Regeling van de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media van 12 februari 2021, nr. 24495234, houdende wijziging van de Subsidieregeling doorstroomprogramma’s po-vo voor gelijke kansen in verband met de verlenging van de regeling, een wijziging in de rangschikkingsregeling, alsmede diverse andere aanpassingen

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,

Gelet op artikel 70 van de Wet op het primair onderwijs, artikel 67 van de Wet primair onderwijs BES, artikel 75a van de Wet op het voortgezet onderwijs, artikel 127e van de Wet voortgezet onderwijs BES en artikel 2.2.3, tweede lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs;

Besluit:

ARTIKEL I. WIJZIGING SUBSIDIEREGELING DOORSTROOMPROGRAMMA’S PO-VO VOOR GELIJKE KANSEN

De Subsidieregeling doorstroomprogramma’s po-vo voor gelijke kansen wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder vernummering van het tweede lid tot en met het vierde lid tot derde lid tot en met het vijfde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 2. Deze subsidieregeling is één van de maatregelen uit het Actieplan gelijke kansen in het onderwijs uit 2016. Met deze maatregel wordt beoogd om gelijke kansen in het onderwijs te bevorderen en talenten van leerlingen uit de doelgroep beter te benutten.

2. Het vierde lid (nieuw), komt te luiden:

  • 4. Doelgroep van de doorstroomprogramma’s zijn (toekomstige) voortgezet onderwijs leerlingen die op een hoger niveau kunnen instromen of presteren in het voortgezet onderwijs dan ze tot nu toe laten zien, maar door omgevingsfactoren buiten de school of door de thuissituatie niet of minder vanzelfsprekend dan hun klasgenoten ondersteuning of hulpbronnen tot hun beschikking hebben die nodig zijn om dit niveau te realiseren.

B

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder vernummering van het vierde lid tot vijfde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 4. Voor subsidieverstrekking op grond van deze regeling is voor 2021 een bedrag van € 15.130.000,– beschikbaar.

C

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder vernummering van het tweede lid tot en met het vijfde lid tot vierde lid tot en met het zevende lid worden twee leden ingevoegd, luidende:

  • 2. Indien de middelen, bedoeld in artikel 4, vierde lid, ontoereikend zijn om alle daarvoor in aanmerking komende aanvragen toe te wijzen, wordt eerst voorrang verleend aan de aanvragen voor scholen in Caribisch Nederland.

  • 3. Indien na toepassing van het tweede lid nog middelen resteren, wordt vervolgens voorrang verleend aan de aanvragen die zijn gericht op in ieder geval één basisschool als bedoeld artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs met een positieve achterstandsscore als bedoeld in artikel 27 van het Besluit bekostiging WPO, blijkend uit de in het jaar van de aanvraag door het Centraal Bureau voor de Statistiek aan de minister verstrekte gegevens. Indien niet genoeg middelen resteren om al deze aanvragen te honoreren, dan wordt er geloot.

2. Het vierde lid (nieuw) komt te luiden:

  • 4. Indien na toepassing van het tweede en derde lid nog middelen resteren, vindt loting plaats per regio als bedoeld in artikel 3 van de Regeling vaststelling schoolvakanties 2016-2021. De regio waarin aanvragen meeloten wordt bepaald op basis van de locatie waar de aanvrager is gevestigd.

3. In het vijfde lid (nieuw) wordt ‘het subsidieplafond’ vervangen door ‘het resterende bedrag, bedoeld in het vierde lid’.

4. Het zesde lid (nieuw) vervalt, onder vernummering van het zevende lid (nieuw) tot zesde lid.

5. In het zesde lid (nieuw) wordt ‘in het derde lid’ vervangen door ‘in het vijfde lid’.

D

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In onderdeel a komt de tweede volzin te luiden: Per aanvraagperiode kan een school of nevenvestiging voor primair onderwijs aan maximaal één, en een school of nevenvestiging voor voortgezet onderwijs aan maximaal twee doorstroomprogramma’s deelnemen.

b. Onder verlettering van onderdeel e naar onderdeel f, wordt een nieuw onderdeel ingevoegd, luidende:

  • e. het is gericht op:

    • 1˚. het vergroten van kennis en vaardigheden die bij de overgang naar het voortgezet onderwijs van belang zijn, en

    • 2˚. randvoorwaarden die nodig zijn om in het voortgezet onderwijs tot leren te komen.

c. Onderdeel f (nieuw) komt te luiden:

  • f. het bevat ten minste twee van de volgende inhoudelijke lijnen:

    • 1°. het versterken van cognitieve vaardigheden, bijvoorbeeld gericht op het versterken van taal- en leesvaardigheden en rekenen,

    • 2°. het versterken van metacognitieve vaardigheden, bijvoorbeeld gericht op het versterken van zelfstandig leren, effectieve werkhouding en plannen ten behoeve van de overgang naar het vo,

    • 3°. het inzetten op omgevingsfactoren buiten de klas en de thuissituatie, bijvoorbeeld gericht op het vergroten van ouderbetrokkenheid, het vergroten of benutten van netwerken of hulpbronnen uit de omgeving, het versterken van sociale vaardigheden, het begeleiden bij de schoolkeuze en brede loopbaanoriëntatie, allemaal ten behoeve van de overgang naar het vo.

2. Het tweede lid vervalt, onder vernummering van het derde en vierde lid tot tweede en derde lid.

E

In artikel 7, vierde lid, wordt in de eerste volzin ‘door alle bevoegd gezagen’ vervangen door ‘verklaring van alle bevoegd gezagen’ en vervalt ‘getekende verklaring’.

F

Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder vernummering van het tweede en derde lid tot derde en vierde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 2. De aanvraag bevat:

    • a. een onderbouwde prognose van het aantal deelnemers, waarbij het aantal deelnemers per deelnemende school of nevenvestiging inzichtelijk wordt gemaakt,

    • b. een omschrijving van de wijze waarop de deelnemers zijn geselecteerd,

    • c. een omschrijving van de wijze waarop de selectie, bedoeld in onderdeel b, bijdraagt aan het doel van de regeling,

    • d. een omschrijving van de wijze waarop de samenwerking tussen de po- en vo-school wordt vormgegeven ten behoeve van een gunstige doorstroom van de deelnemende leerlingen.

2. Het derde lid (nieuw) komt te luiden:

  • 3. In 2021 en 2022 kan jaarlijks van 20 februari tot en met 30 april subsidie worden aangevraagd.

G

Aan artikel 9 wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende:

  • 4. De activiteiten kunnen worden verricht vanaf het moment van indiening van de aanvraag, tot aan het einde van het eerste leerjaar van het voortgezet onderwijs.

H

Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. De aanvrager tracht deelnemers het gehele doorstroomprogramma aan te bieden. Indien een deelnemer het doorstroomprogramma voortijdig afbreekt, spant de aanvrager zich in om een andere deelnemer te selecteren in diens plaats. Indien een deelnemer doorstroomt naar een vo-school die niet deelneemt in het doorstroomprogramma, kan tijdens de looptijd van de subsidie een schriftelijk verzoek tot wijziging van de subsidie bij DUS-I worden ingediend om deze vo-school toe te laten als deelnemende school aan het doorstroomprogramma.

2. In het tweede lid wordt na ‘in ieder geval’ ingevoegd ‘schriftelijk’.

I

In artikel 14, tweede lid, wordt ‘1 januari 2024’ vervangen door ‘1 januari 2026’.

ARTIKEL II. INWERKINGTREDING

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob

TOELICHTING

Deze regeling wijzigt de Subsidieregeling doorstroomprogramma’s po-vo voor gelijke kansen (hierna: de regeling). De regeling wordt verlengd met twee aanvraagperiodes, in 2021 en 2022. Hiervoor is gekozen omdat de resultaten van de evaluatie van de regeling in 2022 beschikbaar zijn. Voor de regeling zijn structurele middelen beschikbaar gesteld vanuit het Actieplan gelijke kansen uit 2016 en het Regeerakkoord 2017. De verlenging van deze regeling is aangegrepen om de regeling op een aantal punten aan te scherpen. De regeling strekt tot (A) het toevoegen van het doel en de oorsprong van de regeling en de aanscherping van de doelgroepomschrijving, (B) het toevoegen van een subsidieplafond voor 2021 aan de regeling en het toevoegen van een aanvraagperiode in 2022, (C) het vaststellen van nadere voorwaarden bij de lotingsprocedure, (D) het toestaan van deelname aan twee programma’s door vo-scholen en een nadere uitleg bij de inhoudelijke lijn voor een doorstroomprogramma, (E en F) een nadere omschrijving van de informatie die bij de aanvraag moet worden verstrekt en een verschuiving van de aanvraagperiode, (G) het vastleggen van de subsidiabele periode, (H) een nadere omschrijving van de meldingsplicht en (I) een verlenging van de regeling. De verschillende wijzigingsonderdelen worden hieronder, waar nodig, toegelicht

Onderdeel A

Artikel 3 van de regeling wordt gewijzigd door een omschrijving van het beoogde doel van de regeling en de oorsprong van de regeling, namelijk Actieplan gelijke kansen uit 2016, toe te voegen. Ook wordt de doelgroep van de regeling verduidelijkt, voornamelijk op het punt dat de regeling gericht is op leerlingen die door de thuissituatie of door omgevingsfactoren buiten de school minder vanzelfsprekend dan klasgenoten ondersteuning of hulpbronnen tot hun beschikking hebben. Ook hoeven niet alleen leerlingen met ambitie om op een hoger niveau in het vo te komen, te worden geselecteerd. Het versterken van motivatie en ambitie kan een resultaat zijn van het programma.

Onderdeel B

Het subsidieplafond voor 2021 is bekend gemaakt met deze regeling. Het plafond voor 2022 zal in 2022 door een wijziging van deze regeling worden toegevoegd.

Onderdeel C

De wijze van de verdeling van de beschikbare middelen wordt aangepast. Hierbij is de inzet dat de middelen terecht komen bij scholen die ze het hardst nodig hebben. Wanneer blijkt dat een loting nodig is, krijgen scholen in Caribisch Nederland (Bonaire, Sint Eustatius en Saba) voorrang. Daarna wordt voorrang verleend aan de aanvragen die bestaan uit in ieder geval één po-school met een positieve achterstandsscore. Als er dan nog middelen resteren, zal de loting naar regio plaatsvinden. DUO levert de lijst met achterstandsscores aan DUS-I voor 1 mei zodat deze loting plaats kan vinden.

Onderdeel D

Met deze wijziging wordt het voor vo-scholen of nevenvestigingen mogelijk om aan twee doorstroomprogramma’s deel te nemen. Hiervoor is gekozen omdat vanuit verschillende po-scholen leerlingen naar een vo-school overgaan.

Het doel van de activiteiten wordt tevens verduidelijkt en er wordt een nadere duiding gegeven bij de inhoudelijke lijnen waar de doorstroomprogramma’s zich op kunnen richten. Scholen mogen zelf kiezen welke twee lijnen ze in hun programma opnemen.

De eisen die gesteld worden aan de aanvraag zijn verplaatst naar artikel 8 van de regeling.

Onderdeel E

Dit artikel regelt dat alle bevoegde gezagen van de deelnemende scholen de aanvraag niet meer fysiek hoeven te ondertekenen. In het aanvraagformulier wordt bepaald op welke manier de verklaring van alle bevoegd gezagen moet worden ingediend.

Onderdeel F

Dit artikel regelt de inhoudelijke informatie die bij de subsidieaanvraag moet worden ingediend. Hierbij gaat het om aantallen deelnemers, waarom deze deelnemers zijn geselecteerd, hoe deze selectie bijdraagt aan het doel van de regeling en hoe de samenwerking tussen scholen is vormgegeven. De laatste 2 punten zijn met deze wijziging toegevoegd aan de regeling. Dit om er voor te zorgen het doel van de regeling goed in ogenschouw wordt gehouden bij de selectie van deelnemers en men op voorhand al goed nadenkt over de samenwerking met andere scholen. Dit zijn belangrijke randvoorwaarden voor een effectieve uitvoering van de regeling. Het is daarom van belang hier al bij de subsidieaanvraag over na te hebben gedacht.

In het derde lid wordt de aanvraagperiode voor 2021 en 2022 geregeld. Deze is anders dan in eerdere jaren van 20 februari tot en met 30 april. Hiervoor is gekozen om er voor te zorgen dat scholen ruim voor aanvang van het begin van het schooljaar helderheid hebben of de subsidie is afgewezen of toegekend.

Onderdeel G

Dit artikel regelt in welke periode activiteiten subsidiabel zijn, namelijk activiteiten na ontvangst van de subsidieaanvraag door DUS-I tot het einde van het eerste leerjaar van het vo.

Onderdeel H

Dit artikel regelt de inspanningsplicht en meldplicht. De aanvrager tracht deelnemers het gehele doorstroomprogramma aan te bieden. Als een deelnemer echter toch voortijdig het programma afbreekt of een deelnemer naar een andere vo-school gaat dan de samenwerkende scholen in het programma, dan biedt dit lid extra mogelijkheden om te zorgen dat het doorstroomprogramma toch volledig kan worden afgerond.

Ook wordt geregeld dat schriftelijk (dat wil zeggen per email aan ocwsubsidies@minvws.nl), melding gemaakt wordt als het daadwerkelijke aantal deelnemers kleiner is dan 85% van de deelnemers waarvoor subsidie is verstrekt zodat deze melding in het dossier kan worden opgenomen. In dat geval stelt de minister de subsidie lager vast.

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob

Naar boven