Besluit van de Minister voor Langdurige Zorg en Sport van 13 januari 2022, kenmerk 3294400-1021540-Z, houdende vaststelling van een aanwijzing voor de besteedbare middelen ter dekking van de beheerskosten Wlz 2022 (Aanwijzing besteedbare middelen beheerskosten Wlz 2022)

De Minister voor Langdurige Zorg en Sport,

Gelet op artikel 4.3 van het Besluit Wfsv;

Besluit:

Artikel 1

De besteedbare middelen ter dekking van de voor de uitvoering van de Wet langdurige zorg te maken beheerskosten bedragen voor het jaar 2022 € 275,166 miljoen.

Artikel 2

Van het in artikel 1 genoemde bedrag is € 95,157 miljoen beschikbaar voor de taken, bedoeld in artikel 4.2.4, tweede lid, van de Wet langdurige zorg, € 140,398 miljoen voor de overige bij of krachtens die wet geregelde taken van de Wlz-uitvoerders en € 39,611 miljoen voor de Sociale verzekeringsbank voor de uitvoering van de taak, bedoeld in artikel 3.3.3, zevende lid, van de Wet langdurige zorg.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2022. Indien de Staatscourant waarin dit besluit wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 december 2021, treedt het in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst, en werkt het terug tot en met 1 januari 2022.

Artikel 4

Dit besluit wordt aangehaald als: Aanwijzing besteedbare middelen beheerskosten Wlz 2022.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Langdurige Zorg en Sport, C. Helder

TOELICHTING

Algemeen

Deze aanwijzing strekt tot het vaststellen van de besteedbare middelen voor de beheerskosten in het kader van de uitvoering van de Wet langdurige zorg (Wlz) voor het jaar 2022. Het macrobedrag van de besteedbare middelen voor de beheerskosten Wlz wordt vastgesteld op grond van artikel 4.3 van het Besluit Wfsv. Op basis van de aanwijzing zal het Zorginstituut Nederland (Zorginstituut) ter uitvoering van deze aanwijzing beleidsregels vaststellen. Het totale bedrag besteedbare middelen voor de beheerskosten Wlz 2022 bedraagt hiermee € 275,166 miljoen. Van dit bedrag is € 229,310 miljoen structureel en € 45,856 miljoen incidenteel beschikbaar. Deze aanwijzing is mede namens de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport vastgesteld.

Artikelsgewijs

Artikel 1

In artikel 1 van deze aanwijzing wordt het bedrag vastgesteld van de besteedbare middelen voor de beheerskosten in het kader van de uitvoering van de in de Wlz geregelde verzekering. Het bedrag strekt tot dekking van de beheerskosten die de Wlz-uitvoerders en de Sociale verzekeringsbank (SVB) maken.

Artikel 2

Artikel 2 bevat de op basis van artikel 4.3, tweede lid, van het Besluit Wfsv, vereiste onderverdeling van het bedrag van € 275,166 miljoen. Van het genoemde bedrag is € 95,157 miljoen beschikbaar voor de zorgkantoortaken van Wlz-uitvoerders, € 39,611 miljoen voor de SVB voor de uitvoering van de taken horende bij het persoonsgebonden budget op grond van de Wlz (Wlz-pgb) en € 140,398 miljoen voor de overige Wlz-taken van Wlz-uitvoerders.

Er volgt nu een onderbouwing van de aanpassingen ten opzichte van 2021.

Uitgangspunt voor de berekening van het voor het jaar 2022 vast te stellen bedrag voor besteedbare middelen beheerskosten Wlz vormt het structurele bedrag dat voor het jaar 2021 is vastgesteld, te weten € 218,437 miljoen.

Van dit bedrag heeft € 88,231 miljoen betrekking op de zorgkantoortaken en € 130,206 miljoen voor de overige Wlz-taken van Wlz-uitvoerders.

Loon- en prijsontwikkeling 2022

Op grond van door het Centraal Planbureau (CPB) verstrekte cijfers is voor de aanpassing van de totale kosten in verband met loon- en prijsontwikkeling een percentage van 2,78 vastgesteld. De structurele verhoging in verband met deze voorcalculatorische loon- en prijsontwikkeling komt hiermee uit op € 6,073 miljoen (2,78% van het structurele bedrag 2021 van € 218,438 miljoen).

1 Aanpassingen in verband met ontwikkelingen op het terrein van de zorgkantoortaken
1.1 PGB2.0-systeem

In 2022 wordt verder doorontwikkeld aan het PGB2.0-systeem. De doelstelling van het Programma PGB2.0 is om op gerichte en effectieve wijze inkleuring te geven aan een verbeterde ondersteuning van de pgbꞌers en haar zorgverleners, door het vergaand standaardiseren en digitaliseren van alle processen en systemen die worden gebruikt voor het ondersteunen van de uitvoering van het trekkingsrecht voor het Wlz-pgb. Voor meerkosten inclusief coördinatiekosten wordt bovenop het reeds beschikbare budget voor 2022 incidenteel € 3,0 miljoen en structureel € 0,5 miljoen uitvoeringskosten PGB2.0 beschikbaar gesteld.

1.2 Incassokosten pgb-vorderingen AWBZ

Ook in 2022 wordt veel gevraagd aan Wlz-uitvoerders met de zorgkantoortaken op het gebied van het pgb. Dit leidt tot krapte op het gebied van de beschikbaar gestelde beheerskosten. Het gaat bijvoorbeeld om activiteiten op het gebied van het terugvorderen van openstaande pgb-vorderingen AWBZ en de afwikkeling van Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten (AFBZ). Om de Wlz-uitvoerders met de zorgkantoortaken tegemoet te komen in de totale kosten wordt voor 2022 incidenteel aanvullend € 0,588 miljoen beschikbaar gesteld.

1.3 Te goeder trouw

De Wlz-uitvoerder met de zorgkantoortaken vorderen momenteel terug bij budgethouders terwijl de vordering is ontstaan toen die budgethouders nog minderjarig waren. Hun ouders of wettelijk vertegenwoordigers hebben het Wlz-pgb voor hen aangevraagd en beheerd. Het terugvorderen bij voorheen minderjarige budgethouders is een onwenselijke situatie. Hierover zijn afspraken gemaakt met zorgkantoren zodat zij niet meer bij de inmiddels meerderjarige budgethouder vorderen, maar zich richten op de ouder. Deze afspraken vergen de nodige extra inspanningen van zorgkantoren. Voor 2022 worden extra middelen beschikbaar gesteld. Voor 2022 betreft het hier incidenteel € 0,385 miljoen.

2 Aanpassingen in verband met ontwikkelingen op het terrein van overige Wlz-taken van Wlz-uitvoerders
2.1 Onafhankelijke clientondersteuning (OCO)

In 2022 wordt voor de zorgkantoren een toenemende vraag naar onafhankelijke cliëntondersteuning verwacht vanwege onder andere een toenemende bekendheid en een toename van complexe zorgvragen en toenemende complexiteit van zorgsituaties. Hiervoor wordt aanvullend structureel € 1,5 miljoen beschikbaar gesteld.

2.2 OCO beleid

Wlz-uitvoerders hebben de afgelopen jaren via de ontwikkelagenda (onafhankelijke) cliëntondersteuning Wlz ingezet op het verbeteren van de kwaliteit van onafhankelijke cliëntondersteuning. Dit wordt in 2022 verder doorontwikkeld. Dit leidt tot een ophoging van incidenteel € 0,23 miljoen.

2.3 Volwaardig leven Pilot 5

In het kader van het programma Volwaardig leven zijn er pilots om cliënten met een beperking en hun naasten gespecialiseerde cliëntondersteuning te bieden. De pilots worden gebruikt om cliënten en hun naasten te ondersteunen en om te leren hoe ondersteuning beter vormgegeven kan worden. Intensivering van de pilots betekent voor 2022 een incidentele ophoging van beschikbare middelen met € 0,942 miljoen.

2.4 Ondersteuningsteam regionale samenwerking

In het kader van het programma Thuis in het Verpleeghuis is de afgelopen jaren de regionale samenwerking tussen zorgkantoor en zorgaanbieders ondersteund via het begrotingsgefinancierde programma Waardigheid en trots in de regio. Het komend jaar wordt deze ondersteuning voortgezet om de regionale samenwerking een verdere impuls te geven. De verantwoordelijkheid daarvoor wordt meer bij de zorgkantoren gelegd, door de ondersteuning onder te brengen bij de beheerskosten van de zorgkantoren. Het gaat voor 2022 om een incidenteel bedrag van € 0,7 miljoen.

2.5 Wachtlijstbeheer

In 2021 zijn de definities van de wachtlijst Wlz en de benadering van cliënten op deze wachtlijst gewijzigd. In het verlengde hiervan hebben zorgkantoren hun werkwijze in het kader van wachtlijstbeheer vernieuwd. Hierbij wordt ook invulling gegeven aan de aandachtspunten die de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) had gesignaleerd in haar rol als toezichthouder op de zorgplicht. Deze vernieuwing betreft een intensivering qua inzet van personeel, welke in de loop van 2021 is gestart en een structureel vervolg krijgt vanaf 2022. Dit leidt tot een structurele ophoging van het beschikbare budget met € 2,8 miljoen.

2.6 Platform LPLZ

De zorgkantoren zijn bezig met het ontwikkelen van een website die mensen wegwijs moet maken in de Wlz. Deze website moet als centrale ingang naar de informatie over de Wlz gaan dienen en is bedoeld als klantvriendelijk portaal ter ondersteuning van mensen met, maar ook zonder Wlz-indicatie. Hiervoor is incidenteel € 0,4 miljoen beschikbaar gesteld.

3 Aanpassingen in verband met ontwikkelingen op het terrein van de taak van de SVB

Ter dekking van de beheerskosten van de SVB voor het Wlz-pgb wordt in 2022 € 39,611 miljoen incidenteel beschikbaar gesteld.

De Minister voor Langdurige Zorg en Sport, C. Helder

Naar boven