ARTIKEL I
De Subsidieregeling STAP-budget wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 5, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel a wordt na ‘bereikt;’ toegevoegd ‘en’
2. Onderdeel b vervalt, onder verlettering van onderdeel c tot onderdeel b.
B
Aan artikel 9 wordt een lid toegevoegd, luidende:
-
5. In afwijking van het eerste lid kan de Minister met het oog op een efficiëntere inrichting
van het uitvoeringsproces, een aanvraagtijdvak van twee maanden ten hoogste drie werkdagen
korter of langer laten duren. Indien de Minister gebruik maakt van deze bevoegdheid,
maakt hij op de website www.stapuwv.nl bekend met ingang van welke datum een aanvraagtijdvak start of eindigt.
C
In artikel 9a, vierde lid, wordt ‘Artikel 9, derde lid,’ vervangen door ‘Artikel 9,
derde en vijfde lid,’.
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van
Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt, wat artikel I, onderdeel A, betreft,
terug tot en met 1 januari 2022.
TOELICHTING
Aanleiding
Met deze wijzigingsregeling wordt de Subsidieregeling STAP-budget op een aantal punten
gewijzigd. Met deze wijzigingen wordt beoogd de regeling aan te laten sluiten op de
uitvoeringspraktijk. De noodzaak tot deze wijzigingen komen voort uit de ervaringen
met de openstelling van het eerste tijdvak van het STAP-budget. Deze wijzigingen zijn
op initiatief van en afgestemd met de ketenpartners van STAP. De wijzigingen worden
zoveel mogelijk doorgevoerd voordat het tweede tijdvak voor aanvragen van subsidie
wordt opengesteld.
In deze toelichting worden de twee aanpassingen toegelicht en betreffen achtereenvolgens
de controle van de verzekeringsplicht en de inrichting van de aanvraagtijdvakken.
Wijzigingen
Wijziging ten behoeve van controle verzekeringsplicht
Het doel van de Subsidieregeling STAP-budget is om personen die een band hebben met
de Nederlandse arbeidsmarkt, met financiële ondersteuning in staat te stellen om scholing
te volgen gericht op versterking van hun arbeidsmarktpositie. De band met de Nederlandse
arbeidsmarkt wordt vastgesteld aan de hand van objectieve criteria.
De regeling stelde daartoe onder andere dat een subsidieaanvrager burger van de unie
is of een familielid is als bedoeld in Richtlijn 2004/38/EG of burger van een andere
staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte
of Zwitserland. Gebleken is dat hiermee, onbedoeld, personen worden uitgesloten van
de regeling. Zo worden bijvoorbeeld derdelanders (langdurig ingezetenen die na 5 jaar
legaal verblijf in de lidstaat rechtmatig verblijf krijgen) op grond van die bepaling
uitgesloten.
Aangezien het niet de bedoeling is om personen die al lange tijd legaal in Nederland
verblijven uit te sluiten van de regeling, wordt de desbetreffende bepaling (artikel
5, tweede lid, onderdeel b) met terugwerkende kracht geschrapt (artikel I, onderdeel
A, van deze wijzigingsregeling). UWV heeft hier al rekening mee gehouden bij de beoordeling
van aanvragen in het eerste aanvraagtijdvak van 2022.
De criteria die dan nog gelden zijn de voorwaarde dat de subsidieaanvrager ten tijde
van de aanvraag achttien jaar of ouder is en de AOW-leeftijd nog niet heeft bereikt
en de eis van een periode AOW-verzekerd te zijn geweest. De periode van AOW-verzekering
moet ten minste zes maanden zijn.
Ten behoeve van de uitvoerbaarheid en de rechtszekerheid kijkt het UWV bij de beoordeling
van laatstgenoemd criterium over een periode van twee jaar (gelegen tussen twee jaar
en drie maanden en drie maanden voor de kalendermaand van aanvraag) terug en beoordeelt
of de subsidieaanvrager in die periode gedurende ten minste zes maanden verzekerd
is geweest voor de volksverzekeringen. Het UWV heeft de mogelijkheid om het criterium
door middel van een check op de gegevens via de Basisregistratie Personen en/of de
polisadministratie te controleren.
Wijziging in verband met flexibeler inrichting van de aanvraagtijdvakken
Het STAP-budget wordt ieder jaar over zes tijdvakken verdeeld, met uitzondering van
het jaar 2022 waarin er sprake is van vijf tijdvakken, omdat er in maart gestart is.
Om ervoor te zorgen dat gedurende het hele jaar scholing gevolgd kan worden en zoveel
mogelijk mensen er gebruik van kunnen maken, is er gekozen voor deze gefaseerde openstelling.
Uit de uitvoeringspraktijk is de wens gekomen om de start en het einde van de tijdvakken
in nader overleg tussen de ketenpartners van STAP, in elk geval tussen opdrachtgever
SZW en uitvoerder van het aanvraagportaal, UWV, te bepalen. Dit geeft ruimte om flexibel
te zijn. Dit kan bijvoorbeeld gewenst zijn bij de start van de maand op een feest-
of weekenddag, wanneer er een beperkte capaciteit zal zijn bij de uitvoerders van
STAP. Dit voorbeeld speelt reeds bij het aankomende tweede aanvraagtijdvak van 2022.
In artikel 9 van de huidige STAP-regeling zijn de tijdvakken gedefinieerd als een
periode van twee maanden, waarbij de eerste dag van de eerste maand van het tijdvak
als startdatum wordt gehanteerd. Om meer flexibiliteit te krijgen wordt de omschrijving
van de tijdvakken gewijzigd. Een tijdvak kan enkele dagen worden verkort of verlengd
als dat tot een efficiënter uitvoeringsproces in dat tijdvak kan leiden. Er is gekozen
voor een maximale uitwijkingsmogelijkheid van drie werkdagen, zodat de tijdvakken
niet te veel in omvang kunnen verschillen. Te allen tijde zullen de start- en einddata
van de aanvraagtijdvakken tijdig beschikbaar zijn op het aanvraagportaal www.stapuwv.nl.
Deze wijziging wordt gerealiseerd met de wijziging van artikel 9, waaraan een vijfde
lid wordt toegevoegd. In verband daarmee wordt artikel 9a ook gewijzigd.
Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na publicatie in de Staatscourant.
De wijziging van artikel 5, tweede lid, onderdeel b, werkt terug tot en met 1 januari
2022, de inwerkingtredingsdatum van de Subsidieregeling STAP-budget om de gebleken
onrechtmatigheid op te heffen.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
C.E.G. van Gennip