Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 5 april 2022, kenmerk 3346764-1027262-PDC19, inhoudende wijziging van de Subsidieregeling publieke gezondheid in verband met de aanpassing van de aanvraagtermijn voor 2022 en van paragraaf 5b omtrent de vaccinatie tegen het coronavirus

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 3 van de Kaderwet VWS-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Subsidieregeling publieke gezondheid wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het vijfde lid vervalt ‘en zesde’.

2. Het zesde lid vervalt.

B

In artikel 67j vervalt ‘in 2022’.

C

De aanhef van artikel 67k, eerste lid, komt als volgt te luiden:

  • 1. De subsidie, bedoeld in artikel 67j, wordt verstrekt voor vaccinaties tegen het coronavirus die in een boekjaar worden toegediend door huisartsen aan in ieder geval:

D

Na artikel 67k wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 67ka

  • 1. In afwijking van artikel 19, loopt het boekjaar voor de subsidie, bedoeld in artikel 67j, van 1 mei van enig jaar tot en met 30 april van het daaropvolgende jaar.

  • 2. In afwijking van het eerste lid, loopt het boekjaar 2021 van 1 januari 2021 tot 1 januari 2022 en het boekjaar 2022 van 1 januari 2022 tot en met 30 april 2023.

E

Artikel 67l komt als volgt te luiden:

Artikel 67l

In het boekjaar 2021 bestaat de subsidie, bedoeld in artikel 67j, uit het bedrag dat wordt berekend overeenkomstig de volgende formule:

(Qx x Px) + (Qy x Py) + (Qz x Pz) + (Quu x Puu) + U

waarbij wordt verstaan onder:

Qx. het aantal toegediende vaccins, bedoeld in artikel 67k, eerste lid, dat in het boekjaar 2021 in het kader van de vaccinatie tegen het coronavirus door huisartsenpraktijken wordt toegediend;

Px. een bedrag van € 21,00;

Qy. het aantal toegediende vaccins, bedoeld in artikel 67k, dat in het boekjaar 2021 in het kader van de vaccinatie tegen het coronavirus door huisartsenpraktijken wordt toegediend in de thuissituatie;

Py. een bedrag van € 90,16;

Qz. het aantal toegediende vaccins, bedoeld in artikel 67k, dat in het boekjaar 2021 in het kader van de vaccinatie tegen het coronavirus door huisartsenposten wordt toegediend;

Pz. een bedrag van € 41,35;

Quu. het aantal patiënten van een huisartsenpraktijk, dat op 1 januari 2021 was ingeschreven;

Puu. een bedrag van € 2,00;

U. het verschil tussen de overige baten en lasten van de uitvoering van de vaccinatie tegen het coronavirus, voor zover opgenomen in een door de minister goedgekeurde begroting, tot ten hoogste € 700.000.

F

Na artikel 67l wordt een artikel ingevoegd luidende:

Artikel 67la

In het boekjaar 2022 bestaat de subsidie, bedoeld in artikel 67j, uit het bedrag dat wordt berekend overeenkomstig de volgende formule:

(Qx x Px) + (Qy x Py) + (Qz x Pz) + (Quu x Puu) + (Qvv x Pvv) + U + V

waarbij wordt verstaan onder:

Qx. het aantal toegediende vaccins, bedoeld in artikel 67k, eerste lid, dat in het boekjaar 2022 in het kader van de vaccinatie tegen het coronavirus door huisartsenpraktijken wordt toegediend;

Px. een bedrag van € 21,00;

Qy. het aantal toegediende vaccins, bedoeld in artikel 67k, dat in het boekjaar 2022 in het kader van de vaccinatie tegen het coronavirus door huisartsenpraktijken wordt toegediend in de thuissituatie;

Py. een bedrag van € 91,97;

Qz. het aantal toegediende vaccins, bedoeld in artikel 67k, dat in het boekjaar 2022 in het kader van de vaccinatie tegen het coronavirus door huisartsenposten wordt toegediend;

Pz. een bedrag van € 42,18;

Quu. het aantal patiënten van een huisartsenpraktijk, dat op 1 juli 2021 was ingeschreven;

Puu. een bedrag van € 0,54;

Qvv. het aantal patiënten van een huisartsenpraktijk, dat op 1 februari 2022 was ingeschreven;

Pvv. een bedrag van € 0,17;

U. het verschil tussen de overige baten en lasten van de uitvoering van de vaccinatie tegen het coronavirus door de Stichting Nationaal Programma Grieppreventie te Utrecht, voor zover opgenomen in een door de minister goedgekeurde begroting;

V. het verschil tussen de overige baten en lasten van de uitvoering van de vaccinatie tegen het coronavirus door huisartsenpraktijken, voor zover opgenomen in een door de minister goedgekeurde begroting.

G

Na artikel 67la wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 67m

In afwijking van artikel 9, eerste lid, wordt de aanvraag tot subsidieverlening uiterlijk 1 juli van het boekjaar waarop de subsidie betrekking heeft, ingediend.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.J. Kuipers

TOELICHTING

Algemeen

De onderhavige regeling strekt tot wijziging van de Subsidieregeling publieke gezondheid (hierna: de Subsidieregeling). De wijzigingen hebben betrekking op Hoofdstuk II, paragraaf 5b, omtrent de vaccinaties tegen het coronavirus verstrekt door huisartsen.

De oorspronkelijke paragraaf 5b had betrekking op een subsidie aan de Stichting Nationaal Programma Grieppreventie voor door de huisartsen uitgevoerde activiteiten in de eerste fase van de coronavaccinatiecampagne (boekjaar 2021). Ook in de aanloop naar en gedurende de boostercampagne hebben de huisartsen activiteiten uitgevoerd in het kader van de coronavaccinatiecampagne. In het boekjaar 2022 worden er ten opzichte van het boekjaar 2021 andere kosten gemaakt, bijvoorbeeld voor het beschikbaar stellen van extra locaties en de selectie van specifieke doelgroepen. Om deze kosten op een adequate manier te bekostigen, dient de eerder gepubliceerde subsidieregeling te worden aangepast. Ook voor herhaalvaccinatiecampagnes is de verwachting dat huisartsen een rol blijven spelen. Hoewel de toekomst wat betreft Covid-19 onzeker blijft, probeert de regeling hier zo goed mogelijk in te voorzien. Daarnaast wordt de aanvraagtermijn voor 2022 aangepast. In het navolgende wordt een en ander per paragraaf toegelicht.

Artikelsgewijs

Artikel I

A

Bij de uitvoering van de Subsidieregeling is gebleken dat het voor de beoogde ontvangers van de subsidie niet mogelijk was om vóór 15 november 2021 een aanvraag in te dienen voor het jaar 2022. Deze datum is daarnaast niet passend, omdat het boekjaar van de subsidies die op grond van de Subsidieregeling verstrekt kunnen worden, verschillend is. Daarom is ervoor gekozen om ook voor 2022 de aanvraagtermijn uit artikel 9, eerste lid, te hanteren. De minister kan ontheffing verlenen van deze termijn.

B

In artikel 67j is het jaartal komen te vervallen omdat per boekjaar verschillende vergoedingen gelden die afzonderlijk gedefinieerd worden.

C

In de huidige versie van de Subsidieregeling wordt nog gerefereerd aan de periode van 1 januari 2022 tot en met 31 december 2022. Omdat de huisartsen naar verwachting in de komende jaren een rol zullen blijven spelen bij het toedienen van vaccinaties tegen het coronavirus, wordt in de aanhef van artikel 67k nu gesproken van een ‘boekjaar’ in plaats van het noemen van een specifiek jaar.

D

Zowel het Nationaal programma grieppreventie (paragraaf 5), de vaccinaties tegen pneumokokken (paragraaf 5a) als de vaccinaties tegen het coronavirus (paragraaf 5b) worden uitgevoerd door de Stichting Nationaal Programma Grieppreventie te Utrecht. Teneinde het boekjaar voor de vaccinaties tegen het coronavirus gelijk te laten zijn aan het boekjaar dat voor het Nationaal programma grieppreventie en de vaccinaties tegen pneumokokken gehanteerd wordt in onderscheidenlijk de artikelen 62 en 67c, is een nieuw artikel ingevoegd. In het tweede lid wordt voor het boekjaar 2021 en 2022 een afwijkende periode geregeld. In 2021 was het boekjaar nog gelijk aan het kalenderjaar. Voor het boekjaar 2022 wordt ten behoeve van de overgang naar het nieuwe boekjaar, bedoeld in het eerste lid, een afwijkende periode gehanteerd. Op deze manier kan ook voor periode van 1 januari tot en met 30 april 2022 subsidie worden verstrekt.

E en F

Omdat (de hoogte van) de vergoedingen in de boekjaren 2021 en 2022 van elkaar verschillen en omdat onzeker is welke inspanningen van de huisartsen in de toekomst gevraagd zullen worden, is ervoor gekozen om per boekjaar de berekeningswijze van de subsidie apart uit te schrijven.

Er vinden geen wijzigingen plaats in de berekeningswijze voor het boekjaar 2021. Ten opzichte van het boekjaar 2021 vindt in het boekjaar 2022 een indexering plaats van de bedragen Py en Pz met 2,01 procentpunt, het door de Nza gehanteerde prijsindexcijfer voor personele kosten in 2021. Dit percentage is ook voor de overige in deze regeling genoemde vaccinaties van toepassing.

Daarnaast kan in het boekjaar 2022 een bedrag van € 0,54 per patiënt dat op 1 juli 2021 bij een huisartsenpraktijk stond ingeschreven, worden gesubsidieerd. Het bedrag is bedoeld om huisartsen te vergoeden voor kosten die zijn gemaakt door de onderbrekingen van de vaccinatiecampagne in de zomer van 2021. Zo moesten patiënten worden afgebeld en later weer opnieuw worden uitgenodigd. Ook kregen huisartsen over deze vaccinatiecampagne heel veel vragen van patiënten, wat een belasting was voor de medewerkers in de praktijken. De SNPG vergoed deze kosten in het boekjaar 2022.

Vanwege de hiervoor genoemde onzekerheid omtrent de door de huisartsenpraktijken te verrichten werkzaamheden, is het onder ‘U’ genoemde verschil tussen lasten en baten van de uitvoering, bestemd voor bureau- en administratiekosten van SPNG, in het boekjaar 2022 niet meer gemaximeerd. Teneinde de kosten die hiermee gemoeid zijn te beheersen, is als voorwaarde opgenomen dat zij in een door de Minister goedgekeurde begroting worden opgenomen.

Omdat tijdens de uitvoering voorts gebleken is dat ook door huisartsenpraktijken onvoorziene kosten gemaakt zijn ten dienste van de coronavaccinaties – bijvoorbeeld voor de tijdelijke huur van beroepsruimte – is met het invoegen van onderdeel ‘V’ voor de SNPG de mogelijkheid gecreëerd dergelijke onvoorziene kosten in het boekjaar 2022 te vergoeden. Ook hier geldt als voorwaarde dat de Minister de begroting goedkeurt.

G

Met het invoegen van artikel 67m wordt voor de vaccinaties tegen het coronavirus een andere aanvraagtermijn gehanteerd dan de aanvraagtermijn die volgt uit artikel 9, eerste lid, van de Subsidieregeling. Dit is in de praktijk beter passend gebleken.

Artikel II

In afwijking van de systematiek van vaste verandermomenten bij regelgeving treedt deze regeling in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. De beleidsregel wordt daarnaast minder dan twee maanden voorafgaand aan de inwerkingtreding gepubliceerd. Hiermee wordt afgeweken van de minimale periode van twee maanden tussen publicatie en inwerkingtreding van regelingen. Hiervoor is gekozen omdat het ten behoeve van de uitvoering van de subsidie voor het boekjaar 2022 van belang is dat de Stichting Nationaal Preventieprogramma Grieppreventie zo spoedig mogelijk een aanvraag kan indienen.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.J. Kuipers

Naar boven