Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Staatstoezicht op de Mijnen | Staatscourant 2022, 11165 | delegatie- of mandaatbesluit |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Staatstoezicht op de Mijnen | Staatscourant 2022, 11165 | delegatie- of mandaatbesluit |
De Inspecteur-generaal der Mijnen,
Gelet op afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 19, eerste en derde lid, en 20 van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging EZK 2019, artikel 4 van de Regeling mandaatverlening inzake de bevoegdheid tot handhaving van de regels m.b.t. indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels, en artikel 2 van het Besluit mandaat en machtiging inspecteur-generaal der mijnen Waterwet;
Besluit:
In dit besluit wordt verstaan onder:
de Inspecteur-generaal der Mijnen;
– Bedrijfsvoering;
– Bestuurszaken;
– Centrale expertise;
– Informatiemanagement;
– Toezicht 1;
– Toezicht 2;
– Toezicht 3;
– Vergunningen.
de directeuren van het Staatstoezicht op de Mijnen;
de manager van een afdeling;
de manager van Cluster 1;
kosten die direct verband houden met het werkterrein van de directeuren, niet zijnde kosten genoemd in artikel 4, vierde, vijfde en zesde lid;
de aangelegenheden op het gebied van personeel, organisatie en formatie en het daarmee samenhangende budget;
het bedrag inclusief de verschuldigde omzetbelasting (btw).
Aan de Inspecteur-generaal is voorbehouden:
a. het nemen van besluiten, het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen en het verrichten van feitelijke handelingen betreffende aangelegenheden:
1°. die het werkterrein van meerdere afdelingen raken, tenzij daarover tussen de betrokken directeuren overeenstemming bestaat;
2°. waarvan de Inspecteur-generaal mededeling heeft gedaan dat zij door hem zullen worden behandeld.
b. het vaststellen van:
1°. de bevindingen van het onderzoek naar een klacht in de zin van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht;
2°. beleidsregels;
3°. de toezichtstrategie inclusief handhavingsstrategie;
4°. de beantwoording van vragen van andere ambtsdragers;
5°. het jaarplan van het Staatstoezicht op de Mijnen, en het beheer- en controleplan.
c. het instellen van hoger beroep.
1. Aan de directeuren wordt, ieder voor zich, mandaat, ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor aangelegenheden op hun werkterrein met inbegrip van het nemen van besluiten en met dien verstande dat het aangaan van financiële verplichtingen enkel betrekking heeft op operationele kosten en een bedrag van € 10.000 per verplichting niet te boven gaat.
2. Aan de directeur die de afdeling Bedrijfsvoering in portefeuille heeft, wordt tevens volmacht en machtiging verleend voor het aangaan van financiële verplichtingen op het gebied van opleidingen, tijdelijk personeel, huisvesting en bureaukosten, tot en met een bedrag van € 50.000 per verplichting.
3. Aan de directeur die de afdeling Informatiemanagement in portefeuille heeft, wordt tevens volmacht en machtiging verleend voor het aangaan van financiële verplichtingen op het gebied van documentatie, literatuur, hardware, software en telefonie tot en met een bedrag van € 50.000 per verplichting.
4. Aan de directeur die de afdeling Centrale Expertise in portefeuille heeft, wordt tevens volmacht en machtiging verleend voor het aangaan van financiële verplichtingen op het gebied van wetenschappelijke en inventariserende onderzoeken tot en met een bedrag van € 50.000 per verplichting.
5. Aan de directeuren wordt voorts, ieder voor zich, voor de onder hen ressorterende medewerkers, ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor:
a. het verlenen van verlof en kort buitengewoon verlof;
b. het verlenen van zwangerschaps-, bevallings- en ouderschapsverlof;
c. het accorderen van P-Direkt aanvragen;
d. het accorderen van aanvragen voor binnenlandse en buitenlandse dienstreizen en het goedkeuren van reiskostendeclaraties, met dien verstande dat het aangaan van financiële verplichtingen een bedrag van € 10.000 per verplichting niet te boven gaat.
6. Aan de directeur die de afdeling Bestuurszaken in de portefeuille heeft wordt mandaat, ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor:
a. het voeren van correspondentie inzake bezwaarprocedures, het vertegenwoordigen in bezwaarprocedures en het nemen en tekenen van beslissingen op bezwaar;
b. het instellen van beroep bij de bestuursrechter;
c. het voeren van verweer, het voeren van correspondentie en het vertegenwoordigen in procedures bij de bestuursrechter en de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State;
d. het instellen van een voorlopige voorziening, het voeren van verweer, het voeren van correspondentie en het vertegenwoordigen in een voorlopige voorzieningsprocedure bij de bestuursrechter.
1. Aan de managers wordt, ieder voor zich, mandaat, ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor aangelegenheden op hun werkterrein. Het aangaan van financiële verplichtingen is hiervan uitgesloten, tenzij het verplichtingen betreft genoemd in het tweede tot en met vijfde lid.
2. Aan de managers wordt, ieder voor zich, voor de onder hen ressorterende medewerkers, ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor:
a. het verlenen van verlof en kort buitengewoon verlof;
b. het verlenen van zwangerschaps-, bevallings- en ouderschapsverlof;
c. het accorderen van P-Direkt aanvragen;
d. het accorderen van aanvragen voor binnenlandse dienstreizen en het goedkeuren van reiskostendeclaraties, met dien verstande dat het aangaan van financiële verplichtingen een bedrag van € 5.000 per verplichting niet te boven gaat.
3. Aan de manager Bedrijfsvoering wordt voorts volmacht en machtiging verleend ten aanzien van brieven op financieel en administratief gebied en op het gebied van huisvesting, P&O aangelegenheden, met uitzondering van correspondentie gericht aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat, de secretaris-generaal, de plaatsvervangend secretaris-generaal, en de hoofden van dienst van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat.
4. Aan de manager Bedrijfsvoering wordt tevens volmacht en machtiging verleend voor het aangaan van financiële verplichtingen op het gebied van opleidingen, tijdelijk personeel, huisvesting en bureaukosten, met dien verstande dat het aangaan van financiële verplichtingen een bedrag van € 50.000 per verplichting niet te boven gaat.
5. Aan de manager Informatiemanagement wordt tevens volmacht en machtiging verleend voor het aangaan van financiële verplichtingen op het gebied van documentatie, literatuur, hardware, software en telefonie, met dien verstande dat het aangaan van financiële verplichtingen een bedrag van € 50.000 per verplichting niet te boven gaat.
6. Aan de manager Centrale Expertise wordt tevens volmacht en machtiging verleend voor het aangaan van financiële verplichtingen op het gebied van wetenschappelijke en inventariserende onderzoeken, met dien verstande dat het aangaan van financiële verplichtingen een bedrag van € 50.000 per verplichting niet te boven gaat.
Aan de operationeel manager wordt, voor de onder hem ressorterende medewerkers, ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor:
a. het verlenen van verlof en kort buitengewoon verlof;
b. het verlenen van zwangerschaps-, bevallings- en ouderschapsverlof;
c. het accorderen van P-Direkt aanvragen;
d. het accorderen van aanvragen voor binnenlandse dienstreizen en het goedkeuren van reiskostendeclaraties, met dien verstande dat het aangaan van financiële verplichtingen een bedrag van € 5.000 per verplichting niet te boven gaat.
1. Aan de coördinerend/specialistisch inspecteurs, senior inspecteurs en inspecteurs, coördinerend/specialistisch adviseurs, senior adviseurs, adviseurs, coördinerend jurist, senior juristen, juristen en medewerkers behandelen en ontwikkelen wordt machtiging verleend voor het afhandelen van correspondentie op hun werkterrein.
2. Aan de coördinerend/specialistisch inspecteurs, senior inspecteurs, inspecteurs, coördinerend/specialistisch adviseurs, senior adviseurs, en adviseurs wordt machtiging verleend voor de behandeling van adviesaanvragen op hun werkterrein door de Minister van Economische Zaken en Klimaat, met inbegrip van het geven van advies.
3. Aan de coördinerend jurist wordt, onverminderd het eerste en vierde lid, machtiging verleend voor:
a. de behandeling van bezwaarschriften, met uitzondering van het nemen van een beslissing op bezwaar;
b. het voeren van beroeps- en hoger beroepsprocedures;
c. het voeren van procedures inzake voorlopige voorzieningen, met uitzondering van het voeren van verweer.
4. Aan de coördinerend jurist en de senior juristen wordt, ieder voor zich, machtiging verleend tot vertegenwoordiging bij bestuursrechtelijke geschillen. Tevens zijn zij bevoegd om voor de behandeling van een geschil één of meer personen als medegemachtigde te introduceren.
1. In het geval van afwezigheid van de Inspecteur-generaal gaan de volgende bevoegdheden als volgt over:
a. het aangaan van financiële verplichtingen wordt de bevoegdheid van de directeur op wiens werkterrein dit valt;
b. het nemen van besluiten, het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen en het verrichten van feitelijke handelingen betreffende aangelegenheden die het werkterrein van de inspecteur-generaal raken, waaronder begrepen de P&O-aangelegenheden en het instellen van hoger beroep, wordt de bevoegdheid van een door de inspecteur-generaal aangewezen directeur of, bij gebreke van een dergelijke aanwijzing, een door de directeuren aan te wijzen directeur;
c. het nemen van besluiten, het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen en het verrichten van feitelijke handelingen betreffende aangelegenheden die meerdere werkterreinen raken, wordt de bevoegdheid van een door de directeuren aangewezen directeur;
d. het vaststellen van:
1°. de bevindingen van het onderzoek naar een klacht in de zin van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht wordt de bevoegdheid van de directeur op wiens werkterrein dit speelt;
2°. de beantwoording van vragen van andere ambtsdragers wordt de bevoegdheid van de directeur op wiens werkterrein dit speelt.
2. De bevoegdheden die uit dit besluit voortvloeien voor een directeur gaan in geval van afwezigheid van die directeur over op een door hem aan te wijzen andere directeur.
3. De bevoegdheden die voortvloeien uit artikel 4, vierde, vijfde en zesde lid, voor de daar genoemde managers, gaan in geval van afwezigheid van een van hen, over op een door hem aangewezen andere manager.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2022-11165.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.