Regeling van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 9 mei 2022 tot wijziging van de Regeling basisregistratie personen, houdende toevoeging van een aantekening in verband met het verblijfsrecht van ontheemden uit Oekraïne

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op artikel 23, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen;

Besluit:

ARTIKEL I

Aan bijlage 7 van de Regeling basisregistratie personen wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel z door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • aa. de aantekening dat de ingeschrevene ingevolge artikel 8, onderdeel f, van de Vreemdelingenwet 2000 als tijdelijk beschermde als bedoeld in de Richtlijn 2001/55/EG van de Raad van 20 juli 2001 betreffende minimumnormen voor het verlenen van tijdelijke bescherming in geval van massale toestroom van ontheemden en maatregelen ter bevordering van een evenwicht tussen de inspanning van de lidstaten voor de opvang en het dragen van de consequenties van de opvang van deze personen (PbEG 2001, L 212) rechtmatig verblijf heeft in afwachting van de beslissing op een aanvraag tot het verlenen van de verblijfsvergunning, bedoeld in artikel 28 van die wet, terwijl bij of krachtens die wet dan wel op grond van een rechterlijke beslissing uitzetting van de ingeschrevene achterwege dient te blijven totdat op de aanvraag is beslist, dan wel ingevolge artikel 8, onderdeel h, van de Vreemdelingenwet 2000 rechtmatig verblijf heeft in afwachting van de beslissing op een beroepschrift tegen de beslissing op de desbetreffende aanvraag, terwijl bij of krachtens die wet dan wel op grond van een rechterlijke beslissing uitzetting van de ingeschrevene achterwege dient te blijven totdat op het beroepschrift is beslist, waarbij het de ingeschrevene is toegestaan elke vorm van arbeid in loondienst te verrichten.

ARTIKEL II

  • 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van 12 mei 2022 en werkt terug tot en met 24 februari 2022.

  • 2. Indien de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 11 mei 2022, treedt zij in afwijking van het eerste lid in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt zij terug tot en met 24 februari 2022.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, A.C. van Huffelen

TOELICHTING

1. Inhoud

De onderhavige wijziging van de Regeling basisregistratie personen (hierna: Regeling BRP) voegt een aantekening toe aan bijlage 7 in verband met het verblijfsrecht van ontheemden uit Oekraïne. Het doel daarvan is als volgt.

Zodra een vreemdeling wordt ingeschreven in de basisregistratie personen (hierna: BRP), ontvangt de Immigratie- en Naturalisatiedienst (hierna: IND) daarvan bericht. Vervolgens geeft de IND de gegevens in verband met het verblijfsrecht – ook wel de ‘aantekening in verband met het verblijfsrecht’ – van de vreemdeling door aan de bijhoudingsgemeente. De aantekeningen die kunnen worden opgenomen op de persoonslijst van de ingeschrevene zijn limitatief opgesomd in bijlage 7 van de Regeling BRP. Deze aantekeningen zijn tevens omgezet in zogenoemde ‘verblijftitelcodes’, vastgelegd in een tabel die integraal onderdeel uitmaakt van het Logisch Ontwerp BRP1 en daarmee van de Regeling BRP.

Ontheemden uit Oekraïne ontlenen hun verblijfsrecht hier te lande aan de Vreemdelingenwet 2000 (hierna: Vw 2000), waarin de Richtlijn tijdelijke bescherming ontheemden2 (hierna: de richtlijn) is geïmplementeerd. Op grond van artikel 5 van de richtlijn kan een bepaalde groep personen in geval van een massale toestroom van ontheemden tijdelijke bescherming verkrijgen in de lidstaten van de Europese Unie, indien de Raad van de Europese Unie daartoe een uitvoeringsbesluit neemt. De Raad heeft op 4 maart jl. een dergelijk besluit genomen ten aanzien van ontheemden uit Oekraïne (hierna: het uitvoeringsbesluit).3 De tijdelijke bescherming is geldig vanaf 24 februari 2022 en duurt zolang het uitvoeringsbesluit van kracht is.4

Op grond van artikel 8, onderdeel f, van de Vw 2000 verblijven personen die tijdelijke bescherming genieten rechtmatig in Nederland vanaf het moment dat zij een aanvraag voor een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd hebben ingediend tot het moment dat op die aanvraag is beslist. Op grond van artikel 43a van de Vw 2000 is de Minister van Justitie en Veiligheid (hierna: J&V) bevoegd om de beschikking op deze aanvraag pas te geven na afloop van de termijn van tijdelijke bescherming. Wordt de beschikking gegeven voor de afloop van de tijdelijke bescherming en gaat betrokkene tegen die beschikking in beroep, dan geldt dat betrokkene rechtmatig verblijf geniet in afwachting van de beslissing op het beroep (artikel 8, onderdeel h, van de Vw 2000).

Hoewel de richtlijn is geïmplementeerd in de Vw 2000, was door de Minister van J&V nog geen procedure ontwikkeld voor het aanvragen van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd door personen die behoren tot de doelgroep van de richtlijn (ontheemden die recht hebben op tijdelijke bescherming). Het gevolg daarvan was dat er geen BRP-aantekening in verband met het verblijfsrecht voor ontheemden uit Oekraïne beschikbaar was. In het geval er geen juiste aantekening in verband met het verblijfsrecht beschikbaar is, wordt de aantekening dat de ingeschrevene geen titel tot verblijf heeft of deze heeft verloren opgenomen op de persoonslijst van de ontheemde in de BRP. Dit kan directe nadelige gevolgen hebben voor de ontheemde uit Oekraïne en de ingeschrevenen die onderdak bieden aan ontheemden uit Oekraïne.

Inmiddels heeft de Minister van J&V een procedure vormgegeven en is duidelijk op basis van welke verblijfstitel ontheemden uit Oekraïne rechtmatig in Nederland verblijven. In lijn hiermee is een nieuwe aantekening in verband met het verblijfsrecht toegevoegd aan bijlage 7 van de Regeling BRP die van toepassing is op ontheemden uit Oekraïne die onder de reikwijdte van de richtlijn en het uitvoeringsbesluit vallen. Deze aantekening geeft aan dat de vreemdeling (ontheemde uit Oekraïne) een aanvraag heeft ingediend voor tijdelijke bescherming, dat de ontheemde uit Oekraïne de beslissing op die aanvraag in Nederland mag afwachten5 en gedurende die periode vrij is om arbeid in loondienst te verrichten.6

2. Privacyaspecten en regeldrukgevolgen

De onderhavige wijziging van de Regeling BRP betreft een technische uitwerking van de implementatie van de richtlijn en het uitvoeringsbesluit en leidt niet tot nadere gevolgen voor de privacy van de burger, noch heeft de wijziging enig gevolg voor de regeldruk.

3. Consultatie en advies

Van internetconsulatie is afgezien, gelet op de aard van de wijziging (technische uitwerking van de implementatie van de richtlijn en het uitvoeringsbesluit) en de vereiste spoed. Het Gebruikersoverleg BRP7 is over deze wijzigingsregeling geïnformeerd. Deze wijzigingsregeling is bovendien aangekondigd aan de Tweede Kamer.8

4. Inwerkingtreding

Voor wat de inwerkingtreding van deze regeling aangaat, is afgeweken van het stelsel van vaste verandermomenten en minimuminvoeringstermijnen. Het toevoegen van een aantekening van verblijfsrecht van ontheemden uit Oekraïne, zijnde een technische uitwerking van de implementatie van de richtlijn en het uitvoeringsbesluit, dient te geschieden met ingang van de dag waarop de nieuwe verblijfstitelcode uitvoeringstechnisch beschikbaar komt – te weten 12 mei 2022 – en aan die toevoeging dient terugwerkende kracht te worden toegekend tot en met 24 februari 2022, zijnde de datum vanaf welke ontheemden uit Oekraïne tijdelijke bescherming genieten op grond van de richtlijn en het uitvoeringsbesluit, gelet op de belangen die voor ontheemden uit Oekraïne gemoeid zijn bij de juistheid van de BRP-aantekening in verband met hun verblijfsrecht (zie onder 1).

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, A.C. van Huffelen


X Noot
1

De gemarkeerde hoofdstukken en bijlagen, of onderdelen daarvan, van het Logisch Ontwerp BRP vormen de systeembeschrijving van de BRP (artikel 2 van de Regeling BRP). De systeembeschrijving vormt de beschrijving van de voorzieningen waarmee het stelsel van de BRP wordt uitgevoerd; door middel van de systeembeschrijving worden gedetailleerde regels gesteld die noodzakelijk zijn om de voorzieningen te laten werken.

X Noot
2

Richtlijn 2001/55/EG van de Raad van 20 juli 2001 betreffende minimumnormen voor het verlenen van tijdelijke bescherming in geval van massale toestroom van ontheemden en maatregelen ter bevordering van een evenwicht tussen de inspanning van de lidstaten voor de opvang en het dragen van de consequenties van de opvang van deze personen (PbEG 2001, L 212).

X Noot
3

Uitvoeringsbesluit van de Raad van 4 maart 2022 tot vaststelling van het bestaan van een massale toestroom van ontheemden uit Oekraïne in de zin van artikel 5 van de Richtlijn 2001/55/EG van de Raad van 20 juli 2001, en tot invoering van tijdelijke bescherming naar aanleiding daarvan (PbEU 2022, L 71).

X Noot
4

Artikel 2, eerste lid, van het uitvoeringsbesluit.

X Noot
5

Ten aanzien van tijdelijk beschermden is in artikel 3.1a van het Vreemdelingenbesluit 2000 bepaald dat uitzetting achterwege blijft.

X Noot
6

Zolang de ontheemde uit Oekraïne bescherming geniet op grond van de richtlijn, is de Minister van J&V op grond van artikel 43a van de Vw 2000 bevoegd om niet op de aanvraag te beslissen. In het geval wel wordt beslist, verblijft de ontheemde uit Oekraïne op grond van artikel 8, onderdeel h, van de Vw 2000 rechtmatig in Nederland in afwachting van de beslissing op een beroepschrift, terwijl uitzetting van de aanvrager achterwege dient te blijven totdat op het beroepschrift is beslist.

X Noot
7

Het overleg, bedoeld in artikel 1.15, eerste lid, van de Wet BRP, van de Minister van BZK met representatieve vertegenwoordigingen van de gemeenten, van de aangewezen bestuursorganen en van de overheidsorganen en derden aan wie op grond van artikel 3.2, 3.3 of 3.13 van de Wet BRP gegevens uit de BRP worden verstrekt.

X Noot
8

Brief van de Staatssecretaris van J&V van 20 april 2022 over de opvang van ontheemden uit Oekraïne (Kamerstukken II 2021/22, 19 637, nr. 2857, p. 3).

Naar boven