Regeling van de Minister van Economische Zaken en Klimaat van 9 april 2022, nr. WJZ/ 22077983, tot wijziging van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies en Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2022 in verband met de wijziging en openstelling van de subsidiemodules MKB innovatiestimulering topsectoren (MIT) en TKI MKB-versterking

De Minister van Economische Zaken en Klimaat,

Gelet op de artikelen 2, eerste lid, en 4 van het Kaderbesluit nationale EZK- en LNV-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 3.4.8 komt als volgt te luiden:

Artikel 3.4.8. Aanvraag en verstrekking MIT-kennisvouchers

  • 1. Een kleine MIT-kennisvoucher heeft een waarde van maximaal € 5.250 en wordt aan een MKB-ondernemer verstrekt die een MIT-kennisoverdrachtsproject wil laten uitvoeren waarvan de resultaten ten goede komen aan de activiteiten die de ondernemer in Nederland verricht.

  • 2. Een grote MIT-kennisvoucher heeft een waarde van maximaal € 9.000 en wordt aan een MKB-ondernemer verstrekt die een MIT-kennisoverdrachtsproject wil laten uitvoeren waarvan de resultaten ten goede komen aan de activiteiten die de ondernemer in Nederland verricht.

  • 3. Ten hoogste drie MKB-ondernemers kunnen een kleine MIT-kennisvoucher als bedoeld in het eerste lid combineren in één MIT-kennisoverdrachtsproject.

  • 4. De MIT-kennisvouchers voor een gecombineerd MIT-kennisoverdrachtsproject als bedoeld in het derde lid worden door een van de deelnemende MKB-ondernemers aangevraagd namens alle deelnemende MKB-ondernemers.

B

Aan artikel 3.4.9 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 4. Indien sprake is van MIT-kennisvouchers voor een gecombineerd MIT-kennisoverdrachtsproject als bedoeld in artikel 3.4.8, derde lid, wordt in afwijking van het derde lid, door de MKB-ondernemer die die aanvraag heeft gedaan, één offerte of één ondertekende opdrachtbevestiging van de kennisinstelling overgelegd die ziet op het volledige MIT-kennisoverdrachtsproject.

C

Artikel 3.4.14 komt als volgt te luiden:

Artikel 3.4.14. Steunintensiteit

  • 1. De subsidie bedraagt 70 procent van de door de kennisinstelling ten behoeve van de uitvoering van een MIT-kennisoverdrachtsproject in rekening gebrachte kosten, maar niet meer dan € 5.250 per kleine MIT-kennisvoucher.

  • 2. De subsidie bedraagt 40 procent van de door de kennisinstelling ten behoeve van de uitvoering van een MIT-kennisoverdrachtsproject in rekening gebrachte kosten, maar niet meer dan € 9.000 per grote MIT-kennisvoucher.

ARTIKEL II

De tabel van artikel 1 van de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2022 wordt als volgt gewijzigd:

A

Onder de rij met titel 3.2, artikel 3.2.9, worden de volgende rijen ingevoegd:

Titel 3.3: TKI MKB-versterking

3.3.4 en 3.3.6

TKI Agri&Food

 

12-04-2022 t/m 01-07-2022

€ 200.000, waarvan ten hoogste € 100.000 voor netwerkactiviteiten

Titel 3.3: TKI MKB-versterking

3.3.4 en 3.3.6

TKI Chemie/Biobased economy

 

12-04-2022 t/m 01-07-2022

€ 400.000, waarvan ten hoogste € 200.000 voor netwerkactiviteiten

Titel 3.3: TKI MKB-versterking

3.3.4 en 3.3.6

TKI Creatieve Industrie

 

12-04-2022 t/m 01-07-2022

€ 200.000, waarvan ten hoogste € 100.000 voor netwerkactiviteiten

Titel 3.3: TKI MKB-versterking

3.3.4 en 3.3.6

TKI Energie

 

12-04-2022 t/m 01-07-2022

€ 200.000, waarvan ten hoogste € 100.000 voor netwerkactiviteiten

Titel 3.3: TKI MKB-versterking

3.3.4 en 3.3.6

TKI HTSM/ICT

 

12-04-2022 t/m 01-07-2022

€ 400.000, waarvan ten hoogste € 200.000 voor netwerkactiviteiten

Titel 3.3: TKI MKB-versterking

3.3.4 en 3.3.6

TKI Logistiek

 

12-04-2022 t/m 01-07-2022

€ 200.000, waarvan ten hoogste € 100.000 voor netwerkactiviteiten

Titel 3.3: TKI MKB-versterking

3.3.4 en 3.3.6

TKI Life Sciences and Health

 

12-04-2022 t/m 01-07-2022

€ 200.000, waarvan ten hoogste € 100.000 voor netwerkactiviteiten

Titel 3.3: TKI MKB-versterking

3.3.4 en 3.3.6

TKI Tuinbouw & Uitgangsmaterialen

 

12-04-2022 t/m 01-07-2022

€ 200.000, waarvan ten hoogste € 100.000 voor netwerkactiviteiten

Titel 3.3: TKI MKB-versterking

3.3.4 en 3.3.6

TKI Water

 

12-04-2022 t/m 01-07-2022

€ 200.000, waarvan ten hoogste € 100.000 voor netwerkactiviteiten

Titel 3.4: MKB-innovatiestimulering topsectoren

3.4.8

   

12-04-2022 t/m 01-11-2022

€ 2.000.000

B

Onder de rij met titel 3.4, artikel 3.4.20, wordt de volgende rij ingevoegd:

Titel 3.4: MKB-innovatiestimulering topsectoren

3.4.20

   

01-06-2022 t/m 13-09-2022

€ 2.906.944, waarvan ten hoogste € 1.453.472 voor MIT-R&D-samenwerkingsprojecten waarvan de subsidiabele kosten meer dan € 571.428 bedragen.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 9 april 2022

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, M.A.M. Adriaansens

TOELICHTING

1. Doel en aanleiding

De subsidiemodule TKI MKB-versterking en MKB innovatiestimulering topsectoren (subsidiemodule MIT), opgenomen in respectievelijk titel 3.3 en 3.4 van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies (RNES), heeft als doel om de maatschappelijke uitdagingen die voortkomen uit het Missiegedreven Topsectoren- en Innovatiebeleid (MTIB), aan te pakken. Voor een succesvolle aanpak van maatschappelijke uitdagingen en het versterken van het verdienvermogen, zijn technologische doorbraken en sleuteltechnologieën van groot belang. De economische kansen die maatschappelijke uitdagingen bieden en de ambitie om ook internationaal een vooraanstaande rol te spelen bij een aantal sleuteltechnologieën, staan centraal in de vernieuwde topsectorenaanpak. De innovatiekracht van het midden- en kleinbedrijf (MKB) speelt daarbij een belangrijke rol. Het MKB heeft echter moeite om het tempo van technologische innovaties bij te houden. De subsidiemodule MIT is bedoeld om MKB-ondernemingen daarbij te helpen.

De MIT bestaat uit twee subsidiemodules. De TKI MKB-versterking verleent steun aan het innovatief MKB door via de Topconsortia voor Kennis en Innovatie (TKI’s) netwerkactiviteiten en innovatiemakelaars te ondersteunen. De subsidiemodule MIT geeft directe steun aan het innovatief MKB, via een aantal instrumenten. Met de voorliggende regeling worden de volgende twee MIT instrumenten opengesteld: kennisvouchers en R&D-samenwerkingsprojecten. Daarnaast worden de kennisvouchers aangepast omdat in de praktijk is gemerkt dat er voor ondernemers knelpunten waren bij het gebruiken van de kennisvouchers, wat geleid heeft tot onderuitputting van de beschikbare budgetten. Voorheen werden ook haalbaarheidsprojecten opengesteld, maar vanaf 2022 worden deze volledig door de provincies uitgevoerd, waardoor geen landelijke openstelling meer nodig is.

2. MIT

2.1 MIT algemeen

In 2013 is de MIT-subsidiemodule geïnitieerd door de toenmalige Minister van Economische Zaken om innovatie te bevorderen bij het MKB en om het MKB beter aan te laten sluiten bij de innovatie-agenda's van de topsectoren. De MIT biedt daarvoor een 'koffer' met verschillende instrumenten, waarvoor een ondernemer subsidie kan aanvragen. Sinds 2015 wordt de MIT samen met de provincies uitgevoerd en is de opzet van de MIT fundamenteel gewijzigd: de MIT richt zich sindsdien ook op aansluiting van het MKB op de Research and Innovation Strategies for Smart Specialisation (RIS3) van de provincies. In paragraaf 4 is de verhouding tussen het Rijk en de provincies verder toegelicht. Vanaf 2021 werden voor het eerst de Kennis- en Innovatieagenda (KIA’s) gebruikt als toetsingskader voor aanvragen binnen de MIT. Dit heeft de provincies er vanaf 2021 toe doen besluiten niet meer, zoals in het verleden het geval was, bepaalde inhoudelijke delen van de MIT niet te ondersteunen. Dit geldt ook in 2022.

2.2 Wijzigingen MIT-kennisvouchers

De voorliggende wijziging van de subsidiemodule MIT heeft betrekking op de MIT-kennisvoucher (paragraaf 3.4.3 van de RNES). Het instrument kennisvoucher heeft de afgelopen jaren telkens een onderuitputting van de beschikbare middelen gekend. Mede vanwege die reden heeft het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) in 2020 een onderzoek naar de kennisvouchers laten uitvoeren door onderzoeksbureau Technopolis.1 Mede naar aanleiding van de uitkomsten van dit onderzoek wordt dit instrument nu aangepast om beter aan te sluiten bij de behoeften van de eindgebruikers (innovatieve MKB’ers met een kennisvraag). De wijzigingen betreffen twee zaken.

Ten eerste worden er twee soorten kennisvouchers gecreëerd: grote en kleine. In de oude situatie kregen MKB’ers 50 procent subsidie op een kennisvoucher van maximaal € 7.500. De nieuwe kleine kennisvoucher kent eenzelfde maximumbedrag van € 7.500, maar het subsidiepercentage is aangepast naar 70 procent van de totale kosten. De grote kennisvoucher kent een groter maximumbedrag van € 22.500, maar een lager subsidiepercentage van 40 procent. Op deze manier wordt aan twee uitkomsten van het rapport van Technopolis tegemoet gekomen: kleine ondernemers gaven aan dat ze moeite hadden met de cofinanciering die ze zelf moesten betalen van € 3.750. Voor hen zijn de kleine vouchers gecreëerd waarmee men met minder eigen geld toch een kleine kennisvraag kan laten beantwoorden door een kennisinstelling. Een ander punt dat uit het onderzoek kwam is dat voor bepaalde grotere kennisvragen € 7.500 niet voldoende was. Hiervoor zijn nu de grote kennisvouchers gecreëerd, waarmee ondernemers een grotere kennisvraag gesubsidieerd kunnen laten beantwoorden. Het is dan wel zo dat ze meer eigen geld zullen moeten inleggen.

Ten tweede wordt de mogelijkheid gecreëerd om kleine vouchers te bundelen (met een maximum van drie kennisvouchers). Dit betekent dat MKB’ers met dezelfde kennisvraag de kans geboden wordt om maximaal drie kennisvouchers met dezelfde vraag in te dienen bij één kennisinstelling. Deze kennisinstelling krijgt daarmee dus een groter bedrag, van maximaal € 22.500 (drie keer € 7.500) om de kennisvraag te beantwoorden. Het antwoord wordt vervolgens gedeeld aan alle aanvragende MKB’ers. Op deze manier wordt kleine MKB’ers de mogelijkheid geboden om toch een grotere vraag te stellen zonder dat men meer eigen middelen hoeft in te leggen. Het is dan wel van belang dat ten minste twee verschillende MKB’ers dezelfde vraag hebben.

3. TKI MKB-versterking

In titel 3.3 van de RNES is de subsidiemodule TKI MKB-versterking opgenomen. Met deze subsidiemodule wordt invulling gegeven aan het MTIB door MKB-ondernemers te stimuleren aan te sluiten bij het MTIB. Op grond van deze subsidiemodule kunnen TKI's subsidie aanvragen voor netwerkactiviteiten en inhuur van innovatiemakelaars voor het MKB. De netwerkactiviteiten hebben onder meer als doel ondernemers meer en beter te laten innoveren, alsook meer ondernemers aan te zetten tot innoveren door hen samen te brengen (matchmaking-activiteiten). Daarnaast is het doel ondernemers te laten delen in ontwikkelde kennis (kennisvalorisatie) en hen mogelijk aan te zetten tot het ontwikkelen van nieuwe innovatieprojecten. Innovatiemakelaars kunnen door TKI's ingeschakeld worden om MKB-ondernemers in contact te brengen met andere (ook grote) bedrijven, kennisinstellingen en samenwerkingsverbanden en om MKB-ondernemers te ondersteunen bij vraagarticulatie, het innovatieproces en het ontwikkelen van een business case. TKI's selecteren op transparante en open wijze wie innovatiemakelaar voor die specifieke topsector kunnen zijn.

Met de onderhavige regeling wordt de subsidiemodule voor 2022 opengesteld.

4. Budget

Het Ministerie van EZK en de provincies werken samen in de subsidiemodule MIT: zij stellen in 2022 in totaal € 66,91 miljoen beschikbaar voor innovatie bij het MKB in Nederland. Hiervan wordt € 26,91 miljoen door de provincies gefinancierd. EZK vult deze provinciale middelen aan met € 32,89 miljoen. Subsidieaanvragen voor MIT-projecten worden in principe door de provinciale besturen in behandeling genomen. Wanneer een R&D-samenwerkingsproject bovenregionaal van aard is (dat wil zeggen dat het niet in slechts één provincie plaatsvindt), wordt de subsidieaanvraag doorgestuurd en door de Minister van EZK in behandeling genomen. Deze afspraak zorgt ervoor dat MIT-subsidieaanvragen in elke regio een eerlijke kans hebben op subsidie. Voor dit zogenoemde landelijke vangnet is in 2022 € 7,1 miljoen beschikbaar (inclusief € 2,2 miljoen voor TKI-MKB versterking). Het budget voor het landelijke vangnet is sinds vorig jaar lager dan in de jaren ervoor. Dit is het gevolg van het besluit van de provincies om de totale inhoudelijke reikwijdte van het MTIB in behandeling te nemen. EZK heeft hierop meer middelen gedecentraliseerd naar de provincies voor de MIT, waardoor het landelijk vangnet kleiner is geworden.

5. Staatssteun

De MIT-subsidiemodules bevatten staatssteun die, behoudens paragraaf 3.4.3 (MIT-kennisvouchers), wordt gerechtvaardigd door de artikelen 25 en 28 van de algemene groepsvrijstellingsverordening (artikel 3.4.29, eerste lid, van de RNES). Subsidie die krachtens paragraaf 3.4.3 wordt verleend bevatten staatssteun en worden gerechtvaardigd door de algemene de-minimisverordening (artikel 3.4.29, tweede lid, van de RNES). De wijziging van de subsidiemodule MIT brengt hierin geen verandering, omdat de voorwaarden van de subsidiemodule MIT ongewijzigd blijven.

De subsidiemodule TKI MKB-versterking bevat twee soorten activiteiten waarvoor subsidie wordt gegeven. Allereerst kan op grond van deze subsidiemodule subsidie worden verleend voor netwerkactiviteiten. Deze subsidie is geen staatssteun (artikel 3.3.11, eerste lid, van de RNES). Ten tweede kan op grond van deze subsidiemodule subsidie worden verleend voor de ondersteuning door innovatiemakelaars. Deze subsidie is staatssteun die wordt gerechtvaardigd door artikel 28 van de algemene groepsvrijstellingsverordening (artikel 3.3.11, tweede lid, van de RNES).

6. Regeldruk

De gevolgen voor de regeldruk zijn door de RVO geactualiseerd omdat de voucherinstrument is aangepast. Een concept van deze regeling is voorgelegd aan het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR). Het ATR heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat het geen omvangrijke gevolgen voor de regeldruk heeft.

6.1 MIT

De totale administratieve lasten voor de landelijke subsidiemodule MIT bedragen € 105.780. Dat is 2,16% van het totaal beschikbare subsidiebedrag. Op basis van de realisatie van de instrumenten van vorig jaar is de inschatting van de administratieve lasten voor de MIT-R&D-samenwerkingsprojecten € 47.280 (1,63%) en de MIT-kennisvouchers € 58.500 (2,93%). Deze inschatting is gemaakt op basis van een inschatting van het aantal aanvragen en verleningen. Voor de MIT-R&D-samenwerkingsprojecten gaat het naar verwachting om 40 aanvragen met 15 verleningen en voor MIT-kennisvouchers om 300 aanvragen en 300 verleningen.

6.2 TKI-MKB versterking

In titel 3.3 van de RNES is de subsidiemodule TKI MKB-versterking opgenomen. Op grond van deze subsidiemodule kunnen TKI’s subsidie aanvragen voor netwerkactiviteiten en inhuur van innovatiemakelaars voor het MKB. Met de onderhavige regeling wordt de module voor 2022 opengesteld wat niet leidt tot wijziging van informatieverplichtingen en daarom ook niet tot een toe- of afname van de regeldruk bij de gebruikers van deze subsidiemodule.

Bij een verwacht aantal van 11 aanvragen bedragen de administratieve lasten € 67.210 (3,06%).

7. Vaste verandermomenten

De onderhavige regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant, waarin zij wordt geplaatst. Met de datum van inwerkingtreding wordt afgeweken van de systematiek van de vaste verandermomenten, inhoudende dat ministeriële regelingen met ingang van de eerste dag van een kwartaal in werking treden en twee maanden voordien bekend worden gemaakt. Dat kan in dit geval worden gerechtvaardigd, omdat de doelgroep van deze regeling gebaat is bij spoedige inwerkingtreding.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, M.A.M. Adriaansens


X Noot
1

‘Onderzoek onderuitputting MIT kennisvouchers’, maart 2020, Technopolis

Naar boven