Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Justitie en Veiligheid | Staatscourant 2022, 11932 | delegatie- of mandaatbesluit |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Justitie en Veiligheid | Staatscourant 2022, 11932 | delegatie- of mandaatbesluit |
De Minister van Justitie en Veiligheid,
Gelet op artikel 4 van de Wet ter Bescherming Koopvaardij, artikel 2.2 van het Besluit bescherming koopvaardij en artikel 10:3 lid 1 Algemene Wet Bestuursrecht;
Besluit:
In dit besluit wordt verstaan onder:
Minister van Justitie en Veiligheid; en
bevoegdheid om in naam van de Minister besluiten te nemen.
1. Aan de directeur Kustwacht wordt mandaat verleend voor het verlenen en intrekken van toestemming zoals bedoeld in artikel 3 lid 2 jo. artikel 4 Wet ter Bescherming Koopvaardij jo. artikel 2.2 van het Besluit bescherming koopvaardij;
2. De directeur Kustwacht is bevoegd tot het verlenen van ondermandaat aan onder hem ressorterende functionarissen.
1. Aan de directeur Wetgeving en Juridische Zaken van het Ministerie van Justitie en Veiligheid wordt mandaat en machtiging verleend om namens de Minister:
a. een besluit te nemen op een bezwaarschrift gericht tegen een besluit als bedoeld in artikel 2, eerste lid;
b. verweer te voeren ingeval beroep of hoger beroep is ingesteld ter zake van een besluit op bezwaar als bedoeld in onderdeel a;
c. verweer te voeren ingeval een voorlopige voorziening is ingesteld in het kader van een bezwaar, beroep of hoger beroep ter zake van een besluit als bedoeld in artikel 2, eerste lid.
2. De directeur Wetgeving en Juridische Zaken is bevoegd tot het verlenen van ondermandaat van onder hem ressorterende functionarissen.
Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
’s-Gravenhage, 25 april 2022
De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius
De Wet ter Bescherming Koopvaardij (hierna: WtBK) regelt de mogelijkheid, onder specifieke voorwaarden, tot het inzetten van gewapende particuliere beveiligers ter bescherming van koopvaardijschepen die op grond van Nederlandse rechtsregels gerechtigd zijn de vlag van het Koninkrijk te voeren en die door het bij algemene maatregel van bestuur aangewezen risicogebied varen (vooralsnog het aangewezen gebied in Golf van Aden bij Somalië). Scheepsbeheerders kunnen in het stelsel van de WtBK in gewapende particuliere beveiliging voorzien door maritieme beveiligingsbedrijven in te schakelen. Deze maritieme beveiligingsbedrijven dienen over een Nederlandse vergunning te beschikken tot het mogen aanbieden en verzorgen van gewapende maritieme beveiliging (art. 3 lid 1 WtBK).
In beginsel is de uitoefening van het geweldsmonopolie aan de overheid voorbehouden en heeft het de voorkeur om door middel van militairen van Defensie (zogeheten Vessel Protection Detachments ofwel VPD) te voorzien in de benodigde bescherming van Nederlands gevlagde koopvaardijschepen. Het wettelijk uitgangspunt voor de gewapende beveiliging van schepen is derhalve “VPD-tenzij”. Dit betekent dat gewapende beveiliging in beginsel door een VPD plaatsvindt conform het beleidskader inzet VPD’s (Kamerstukken II 32 706, nr. 9). Mocht inzet van een VPD niet of niet tijdig mogelijk zijn, of wordt er voldaan aan de in artikel 4 lid 2 WtBK genoemde voorwaarden, dan is inzet van gewapende particuliere beveiliging mogelijk. De overheid bepaalt op die manier de wijze waarop en de voorwaarden waaronder het geweld door partijen buiten de overheid mag worden uitgeoefend.
Met dit mandaatbesluit wordt aan de directeur Kustwacht de bevoegdheid gemandateerd om toestemming te verlenen (of te weigeren, dan wel in te trekken) aan scheepsbeheerders om voor een specifiek transport door het bij algemene maatregel van bestuur aangewezen risicogebied in zee te gaan met een maritiem beveiligingsbedrijf (mits deze over een vergunning beschikt) voor het leveren van gewapende maritieme beveiligingsdiensten. Artikel 2.2, eerste lid, van het Besluit bescherming koopvaardij bepaalt reeds dat de scheepsbeheerder de aanvraag om toestemming wordt ingediend bij het Kustwachtcentrum.
Vanuit haar rol als beheerder van het geweldsmonopolie wil de overheid exact weten wanneer en waar gewapende maritieme beveiliging plaatsvindt. Om die reden moeten scheepsbeheerders per transport toestemming aanvragen bij de Kustwacht (art. 4 lid 3 WtBK). Zo is bekend wanneer en op welk schip gewapende particuliere beveiligers meevaren. De Regeling bescherming koopvaardij voorziet in een model-formulier voor de toestemmingsaanvragen.
De Kustwacht verifieert op basis van de wettelijke criteria of een transport in aanmerking komt voor beveiliging door een VPD van Defensie of eventueel door particuliere beveiligers. Namens de Minister van Justitie en Veiligheid neemt de directeur Kustwacht een besluit naar aanleiding van een toestemmingsaanvraag. De directeur Kustwacht kan op basis van dit mandaatbesluit ook ondermandaat verlenen aan onder hem ressorterende functionarissen.
Voor de volledigheid wordt opgemerkt dat de WtBK niet van toepassing is op schepen die in het Curaçaose scheepsregister staan geregistreerd. Scheepsbeheerders kunnen voor deze schepen bij een transport door de Golf van Aden wel VPD-beveiliging aanvragen. Een VPD-aanvraag kan worden ingediend bij de Maritime Authority van Curaçao (MAC). Het MAC benadert vervolgens via het Ministerie van Buitenlandse Zaken het Ministerie van Defensie. Hierbij is dus geen betrokkenheid van de Nederlandse Kustwacht.
’s-Gravenhage, 25 april 2022
De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2022-11932.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.