Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 2 mei 2022, nr. WJZ/22187034, tot wijziging van de Regeling veterinaire maatregelen specifieke dierziekten of zoönosen in verband met een maatregel voor vroegsignalering van vogelgriep bij eenden en een technische aanpassing

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op de artikelen 5.2, eerste, tweede en derde lid, en 5.4, eerste en derde lid, onderdeel j, van de Wet dieren;

Besluit:

ARTIKEL I

Aan hoofdstuk 3 van de Regeling veterinaire maatregelen specifieke dierziekten of zoönosen wordt een paragraaf toegevoegd, luidende:

§ 3.7. Maatregel vroegsignalering eenden

Artikel 3.16. Verplichting tot zenden kadavers aan Gezondheidsdienst voor Dieren

Een exploitant die eenden houdt in een regio als bedoeld in bijlage 2, zendt eenmaal per week kadavers van eenden, met een maximum van vijf, aan de Gezondheidsdienst voor Dieren en laat deze door de Gezondheidsdienst voor Dieren onderzoeken op het aviaire influenzavirus.

ARTIKEL II

Deze regeling wordt bekendgemaakt op www.rijksoverheid.nl 1, en treedt onmiddellijk na haar bekendmaking op het internet in werking.

Deze regeling zal tevens met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 2 mei 2022

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, namens deze: M.C. Beens directeur-generaal Agro

TOELICHTING

1. Inleiding

Deze ministeriële regeling wijzigt de Regeling veterinaire maatregelen specifieke diersoorten of zoönosen. Deze regeling verplicht exploitanten die eenden houden om eenmaal per week kadavers van eenden aan de Gezondheidsdienst voor Dieren te zenden.

2. Maatregel vroegsignalering (early warning, EW) eenden: verplichting tot zenden kadavers

Eenden kunnen besmet raken met (hoogpathogene) vogelgriepvirus (HPAI). De ziekte verloopt bij eenden vaak subklinisch, dus zonder duidelijke verschijnselen. Eenden gaan soms dood aan vogelgriep, maar op koppelniveau is de mortaliteit vaak beperkt. Ook de andere verschijnselen als water- en voerinnamedaling zijn niet altijd significant (zie artikel 3.15 van de Regeling veterinaire maatregelen specifieke dierziekten of zoönosen). Dat betekent dat houders een besmetting niet snel opmerken en een besmetting een tijd lang ongemerkt kan verlopen. Door wekelijks onderzoek van dode eenden op het vogelgriepvirus wordt de kans groter dan een infectie toch aan het licht komt groter. Dit is een EW-systeem (earlywarningsysteem). Dit betekent een geringere kans dat het bedrijf een besmettingsbron vormt voor andere bedrijven. Ook kan de verspreiding van het vogelgriepvirus beter worden gemonitord.

Met de onderhavige regeling is aan exploitanten die eenden houden een verplichting opgelegd om gestorven eenden in te sturen voor onderzoek op het vogelgriepvirus. Hiermee kan de bedrijfsincubatietijd worden verkort doordat een besmetting eerder aan het licht komt.

De verplichting is opgenomen in artikel 3.16 van de Regeling veterinaire maatregelen specifieke diersoorten of zoönosen (via artikel I, onderdeel C, van de onderhavige wijzigingsregeling). De verplichting geldt uitsluitend voor exploitanten met eenden in de regio’s 7 en 10: de regio’s Gelderse Vallei Zuid en Gelderse Vallei Noord. Exploitanten dienen eenmaal per week kadavers aan te bieden aan de Gezondheidsdienst voor Dieren, met een maximum van vijf kadavers. Dit impliceert daarmee ook dat exploitanten, indien in een week één of meerdere eenden zijn overleden, zij de kadavers op hun bedrijf bewaren.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, namens deze: M.C. Beens directeur-generaal Agro


X Noot
1

2 mei 2022, 18:05 uur.

Naar boven