ARTIKEL I
Bijlage 0 behorende bij artikel 2.1, onderdeel k, van de Regeling zorgverzekering
wordt als volgt gewijzigd:
1. Onderdeel 5 wordt als volgt gewijzigd:
a. in de onderdelen b en c wordt ‘1 mei 2022’ vervangen door ‘1 januari 2025’;
b. onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door een puntkomma worden
twee onderdelen toegevoegd, luidende:
-
d. tot 1 januari 2025, de toepassing in combinatie met lenalidomide en dexamethason voor
de behandeling van volwassen patiënten met nieuw gediagnosticeerd multipel myeloom
die niet in aanmerking komen voor autologe stamceltransplantatie;
-
e. tot 1 januari 2025, de toepassing in combinatie met bortezomib, thalidomide en dexamethason
voor de behandeling van volwassen patiënten met nieuw gediagnosticeerd multipel myeloom
die in aanmerking komen voor autologe stamceltransplantatie.
2. Er wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van
de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, met uitzondering van artikel I, eerste
lid, onderdeel b, dat in werking treedt met ingang van 1 mei 2022.
TOELICHTING
1. Aanleiding
In verband met het afsluiten van een financieel arrangement met de leverancier van
het geneesmiddel daratumumab (merknaam: Darzalex) voor twee nieuwe indicaties en het
verlengen van het bestaande financieel arrangement voor twee bestaande indicaties,
is met deze wijziging van de Regeling zorgverzekering (Rzv) het geneesmiddel daratumumab
voor vier indicaties tijdelijk opgenomen in het basispakket tot 1 januari 2025, onder
de daarbij vermelde voorwaarden.
Tevens is met deze wijziging van de Rzv het geneesmiddel tebentafusp (merknaam: Kimmtrak)
in de sluis geplaatst, voor zover verstrekt in het kader van de behandeling van humaan
leukocytenantigeen (HLA)-A*02:01-positieve bij volwassen patiënten met een niet-resectabel
of gemetastaseerd uveamelanoom. Uit advies van het Zorginstituut van [22 april 2022,
kenmerk 2022016318,] over de sluisplaatsing van tebentafusp blijkt dat voldaan wordt
aan de criteria voor toepassing van de sluis.
2. Sluis
Met het oog op het nemen van maatregelen die een beheerste instroom in het basispakket
mogelijk maken, is in artikel 2.4a van het Besluit zorgverzekering de bevoegdheid
om dure intramurale geneesmiddelen (tijdelijk) uit te sluiten nadrukkelijk geregeld.
De toepassing van deze bevoegdheid wordt ‘de sluis’ genoemd. Zolang een geneesmiddel
in de sluis is geplaatst, is het uitgesloten van het basispakket en wordt het niet
vergoed uit hoofde van de zorgverzekering.
Een intramuraal geneesmiddel komt in aanmerking voor de sluis in de volgende twee
gevallen:
-
• het verwacht macrokostenbeslag van de verstrekking van het geneesmiddel voor de behandeling
van één nieuwe indicatie of van meerdere nieuwe indicaties samen bedraagt € 40 miljoen
of meer per jaar. Alle nieuwe indicaties worden in de sluis geplaatst. Op het moment
van plaatsing in de sluis worden bestaande indicaties uitgezonderd van de toepassing
van de sluis. Het geneesmiddel is voor bestaande indicaties derhalve niet uitgesloten
van het basispakket;
-
• de verwachte kosten van de verstrekking van het geneesmiddel voor de behandeling van
een nieuwe indicatie zijn € 50.000 of meer per jaar en het verwachte macrokostenbeslag
van die verstrekkingen bedraagt € 10 miljoen of meer per jaar. Deze nieuwe indicatie
wordt in de sluis geplaatst.
Onder een indicatie valt niet alleen een indicatie waarvoor het geneesmiddel is of
wordt geregistreerd, maar ook ‘off-label’ gebruik van het geneesmiddel dat is of wordt
geprotocolleerd of gestandaardiseerd door de beroepsgroep. Plaatsing in de sluis geschiedt
binnen vier weken na registratie respectievelijk vaststelling van het protocol of
de standaard voor de nieuwe indicatie.
Terwijl het geneesmiddel in de sluis is geplaatst, kan eventuele opname in het basispakket
worden beoordeeld. Hierover kan Zorginstituut Nederland (hierna: Zorginstituut) advies
worden gevraagd. De sluis maakt het mogelijk maatregelen te treffen om de verstrekking
van het geneesmiddel op betaalbare wijze via het basispakket toegankelijk te maken
en te houden. Dit kunnen financiële maatregelen zijn, in het bijzonder het sluiten
van een financieel arrangement met de leverancier van het geneesmiddel, alsmede maatregelen
om gepast gebruik van het geneesmiddel te bevorderen en te borgen.
Als, voor zover van toepassing, het Zorginstituut advies heeft uitgebracht en er voldoende
maatregelen zijn getroffen voor gepast gebruik van het geneesmiddel en voor het afdekken
van financiële risico’s, kan besloten worden over opname van het geneesmiddel in het
basispakket.
De opname in het basispakket kan tijdelijk of onder voorwaarden geschieden. De tijdelijkheid
of de voorwaarden zijn dan afgeleid van de maatregelen die zijn geïnitieerd of getroffen
voor het realiseren van gepast gebruik van het geneesmiddel en voor het afdekken van
financiële risico’s. Wanneer de opname tijdelijk is, bijvoorbeeld gedurende de looptijd
van een financieel arrangement, dient rekening gehouden te worden met de mogelijkheid
dat het geneesmiddel daarna geen deel meer uitmaakt van het basispakket.
3. Daratumumab
Sluisplaatsing en reeds bestaande financiële arrangement
Per 10 maart 2017 is het geneesmiddel daratumumab in de sluis geplaatst voor zover
verstrekt in het kader van de behandeling van multipel myeloom, met uitzondering van
de toen reeds bestaande toepassing als monotherapie voor de behandeling van volwassen
patiënten met gerecidiveerd en refractair multipel myeloom, bij wie de voorgaande
behandeling bestond uit een proteasoomremmer en een immunomodulerend middel en die
bij de laatste behandeling ziekteprogressie hebben vertoond. Met de uitsluiting van
daratumumab is voorkomen dat het geneesmiddel voor toekomstige indicaties automatisch
het basispakket zou instromen.
Per 1 september 2018 is, na advies van het Zorginstituut, daratumumab tijdelijk tot
1 januari 2022 toegelaten tot het basispakket voor twee indicaties:
-
– de toepassing in combinatie met lenalidomide en dexamethason of in combinatie met
bortezomib en dexamethason voor de behandeling van volwassen patiënten met multipel
myeloom die minstens één eerdere behandeling hebben gehad;
-
– de toepassing in combinatie met bortezomib, melfalan en prednison voor de behandeling
van volwassen patiënten met nieuw gediagnosticeerd multipel myeloom die niet in aanmerking
komen voor autologe stamceltransplantatie.
De opname van daratumumab in het basispakket is voor deze indicaties tweemaal verlengd
en loopt tot 1 mei 2022.
Op 11 februari 2021, kenmerk 2020033721, heeft het Zorginstituut een pakketadvies
uitgebracht over zes combinatietherapieën voor de behandeling van het indicatiegebied
multipel myeloom die in het kader van de sluis voor dure geneesmiddelen uitgesloten
waren van het basispakket. Bij dit bijzondere indicatiegebied acht het Zorginstituut
de samenhang van de verschillende lijnen van behandeling, de toepassing van de combinaties
en de betaalbaarheid van het geheel van belang. Het Zorginstituut stelt dat de effectiviteit
van de geneesmiddelen in het pakketadvies en in de verschillende behandelcombinaties
voldoende aangetoond is. Daarbij baseert het Zorginstituut zich op de richtlijn van
de Myeloom Werkgroep en de onderliggende klinische studies. Echter merkt het Zorginstituut
op dat er wel vragen zijn over in welke combinatie de middelen het meest effectief
zijn. In dat kader stelt het Zorginstituut voor om in een pilot de bovengenoemde combinatietherapieën
te onderzoeken. Daartoe adviseert het Zorginstituut om, onder voorwaarden en na scherpe
prijsonderhandeling, de geneesmiddelen tijdelijk op te nemen in het basispakket, in
afwachting van een definitieve aanpak en advies vanuit het Zorginstituut. Het is in
het belang van de patiënten met multipel myeloom dat de genoemde combinatietherapieën
beschikbaar komen.
Vanwege de afloop van de tijdelijke opname van daratumumab is bezien of, en zo ja
onder welke voorwaarden, de opname van dit geneesmiddel in het basispakket verlengd
kon worden per 1 mei 2022. Voor daratumumab is het gelukt om het financieel arrangement
voor langere tijd te verlengen. Met de wijziging van de Rzv is geregeld dat daratumumab
van 1 mei 2022 tot 1 januari 2025 blijft opgenomen in het basispakket voor bovenstaande
indicaties.
Indicatie-uitbreidingen en advies Zorginstituut
In november 2019 en januari 2020 is daratumumab toegelaten tot de Europese markt voor
twee nieuwe indicaties, namelijk:
-
– de toepassing in combinatie met lenalidomide en dexamethason voor de behandeling van
volwassen patiënten met nieuw gediagnosticeerd multipel myeloom die niet in aanmerking
komen voor autologe stamceltransplantatie; en
-
– de toepassing in combinatie met bortezomib, thalidomide en dexamethason voor de behandeling
van volwassen patiënten met nieuw gediagnosticeerd multipel myeloom die in aanmerking
komen voor autologe stamceltransplantatie.
Daratumumab maakte voor deze indicaties vooralsnog geen deel uit van het basispakket,
vanwege de eerdere sluisplaatsing voor toekomstige indicaties.
In april 2022 zijn de onderhandelingen met de leverancier van daratumumab afgerond
voor bovengenoemde twee indicaties. Op grond van die onderhandelingsresultaten zijn
er voldoende waarborgen dat bij opname van daratumumab in het basispakket de uitgaven
voor de inzet daratumumab bij bovengenoemde indicaties op een aanvaardbaar niveau
blijven. Daarmee is opname in het basispakket maatschappelijk verantwoord en kan het
geneesmiddel voor patiënten de komende jaren toegankelijk zijn bij die indicaties.
Het afgesloten financieel arrangement gaat in met ingang van 1 mei 2022 en loopt tot
en met 31 december 2024. Uitgaande van een correcte uitvoering van het financieel
arrangement is met deze wijziging van de Rzv geregeld dat het geneesmiddel daratumumab
tot en met 31 december 2024 niet meer is uitgesloten van het basispakket voor bovengenoemde
indicaties.
4. Tebentafusp
Nieuw geneesmiddel
Tebentafusp is een nieuw intramuraal geneesmiddel. Op 1 april 2022 heeft de Europese
Commissie een handelsvergunning afgegeven voor tebentafusp als monotherapie voor de
behandeling van humaan leukocytenantigeen (HLA)-A*02:01-positieve volwassen patiënten
met een niet-resectabel of gemetastaseerd uveamelanoom.
Toepassing sluis
De verstrekking van tebentafusp voor bovengenoemde indicatie komt in aanmerking voor
plaatsing in de sluis. Omdat de kosten van tebentafusp ten tijde van de Horizonscan
nog onbekend waren, waardoor het geneesmiddel nog niet getoetst kon worden aan de
sluiscriteria, is dit niet eerder aangekondigd in een Kamerbrief.
Volgens het advies van het Zorginstituut over de toepassing van de sluis komen naar
verwachting jaarlijks 60 patiënten met HLA-A*02:01-positieve in aanmerking voor een
behandeling met tebentafusp. Het betreft een langdurige behandeling van 38 weken,
waarbij patiënten wekelijks een dosering ontvangen. De kosten van een dosering bedragen
€ 12.431, waarmee de kosten voor de behandeling uitkomen op € 472.378 per patiënt
per jaar. Het verwachtte macrokostenbeslag van tebentafusp wordt geraamd op € 28.342.680
per jaar.
Tebentafusp voldoet aan de criteria voor toepassing van de sluis, aangezien de verwachte
kosten van de verstrekking van dit geneesmiddel voor de behandeling van deze indicatie
meer dan € 50.000 per jaar zijn en het verwachte macrokostenbeslag van deze verstrekking
meer dan € 10 miljoen per jaar is. Consequentie van de toepassing van de sluis is
dat de verstrekking van tebentafusp als monotherapie voor de behandeling van humaan
leukocytenantigeen (HLA)-A*02:01-positieve volwassen patiënten met een niet-resectabel
of gemetastaseerd uveamelanoom in de sluis wordt geplaatst en vooralsnog geen deel
uitmaakt van het basispakket.
5. Vervolg
De leverancier van tebentafusp is reeds geïnformeerd over de toepassing van de sluis
op het betreffende geneesmiddel. De volgende stap is advisering door het Zorginstituut
over opname in het basispakket. Ten behoeve van de advisering wordt de leverancier
verzocht een dossier in te dienen bij het Zorginstituut. In het advies kan het Zorginstituut
ingaan op het sluiten van een financieel arrangement of het bevorderen van gepast
gebruik. Wanneer advies is uitgebracht en er – voor zover van toepassing – sprake
is van succesvolle onderhandelingen over een financieel arrangement en van waarborgen
voor gepast gebruik, kan besloten worden over opname in het basispakket van het geneesmiddel.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
E.J. Kuipers