Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 22 april 2022, 2022-0000079265, tot instelling van het Adviespanel beoordeling Tijdelijke subsidieregeling onderzoek en experimenten duurzame inzetbaarheidsinterventies (Instellingsbesluit Adviespanel beoordeling aanvragen Tijdelijke subsidieregeling onderzoek en experimenten duurzame inzetbaarheidsinterventies)

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op de artikelen 12 van de Tijdelijke subsidieregeling onderzoek en experimenten duurzame inzetbaarheidsinterventies en 2 van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies;

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

adviespanel:

Adviespanel beoordeling aanvragen Tijdelijke subsidieregeling onderzoek en experimenten duurzame inzetbaarheidsinterventies, bedoeld in artikel 2, eerste lid;

Minister:

Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

regeling:

Tijdelijke subsidieregeling onderzoek en experimenten duurzame inzetbaarheidsinterventies.

Artikel 2. Instelling adviespanel

• 1. Er is een Adviespanel beoordeling aanvragen Tijdelijke subsidieregeling onderzoek en experimenten duurzame inzetbaarheidsinterventies.

• 2. Het adviespanel wordt ingesteld met ingang van 23 mei 2022 en wordt opgeheven met ingang van 23 mei 2028.

• 3. Leden van het adviespanel zijn ook na 23 mei 2028 te consulteren door de Minister in verband met de rechten en plichten die voortvloeien uit de in artikel 3 genoemde taken van het adviespanel.

Artikel 3. Taken

• 1. Het adviespanel is belast met het beoordelen van de subsidieaanvragen, bedoeld in artikel 9 van de regeling.

• 2. Het adviespanel brengt per aanvraagtijdvak als bedoeld in artikel 6 van de regeling, en, indien van toepassing, per tranche, als bedoeld in artikel 10, tweede lid, van de regeling een advies uit aan de Minister over de subsidieaanvragen. Dit advies bevat:

  • a. voor iedere aanvraag een beschrijving per criterium dat als voldoende of als onvoldoende is beoordeeld, met toekenning van ten minste één en ten hoogste tien punten per criterium;

  • b. een voorstel voor de rangschikking van de voldoende beoordeelde aanvragen, bedoeld in artikel 11, tweede tot en met vierde lid, van de regeling; en

  • c. een deugdelijke motivering per beoordeling.

• 3. Het adviespanel brengt op verzoek van de Minister binnen vijf weken advies uit over een verzoek tot wijziging van een subsidieaanvraag als bedoeld in artikel 14, achtste lid, van de regeling.

Artikel 4. Termijnen

• 1. Het adviespanel voert de taken met betrekking tot de subsidieaanvragen, bedoeld in artikel 9 van de regeling, telkens na afloop van een aanvraagtijdvak, binnen vijftien weken uit.

• 2. Indien aanvragen worden beoordeeld per tranche, als bedoeld in artikel 10, tweede lid, van de regeling, voert het adviespanel de taken met betrekking tot de subsidieaanvragen, bedoeld in artikel 9 van de regeling, telkens:

  • a. voor de eerste tranche binnen vijftien weken na afloop van een aanvraagtijdvak uit, en;

  • b. voor opvolgende tranches binnen vijf weken na toezending door de Minister uit.

Artikel 5. Samenstelling, benoeming en ontslag

• 1. Het adviespanel bestaat uit een voorzitter en ten minste twee en ten hoogste vier andere leden.

• 2. De voorzitter en de andere leden hebben zitting op persoonlijke titel en oefenen hun functie uit zonder last of ruggespraak.

• 3. De voorzitter en de overige leden worden door de Minister benoemd en, in voorkomend geval, geschorst of tussentijds ontslagen.

• 4. De voorzitter of een ander lid kan worden geschorst of tussentijds ontslagen indien:

  • a. daarom door de betreffende persoon is verzocht;

  • b. het functioneren van de voorzitter of het lid daartoe aanleiding geeft; of

  • c. gebleken is dat de onafhankelijkheid van de voorzitter of het lid niet gewaarborgd is.

• 5. Bij tussentijds ontslag van een lid kan de Minister een ander lid benoemen.

Artikel 6. Secretariaat

• 1. Het adviespanel wordt ondersteund door een secretariaat.

• 2. Het secretariaat is voor de inhoudelijke uitvoering van zijn taak uitsluitend verantwoording schuldig aan het adviespanel.

• 3. In het secretariaat wordt voorzien door de Minister.

Artikel 7. Werkwijze

• 1. Het adviespanel stelt zijn eigen werkwijze vast.

• 2. Het adviespanel kan zich, na toestemming van de Minister, door andere personen doen bijstaan, voor zover dat voor de vervulling van zijn taak nodig is.

Artikel 8. Informatieplicht

• 1. Het adviespanel verstrekt aan de Minister desgevraagd de door hem gewenste inlichtingen.

• 2. De Minister kan inzage vorderen van zakelijke gegevens en bescheiden, voor zover dat voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijs nodig is.

Artikel 9. Vergoeding

• 1. De leden en de voorzitter van het panel ontvangen voor het bijwonen van vergaderingen en overige werkzaamheden in het kader van hun werkzaamheden vacatiegelden overeenkomstig artikel 2 van het Besluit vergoedingen adviescolleges en commissies. De hoogte van de vergoeding wordt daarbij vastgesteld op 3% van het maximum van schaal 18 zoals overeengekomen in de laatstelijk afgesloten cao Rijk.

• 2. De reiskostenvergoeding voor het bijwonen van vergaderingen bedraagt € 0,19 per kilometer of de werkelijk gemaakte kosten met het openbaar vervoer, tweede klasse.

Artikel 10. Wijze van beraadslaging

• 1. Het adviespanel kan slechts besluiten nemen of adviezen vaststellen indien ten minste drie leden aanwezig zijn.

• 2. Bij het staken van de stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend.

• 3. Een lid neemt niet deel aan de beoordeling van of advisering over een subsidieaanvraag, indien het de beoordeling van of het advies over een aanvraag betreft, waarbij dat lid een persoonlijk of zakelijk belang heeft. Het adviespanel kan dit lid laten vervangen.

Artikel 11. Openbaarmaking

Rapporten, notities, verslagen, adviezen en andere producten die door of namens het adviespanel worden vervaardigd of vergaard, worden niet door het adviespanel openbaar gemaakt, maar uitsluitend aan de Minister uitgebracht of overgedragen.

Artikel 12. Archiefbescheiden

Het adviespanel draagt zo spoedig mogelijk na beëindiging van zijn werkzaamheden de bescheiden betreffende die werkzaamheden over aan het archief van de Directie Arbeidsverhoudingen van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Artikel 13. Inwerkingtreding en vervaldatum

Deze regeling treedt in werking met ingang van 23 mei 2022 en vervalt met ingang van 23 mei 2028.

Artikel 14. Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit Adviespanel beoordeling aanvragen Tijdelijke subsidieregeling onderzoek en experimenten duurzame inzetbaarheidsinterventies.

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, C.E.G. van Gennip

TOELICHTING

Algemeen deel

Voor de beoordeling van de aanvragen maakt de minister gebruik van een onafhankelijk adviespanel. Het panel zal gevormd worden door wetenschappers en deskundigen van kennisinstellingen mogelijke aangevuld met enkele afgevaardigden vanuit de praktijk met deskundig op het terrein waarover het panel adviseert. Onafhankelijkheid is daarbij belangrijk en de panelleden mogen geen persoonlijke belangen hebben bij de te beoordelen aanvragen. Het panel beoordeelt over het onderzoek in de aanvragen en de kennisopbouw. Leden nemen zitting in het panel op persoonlijke titel.

De aanvragen die volledig zijn en voldoen aan de minimale inhoudelijke eisen van de regeling worden voorgelegd aan het adviespanel dat vervolgens adviseert over de kwaliteit van het onderzoek en het activiteitenplan op basis van de criteria uit de regeling. De Minister van SZW beschikt uiteindelijk op de aanvragen.

Bij de samenstellen van het panel kijken we nadrukkelijk naar de benodigde expertise op het terrein van de aanvragen en naar de diversiteit van de panelleden.

Artikelsgewijs

Artikel 2. Instelling

Het panel bestaat uit minimaal drie leden en maximaal vijf leden die door de Minister worden benoemd. Hoewel in het kalenderjaar 2024 de laatste subsidieaanvragen kunnen worden ingediend, blijft het panel bestaan tot en met 2028.

Artikel 3. Taken en artikel 4. Termijnen

Het panel heeft op grond van de regeling tot taak de beoordeling van de subsidieaanvragen die zijn ingediend op grond van artikel 9 van de regeling.

Het panel beoordeelt de subsidieaanvragen op grond van de criteria genoemd in artikel 11, eerste lid, van de regeling. Om in aanmerking te komen voor toekenning, dienen aanvragen in ieder geval voldoende te zijn.

Op het moment dat het aanvraagtijdvak sluit, voert de Minister eerst een volledigheidstoets en eerste inhoudelijke beoordeling uit. Aanvragen die voldoen aan de minimale inhoudelijke eisen van de regeling worden voorgelegd aan het adviespanel. Het panel adviseert de Minister over de deze subsidieaanvragen.

Het panel heeft na afloop van een aanvraagtijdvak maximaal vijftien weken om haar advies uit te brengen aan de Minister zodat de Minister binnen de in de regeling gestelde termijn van tweeëntwintig weken na de aanvraagperiode kan beslissen over de aanvragen. Deze taak van het panel staat omschreven in het tweede lid van artikel 3.

Indien aanvragen per tranche worden beoordeeld, heeft het panel na afloop van een aanvraagtijdvak maximaal vijftien weken om advies uit te brengen aan de Minister over de eerste tranche, en voor opvolgende tranches telkens vijf weken.

Gedurende de looptijd van de regeling kunnen aanvragers een verzoek tot wijziging van de aanvraag indienen. Bijvoorbeeld als er aanzienlijke aanpassingen nodig blijken in de onderzoeksopzet. Indien de Minister dit nodig acht voor de beoordeling van dit verzoek, kan de Minister het panel verzoeken over deze wijziging advies uit te brengen.

Artikel 7. Werkwijze

Bij ‘andere personen’ (tweede lid) kan worden gedacht aan experts op de relevante onderwerpen, inclusief, op persoonlijke titel, ambtelijke deskundigen.

Artikel 9. Vergoeding

De leden van het panel ontvangen een vergoeding van per vergadering en een reiskostenvergoeding. De vergoedingen zijn in overeenstemming met het Besluit vergoedingen adviescolleges en commissies, gekoppeld aan het maximum van salarisschaal 18 van de CAO rijk.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, C.E.G. van Gennip