Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 15 december 2020, nr. MBO/26354872, houdende wijziging van de Regeling regionale aanpak voortijdig schoolverlaten 2020–2024 in verband met onder meer de aanpassing van de bedragen en budgetten bestemd voor de specifieke uitkering

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op artikel 4, eerste lid, van het Besluit regionale meld- en coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten;

Besluit:

ARTIKEL I

Artikel 4.2 van de Regeling regionale aanpak voortijdig schoolverlaten 2020–2024 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘€ 54.509.040,–’ vervangen door ‘€ 56.151.032,–’.

2. In het tweede lid, onderdeel a, wordt ‘€ 9.863.490,– ’ vervangen door ‘€ 10.322.169,–’.

3. In het tweede lid, onderdeel b, wordt ‘€ 4.044.290,– ’ vervangen door ‘€ 4.232.365,–’.

4. In het tweede lid, onderdeel c, wordt ‘€ 6.343.320,– ’ vervangen door ‘€ 6.638.308,–’.

5. In het tweede lid, onderdeel d, wordt ‘€ 15.057.940,– ’ vervangen door ‘€ 15.758.190,–’.

6. In het derde lid wordt ‘het tweede lid’ vervangen door ‘het eerste en tweede lid’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven

TOELICHTING

ALGEMENE TOELICHTING

Inleiding

RMC-contactgemeenten ontvangen een specifieke uitkering voor het uitvoeren van de RMC-taken en het uitvoeren van het regionaal programma. In artikel 4.2 van de Regeling regionale aanpak voortijdig schoolverlaten 2020–2024 (hierna: regeling) is bepaald welk totaalbedrag hiervoor jaarlijks beschikbaar is en uit welke bedragen dat totaalbedrag is opgebouwd. Met deze wijzigingsregeling wordt aan deze bedragen de loon- en prijsbijstelling tranche 2020 toegevoegd.

Met deze wijzigingsregeling wordt tevens geregeld dat de bedragen in zowel het eerste als het tweede lid van artikel 4.2 van de regeling jaarlijks kunnen worden aangepast in verband met loon- en prijsbijstelling. Hiermee is aanpassing van de regeling de komende jaren niet nodig indien een loon- en prijsbijstelling wordt uitgekeerd en kan dit worden verwerkt in de beschikkingen die de gemeenten ontvangen.

Uitvoering en handhaafbaarheid

DUO heeft een verkorte uitvoeringstoets gedaan en acht de wijziging van de regeling uitvoerbaar.

Gevolgen voor de regeldruk

Deze wijziging heeft geen gevolgen voor de bestuurlijke lasten van gemeenten.

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Artikel I

De bedragen genoemd in artikel 4.2, tweede lid, onder a tot en met d, van de regeling worden aangepast in verband met de loon- en prijsbijstelling van 2020. Deze bedragen hangen samen met het uitvoeren van de RMC-taken. Aangezien dit tevens van invloed is op het totaalbedrag, wordt ook het totaalbedrag genoemd in artikel 4.2, eerste lid, van de regeling hierop aangepast.

Het bedrag genoemd in artikel 4.2, tweede lid, onder e, van de regeling hangt samen met de uitvoering van het regionaal programma. Dit bedrag wordt zelf niet aangepast, maar de loon- en prijsbijstelling van 2020 over dat bedrag is toegevoegd aan de loon- en prijsbijstellingen van de bedragen bedoeld voor de uitvoering van de RMC-taken.

Het huidige artikel 4.2, derde lid, van de regeling biedt reeds de mogelijkheid om jaarlijks loon- en prijsbijstellingen toe te passen op de bedragen genoemd in artikel 4.2, tweede lid. Aangezien dit het eerste jaar is waarin de specifieke uitkeringen aan gemeenten op basis van deze regeling worden verstrekt, is er voor de duidelijkheid echter voor gekozen om de bedragen in de regeling zelf te wijzigen en niet het eerste jaar al gebruik te maken van deze mogelijkheid. Een andere reden hiervoor is dat artikel 4.2, derde lid, per abuis niet de mogelijkheid biedt om het totaalbedrag genoemd in artikel 4.2, eerste lid, aan te passen. Daarom wordt het derde lid zodanig aangepast dat loon- en prijsbijstellingen in de komende jaren zowel kunnen worden toegepast op de bedragen in het tweede lid als (dientengevolge) het totaalbedrag in het eerste lid.

Artikel II

De wijzigingsregeling treedt een dag na publicatie in de Staatscourant in werking. Hiermee wordt afgeweken van de vaste verandermomenten, zodat DUO de reeds verzonden beschikkingen kan aanpassen en in februari 2021 de eerste betalingen op basis van de correcte bedragen kan doen. Dit is in het voordeel van de gemeenten.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven

Naar boven