artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden ter bescherming van de bedekte substraatteelt van komkommer en augurk voor de beheersing van bladluizen (vector van Cucurbit aphid-borne yellows virus; CABYV) (Tijdelijke vrijstelling ter bescherming van de bedekte substraatteelt van komkommer en augurk tegen bladluizen, 2022)

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat;

Gelet op artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden en artikel 53 van de Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europese Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen nr. 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (PbEU 2009, L 309);

BESLUIT:

Artikel 1

Tijdelijke vrijstelling als bedoeld in artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden en artikel 53 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 wordt verleend voor het gebruik van Verimark ter bescherming van de bedekte substraatteelt van komkommer en augurk tegen bladluizen (vector van Cucurbit aphid-borne yellows virus; CABYV).

Artikel 2

Aan de vrijstelling bedoeld in artikel 1 zijn de in de bijlage bij dit besluit opgenomen voorschriften en beperkingen verbonden.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 15 mei 2022 en vervalt op 11 september 2022.

Artikel 4

Dit besluit wordt aangehaald als: Tijdelijke vrijstelling ter bescherming van de bedekte substraatteelt van komkommer en augurk tegen bladluizen, 2022.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, namens deze, E. Veldhuis Directeur Plantaardige Agroketens en Voedselkwaliteit

Bezwaar

Als u het niet eens bent met deze beslissing, kunt u binnen zes weken na dagtekening van dit besluit digitaal of schriftelijk een bezwaarschrift indienen.

Een digitaal bezwaarschrift kunt u indienen via ‘mijn.rvo.nl’. Om in te loggen heeft u uw gebruikerscode en wachtwoord nodig, voor de ondertekening een TAN-code. Bij een digitaal bezwaarschrift stuurt u een kopie van dit besluit mee als pdf-bestand of u stuurt een kopie per post na.

Als u schriftelijk bezwaar wilt maken, stuurt u het ondertekende bezwaarschrift naar de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, afdeling Juridische Zaken, Postbus 40219, 8004 DE Zwolle. Bij een schriftelijk bezwaar stuurt u een kopie van dit besluit mee met uw bezwaarschrift.

Op mijn.rvo.nl/bezwaar vindt u meer belangrijke informatie over het digitaal en schriftelijk indienen van een bezwaarschrift.

Meer informatie

Heeft u nog vragen over uw bezwaarschrift, kijk dan op de website: mijn.rvo.nl. of bel: 088 042 42 42 (lokaal tarief).

BIJLAGE: WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT VERIMARK (15662)

Het middel is uitsluitend toegelaten als insectenbestrijdingsmiddel voor het professionele gebruik door middel van een druppelbehandeling in de volgende toepassingsgebieden (volgens Definitielijst toepassingsgebiedenversie 2.1 Ctgb juni 2015) onder de hierna vermelde toepassingsvoorwaarden.

Toepassingsgebied

Te bestrijden organisme

Dosering1 middel per toepassing

Maximaal aantal toepassingen per 12 maanden

Maximaal aantal liter middel per ha per 12 maanden

Minimum interval tussen toepassingen in dagen

Veiligheidstermijn in dagen of uiterst gewasstadium waarop toegepast mag worden

Komkommer (bedekte substraatteelt)

bladluis2

27,5 ml/ 1000 planten

2

1,65 L/ha

7

1

Augurk (bedekte substraatteelt)

bladluis2

27,5 ml/ 1000 planten

2

1,65 L/ha

7

1

X Noot
1

Verlaging van de dosering is toegestaan, maar van het maximaal aantal toepassingen en de andere toepassingsvoorwaarden mag niet worden afgeweken. Werkzaamheid is bij lagere dosering niet beoordeeld.

X Noot
2

katoenluis (Aphis gossypii)

Toepassingsvoorwaarden

Om in het water levende organismen te beschermen dient de teler in de bedekte substraatteelt van komkommer en augurk aanvullend op de 95% zuiveringsplicht een wachttijd van tenminste 90 dagen te hanteren na het toedienen van het middel Verimark alvorens het drainwater, drainagewater of het spoelwater van filters van een waterdoseringsinstallatie wordt geloosd. De teler moet dit kunnen aantonen aan de hand van de in het register vastgelegde gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en de geregistreerde en gerapporteerde hoeveelheid geloosd drainwater, drainagewater of het spoelwater van filters van een waterdoseringsinstallatie.

Gevaarlijk voor bijen en hommels. Voorkom dat bijen en andere bestuivende insecten de kas binnenkomen, bijvoorbeeld door alle openingen met insectengaas af te sluiten.

Let op: dit middel kan schadelijk zijn voor bestuivers in kasteelten. Raadpleeg deskundigen (uw leverancier van bestuivers, de producent van dit middel, uw adviseur) over het gebruik van dit middel in combinatie met het gebruik van bestuivers en over de in acht te nemen wachttijden.

Let op: dit middel kan schadelijk zijn voor natuurlijke vijanden. Raadpleeg deskundigen (uw leverancier van natuurlijke vijanden, de producent van dit middel, uw adviseur) over het gebruik van dit middel in combinatie met het gebruik van natuurlijke vijanden.

TOELICHTING

1 Algemeen

Artikel 53 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europese Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen nr. 79/117/EEG en nr. 91/414/EEG van de Raad (PbEU 2009, L 309) (hierna: Verordening (EG) nr. 1107/2009) en artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Wgb) maken het mogelijk in bijzondere omstandigheden tijdelijke vrijstelling te verlenen van het verbod om een niet toegelaten gewasbeschermingsmiddel binnen Nederland te brengen, op de markt te brengen, voorhanden te hebben of te gebruiken.

Tijdelijke vrijstelling kan worden verleend als een maatregel nodig blijkt voor een gecontroleerd en beperkt gebruik ter beheersing van een noodsituatie die op geen enkele andere redelijke manier te beheersen is.

2 Adviezen

2.1 Noodsituatie

De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) heeft een advies opgesteld waarin de vraag wordt beantwoord of er sprake is van een noodsituatie.

De vrijstellingsaanvraag betreft een vrijstelling voor een middel in het kader van het in stand houden van geïntegreerde gewasbescherming door het gebruik van een middel dat integreerbaar is met biologische bestrijders.

Gevaar

Het niet kunnen toepassen van een middel op basis van cyantraniliprole leidt tot een verstoring van het geïntegreerd gewasbeschermingssysteem in de bedekte substraatteelt van komkommer en augurk. Telers hebben onvoldoende maatregelen en integreerbare middelen beschikbaar om verstoring van het geïntegreerde gewasbeschermingssysteem en schade te beperken.

Cucurbit aphid-borne yellows virus (CABYV), overgedragen door bladluizen, kan in de teelt van alle komkommerachtigen tot aanzienlijke schade leiden. Bloemen kunnen afsterven en door de bladvergeling groeien de planten slechter, wat uiteindelijk leidt tot een aanzienlijk productieverlies.

Alternatieven

Maatregelen

CABYV

Er zijn diverse preventieve, teelttechnische en niet-chemische maatregelen beschikbaar om een besmetting met CABYV te voorkomen of te beheersen, zoals starten met schoon (CABYV-vrij) uitgangsmateriaal, bij de eerste bladvergelingssymptomen een bladmonster laten analyseren, besmette planten verwijderen, rondom de besmette planten intensief te scouten op bladvergelingssymptomen en onkruid rondom de kas kort houden. Resistente rassen zijn nog niet beschikbaar, maar deze kunnen in de toekomst een belangrijke bijdrage aan een oplossing van het probleem leveren.

Bladluizen

Er zijn diverse preventieve, teelttechnische en niet-chemische maatregelen beschikbaar voor de beheersing van bladluizen zoals het grondig reinigen van de lege kas na een teelt om een beginaantasting te voorkomen en het starten met schoon, bladluisvrij, uitgangsmateriaal. Dit zijn standaard preventieve maatregelen. Deze maatregelen zijn effectief, maar hebben een tijdelijk effect. Zodra nieuwe bladluizen in de teelt komen, ontwikkelen ze zich exponentieel. Door het plaatsen van insectengaas in de luchtramen en het nemen van hygiënemaatregelen tegen insleep van bladluizen via mensen wordt voorkomen dat bladluizen de kas binnen komen. Insectengaas in de luchtramen is een effectieve maatregel, maar dit kan het kasklimaat en de lichtinval negatief beïnvloeden. Deze maatregel wordt nog niet algemeen toegepast.

Een laag stikstofniveau in de voedingsoplossing maakt planten minder aantrekkelijk voor bladluizen en met gele rollertraps kan een beperkt deel van de bladluizen weggevangen worden en helpen bij het signaleren van invlieg van bladluizen. Monitoring met behulp van gele signaleringsplaten en intensieve scouting geeft informatie wanneer het nemen van aanvullende maatregelen nodig is.

Middelen op basis van siliconenpolymeren zijn beschikbaar in de teelt van glasgroenten. Bij komkommer zijn gevallen bekend van bladverbranding na gebruik van dit middel. Pleksgewijs kan dit wel een oplossing zijn om plaaginsecten te beheersen.

Biologische bestrijders vormen de basis van de plaagbeheersing in de teelt van komkommer en augurk. Roofwantsen (Macrolophus pygmaeus of Orius) worden ingezet in alle vruchtgroententeelten tegen wittevlieg en Californische trips en hebben een beperkt effect op bladluizen. Roofmijten (zoals Amblyseius swirskii, Neoseiulus californicus, Neoseiulus cucumeris en Transeius montdorensis) worden intensief ingezet in de teelt van komkommerachtigen ter beheersing van schadelijke mijten, Californische trips en wittevlieg.

Sluipwespen worden ingezet in de teelt van komkommerachtigen om de populatieopbouw van bladluizen af te remmen, maar zijn niet geschikt om haarden op te ruimen. Sluipwespen slaan pas goed aan als er bladluizen in de teelt aanwezig zijn, maar door de komst van CABYV is er een zeer lage drempelwaarde voor bladluizen. Galmuggen (Aphidoletes aphidimyza) zijn effectief tegen verschillende bladluissoorten en beter in staat dan sluipwespen om kolonies op te ruimen. De populatieopbouw van galmuggen in komkommerteelt is niet goed, i.v.m. neveneffecten van meeldauwmiddelen en roofmijten in het systeem die eieren van galmuggen eten. Zweefvliegen worden wel tegen bladluizen ingezet door vruchtgroententelers, maar zijn alleen inzetbaar in de zomerperiode. Ze leveren een bijdrage aan de bestrijding, maar onvoldoende om bladluizen op een acceptabel niveau te houden. Lieveheersbeestjes worden niet algemeen ingezet, maar worden wel toegepast in bladluishaarden. De werking is onvoldoende om het gewas schoon te krijgen.

Toegelaten middelen, goedgekeurde basisstoffen en voormalige RUBmiddelen:

In de bedekte teelt van komkommer en augurk zijn middelen met een (neven)werking tegen bladluizen toegelaten op basis van acetamiprid, azadirachtin, deltamethrin, flonicamid, Lecanicillium muscarium stam Ve6, pirimicarb, sinaasappelolie en sulfoxaflor. Daarnaast zijn in de bedekte teelt van komkommer middelen met een (neven)werking tegen bladluizen toegelaten op basis van flupyradifuron, pyrethrinen, spirotetramat en zepen (voormalig RUB middel).

Middelen op basis van acetamiprid, deltamethrin, flupyradifuron, pyrethrinen, sulfoxaflor zijn slecht integreerbaar met de meeste biologische bestrijders die worden ingezet in de bedekte teelt van komkommer. Middelen op basis van azadirachtin werken tegen diverse bladluizen, maar herhaaldelijke inzet is nodig. De middelen zijn matig tot goed integreerbaar met de meeste biologische bestrijders die worden ingezet in deze teelten, maar door herhaaldelijke inzet hebben ze een negatief effect op roofmijten en roofwantsen. Een middel op basis van spirotetramat heeft een nevenwerking tegen bladluizen. Het is matig tot slecht integreerbaar met de bestrijders van spint, Californische trips en wittevlieg. Middelen op basis van flonicamid zijn effectief en goed integreerbaar.

Het middel op basis van Lecanicillium muscarium stam Ve6 is via een art 51 uitbreiding toegelaten tegen bladluizen. Hiervoor is geen werkingsonderzoek uitgevoerd. In een recent screeningsonderzoek werd geen werking tegen bladluizen aangetoond. Het middel op basis van pirimicarb is effectief tegen de meeste bladluizen, maar katoenluis (de belangrijkste vector van CABYV) en rode luis worden onvoldoende bestreden. Het middel op basis van sinaasappelolie heeft mogelijk een nevenwerking tegen bladluizen, maar er is op dit moment nog onvoldoende ervaring mee.

Het middel op basis van zepen is beperkt effectief tegen bladluizen waardoor het vele malen moet worden ingezet. Bij komkommer leidt deze herhaalde inzet tot gewasschade. Het middel is matig integreerbaar.

Door de komst van CABYV in de Nederlandse komkommer- en augurkenteelt heeft de sector te maken met een zeer lage drempelwaarde voor bladluizen. Met biologische bestrijding en de beschikbare maatregelen en integreerbare middelen lukt het niet om onder deze schadedrempel te blijven en het risico op overdracht van CABYV te voorkomen.

Bijzondere omstandigheden

In de nazomer van 2021 werd CABYV is voor het eerst in de Nederlandse komkommer- en augurkenteelt aangetroffen. Het virus bleek wijd verspreid voor te komen en heeft tot veel uitval in de productieteelt van komkommer en augurk geleid.

De werkzame stof cyantraniliprole in het aangevraagde middel is op de lijst van goedgekeurde werkzame stoffen van Verordening (EG) nr. 1107/2009 geplaatst per 14-09-2016 en past binnen een geïntegreerd gewasbeschermingssysteem. Op basis van beschikbare openbare informatie

over neveneffecten in de glastuinbouw wordt het risico van het aangevraagde middel

ingeschat als niet of weinig gevaarlijk voor biologische bestrijders. De sector en toelatinghouder leveren inspanningen om te komen tot een oplossing. Er is perspectief voor de toelating van een middel in de bedekte teelt van komkommer en augurk. Het middel is voor de aangevraagde toepassing niet beschikbaar in de periode van de vrijstellingsaanvraag.

Conclusie

De NVWA komt tot de volgende conclusies:

  • Een landbouwtechnisch doelmatige geïntegreerde bedekte substraatteelt van komkommer en augurk in Nederland wordt bedreigd door CABYV (overgedragen door bladluizen);

  • Een landbouwtechnisch doelmatige geïntegreerde bedekte substraatteelt van komkommer en augurk is met het beschikbare pakket aan maatregelen en middelen niet mogelijk;

  • Het aangevraagde middel draagt bij aan de in stand houding van geïntegreerde gewasbescherming. De toelatinghouder levert inspanningen om te komen tot een oplossing. Er is perspectief voor de toelating van een middel op basis van cyantraniliprole in de bedekte substraatteelt van komkommer en augurk binnen de gestelde termijn, waardoor een kortstondig noodverband gerechtvaardigd is.

De tijdelijke vrijstelling van Verimark voor het beheersen van bladluizen (vector van CABYV) in de bedekte substraatteelt van komkommer en augurk voldoet aan de criteria voor een noodsituatie.

2.2 Risicobeoordeling

Het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) heeft een advies opgesteld waarin de vraag wordt beantwoord of er sprake is van aanvaardbare risico’s.

Humane toxiciteit

Voldoet aan de eisen.

Volksgezondheid

Voldoet aan de eisen.

Gedrag in het milieu

Voldoet aan de eisen.

Ecotoxiciteit

Voldoet aan de eisen met inachtneming van de volgende restricties:

Om in het water levende organismen te beschermen dient de teler in de bedekte substraatteelt van komkommer en augurk aanvullend op de 95% zuiveringsplicht een wachttijd van tenminste 90 dagen te hanteren na het toedienen van het middel Verimark alvorens het drainwater, drainagewater of het spoelwater van filters van een waterdoseringsinstallatie wordt geloosd. De teler moet dit kunnen aantonen aan de hand van de in het register vastgelegde gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en de geregistreerde en gerapporteerde hoeveelheid geloosd drainwater, drainagewater of het spoelwater van filters van een waterdoseringsinstallatie.

Gevaarlijk voor bijen en hommels. Voorkom dat bijen en andere bestuivende insecten de kas binnenkomen, bijvoorbeeld door alle openingen met insectengaas af te sluiten.

Let op: dit middel kan schadelijk zijn voor bestuivers in kasteelten. Raadpleeg deskundigen (uw leverancier van bestuivers, de producent van dit middel, uw adviseur) over het gebruik van dit middel in combinatie met het gebruik van bestuivers en over de in acht te nemen wachttijden.

Let op: dit middel kan schadelijk zijn voor natuurlijke vijanden. Raadpleeg deskundigen (uw leverancier van natuurlijke vijanden, de producent van dit middel, uw adviseur) over het gebruik van dit middel in combinatie met het gebruik van natuurlijke vijanden.

Conclusie

Het College constateert dat er na het nemen van risico reducerende maatregelen / het inachtnemen van restrictiezinnen geen risico verbonden is aan de vrijstelling.

Advies

Het College adviseert de vrijstelling Verimark (werkzame stof cyantraniliprole) in de teelt van komkommer en augurk ter beheersing van bladluis als vector van het CABYV virus te verlenen met inachtneming van de bovengenoemde restricties.

3 Overwegingen

Een tijdelijke vrijstelling in het kader van het in stand houden van geïntegreerde gewasbescherming van het gewasbeschermingsmiddel Verimark is gewenst, omdat zonder deze vrijstelling de bedekte substraatteelt van komkommer en augurk op geen enkele andere redelijke wijze te beschermen is tegen bladluis als vector van CABYV. Hierdoor worden de doelmatige teelten van komkommer en augurk bedreigd. Belanghebbenden spannen zich in om op korte termijn te beschikken over een regulier toegelaten gewasbeschermingsmiddel.

In het Wettelijk Gebruiksvoorschrift (zie bijlage bij dit besluit) zijn de risico reducerende maatregelen overgenomen die door het Ctgb zijn voorgesteld.

4 Besluit

De adviezen van de NVWA en het Ctgb overnemend, heb ik in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, besloten om op grond van artikel 38 van de Wgb tijdelijke vrijstelling te verlenen voor het gebruik van het gewasbeschermingsmiddel Verimark ter bescherming van de bedekte substraatteelt van komkommer en augurk tegen bladluis als vector van CABYV.

Dit besluit treedt in werking op 15 mei 2022 en vervalt op 11 september 2022.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, namens deze, E. Veldhuis Directeur Plantaardige Agroketens en Voedselkwaliteit

Naar boven