Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
|---|---|---|---|---|
| Ministerie van Justitie en Veiligheid | Staatscourant 2022, 12869 | ander besluit van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
|---|---|---|---|---|
| Ministerie van Justitie en Veiligheid | Staatscourant 2022, 12869 | ander besluit van algemene strekking |
De Minister van Justitie en Veiligheid;
Gelet op artikel 2, eerste en tweede lid, van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies;
Handelende in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad,
Besluit:
In dit besluit wordt verstaan onder:
Minister van Justitie en Veiligheid
commissie, bedoeld in artikel 2.
1. Er is een commissie onderzoek advocatendiensten aan de Staat.
2. De commissie heeft tot taak:
Onderzoek te doen naar de wijze waarop de Staat moet worden geadviseerd en bijgestaan in kwesties die onafhankelijke juridische vertegenwoordiging of bijstand vergen. Dit betreft zowel de mogelijke positionering en vormgeving als de inhoudelijke reikwijdte van een dergelijke dienstverlening ten behoeve van de Staat.
Ter uitvoering van haar taak:
a. beschrijft de commissie welke redenen er zijn voor de Staat om een advocaat in te schakelen, welke keuzes zich daarbij voordoen en welke alternatieven er zijn;
b. brengt de commissie de mogelijkheden in kaart om de advocatendiensten aan de Staat geheel of gedeeltelijk in een instituut te beleggen en beschrijft ze de voor- en nadelen van de verschillende opties;
c. beschrijft de commissie aan welke randvoorwaarden een instituut als bedoeld in onderdeel b moet voldoen voor wat betreft bedrijfsvoering, governance, risicomanagement, compliance en databeveiliging;
d. brengt de commissie de mogelijkheden in kaart om de advocatendiensten aan de Staat geheel of gedeeltelijk te beleggen bij één of meerdere marktpartijen gelet op de bijzondere positie van de Staat en beschrijft het de voor- en nadelen van de verschillende opties;
e. onderzoekt de commissie welke eisen, inhoudelijk zowel als procedureel, de Staat aan de partij(en) als bedoeld in onderdeel d minimaal zou moeten stellen;
f. onderzoekt de commissie in hoeverre de eisen bedoeld in onderdeel e ook relevant kunnen zijn voor de notariële dienstverlening aan de Staat en beschrijft ze de mogelijke beperkingen die het ambt van notaris in dit verband met zich meebrengen. Daarbij onderscheidt ze ambtshandelingen en/of advisering.
Het resultaat bestaat uit een beschrijvend rapport waarin de voor- en nadelen van de verschillende opties worden geschetst op basis waarvan een politieke besluitvorming kan plaatsvinden.
1. De commissie bestaat uit 5 leden, waaronder de voorzitter.
2. De voorzitter en de leden hebben zitting op persoonlijke titel en oefenen hun functie uit zonder last of ruggespraak.
3. Voor de duur van de commissie worden tot lid van de commissie benoemd:
a. mr. J. Silvis te Amersfoort, tevens voorzitter;
b. mr. D.C.C. van Everdingen te Amsterdam;
c. mr. T.M. Snoep te Amsterdam.
d. mr. J.A.P. Veringa te Voorburg.
e. prof. dr. D.J.B. de Wolff te Utrecht.
De commissie wordt ingesteld met ingang van de dag van inwerkingtreding van dit besluit en wordt opgeheven per 1 december 2022.
1. De Commissie voorziet zelf in haar secretariaat.
2. Het secretariaat is voor de uitvoering van zijn taak uitsluitend verantwoording schuldig aan (de voorzitter van) de commissie.
3. De Minister draagt, op verzoek van de voorzitter van de Commissie, zorg voor de nodige voorzieningen ten behoeve van de werkzaamheden van de Commissie.
1. De commissie stelt een protocol vast over de wijze waarop zij het onderzoek uitvoert, waaronder in ieder geval over de wijze waarop zij personen hoort en daarvan verslag doet en op welke wijze de vertrouwelijkheid van informatie geborgd wordt.
2. De commissie bepaalt in het protocol hoe zij, in het kader van hoor en wederhoor, bevindingen voorlegt aan personen of instanties die door deze bevindingen worden geraakt of die daartegen bedenkingen zouden kunnen hebben. De voorzitter van de commissie ondertekent het protocol namens de commissie.
3. De commissie verantwoordt haar werkwijze in het eindrapport.
De commissie is bevoegd zich voor het inwinnen van inlichtingen rechtstreeks te wenden tot personen en instellingen en hen te verzoeken die medewerking te verlenen die redelijkerwijs nodig is voor de uitvoering van het onderzoek.
Aan de voorzitter en andere leden wordt een vaste vergoeding per maand toegekend, waarbij het salaris wordt vastgesteld op schaal 18 van paragraaf 6.3 van de CAO Rijk en de arbeidsduurfactor op 0,444 (zijnde zestien uren per week) voor de voorzitter en op 0,222 (zijnde acht uren per week) voor de overige leden. Indien de gewerkte uren daartoe aanleiding geven wordt achteraf een aangepaste arbeidsduurfactor per kalenderjaar vastgesteld en gepubliceerd in de Staatscourant.
1. De kosten van de commissie komen, voor zover op basis van een goedgekeurde kostenraming, voor rekening van de minister. Onder kosten worden in ieder geval verstaan:
a) de kosten voor de faciliteiten van vergaderingen, veilige ict en voor de secretariële ondersteuning,
b) de kosten voor het waar nodig inschakelen van externe deskundigheid en het laten verrichten van onderzoek, en
c) de kosten voor oplevering van het rapport.
2. De commissie biedt zo spoedig mogelijk na haar instelling een begroting aan de minister aan.
3. De commissie voert een eigen financiële administratie en levert een financieel overzicht op.
4. De commissie laat een accountantscontrole uitvoeren over het financieel overzicht.
De commissie brengt vóór 1 december 2022 haar eindrapport uit aan de minister.
Rapporten, notities, verslagen, adviezen en andere producten die door of namens de commissie worden vervaardigd of vergaard, worden niet door de commissie openbaar gemaakt, maar uitsluitend aan de minister uitgebracht of overgedragen.
1. De commissie draagt zo spoedig mogelijk na afronding van haar advies alle bescheiden betreffende die werkzaamheden over aan het archief van het Ministerie van Justitie en Veiligheid.
2. Het archief zoals bedoeld in het eerste lid bevat tenminste de documenten die ten grondslag hebben gelegen aan de onderzoeksbevindingen en het rapport.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2022-12869.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.