Besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 21 april 2022, nummer WBV 2022/10, houdende wijziging van de Vreemdelingencirculaire 2000

DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID,

Gelet op de Vreemdelingenwet 2000, het Vreemdelingenbesluit 2000 en het Voorschrift Vreemdelingen 2000;

Besluit:

ARTIKEL I

De Vreemdelingencirculaire 2000 wordt als volgt gewijzigd:

A

Onder vernummering van paragraaf C7/11 tot en met paragraaf C7/33 Vreemdelingencirculaire 2000 en de onderliggende subonderdelen, tot paragraaf C7/12 tot en met C7/34 Vreemdelingencirculaire 2000, wordt een nieuwe paragraaf C7/11 Vreemdelingencirculaire 2000 ingevoegd, die komt te luiden:

11. Het asielbeleid ten aanzien van Egypte

11.1. Besluitmoratorium

Geen bijzonderheden

11.2. Artikel 1F Vluchtelingenverdrag

Geen bijzonderheden.

11.3. Vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag
11.3.1. Groepsvervolging in de zin van paragraaf C2/3.2 Vc

Geen bijzonderheden.

11.3.2. Risicogroepen in de zin van paragraaf C2/3.2 Vc

De IND merkt voor Egypte de volgende categorieën vreemdelingen aan als risicogroep:

  • (online) journalisten, mensenrechtenverdedigers of politieke opposanten/ activisten, die significante kritiek hebben geuit op de autoriteiten of het regeringsbeleid (als de vreemdeling de kritiek in het openbaar heeft geuit, zal hiervan al snel sprake zijn);

  • LHBTI.

11.4. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, onder b, Vw
11.4.1. Uitzonderlijke situatie in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc

Geen bijzonderheden.

11.4.2. Systematische blootstelling in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc

Geen bijzonderheden.

11.4.3. Kwetsbare minderheidsgroepen in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc

Geen bijzonderheden.

11.5. Bescherming
11.5.1. Bescherming door autoriteiten en/of internationale organisaties in de zin van paragraaf C2/3.4 Vc

Van personen behorend tot een van de hierbovengenoemde risicogroepen, die een gegronde vrees hebben voor vervolging, wordt niet verlangd dat zij de bescherming van de autoriteiten inroepen.

11.5.2. Binnenlands beschermingsalternatief in de zin van paragraaf C2/3.4 Vc

Ten aanzien van personen behorend tot een van de hierboven genoemde risicogroepen, die een gegronde vrees hebben voor vervolging, wordt geen binnenlands beschermingsalternatief aangenomen.

11.6. Adequate opvang alleenstaande minderjarige vreemdelingen

De IND beoordeelt aan de hand van paragraaf B8/6 Vc of adequate opvang voor amv’s aanwezig is.

Voor Egypte geldt in zijn algemeenheid dat:

  • algemene opvangvoorzieningen niet beschikbaar en/of toereikend zijn; en

  • de autoriteiten geen zorg dragen voor de opvang.

Ondanks voornoemd uitgangspunt, kan in een voorkomend geval – na onderzoek – worden vastgesteld dat adequate opvang beschikbaar is en kan worden gerealiseerd.

11.7. Vertrekmoratorium

Geen bijzonderheden.

11.8. Bijzonderheden

Geen bijzonderheden.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal (met de toelichting) in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 21 april 2022

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, namens deze, J.W.H.M. Beaujean directeur-generaal Migratie

TOELICHTING

Per brief van 11 februari 2022 heeft de Staatssecretaris aan de Tweede Kamer laten weten dat het Ministerie van Buitenlandse Zaken op 8 februari 2022 een algemeen ambtsbericht over Egypte heeft gepubliceerd. Het ambtsbericht vormt aanleiding om landgebonden asielbeleid te formuleren.

In bovengenoemde brief heeft de Staatssecretaris meegedeeld dat hij besloten heeft om (online) journalisten, mensenrechtenverdedigers, politiek opposanten en activisten, die in het openbaar kritiek hebben geuit op de autoriteiten/regeringsbeleid, als risicogroep aan te merken. Uit het ambtsbericht blijkt dat zij te maken kunnen krijgen met arrestatie en detentie. Als de kritiek in het openbaar is geuit, zal hiervan al snel sprake zijn.

Daarnaast heeft de Staatssecretaris besloten om LHBTI als risicogroep aan te merken, omdat uit het ambtsbericht blijkt dat LHBTI te maken krijgen met sociale marginalisering, stigmatisering, geweld en discriminatie vanuit zowel de samenleving als de overheid. Het ambtsbericht meldt ook dat de autoriteiten niet-heteroseksuele personen actief strafrechtelijk vervolgen.

Van personen behorend tot de bovengenoemde risicogroepen, die een gegronde vrees hebben voor vervolging, wordt niet verlangd dat zij de bescherming van de autoriteiten inroepen, noch wordt ten aanzien van hen een binnenlands beschermingsalternatief aangenomen.

In bovengenoemde brief meldt de Staatssecretaris verder dat op basis van het ambtsbericht niet kan worden gesteld dat in Egypte de algemene opvangvoorzieningen voor de opvang van alleenstaande minderjarige vreemdelingen beschikbaar en/of toereikend zijn, en de autoriteiten zorg dragen voor de opvang. Er is onvoldoende toezicht op de aanwezige opvanglocaties voor minderjarigen om de kwaliteit te kunnen bepalen en het is niet duidelijk of de opvang naar lokale maatstaven toereikend is. In individuele gevallen kan desalniettemin uit nader onderzoek blijken dat adequate opvang beschikbaar is en kan worden gerealiseerd.

Met dit WBV wordt de landenparagraaf ‘Egypte’ toegevoegd aan hoofdstuk C7 van de Vreemdelingencirculaire 2000 (Vc), onder paragraafnummer C7/11 Egypte Vc.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, namens deze, J.W.H.M. Beaujean directeur-generaal Migratie

Naar boven