Regeling van de Minister van Economische Zaken en Klimaat van 28 april 2022, nr. WJZ/ 22167905, tot wijziging van de Regeling doorberekening kosten ACM in verband met de vaststelling van de bedragen voor 2022 en in verband met invoering van tarieven voor toekenning van nummers ingeval van een fusie of splitsing van de oorspronkelijke nummerhouder, en voor beschikkingen omtrent certificering van vergelijkingstools in de zin van de Telecommunicatiewet

De Minister van Economische Zaken en Klimaat,

Gelet op artikel 6a, zevende lid, van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling doorberekening kosten ACM wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. De bedragen ter vergoeding van de kosten van de beschikkingen, bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel a, van het besluit zijn de in de bijlage 1 bedoelde bedragen, met dien verstande dat indien de hier bedoelde beschikkingen worden genomen vanwege het feit dat de oorspronkelijke nummerhouder is gefuseerd of gesplitst in de zin van artikel 2:309 respectievelijk artikel 2:334a van het Burgerlijk Wetboek, het bedrag per beschikking € 50 is, in afwijking van de in bijlage 1 bedoelde bedragen.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. Het bedrag ter vergoeding van de kosten van de beschikking, bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel c, van het besluit is € 4.700.

B

In bijlage I, onderdeel A, laatste kolom, wordt de zinsnede ‘Bedrag ter vergoeding van het toezicht op de naleving van het bij of krachtens de Telecommunicatiewet bepaalde inzake het gebruik van nummers in 2020’ vervangen door ‘Bedrag ter vergoeding van het toezicht op de naleving van het bij of krachtens de Telecommunicatiewet bepaalde inzake het gebruik van nummers in 2022’.

C

Bijlage 3 wordt vervangen door de bij deze regeling gevoegde bijlage.

ARTIKEL II

In artikel 1, eerste lid, onderdeel j, van de Regeling gegevensverstrekking ACM 2019 wordt ‘de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid’ vervangen door ‘de Nederlandse Arbeidsinspectie’.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, en werkt ten aanzien van artikel II terug tot en met 1 januari 2022.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 28 april 2022

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, M.A.M. Adriaansens

BIJLAGE BEHORENDE BIJ ARTIKEL I, ONDERDEEL C

BIJLAGE 3. BEHORENDE BIJ ARTIKEL 7A, EERSTE LID, VAN DE REGELING DOORBEREKENING KOSTEN ACM

Categorie (eventueel opgesplitst in subcategorieën)

Bedrag ter vergoeding van de ACM dat met toepassing van hoofdstuk 3 van het besluit door middel van toerekeningen worden doorberekend in 2022

Regionaal netbeheer elektriciteit

0,07589% van de relevante omzet

Regionaal netbeheer gas

0,15314% van de relevante omzet

Landelijk netbeheer elektriciteit

€ 3.447.192

Landelijk netbeheer gas

€ 1.770.138

Warmtelevering

0,29206% van de relevante omzet

Universele postdienst

€ 92.514

Niet-universele postdienst

0,04659% van de relevante omzet

Verplichtingen op grond van Verordening (EU) nr. 2018/644 van het Europees Parlement en de Raad van 18 april 2018 betreffende grensoverschrijdende pakketdiensten (PbEU 2018, L 112) met betrekking tot de universele postdienst

€ 1.596

Verplichtingen op grond van Verordening (EU) nr. 2018/644 van het Europees Parlement en de Raad van 18 april 2018 betreffende grensoverschrijdende pakketdiensten (PbEU 2018, L 112) met betrekking tot de niet-universele postdienst

0,00066% van de relevante omzet

Openbare elektronische communicatiediensten, openbare elektronische communicatienetwerken en bijbehorende faciliteiten

0,03648% van de relevante omzet

Loodswezen

€ 68.548

Luchtvaart

€ 425.371

Financieel betalingsverkeer

€ 444,52 per 50.000.000 binnenlandse betaaltransacties

TOELICHTING

1. Algemeen

De Autoriteit Consument en Markt (hierna: ACM) maakt kosten voor haar toezicht op verschillende marktorganisaties. Artikel 6a, eerste lid, van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt bepaalt dat de kosten van de ACM die samenhangen met de uitvoering van haar taken ten laste worden gebracht van marktorganisaties. De hoogte hiervan wordt conform het Besluit doorberekening kosten ACM (hierna: Besluit) geregeld in de Regeling doorberekening kosten ACM (hierna: Regeling). De kosten die de ACM voor haar toezicht maakt, wijzigen jaarlijks. Voorliggende regeling bevat de wijziging van de Regeling voor het jaar 2022. Daarnaast bevat deze regeling een nieuw bedrag dat aan marktorganisaties wordt doorberekend. Het gaat om het bedrag ter dekking van de kosten van een beschikking van de ACM op een aanvraag tot certificering van een vergelijkingstool als bedoeld in artikel 7.3, zesde lid, van de Telecommunicatiewet.

Verder is van de gelegenheid gebruik gemaakt om een technische wijziging door te voeren in de Regeling gegevensverstrekking ACM 2019.

2. Inhoud regeling

Wijziging Regeling doorberekening kosten ACM (voor 2022)

Met de in deze regeling vervatte wijzigingen wordt de Regeling bijgewerkt met de bedragen die in 2022 door middel van toerekening aan marktorganisaties worden doorberekend.

In onderdeel A van bijlage 1 bij de Regeling zijn de bedragen opgenomen voor de toekenning van nummers en de bedragen voor 2022 ter vergoeding van de kosten voor het toezicht op de naleving van het bij of krachtens de Telecommunicatiewet bepaalde inzake het gebruik van nummers. De bedragen in dat onderdeel A van bijlage I zijn niet gewijzigd. Daarom is niet de gehele bijlage vervangen, maar is volstaan met het actualiseren van het jaartal in het opschrift in de bijlage (artikel I, onderdeel B).

In bijlage 3 bij de Regeling zijn de bedragen voor 2022 opgenomen die met toepassing van hoofdstuk 3 van het Besluit door middel van toerekening worden doorberekend (artikel I. onderdeel C). Dit is ofwel een bedrag in euro's (categorieën met slechts één marktorganisatie), ofwel een percentage van de relevante omzet als bedoeld in artikel 12, eerste lid, van het Besluit (categorieën met meerdere marktorganisaties, waarbij de relevante omzet als verdeelsleutel wordt gehanteerd). Hierbij zij aangetekend dat aan marktorganisaties met een relevante omzet lager dan € 2 miljoen geen bedrag in rekening wordt gebracht. De kosten worden omgeslagen over de marktorganisaties met een omzet boven de € 2 miljoen.

Doorberekening kosten toekenning nummers als gevolg van juridische fusie of splitsing van de oorspronkelijke nummerhouder

Door middel van deze wijzigingsregeling zijn niet alleen de bedragen die aan marktorganisaties worden doorberekend, geactualiseerd voor het jaar 2022, maar is ook een nieuwe variant van een van de door te berekenen bedragen opgenomen in de Regeling. Het gaat om de door te berekenen kosten voor de toekenning van een nummer (een beschikking in de zin van artikel 4, eerste lid, onderdeel a, van het Besluit), indien en voor zover die toekenning van een nieuw nummer is ingegeven door het feit dat de oorspronkelijke nummerhouder is gefuseerd of gesplitst (in de zin van artikel 2:309 respectievelijk artikel 2:334a van het Burgerlijk Wetboek).

Een juridische fusie kan inhouden dat het ene bedrijf geheel opgaat in een ander of dat twee (of meer) bestaande rechtspersonen samen één nieuwe rechtspersoon vormen. Een juridische splitsing kan inhouden dat een bestaande rechtspersoon wordt vervangen door twee nieuwe rechtspersonen of dat een rechtspersoon wordt afgesplitst van een bestaande rechtspersoon die ook voort bestaat.

Voor de Telecommunicatiewet betekent een juridische fusie of splitsing in strikte zin dat er een nieuwe toekenning van nummers moet plaatsvinden, tot op heden tegen het betreffende tarief in bijlage 1 bij de Regeling, terwijl het feitelijk neerkwam op een wijziging in de tenaamstelling van de desbetreffende nummerhouder. Dit kon in de praktijk leiden tot onevenredige kosten voor de nieuwe rechtspersoon. Een systeemaanpassing bij de ACM maakt echter dat de kosten voor een dergelijke wijziging voortaan op vereenvoudigde wijze kunnen worden verwerkt, hetgeen leidt tot minder hoge kosten. Gelet hierop is door wijziging van artikel 2, eerste lid, van de Regeling een afwijkend tarief voor toekenning van nummers ingevoerd, ad € 50 per beschikking (artikel I, onderdeel A, onder 1). Dat bedrag geldt dan enkel voor zover die toekenning van een nieuw nummer is ingegeven door het feit dat de oorspronkelijke nummerhouder is gefuseerd of gesplitst; voor de ‘reguliere’ toekenningen van nummers blijven onverkort de door te berekenen bedragen gelden die zijn opgenomen in bijlage 1 bij de Regeling.

Doorberekening kosten certificering vergelijkingstool Telecommunicatiewet

Een ander nieuw door te berekenen bedrag betreft het bedrag ter dekking van de kosten van een beschikking van de ACM op een aanvraag tot certificering van een zogenoemde vergelijkingstool als bedoeld in artikel 7.3, zesde lid, van de Telecommunicatiewet (artikel I, onderdeel A, onder 2).

Deze invoering van een nieuw tarief in de Regeling vloeit voort uit de nieuwe certificeringstaak die aan de ACM is toebedeeld op grond van artikel 7.3, zesde lid, van de Telecommunicatiewet1. Op grond van artikel 4, eerste lid, onderdeel c, van het Besluit is de ACM gerechtigd de kosten voor de beschikkingen omtrent certificeringsaanvragen in rekening te brengen.

De ACM heeft een berekening gemaakt van de kosten per aanvraag voor een certificering en komt daarbij op een bedrag van € 4.700,-. Bij de berekening is onder meer rekening gehouden met het type werkzaamheden dat ten behoeve van de certificering uitgevoerd moet worden, de kwalificaties van het in te zetten personeel en de gemiddelde urenbesteding bij het in behandeling nemen, het beoordelen en bij de besluitvorming op een aanvraag tot certificering. Bij de berekening is gebruik gemaakt van de Handleiding overheidstarieven 2022. Het aldus vastgestelde, nieuwe tarief wordt kostendekkend geacht.

Strekking wijzigingen tarieven

De uitgaven van de ACM waren in 2021 gemiddeld hoger dan in 2020. Dit heeft ook effect op de tarieven voor 2022. Het bedrag per marktcategorie fluctueert jaarlijks. Dit komt doordat er in het ene jaar meer of minder juridische, economische en technische onderzoeken nodig zijn dan in het andere jaar. Daaraan gekoppeld fluctueert ook het aantal uur dat voor de taakuitoefening noodzakelijk is en kunnen er wijzigingen zijn in de indirecte materiële kosten.

Daarnaast was van belang dat de ACM ten aanzien van de sector Energie een wijziging heeft doorgevoerd in systematiek van doorberekening van de kosten. Dat wordt hieronder verder toegelicht.

Hieronder is per sector waar de tarieven in bepaalde categorieën zijn gestegen of gedaald, toegelicht waarom dat het geval was.

Energie

Ten aanzien van de sector Energie zijn er twee factoren die invloed hebben op de hoogte en onderlinge verdeling van de door te berekenen kosten. Dit zijn ten eerste de wijziging van de systematiek van doorberekening, en ten tweede de veranderingen in de werkzaamheden voor de (individuele) netbeheerders.

In 2021 heeft de ACM na overleg met betrokkenen netbeheerders geconstateerd dat de verdeelsleutel voor het verdelen van overkoepelende werkzaamheden (werkzaamheden voor meerdere netbeheerders) tot een onevenwichtigheid in de doorberekening leidt. Daarom is voor de berekening van de tarieven 2022 besloten om de verdeelsystematiek voor toedeling van uren voor de overkoepelende werkzaamheden te wijzigen. De overkoepelende werkzaamheden worden gelijkmatig verdeeld over het aantal categorieën van netbeheerders waarop de overkoepelende werkzaamheden betrekking hebben. Dit leidt tot een daling van het tarief voor landelijk netbeheer elektriciteit en een stijging van de tarieven voor overige netbeheerders. Voor de categorie warmtelevering heeft deze wijziging geen gevolgen voor de hoogte van doorberekening.

Naast de verandering van de systematiek van doorberekening leiden veranderingen in de omvang van werkzaamheden ten opzichte van 2020 tot wijziging van de tarieven 2022. Hieronder volgt een toelichting op de verschillen in de werkzaamheden voor de netbeheerders ten opzichte van 2020.

Regionaal netbeheer Elektriciteit

Ten aanzien van het regionaal netbeheer elektriciteit is de stijging van de kosten mede veroorzaakt door werkzaamheden die nodig waren voor codewijzigingen, toezicht en regulering. Daarnaast zijn extra werkzaamheden verricht in het kader van de werkgroep tariefstructuur kleinverbruikers en op het gebied van de congestieproblematiek.

Regionaal netbeheer Gas

Wat betreft het regionaal netbeheer gas zijn meer uren besteed aan nieuwe werkzaamheden voor waterstofpilots, werkzaamheden voor toezicht op grond van artikel 10 van de Gaswet op het gebied van kwaliteit en veiligheid, en de behandeling van geschillen.

Landelijk netbeheer Elektriciteit

Ten aanzien van het landelijk netbeheer elektriciteit zijn in 2021 minder uren besteed aan de implementatie van Europese netwerkcodes elektriciteit en benchmark. Voor werkzaamheden op het gebied van de congestieproblematiek is meer capaciteit ingezet.

Landelijk netbeheer Gas

Wat betreft het landelijk netbeheer gas zijn in 2021 meer uren besteed aan toezicht. Voor benchmark is minder capaciteit ingezet.

Landelijk en regionaal netbeheer Elektriciteit en Gas

Verder zijn voor de netbeheerders gas en elektriciteit gezamenlijk in 2021 minder werkzaamheden verricht vanwege afronding van de methodebesluiten. Daarnaast was 2021 voor de toetsing van investeringsplannen een tussenjaar met alleen voorbereidende werkzaamheden voor de toets in 2022.

Warmtelevering

Ten aanzien van de categorie warmtelevering zijn de kosten met 57% gestegen. Dit komt in de eerste plaats doordat in 2021 meer werkzaamheden zijn verricht om uitvoering te geven aan de nieuwe taak van de ACM op grond van de Warmtewet, namelijk de monitoring van de ontwikkeling van (financiële) rendementen in de warmteleveringsmarkt (Rendementsmonitor warmte). Daarnaast zijn er extra werkzaamheden verricht voor de warmtetarieven en in het kader van onder meer projecten op het gebied van storingsregistratie en transparantie van warmtefacturen. In tegenstelling tot 2020, zijn er minder uren besteed aan werkzaamheden die uitgezonderd zijn van de doorbelasting aan de marktpartijen.

Post

Wat betreft de categorie Universele Postdienst zijn de kosten in 2021 gedaald met 29%. Er zijn minder uren besteed aan de beoordeling van de tarieven en de beoordeling van de overkomstduur (dit is het aantal werkdagen dat een poststuk onderweg is voordat het zijn bestemming bereikt).

Ook voor de categorie Niet-universele Postdienst is het door te belasten bedrag gedaald, namelijk met 17%. De kosten zijn afgenomen als gevolg van minder benodigde vervolgvragen tijdens de uitvoering van de monitor en minder capaciteitsinzet door het volledig wegvallen van werkzaamheden op basis van het voormalige artikel 9 van de Postwet. De afname in de kosten leidt tot een daling van het tarief.

De kosten voor de categorie Pakketverordening Universele Postdienst zijn gedaald met 88%. In 2021 is, in tegenstelling tot de voorgaande jaren, geen uitgebreide beoordeling van de tarieven voor grensoverschrijdend pakketvervoer uitgevoerd.

De kosten voor de categorie Pakketverordening Niet-universele Postdienst zijn gestegen, namelijk met 526%. Dit komt doordat na de inwerkingtreding van de Europese Verordening betreffende grensoverschrijdende pakketbezorgdiensten2 de ACM genoodzaakt was om een zaaksysteem in te richten ten behoeve van de registratie van deze aanbieders van deze diensten. Vanaf 2021 zijn de aanbieders van pakketbezorgdiensten ook opgenomen in het openbare zichtbare deel van het register van de ACM. Voor het inschrijven van aanbieders van pakketbezorgdiensten in het zaaksysteem en het openbare register was veel capaciteitsinzet benodigd. De toename in de kosten leidt tot een stijging van het tarief.

Telecommunicatie

De door te berekenen kosten voor elektronische communicatie zijn gestegen met 0,1%. Daarnaast is de omzet van de betrokken partijen toegenomen. Het effect van de stijging van de omzet is groter, waardoor het tarief daalt.

Voor nummers geldt dat de kosten hiervoor zijn gedaald met 1% en dat de ACM in 2022 verwacht minder informatienummers en bedrijfsnummers uit te zullen geven. Gezien de verwachte daling in het aantal uit te geven nummers en de kosten is het voorstel om de tarieven gelijk te houden.

Vervoer (Luchtvaart en Loodsen)

De door te berekenen kosten voor het loodsentoezicht zijn gedaald doordat de effecten van de uitbraak van het coronavirus (COVID-19) en de diverse gevolgen daarvan voor het loodsentoezicht, afnemen (hoewel de gevolgen ook in 2021 nog wel voelbaar waren voor de loodsdiensten). In 2020 vond aldus vanwege COVID-19 juist een stijging plaats van de kosten voor loodsentoezicht, waar deze nu zijn gedaald met 29%.

De door te berekenen kosten voor luchtvaart zijn eveneens gedaald. Dit is het gevolg van een lagere inzet van capaciteit aan de behandeling van klachten in 2021 ten opzichte van 2020.

Financieel

De door te berekenen kosten voor financieel betalingsverkeer zijn gedaald met 50%. Dit komt doordat er in vergelijking met 2020 minder uren zijn besteed aan toezichtshandelingen die doorbelast worden aan de markt. Het totaal aantal transacties is echter nagenoeg gelijk gebleven, waardoor het tarief per eenheid daalt.

Wijziging Regeling gegevensverstrekking ACM 2019

De organisatie die voorheen bekend stond onder de naam ‘Inspectie Sociale Zaken en werkgelegenheid’ heeft per 1 januari 2022 een naamswijziging ondergaan. Gelet hierop is de aanduiding ‘Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid’ in de Regeling gegevensverstrekking ACM 2019 vervangen door de nieuwe naam van de organisatie, zijnde ‘Nederlandse Arbeidsinspectie’. Via artikel III van deze wijzigingsregeling is aan deze wijziging terugwerkende kracht verleend tot 1 januari 2022.

3. Regeldruk

Aan deze wijzigingsregeling zijn geen administratieve lasten en nalevingkosten verbonden. Het gaat hier in de eerste plaats namelijk puur om wijzigingen van bestaande tarieven. Dergelijke wijzigingen in de hoogte van de door te berekenen bedragen leveren geen regeldruk op. Ook de vaststelling van het tarief dat de ACM voortaan in rekening brengt voor certificering van vergelijkingstools in de zin van de Telecommunicatiewet (een nieuw tarief), leidt niet tot regeldruk. Ook hier gaat het immers enkel om de vaststelling van de hoogte van het (nieuwe) tarief. De onderliggende verplichting tot certificering van een vergelijkingstool (waaruit op zichzelf wél administratieve lasten voortvloeien) volgt niet uit deze regeling, maar uit artikel 7.3 van de Telecommunicatiewet (en dat artikel vormt de implementatie van de Europeesrechtelijke Telecomcode; zie verder voetnoot 1). Gelet op aard en strekking van deze wijzigingsregeling is deze dan ook niet voor formele toetsing aan het Adviescollege toetsing regeldruk voorgelegd.

4. Vaste verandermomenten en inwerkingtreding

Op grond van het kabinetsbeleid inzake vaste verandermomenten treden ministeriële regelingen in werking met ingang van 1 januari, 1 april, 1 juli of 1 oktober. Bekendmaking geschiedt uiterlijk twee maanden voor inwerkingtreding. In het onderhavige geval wordt echter afgeweken van dit kabinetsbeleid, doordat deze regeling in werking treedt met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, en de bekendmaking van deze wijzigingsregeling niet uiterlijk twee maanden voor inwerkingtreding van deze regeling plaatsvindt.

Deze afwijking van het beleid inzake vaste verandermomenten volgt uit artikel 9 van het Besluit. Dat artikel schrijft namelijk voor dat de bedragen jaarlijks vóór 1 mei worden vastgesteld (eerste lid) en dat de bedragen worden vastgesteld op basis van de kosten van de ACM in het kalenderjaar voorafgaand aan het kalenderjaar waarvoor de bedragen gelden (tweede lid). In de praktijk worden die kosten in de loop van het eerste kwartaal van het daarop volgende kalenderjaar in de jaarrekening vastgesteld. Hierdoor is inwerkingtreding van deze regeling op een van de vaste verandermomenten en bekendmaking ten minste twee maanden voor de inwerkingtreding niet mogelijk.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, M.A.M. Adriaansens


X Noot
1

De introductie in de Telecommunicatiewet van de vergelijkingstool en certificering daarvan vloeit voort uit artikel 103 van de zogenoemde Europese Telecomcode (Richtlijn (EU) 2018/1972 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 tot vaststelling van het Europees wetboek voor elektronische communicatie (PbEU 2018, L 321)). Dat artikel uit de Telecomcode is geïmplementeerd in artikel 7.3 van de Telecommunicatiewet (zie met name lid 4, 5 en 6). Dit artikel verplicht tot invoering van ten minste één onafhankelijk vergelijkingshulpmiddel (vergelijkingstool) voor eindgebruikers waarmee zij verschillende openbare elektronische communicatiediensten met elkaar kunnen vergelijken en beoordelen. Een vergelijkingstool dat aan de daartoe in de Telecomcode gestelde eisen voldoet, wordt gecertificeerd door de ACM.

X Noot
2

Verordening (EU) 2018/644 van het Europees Parlement en de Raad

van 18 april 2018 betreffende grensoverschrijdende pakketbezorgdiensten (PbEU 2018, L112)

Naar boven